PGO-leidraad Algemene Natuur Wetenschappen module Module 3: ‘Heelal’ Lauren Bertaux, Bente Janssen en Groepsleden Rosa Starremans PGO 3 uit PGO 1 Artikel (titel) “Planeten in ons zonnestelsel” De link: http://wetenschap.infonu.nl/sterrenkunde/24786-planeten-in-onszonnestelsel.html 1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen Rotatie: draaiing, omwenteling Excentrische baan: als de omloopbaan van een hemellichaam afwijkt van de cirkel. Omwentelingsas oftewel rotatie-as: de denkbeeldige as waaromheen een lichaam roteert. Wervelstroom: elektrische stroom die geïnduceerd kunnen worden in een geleider. 2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel: Een aantal planeten die het dichtst bij de zon staan worden beschreven in het artikel. Hoe heten deze planeten en waaruit bestaan ze? 3. Analyseer het artikel / de rode draad: De heersende theorie luidt dat vijf tot tien miljard jaar geleden uit een roterende gas- en stofwolk een schijf rond de nog prille Zon ontstond. Dit zou met een oerknal gepaard zijn gegaan (big bang). Tegelijkertijd ontstond ruimte en tijd. Kleine brokstukken kwamen bijeen, botsten en vielen uit elkaar, of versmolten tot grotere brokken die ten slotte in miljoenen jaren konden uitgroeien tot de huidige planeten. Mercurius staat van alle planeten het dichtst bij de zon en kan alleen overdag met een telescoop worden waargenomen, of heel kort tijdens de schemering. Dit komt door de vrij turbulente lagere luchtlagen van de atmosfeer. Een uniek kenmerk van Mercurius is een opmerkelijk stelsel rotswanden die 500 tot 1000 meter hoog en kilometers lang zijn. Vergeleken met andere planeten lijkt Venus veel op de Aarde. Dit betreft de grootte, soortelijke massa en hoeveelheid energie die van de Zon ontvangen wordt. Venus wordt omgeven door een dichte atmosfeer gevuld met ondoordringbare wolken die het oppervlak van de planeet verhullen. Bijzonderheden: Niet alleen duurt een 'dag' op Venus langer dan een omloop om de zon, de planeet roteert ook in tegengestelde richting vergeleken met alle andere planeten. Vanwege zijn rode kleur is Mars vernoemd naar de Romeinse god van de oorlog. Deze rode kleur wordt veroorzaakt door ijzeroxide, eigenlijk dus gewoon roest. Mars lijkt van alle planeten het meest op de Aarde, hoewel de overeenkomst vaak vaag is. Van alle planeten wordt op Mars het intensiefst gezocht naar sporen van leven. Jupiter is de grootste van alle planeten, met een volume van meer dan duizendmaal dat van de Aarde en een massa groter dan die van alle andere planeten bij elkaar. De planeet is niet vast maar is een zogenaamde 'gasplaneet'. De Grote Rode Vlek vormt de hoogste en koudste wolkenformatie op Jupiter, vergelijkbaar met een wervelstorm met een windsnelheid van meer dan 500 km per uur. Saturnus is de planeet met de ringen en is daarmee de mooiste en meest bewonderde planeet van het heelal. Galilei zag al met zijn primitieve telescoop dat er met deze planeet iets aan de hand is, maar het was de Nederlander Christiaan Huygens die in 1655 de eerste ring ontdekte. Saturnus is een reuzenplaneet, net als Jupiter. Uranus werd in 1781 ontdekt en pas in 1986 van zeer nabij bestudeerd door de Voyager-2. Uranus is een blauwgroene reuzenplaneet en heeft een middellijn die vier keer zo groot is als die van de Aarde. De planeet heeft een krachtig magnetisch veld. Neptunus lijkt in vele opzichten op Uranus wat betreft afmetingen, magnetisch veld, samenstelling van de atmosfeer en de rotatietijd. Wel is de soortelijke massa veel dichter. De planeet werd in 1846 door twee wiskundigen, onafhankelijk van elkaar middels berekeningen ontdekt. De planeet acht manen, waaronder de grote Triton. Pluto werd in 1930 door een Amerikaans astronoom ontdekt. Pluto, met een straal van slechts 2320 kilometer en daarbij de kleinste planeet van ons zonnestelsel, vormt een dubbelplaneet met de satelliet Charon, die een diameter van 1190 kilometer heeft. De planeet is de enige die tot op heden nog geen robotbezoek van de Aarde heeft gehad. 4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem Het artikel vertelt eerst wat over het ontstaan van het heelal en de planeten. Daarna worden de 8 planeten beschreven met als vraag: - Wat is en waaruit bestaat Mercurius? - Wat is en waaruit bestaat Venus? - Wat is en waaruit bestaat Mars? - Wat is en waaruit bestaat Jupiter? - Wat is en waaruit bestaat Saturnus? - Wat is en waaruit bestaat Uranus? - Wat is en waaruit bestaat Neptunus? - Wat is en waaruit bestaat Pluto? In deze kopjes worden de planeten elk uitgebreid beschreven. Wat de planeet is, waaruit het bestaat, wanneer en door wie het is ontdekt etc. 5. Formuleer leerdoelen: 1. Heeft elke planeet een magnetisch veld? 2. Hoe is de aarde ontstaan? 3. Is er leven op planeet Mars?