Medische fysica: beeldvormende technieken Nucleaire

Medische fysica: beeldvormende technieken
Nucleaire botscan:
 toont metabole systemen
 radioactief element + metaboliet = radioactieve tracer
 in het lichaam gebracht (opgedronken)
 zend gamma straling uit  gemeten door scintigram
 functionele afbeelding
Röntgen:
 Ioniserende straling (door het lichaam heen)
 2D beeld
 Absorptie (schaduwbeeld):
Veel  wit (bot)
Weinig  zwart (weefsels)
 Anatomisch
 Toepassingen:
Bone Mineral Density
Fracturen
Diagnose osteoporose
Computer Tomogram (CT)
 Röntgenbron  in meerdere plakjes
 3D
 afbeelding van absorptie coëfficiënten
 alleen absorptie:
Bot wit
weefsels  zelfde grijstinten
 Nadelen:
kosten
Stralingsbelasting (200x röntgenfoto)
zachte weefsels
Magnetic Resonance Imaging (MRI)
 Magnetische waterstofkernen
 Plakjes uit alle hoeken
 T1 en T2
T1:
 Weefseleigenschap
 Longitudinale relaxatie  M weer terug op plek
 Tijd dat M erover doet om weer op z’n oude positie te komen
korte T1 = snel herstel = licht: beenmerg, spongieus bot, vet
HOGE signaal intensiteit
 lange T1 = langzaam herstel = donker: spieren, compact bot
LAGE signaal intensiteit





T2:
weefseleigenschap
transversale relaxatie  uitdoving van fasen
Korte T2 = snelle uitdoving = donker: spongieus bot,
compact bot
LAGE intensiteit
Lange T2 = langzame uitdoving = licht: spierweefsel,
kraakbeen
HOGE intensiteit
Lokalisatie
Contrast
Anatomie/functie
Röntgen
Projectie
Verschil in absorptie
Anatomie
CT
Projectie
Verschil in absorptie
Anatomie
MRI
Frequentie, fase
T1, T2, dichtheid
waterstof
Anatomie/functie
Nucleaire
botscan
Richting gevoelige
detectie
Concentratie
radioactieve tracer
Functie