Communicatie met islamitische vrouwen tijdens de prenatale periode | Bachelorproef aangeboden tot het verkrijgen van het diploma bachelor vroedkunde | Auteur: Kosar Rabiye Naam interne promotor: Vermeulen Joeri Naam externe promotor: Pluymaekers Margriet Departement Gezondheidszorg Academiejaar 2013-2014 Bachelor vroedkunde | Erasmushogeschool Brussel Departement Gezondheidszorg en Landschapsarchitectuur Laarbeeklaan 121 | B-1090 Jette | t +32 (0)2 472 52 00 | [email protected] | www.erasmushogeschool.be Departement gezondheidszorg Bachelor vroedkunde Communicatie met islamitische vrouwen tijdens de prenatale periode Bachelorproef aangeboden tot het verkrijgen van het diploma bachelor vroedkunde Naam student: Kosar Rabiye Interne promotor: Vermeulen Joeri Externe promotor: Pluymaekers Margriet Academiejaar 2013 – 2014 Voorwoord en dankwoord Dit onderwerp heb ik gekozen om na te gaan wat de bevindingen van islamitische vrouwen in een niet islamitische land zouden kunnen zijn tijdens de prenatale periode, hoe zij zich voelen wanneer zij niet kunnen communiceren. Deze bachelorproef is tot stand gekomen dankzij een aantal mensen die ik in het bijzonder wens te bedanken. In de eerste plaats gaat speciale dank uit naar meneer Vermeulen Joeri, mijn interne promotor en Pluymaekers Margriet, mijn externe promotor voor de begeleiding en kritische reflectie. Tot slot wens ik ook mijn ouders, schoonzussen en mijn vriend te bedanken. Zij gaven me de moed om door te gaan, op momenten waarop dit niet vanzelfsprekend was. Aan Kee Jacobs en Ine Vergult een extra dank u wel, voor hun actieve en bereidwillige inzet voor het herlezen van dit slotwerk. Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................... 1 2 Definitie ............................................................................................................................... 2 2.1 3 2.1.1 De vrouw en de Koran .......................................................................................... 2 2.1.2 De positie van de islamitische vrouw in de maatschappij ................................... 2 De prenatale zorg ................................................................................................................ 5 3.1 4 Definitie ....................................................................................................................... 5 3.1.1 Doelstellingen ....................................................................................................... 5 3.1.2 Componenten voor een goede prenatale zorg .................................................... 6 3.1.3 Het belang van prenatale zorg ............................................................................. 8 De bevindingen ................................................................................................................. 10 4.1 Bevindingen volgens niet islamitische vrouwen ....................................................... 10 4.1.1 Algemeen............................................................................................................ 10 4.1.2 Prenatale lessen ................................................................................................. 10 4.1.3 Raadplegingen .................................................................................................... 10 4.2 5 De islamitische vrouw .................................................................................................. 2 Bevindingen volgens islamitische vrouwen in een niet islamitische land ................. 11 4.2.1 Het aanbod van de informatie ........................................................................... 11 4.2.2 Partner en informatie ......................................................................................... 11 Barrières voor een goede prenatale zorg ......................................................................... 12 5.1 Communicatie............................................................................................................ 12 5.1.1 Definitie .............................................................................................................. 12 5.1.2 Taal ..................................................................................................................... 12 5.2 Cultuur ....................................................................................................................... 13 5.2.1 Definitie .............................................................................................................. 13 5.2.2 Gewoontes en familie ........................................................................................ 13 5.3 Religie ........................................................................................................................ 13 5.3.1 Algemeen............................................................................................................ 13 5.3.2 Vroomheid .......................................................................................................... 14 5.3.3 Bescheidenheid .................................................................................................. 14 5.3.4 Het voorkomen van de vrouw: de hoofddoek ................................................... 14 5.4 Socio - demografische toestand ................................................................................ 15 6 5.5 Kennis van de vroedvrouw ........................................................................................ 15 5.6 Relatie tussen de islamitische vrouw en de zorgverlener ......................................... 16 5.7 Kennis van de vrouw.................................................................................................. 16 5.8 Socio – economisch ................................................................................................... 16 5.9 Samenvattend schema .............................................................................................. 17 De gevolgen van miscommunicatie .................................................................................. 18 6.1 Psychologische gevolgen ........................................................................................... 18 6.1.1 6.2 7 Stress .................................................................................................................. 18 Lichamelijke gevolgen................................................................................................ 19 Aanpak van communicatieprobleem ................................................................................ 20 7.1 Bestaande oplossingen .............................................................................................. 20 7.1.1 Interculturele bemiddeling ................................................................................ 20 7.1.2 Volle maan .......................................................................................................... 21 7.2 Mogelijke oplossingen ............................................................................................... 22 7.2.1 Voorlichting in eigen taal en cultuur .................................................................. 22 7.2.2 Cultureel gevoelige diensten aanbieden............................................................ 22 7.2.3 Cultuur lessen voor vroedvrouwen .................................................................... 22 8 Besluit................................................................................................................................ 23 9 Literatuurlijst ..................................................................................................................... 25 9.1 Tijdschriftenartikels ................................................................................................... 25 9.2 Online document ....................................................................................................... 27 9.3 Technische onderzoeken ........................................................................................... 27 9.4 Boeken ....................................................................................................................... 28 9.5 Mondelinge gesprek .................................................................................................. 28 Abstract Interne promotor: Vermeulen Joeri Externe promotor: Pluymaekers Margriet Communicatie met islamitische vrouwen tijdens de prenatale periode Probleemstelling: In een niet islamitische land worden ook islamitische vrouwen opgenomen in het ziekenhuis. Die vrouwen hebben meer barrières voor communicatie. Dit is niet enkel door de taal van het land, maar het kan ook andere redenen hebben. Hierdoor is de kans op onvoldoende zorg groter tijdens de prenatale periode zowel voor de moeder als voor de baby. Doelstelling: In deze bachelorproef willen we bestuderen wat de redenen zijn van de barrières voor communicatie. Het is zeer belangrijk dat we dit kunnen oplossen, zodat de islamitische vrouwen in een niet islamitische land een goede prenatale zorg kunnen krijgen. Vraagstelling: Via verschillende literatuurstudies willen we te weten komen hoe islamitische vrouwen in een niet islamitische land de prenatale zorg ervaren, en hoe we een islamitische vrouw zouden kunnen helpen om een betere outcome te hebben. Onderzoeksmethodologie: Deze bachelorproef is gebaseerd op een literatuurstudie die bestaat uit artikels en boeken. Zowel Nederlandstalige als Engelstalige literatuur werd gebruikt. Vervolgens werden de volgende databanken doorzocht: Pubmed, Science direct, Midline, CINAHL, NICE, KNOV. Men heeft zoektermen geselecteerd om een overzicht van communicatie tijdens prenatale periode bij islamitische vrouwen te bekomen. De volgende termen werden in combinatie ingebracht: Islam, muslim, women, communication, communication barriers, prenatal care, pregnancy, environment, language barrier, guidelines, experienced. Resultaten: Islamitische vrouwen in een niet islamitische land krijgen zoals de niet islamitische vrouwen graag informatie over de prenatale zorg. Dit kan echter bemoeilijkt worden door communicatieproblemen. Een van de grootste problemen is de taalkennis van de islamitische vrouw. Doordat ze de taal niet beheerst kan ze niet de vragen stellen waarop ze een antwoord zou willen hebben. Een mogelijke oplossing voor het taalprobleem is de interculturele bemiddeling. Dit is reeds beschikbaar in vele ziekenhuizen in België. Een ander oplossing die aangeboden kan worden is voorlichting in de eigen taal en cultuur, diensten speciaal voor andere culturen en cultuur lessen voor vroedvrouwen. Besluit: Met deze bachelorproef werd er een beeld geschetst wat de oorzaak en gevolgen van communicatiestoornissen bij islamitische vrouwen in een niet islamitische land kunnen zijn. Er werd aandacht besteed aan de verschillende redenen waardoor er communicatieproblemen kunnen ontstaan. De zorgverleners spelen een belangrijke rol in het verstrekken van informatie tijdens de prenatale periode, bevalling en kraamperiode. Indien dit proces bemoeilijkt wordt door communicatieproblemen kan dit de zorgverstrekking negatief beïnvloeden wat betreft de kwaliteit van de zorgverstrekking. De culturele en religieuze achtergrond van de zwangere islamitische vrouw kunnen de communicatie ook bemoeilijken. Het is dan aan de zorgvertrekkers om zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van de verschillende religies en culturen. Ook is de kennis van de zwangere islamitische vrouw over het gezondheidssysteem heel belangrijk zodat zij naar de juiste informatie op zoek kan gaan, eventueel in haar eigen taal. Deze bachelorproef toont aan dat zowel de zorgverleners als de islamitische vrouw een belangrijke rol spelen bij de communicatie tussen de twee partijen. Het doel is dat beide partijen goed met elkaar kunnen communiceren zodat dit een positieve invloed heeft op de verstrekking van prenatale zorg. Implicatie in de praktijk: In de praktijk dient men meer aandacht te besteden aan de communicatie, verstrekking van informatie aan islamitische vrouwen die de taal niet of niet goed beheersen. 1 Inleiding In deze bachelorproef worden communicatieproblemen tijdens de prenatale periode met islamitische vrouwen in een niet islamitische land bestudeerd. In het eerste deel zullen we het hebben over de islamitische vrouw, wat zegt de Koran over de vrouw, wat houdt het in om een islamitische vrouw te zijn? Men ziet dat er vrouwen zijn met een islamitische achtergrond die het moeilijk hebben met de communicatie tijdens de prenatale zorg. Prenatale zorg is heel belangrijk tijdens het verloop van de zwangerschap. Hierbij wordt het begrip prenatale zorg uitgelegd en bespreken we de factoren die tot een goede prenatale zorg kunnen leiden. Ook worden de doelstelingen van een prenatale zorg aangehaald. Als laatste zullen we de vraag “Hoe de islamitische vrouwen in een niet islamitische land de prenatale zorg ervaren?” onderzoeken. Als methode hiervoor gaan we een literatuurstudie gebruiken, die vervolgens opgezocht zullen worden op databanken: Pubmed, Science direct, Medline, CINAHL. In het tweede deel zullen we het hebben over de barrières van communicatie bij een islamitische vrouw in een niet islamitische land. Wat de redenen hiervoor zouden kunnen zijn. Vervolgens gaan we nagaan wat de gevolgen kunnen zijn van het communicatieprobleem bij de islamitische vrouw in een niet islamitische land en wat de psychologische en de lichamelijke gevolgen kunnen zijn. Nadien gaan we de volgende vraag onderzoeken: “ Hoe we een islamitische vrouw zouden kunnen helpen om een betere outcome te hebben”. We gaan na hoe we het communicatieprobleem kunnen aanpakken en wat de reeds bestaande oplossingen zijn. In deze bachelorproef werden NICE, KNOV en KCE richtlijnen gebruikt. Er werden ook zoektermen geselecteerd om een overzicht van communicatie tijdens prenatale periode bij islamitische vrouwen te bekomen. De volgende termen werden in combinatie ingebracht: Islam, muslim, women, communication, communication barrières, prenatal care, pregnancy, environment, language barrier, guidelines, experienced. 1 2 Definitie 2.1 De islamitische vrouw 2.1.1 De vrouw en de Koran Het is van belang om te begrijpen hoe de Koran de vrouw als individu ziet. Dit is omdat de Koran het individu, het mannelijke of vrouwelijke op een zelfde wijze behandelt. Dit wil zeggen dat de Koran geen onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen wat betreft de schepping en wat betreft de beloning na de dood. Wat er in de Koran staat over de relatie tussen God en het individu wordt niet in genderspecifieke termen uitgedrukt. Er is geen onderscheid tussen man en de vrouw ook al hebben zij individuele capaciteiten (Wadud, 2004). Bijvoorbeeld vasten, vijf maal per dag bidden, naar Mekka gaan,… In de Koran geeft men aan dat de functie van kinderen baren aan de vrouw behoort, dit komt in het hoofdstuk Fâthir paragraaf 11; “ En Allah heeft jullie uit aarde (stof) geschapen, vervolgens uit een druppel (sperma) en daarop maakten Wij jullie tot paren. En er is geen vrouw die zwanger is en bevalt of het is met Zijn (Allah) kennis (Wadud, 2004; Islamitische cultureel centrum Nederland, 2000). 2.1.2 De positie van de islamitische vrouw in de maatschappij Het huwelijk Bij het huwelijk is er een volledige gelijkheid tussen de vrouw en de man als individuen en als echtgenoten. Het is eerlijk wanneer de man de primaire verantwoordelijkheid (onderhoud van het huis, zorg voor eigen kinderen, …), voor de zorg van zijn vrouw tijdens de zwangerschap en in de postnatale periode op zich neemt. “De gelijke rechten en de wederzijdse verantwoordelijkheden van de man en de vrouw moet worden beoefend op een aanvaardbare manier en zonder bitterheid (Osman, geen jaartal). Dit wil zeggen dat de man en de vrouw elkaars werk kunnen uitvoeren en elkaar moeten helpen. De islam legt ook de nadruk op het akkoord van het huwelijk van de beide huwelijkskandidaten met het huwelijksaanzoek. De tradities van sommige islamitische volkeren laten de ouders toe te beslissen over de huwelijkskandidaten, waarbij het beslissen van de ouders verboden is in de islam (Alsulaiman, 1997). 2 Onderwijs en opleiding Onderwijs is in de islam verplicht voor iedereen (jongens, meisjes, vrouwen en mannen) (Al sulaiman, 1997). Profeet Mohammed (vrede zei met hem) zegt; “Onderwijs/leren is verplicht voor elke moslim” (Ibn Mace, Mukkadime 17). Er bestaat geen onderscheidt tussen mannen en vrouwen. Economische positie De onafhankelijke economische positie van de vrouw is in de islam bevestigd vanaf het begin. Er zijn vermeldingen waarbij de man verplicht is om een nederzetting te maken voor de vrouw, in verhouding tot zijn middelen op het tijdstip van het huwelijk. Deze nederzetting is genaamd een bruidsschat (mehr) (Khan, geen jaartal). Een mehr is een soort geld of goud of iets dat in het voordeel is voor de vrouw. Bijvoorbeeld een auto, een huis, maar de vrouw moet hierbij rekening houden met de economische positie van de man. Dit ‘mehr’ wordt aan de vrouw gegeven en niet aan de familie, zolang de vrouw niet sterft. Elke eigendom die een vrouw verwerft door haar eigen inspanning of zou kunnen overerven als een erfgenaam of ontvangen als een erfenis of cadeau behoort tot haar, onafhankelijk van haar echtgenote. De vrouw kan haar echtgenoot vragen om dit te beheren, maar dit moet niet (Khan, geen jaartal). Het moedershap Een moeder betekent diegene die haar kinderen verzorgt, die hun opvoedt en zorgt dat zij later een rol hebben in de maatschappij. De islam geeft een grote eer aan het moederschap (Khan, geen jaartal). Voor het belang van het moederschap in de islam steun ik op een citaat van de profeet Mohammed (vzmh); “Toen iemand aan de profeet vroeg wie het meest respect verdient, antwoordde hij ‘je moeder’. En daarna? ‘Je moeder’. En daarna? ‘je moeder’…” (Schoorens, 2004). Ook in de Koran vindt men enkele citaten die het belang van de moederschap benadrukken. De waarde van het moederschap ligt in het verlengde van de Godsomschrijving: God koestert zijn hele schepping in barmhartigheid (Rahma), zoals een moeder het in haar ontluikende leven koestert (Schoorens, 2004). 3 De hidjab De moslimvrouw draagt een correcte hidjab als zij het huis verlaat. De hidjab is een specifiek islamitisch kledingstuk, waarvan de vorm duidelijk in de soenna en Koran beschreven is in de soera An- Noer 31. Een moslimvrouw die een islamitische opvoeding heeft gehad, draagt haar hidjab niet omdat het een gewoonte of traditie is, maar draagt haar hidjab op basis van haar geloof. Het is een bevel van Allah om de vrouw te beschermen. Het dragen van fatsoenlijke kleding komt niet enkel voor in de islam en is niet nieuw (Ali- Al Hashimi, 2005). Andere religies hebben meestal een foutieve gedachte over de vrouwen die een hidjab dragen. Zij denken dat vrouwen met een hidjab onderdrukt worden door hun man of familie, dat zij niet geschoold zijn of mogen zijn en dat zij geen rol hebben in de maatschappij. 4 3 De prenatale zorg 3.1 Definitie Prenatale zorg wordt gedefinieerd als gezondheidszorg in verband met zwangerschap dat geboden wordt door geschoolde gezondheidswerkers (Titaley, 2010). Dit omvat de gynaecologen, de huisartsen, de verpleegkundigen en de vroedvrouwen (WHO, 2012). De prenatale periode wordt erkend als een belangrijke factor die zorgt voor de verbetering van de overleving van de zuigeling. Het is een begrip voor de foetale groei, de ontwikkeling en de gezondheid van de moeder die heeft geleid tot verhoogde aandacht voor de mogelijkheden van prenatale zorg als interventie om zowel moeder als baby’s gezondheid te verbeteren ( WHO, 2003). 3.1.1 Doelstellingen De prenatale diensten moeten toegankelijk zijn voor alle vrouwen (Henderson, et al, 2004). Volgens Henderson heeft prenatale zorg verschillende doelstellingen; - Het tot stand brengen van een vertrouwensrelatie tussen de vrouw en de geschoolde gezondheidswerkers die leiden tot de zorg van de vrouw en die ervoor zorgen dat er continuïteit is. - De vrouw wordt geïnformeerd over alle aspecten van de zorg, zodat zij zelf de geschikte keuze kan maken, waarbij haar wensen gerespecteerd worden. - De verlening van voldoende ondersteuning aan het psychologische, emotionele en sociale welzijn in de zwangerschap. - Gezondheidsvoorlichting voor bevordering van het onderhoud en waar nodig de verbetering van de gezondheid in de zwangerschap. - Regelmatige controle van de maternale en foetale gezondheid tijdens de zwangerschap. Om zo tot een vroege opsporing van een normale zwangerschap of eventuele afwijkingen te bekomen om zo doorverwezen te worden naar de arts. - Voorbereiding op arbeid en een veilige bevalling die een unieke ervaring voor zowel de vrouw als haar partner zal zijn. - Het aanbieden van voorlichting voor de zwangerschap. - Voorbereiding voor een succesvolle zuigelingenvoeding, waardoor de vrouw zal kiezen tussen borstvoeding of flesvoeding. - Voorbereiding op de periode na de geboorte, met inbegrip gezinsplanning en advies. (Henderson et al., 2004). 5 3.1.2 Componenten voor een goede prenatale zorg Men heeft verschillende componenten die ervoor zorgen dat de prenatale zorg op een goede manier verloopt. Raadplegingen Er zijn verschillende richtlijnen die dezelfde termijnen voor raadplegingen aangeven (Unie Vlaamse vroedvrouwen, 2007; KCE, 2004). Tijdens de prenatale zorg onderscheid men de primipara’s en de multipara’s. Bij primipara’s zonder complicaties worden er tien consultaties aanbevolen en bij multipara’s zonder complicaties worden er zeven consultaties aanbevolen. Wanneer er een hoog risico zwangerschap optreedt, moet men meer dan tien keer op consultatie gaan, voor verdere begeleiding (KCE, 2004). Volgens Henderson dient de zwangere vrouw op controle te gaan maandelijks tot 28 weken, tot 36 weken gaat zij om de twee weken en vanaf 36 weken gaat zij om de week. Integendeel, Hall et al., 1985 stelt voor om op consultatie te gaan rond 12de, 22ste, 30ste, 36ste en 40ste week. Bij deze vijf consultaties krijgen de zwangere wel extra bloeddruk- en urine onderzoeken vanaf 34 weken (Henderson et al., 2004). Technische- en klinische onderzoeken en klinische biologie - Klinische onderzoeken: Vanaf de eerste raadpleging worden er klinische onderzoeken uitgevoerd op basis van de zwangerschapsduur, dit omvat de fysieke onderzoeken ( de bloeddruk, het gewicht en de BMI), de verloskundige onderzoeken (het meten van de fundushoogte, de handgrepen van Leopold, het vaginale onderzoek en de opvolging van de kindsbewegingen) (KCE, 2004). - Technische onderzoeken: De technische onderzoeken omvat de echografische onderzoeken, de doptone, de cardiotocografie en het opsporen van het downsyndroom of andere afwijkingen (KCE, 2004). - Klinische biologie: De klinische biologie wordt niet bij elke consultatie uitgevoerd, maar is afhankelijk van de indicatie die uit de anamnese of onderzoek op de voorgrond komen. Dit omvat de hematologie, het opsporen van de infecties en het opsporen van andere zwangerschapsverwikkelingen ( KCE, 2004). 6 Voorlichting en informatie Zwangere vrouwen vinden het belangrijk dat zij goed voorbereid zijn voor de bevalling. Die vrouwen hebben nood aan informatie en voorlichting. Wanneer zij zich goed geïnformeerd voelen, gaan zij meer zelfvertrouwen hebben (KNOV, 2008). Prenatale voorlichting is belangrijk om zo de aanstaande ouders te helpen om hun weg naar hulp en ondersteuning te vinden en om eventuele problemen te kunnen voorkomen of om problemen vroegtijdig te kunnen aanpakken (Centrum voor jeugd en gezin, 2009). Prenatale begeleiding is een belangrijk onderdeel van de prenatale zorg. Bij het eerste bezoek en vooral aan de vrouwen die voor het eerste zwanger zijn, is het belangrijk om duidelijke informatie te geven in verband met de fysiologische veranderingen die tijdens de zwangerschap optreden en men gaat de vrouw voorbereiden op het geboorteproces (Kirkham et al., 2005; Phelan et al., 2008). Continuïteit De term continuïteit betekent; het hanteren van de zorg volgens de afspraken, strikte toepassingen van een gemeenschappelijke zorgprotocol tijdens de zwangerschap, en/of geboorte en begeleiding door eenzelfde zorgverleners of door een kleine groep van zorgverleners doorheen de zwangerschap, arbeid en de postnatale periode (Bogaerts et al., 2012). Er moet continuïteit van de zorg zijn gedurende de hele prenatale periode, die vrouwen met continuïteit van de zorgverlener gaan vaker naar de zwangerschapsbegeleiding en zij zijn meer tevreden over de prenatale, intrapartum en postnatale zorg (KNOV, 2008; NICE, 2008). De vrouwen die begeleidt worden tijdens de zwangerschap door verloskundigen hoeven minder lang te wachten voor een consult, kunnen beter hun zorg bespreken en zijn beter voorbereid op de bevalling (KNOV, 2008). Regelmaat Belangrijk zijn de regelmatige consultaties om tijdig eventuele complicaties op te sporen (Beeckman et al., 2010). 7 Aanvang Aangeraden is om de eerste prenatale consultatie te plannen voor de twaalfde week van de zwangerschap (Rowe en Garcia, 2003). Een eerste consultatie op de tiende week is aanbevolen. Bij deze eerste consultatie geeft de gynaecoloog of de vroedvrouw algemene informatie. Deze algemene informatie kan zijn: - de ontwikkeling van de foetus - voedingsgewoontes van de zwangere vrouw - bekkenbodemspier oefeningen - … (NICE, 2008) Ook geeft de zorgverlener ( gynaecoloog of vroedvrouw) informatie over het kraamgeld, prenatale lessen en workshops over borstvoeding,… Daarbij krijgt de zwangere vrouw nog uitleg over wat er tijdens de komende raadplegingen zal gebeuren (NICE, 2008). Tijdens de eerste consultatie wordt de zwangere vrouw gewogen en gemeten om na te gaan of ze eventueel extra zorgen nodig heeft (overgewicht of ondergewicht) (NICE, 2008). Tijdens een van de eerste consultaties wordt er een echografie genomen, door deze echografie krijgen de ouders een beter beeld van de foetus (Phelan et al., 2008). Indien alles in orde is op de echo is dit geruststellend voor de ouders. Bij een negatief beeld op de echografie kan de gynaecoloog direct maatregelen treffen. 3.1.3 Het belang van prenatale zorg Op vlak van ontwikkeling van de foetus De prenatale zorg zorgt ervoor dat de gezondheid van de baby en van de moeder onder toezicht van de zorgverleners wordt gehouden. Baby’s en moeders die geen prenatale zorg krijgen hebben drie maal meer kans op een laag geboortegewicht en vijf maal meer kans om te sterven dan de baby’s en de moeders die wel prenatale zorg krijgen (Choté et al., 2011). In de eerste 12 weken van de zwangerschap worden de organen van de foetus ontwikkeld, op dat moment zijn de organen het meest kwetsbaar. Om het risico op misvormingen te voorkomen is het zeer belangrijk om een goede begeleiding te geven. Een nauwkeurige datering is belangrijk voor de screenings test en interventies en voor de optimale behandeling van de complicaties (Kirkham et al., 2005). 8 Op vlak van psychologische beleving Zwangerschap en beginnend ouderschap zijn belangrijke processen voor de persoonlijke ontwikkeling van jonge volwassenen. Wanneer de zwangerschap van de vrouw positief verloopt, geeft dit meer zelfvertrouwen en zal dit minder depressieve gevoelens en angst geven bij de vrouw. Alle veranderingen die optreden tijdens de zwangerschap kunnen een invloed hebben op de psychologie van de vrouw. Ze ervaart verschillende gevoelens, blijdschap, trots tot bezorgdheid, verwarring en angst. Hierdoor heeft ze behoefte aan aandacht en zorg van mensen die dichtbij haar staan. Dit zijn normale gevoelens, dit komt omdat de vrouwen bezorgd zijn over de gezondheid van henzelf, de baby en hun gezin; over de bevalling en vooral de manier waarop zij kunnen omgaan met de pijn (KNOV, 2008). Op vlak van sociale leefomgeving Sociale steun wordt gezien als een buffer tegen stressvolle situaties. De belangrijkste bronnen van sociale steun is de familie, vrienden, de partner en kennissen. Hierbij bieden de zorggevers ondersteuning op hun vakgebied en kunnen de vrouw stimuleren hun sociale netwerk te versterken. Die vrouwen die adequate sociale steun krijgen hebben minder last van angst, bezorgdheid en depressie en hebben meer zelfvertrouwen. Ook is de relatie tussen de vrouw en haar zorgverlener belangrijk, omdat de zorggever een geruststelling kan geven dat alles gaat zoals het moet gaan en informatie geeft over de bevalling en kinderverzorging (KNOV, 2008). 9 4 De bevindingen 4.1 Bevindingen volgens niet islamitische vrouwen 4.1.1 Algemeen Niet islamitische vrouwen aanvaarden graag informatie van professionelen. Volgens hen verminderd het krijgen van voldoende informatie de angsten tijdens de zwangerschap en de bevalling. Het merendeel van de vrouwen die prenatale lessen heeft gevolgd, vinden dat ze zich veiliger voelen tijdens de bevalling omdat ze hebben geleerd hoe ze moeten omgaan met de pijn (Miguelluti et al., 2013). 4.1.2 Prenatale lessen De vrouwen bevestigen dat ze zich onder controle hebben kunnen houden tijdens de bevalling, doordat ze op voorhand ingelicht werden. De technieken die ze tijdens de prenatale lessen aangeleerd hebben, hebben ze ook gebruikt tijdens hun bevalling (ademhalingstechnieken, het gebruik van de zitbal, massage, bad,…) (Miguelluti et al., 2013). Daarentegen vinden sommige vrouwen de prenatale lessen nutteloos, vaak meestal uit schrik voor de klinische onderzoeken. Bij een onderzoek naar het belang van prenatale voorlichting in de Verenigde Staten melden sommige vrouwen dat er discriminatie of stereotypering was met betrekking tot het ras, etniciteit, inkomen of drugsmisbruik (Novick et al, 2009). 4.1.3 Raadplegingen Niet islamitische vrouwen vinden ook de raadplegingen heel belangrijk omdat deze een bevestiging zijn dat de foetus in goede gezondheid verkeerd. Tijdens de raadplegingen krijgen de vrouwen het liefst informatie over de gezondheid van de foetus, het geslacht, de voorbereiding op de bevalling (Miguelluti et al., 2013). De relatie tussen de zorgverleners en de patiënten vinden niet islamitische vrouwen ook heel belangrijk; taal, respect en- individuele zorg zorgen voor een goede relatie tussen zorgverleners en de patiënt (Novick, 2009). 10 4.2 Bevindingen volgens islamitische vrouwen in een niet islamitische land 4.2.1 Het aanbod van de informatie De meerderheid van de vrouwen waren tevreden over de standaard zorg, maar er waren ook vrouwen die een negatief gevoel hadden. Zoals niet islamitische vrouwen vinden de islamitische vrouwen het krijgen van informatie van professionelen belangrijk. Een veelvoorkomend probleem bij islamitische vrouwen was de communicatie. Een ander veel voorkomend probleem van communicatie was het gebrek aan informatie over belangrijke zaken zoals de lichamelijke en psychologische veranderingen, voeding en de lichaamsbeweging (Tsianakas en Liamputtong, 2002). Ze moesten zelf achter de informatie vragen. Ze wisten niet wat belangrijk kon zijn om te weten, zodat ze de verkeerde vragen stelden en dus ook de verkeerde informatie kregen. Als ze informatie ontvangen werd het vaak niet mondeling gegeven, maar met folders. (Reitmanova et al., 2008; Tsianakas en Liamputtong, 2002). Uit de resultaten van een onderzoek in St. John’s, Newfoundland blijkt dat de artsen het te druk hadden om informatie te verstrekken. De check- ups werden niet gezien als een routine, maar als een last. Hierdoor maakten de zwangere soms te weinig gebruik van de prenatale zorgverlening (Reitmanova et al., 2008; Boerleider et al., 2013). 4.2.2 Partner en informatie Een ander belangrijk gegeven bij de bevindingen van de islamitische vrouw zijn de gevoelens van de partner. De vrouwen vinden het belangrijk dat de partner in stemt met de consultaties. In het algemeen waren de mannen tevreden over de consultaties. Dit grotendeels door het feit dat de vrouwen tevreden en gerustgesteld waren over de consultaties (Tsianakas en Liamputtong, 2002). 11 5 Barrières voor een goede prenatale zorg Alle factoren die de prenatale zorg van de islamitische vrouw belemmeren kan men als barrière classificeren. Hierbij kan men uit verschillende onderzoeken ondervinden dat er verschillende barrières kunnen zijn. De communicatie tussen een zorgverlener en deze patiënten wordt niet alleen door een gebrek aan taalbeheersing bemoeilijkt, maar ook door verschillende andere factoren die hieronder besproken worden. 5.1 Communicatie 5.1.1 Definitie In het algemeen zijn de vrouwen tevreden over de standaard zorg, maar er ontstaat toch een probleem met de communicatie of het gebrek daaraan ( Tsianakas en Liamputtong, 2002). Communicatie is aanwezig in het dagelijkse leven van mensen en het gaat om het delen van gevoelens, overtuigingen, waarden en attitudes die uitgedrukt worden door middel van een bericht te versturen en te ontvangen door twee of meerdere mensen. In de ziekenhuis context, is communicatie met verpleegkundigen een belangrijk instrument in de patiëntenzorg. Dit soort communicatie wordt verbaal of non-verbaal uitgedrukt om de patiënt te begeleiden, te informeren, te ondersteunen, voor het comfort te zorgen en om te voldoen aan de basisbehoeften voor de gezondheid van de ondersteunde patiënten (Melo et.,2013). 5.1.2 Taal Een belangrijke schakel in de communicatie en informatieverstrekking tussen zorgverlener en patiënt is de taal. Belangrijk is dat de patiënten in staat moeten zijn om de informatie van een zorgverlener goed te begrijpen, anderzijds moeten de patiënten hun klachten op een begrijpelijke manier verwoorden (GezondheidsPeil Amsterdam, 2008). Bij een onderzoek dat in Canada is uitgevoerd kan men zien dat de taalvaardigheid bij islamitische zwangere vrouwen een groot gebrek was om zich te uiten en vragen te stellen (Reitmanova en Gustafson, 2008). Het taalprobleem kan miscommunicatie en misverstanden veroorzaken die gevolgen kunnen hebben op de moeder en de baby. Een van de gevolgen kan leiden tot het niet opdagen of te laat opdagen voor de gemaakte afspraken als ook het begrijpen van de gestelde diagnose zodat het effect op de behandeling negatief beïnvloedt kan worden (Boerleider et al., 2013). Dit kan zowel voor de zorgverlener als voor de patiënt frustrerend zijn (Gezondheidspeil Amsterdam., 2008). 12 5.2 Cultuur 5.2.1 Definitie Cultuur verwijst naar het menselijk gedrag, een sociale organisatie, structuren en ideologieën die behoren tot een bepaalde sociale groep. Daarnaast verwijst het naar de geleerde en gedeelde overtuigingen van bepaalde groepen die van generatie tot generatie bepaalde handelingen doorgeven die invloed hebben op het denken en handelen van de mens (Mohammedi et al., 2007). De naleving van verschillende culturele overtuigingen belemmeren de prenatale zorg (Boerleider et al., 2013). De islamitische vrouwen komen soms niet naar de prenatale lessen, omdat zij zich schamen bij het kijken van de video van de geboorte en omdat de prenatale lessen samen met de mannen worden gegeven (Boerleider et al., 2013). 5.2.2 Gewoontes en familie De zorgverleners vermelden dat de familieleden ook een impact hebben op de keuze van de vrouw. De adviezen die gegeven worden door familieleden (grootouders, schoonzussen, moeders,…) zijn vaak cultureel beïnvloed. In de islamitische cultuur (Arabische landen, Turkije, Marokko,…) is het de gewoonte om de fopspeen van de baby af en toe eens in iets zoets te doppen. Hier in België wordt dit sterk afgeraden door de vroedvrouw en Kind en Gezin. Dit lijkt iets onschuldigs te zijn, maar kan bij sommige babys schadelijke gevolgen hebben (diabetes). In dit geval is het advies van de zorgverlener in tegenspraak met hun cultuur en is dit niet gemakkelijk om de patiënt en haar familie te overtuigen van de mogelijke risico (Boerleider et al., 2013). 5.3 Religie 5.3.1 Algemeen Het geloof speelt een belangrijke rol tijdens de zwangerschap bij islamitische vrouwen. Zij hebben meer vertrouwen in het God dan in de wetenschap (Hill et al., 2014). De islam is niet enkel een godsdienst, het is bepaalde manier van leven. Veel problemen in verband met cultuurverschillen hebben te maken met regels en voorschriften vanuit de islam. Hieronder een voorbeeld (Vink, 2004). Een keer per islamitisch jaar is er de vastenmaand, de Ramadan. Tijdens de Ramadan wordt er van zonsondergang tot zonsopgang niets gegeten, er wordt tot ’s avonds laat gegeten. Dit kan zorgen voor een te kort aan nachtrust en onregelmatig voedingspatroon bij de toekomstige mama (Vink, 2004). 13 Indien de islamitische zwangere dit niet grondig bespreekt met haar gynaecoloog of haar vroedvrouw kan dit voor problemen zorgen, zoals te kort aan vitaminen, groeirestrictie,… 5.3.2 Vroomheid De islamitische vrouwen geloven dat Allah de controle heeft over het krijgen van het kind. Wanneer het kind doodgeboren of met een belemmering geboren wordt, is dit geen straf van Allah voor een van de zonden van een van de ouders, maar het bedoeling is dat de ouders het respecteren en het aanvaarden en met geduld en hun gebeden verhoren. Men gelooft dat deze kinderen rechtstreeks naar de hemel gaan, omdat ze niet verantwoordelijk kunnen zijn voor hun daden in hun leven (Hill et al., 2011; Mughees, 2006; Gistels – van der Wal et al, 2014). Vrome islamitische vrouwen kiezen er vaak voor om de onderzoeken naar de beperkingen van de foetus (bv. Ziekte van Chron) niet te laten uitvoeren. Dit gewoon door het feit dat ze de zwangerschap niet gaan beëindigen indien deze testen positief zijn (Gistels – van der Wal et al, 2014). Volgens sommige islamitische juristen kan de zwangerschap beëindigd worden wanneer de zwangere islamitische vrouw zich in levensgevaar bevindt (Gistels – van der Wal et al, 2014). 5.3.3 Bescheidenheid De islamitische vrouwen verwachten van de zorgverleners dat zij hun religieuze en culturele overtuigingen respecteren (Higginbottom et al., 2013). Dit kan belemmerd worden bij de prenatale zorg zoals wanneer een vrouw zich moet uitkleden, ze er op staat een vrouwelijke arts aanwezig is in plaats van een mannelijke arts (Boerleider et al., 2013). Volgens een onderzoek uit United Kingdom zou dit niet mogelijk kunnen zijn wegens te kort aan vrouwelijke verpleging en artsen ( Pollock, 2005). 5.3.4 Het voorkomen van de vrouw: de hoofddoek Uit een studie in Australië over de communicatie problemen bij islamitische vrouwen bleek dat de hoofddoek een struikelblok is bij de communicatie tussen de patiënten en de zorgverleners. Het eerste vooroordeel van de zorgverleners is het niet kennen of spreken van de taal van de islamitische vrouwen (Tsiniakas en Liamputtong, 2002). Door het dragen van de hoofddoek krijgen islamitische vrouwen ook minder respect, omdat zorgverleners er van uitgaan dat de zwangere islamitische vrouw niets weten en kennen (Tsiniakas en Liamputtong, 2002). 14 5.4 Socio - demografische toestand Uit een Zweedse studie blijkt dat het opleidingsniveau en de woonplaats (platteland of stad) een belangrijke rol spelen bij de vraag naar de gezondheidzorg bij een zwangerschap. Ook is de duur van het verblijf in het land heel belangrijk volgens de vroedvrouwen. Hoe langer de vrouw in het land verblijft hoe sneller zij de zorgverlener gaat aanspreken (Akhavan, 2012). Ook de tevredenheid over de prenatale zorg hangt af van de demografische toestand van de islamitische zwangere vrouw. Multipariteit, welverdiend werk en het islamitisch geloof hebben een positieve invloed op de tevredenheid van de prenatale zorgverlening (Oladapo en Osiberu, 2009). 5.5 Kennis van de vroedvrouw Een gebrek aan kennis over de religieuze en culturele gewoonten bij de vroedvrouwen kan leiden tot communicatiestoornissen. Vroedvrouwen kunnen zaken verkeerd begrijpen, zodat ze ook verkeerde informatie geven. Indien een islamitische vrouw haar lichaam wil bedekken tijdens de arbeid of onderzoek kan dit verkeerd begrepen worden door de vroedvrouw omdat de vroedvrouw het gewoon is van vrouwen onbedekt te onderzoeken en te laten bevallen (Reitmanova en Gustafson, 2008). Indien de vroedvrouw kennis zou hebben over de gewoonten van de patiënt kan dit de onderzoeken en de bevalling positief beïnvloeden. Volgens een studie van Frances Reynolds en Manfusa Shams over de culturele barrières bij het verzorgen van islamitische Aziatische vrouwen, hebben de vroedvrouwen met meer ervaring en/of vroedvrouwen met een groot deel islamitische patiënten minder communicatieproblemen (Reynolds en Shams, 2005). Een vrouw getuigt dat als er meer Aziatische vroedvrouwen of vroedvrouwen met dezelfde religie of cultuur beschikbaar zouden zijn, de gezondheidszorg beter zou zijn en dat de patiënt eventueel haar vragen in haar eigen taal kan stellen. Dit zou de communicatie positief beinvloeden (Nasreen et al., 2004). Hieruit blijkt dat de communicatie en de kennis van de vroedvrouw samenhangen. 15 5.6 Relatie tussen de islamitische vrouw en de zorgverlener De kwaliteit van de verloskundige zorg hangt af van de relatie tussen de patiënt en de zorgverlener (Higginbottom et al., 2013). Uit een kwaliteitsonderzoek in Zweden blijkt dat er volgens vroedvrouwen nood is aan een eerste ‘open’ consultatie. Bij deze consultatie is het de bedoeling dat de patiënt aan de vroedvrouw haar noden duidelijk maakt, zodat de vroedvrouw haar zo beter kan opvolgen (Akhavan, 2012). Echter dit is niet altijd mogelijk aangezien sommige islamitische vrouwen te kampen krijgen met een taalprobleem. Ook is het belangrijk dat de zorgverlener en de patiënt elkaar vertrouwen. Wantrouwen kan veroorzaakt worden een tekort aan medische kennis door de zorgverlener, taalbarrières,… (Akhavan, 2012). 5.7 Kennis van de vrouw Islamitische vrouwen krijgen te weinig informatie doordat ze zelf te weinig kennis hebben over de westerse gezondheidszorg. Doordat ze niet weten wat de gezondheidszorg hen te bieden heeft, kan hierdoor miscommunicatie ontstaan (Boerleider et al., 2013). 5.8 Socio – economisch De socio - economische barrière kan ontstaan door verschillende factoren: Gebrek aan taalkennis Gebrek aan assertiviteit Afhankelijk zijn van de echtgenoot Financiële problemen Werkloosheid Gebrek aan tijd Gebrek aan kinderopvang … (Boerleider et al., 2013) 16 5.9 Samenvattend schema De kwaliteit van de gezondheidszorg bij immigranten hangt af van hun relaties met de zorgverleners, diegene die hun ondersteunen (vrienden, familie), contextuele factoren zoals taalbekwaamheid, socio – economische barrières en hun organisatorische omgeving. Culturele aanpassing en sociale hulp zijn belangrijk bij bekomen van een kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Sociale ondersteuning Communicatie Toegang tot gezondheidszorg is beïnvloedt door contextuele en persoonlijke factoren zoals communicatie, socio –economische barrières en organisatorische omgeving. Socio – economische barrières Organisatorische omgeving ( Higginbottom et al., 2014) 17 6 De gevolgen van miscommunicatie 6.1 Psychologische gevolgen Een van de belangrijke gevolgen van miscommunicatie tussen patiënten en de vroedvrouw, is wantrouwen in de gezondheidszorg of in de vroedvrouw zelf. Dit kan ontstaan doordat de vroedvrouw verkeerde informatie doorgeeft of, omdat ze de patiënt verkeerd begrepen heeft. Als de vroedvrouw verkeerde informatie doorgeeft komt dit heel onprofessioneel over en lijdt dit tot wantrouwen bij de islamitische vrouw (Akhavan, 2012). Een tweede gevolg van miscommunicatie kan de ongelijkheid in de verstrekking van de gezondheidszorg zijn. Islamitische vrouwen worden op een andere manier geholpen dan niet islamitische vrouwen. Eerst en vooral door het feit dat ze de taal niet kennen en ten tweede omdat ze niet kunnen zeggen wat ze echt willen zeggen. Hierdoor ontstaat er automatisch een ongelijkheid tussen de patiënten, omdat de vroedvrouwen of de gynaecoloog meer bezig zijn met de taalprobleem dan met de zorg zelf (Akhavan, 2012). 6.1.1 Stress Miscommunicatie kan ook stress bij de patiënt teweeg brengen. Deze stress bij de zwangere vrouw kan lijden tot vroeggeboortes, pre – eclampsie, problemen met het geboortegewicht bij de foetus en complicaties tijdens de bevalling (kunstverlossing, keizersnede, inductie) (Reitmanova en Gustafson, 2008; KNOV, 2008). De socio – economische toestand (financiële situatie) van de patiënt en van haar partner kan ook stress veroorzaken bij de vrouwen (KNOV, 2008). Bij stress tijdens de zwangerschap is de steun van vrienden, partner, familie en zorgverleners een belangrijke punt. Vrouwen die weinig steun krijgen hebben meer risico op angst en depressie dan vrouwen die veel ondersteuning hebben (KNOV, 2008). 18 6.2 Lichamelijke gevolgen Miscommunicatie en het niet goed begrijpen van informatie kan leiden tot problemen met de gezondheid van de moeder en de foetus (Higginbottom et al.,2013). De vroedvrouw dient informatie te geven over de levensstijl van de zwangere. Deze informatie kan gaan over de voeding, fysieke arbeid die een zwangere vrouw mag/niet mag doen, ongezonde gewoontes (roken) en onderzoeken (echo, bloedonderzoeken, suikertest, bloeddruk- en urine onderzoeken) die moeten gebeuren. De afwezigheid van een juiste zorg en behandeling kunnen ook een risico vormen voor de gezondheid van de vrouw (Reitmanova en Gustafson, 2008). Wanneer een zwangere geen suikertest laat doen en toch zwangerschapsdiabetes zou hebben is ze hiervan niet op de hoogte. Indien ze haar voedingspatroon niet aanpast kan dit leiden tot ontregelt suikergehalte. Dit kan ook gevolgen hebben voor de foetus. Een tekort aan kennis door de zwangere vrouw over de beschikbare gezondheid kan leiden tot een slechte zorgverstrekking die in het slechtste geval kan leiden tot een hogere mortaliteit en morbiditeit (Reitmanova en Gustafson, 2008). Wanneer de islamitische vrouw niet weet wanneer zij naar de eerste raadpleging of consultatie moet gaan kan het soms al te laat zijn voor belangrijke onderzoeken (nekplooimeting, vruchtwaterpunctie, vlokkentest en navelstrengpunctie). 19 7 Aanpak van communicatieprobleem 7.1 Bestaande oplossingen 7.1.1 Interculturele bemiddeling Interculturele bemiddeling beoogt de verbetering van de communicatie tussen een patiënt uit de etnisch-culturele minderheden, zijn familie en de hulpverlener(s). In België biedt vzw Foyer en bijna elk ziekenhuis, een interculturele bemiddeling aan. Interculturele bemiddelaars voeren volgende taken uit; - - - - Tolken: het accuraat en volledig vertalen van de boodschappen van de verschillende gesprekspartners. Culturele commissie: de patiënten inlichten over de cultuur en manier van werken van de hulpverlener en zijn organisatie, de hulpverlener achtergrondinfo geven over de leefwereld van de patiënt. Hulp aan patiënten: de weg vinden in het ziekenhuis, informatie geven over de documenten die de patiënt mee moet brengen. Emotionele ondersteuning. Bemiddeling in conflicten: de taak is daarbij na te gaan of de conflicten te wijten zijn aan taalkundige of cultureel bepaalde misverstanden. Pleitbezorging: het opkomen voor de rechten en belangen van de patiënt. Outreach hulpverlening: het zelfstandig en actief op zoek gaan naar problemen die zich in de loop van het hulpverleningsproces bij de allochtone patiënt hebben voorgedaan. Signaleren van knelpunten: het signaleren van door de bemiddelaar vastgestelde knelpunten in de hulpverlening aan een bepaalde allochtone patiënt of aan allochtone patiënten in het algemeen. Voorlichting: voorlichtingssessies voor allochtonen, eventueel samen met een hulpverlener. (Verrept, 2002) 20 7.1.2 Volle maan Volle maan is een expertisecentrum kraamzorg. Dit is ontstaan binnen een bestaande dienst voor gezinszorg. Zij staan in voor het verstrekken van informatie en documentatie rond zwangerschap, bevalling en kraamperiode (Volle maan, 2014). Volle Maan richt zich tot het brede publiek. (Aanstaande) ouders en iedereen die hen ondersteunt (ouders, grootouders, vrienden, familie), professionelen en de betrokken overheden zijn zeer welkom voor vragen en informatie. De expertisecentra kraamzorg is erkend door Kind en Gezin (Volle maan, 2014). Hoe verstrekt Volle maan informatie - Een infolijn: Dit kan telefonisch, per mail of op afspraak - Databank - Bibliotheek op de dienst - Infosessies en vorming voor toekomstige ouders als voor professionelen - Projecten in samenwerking met partners (Volle maan, 2014) 21 7.2 Mogelijke oplossingen 7.2.1 Voorlichting in eigen taal en cultuur Zoals reeds in Nederland toegepast wordt is voorlichting in eigen taal en cultuur een mogelijke oplossing voor het communicatieprobleem. Deze lessen zorgen duidelijk voor een betere participatie in de gezondheidzorg: islamitische vrouwen vinden beter hun weg in de gezondheidszorg en voorgestelde behandelingen worden beter opgevolgd. De islamitische vrouwen ervaren deze voorgestelde lessen in eigen taal als een extra inzet van de gezondheidszorg (GezondheidsPeil Amsterdam, 2008). Studies laten positieve resultaten zien met betrekking tot de samenwerking tussen de patiënten en de gezondheidsvoorlichters. Deze methode van voorlichting in eigen taal blijkt vooral effectief dankzij gelijkheid tussen de doelgroep en de voorlichter. Heel belangrijk daarbij is gelijkheid in geslacht en taal (GezondheidsPeil Amsterdam, 2008). Critici van voorlichting in eigen taal en cultuur (vetc - steunpunt) zijn van mening dat voorlichting in eigen taal en cultuur de integratie tegen zou werken en dat zou ervoor kunnen zorgen dat de islamitische vrouwen de Nederlandse taal niet zouden willen leren. Wat wel positief zou zijn is dat dit de islamitische vrouw een veilige reden biedt om nieuwe stappen te zetten in het integratieproces. Deze voorlichters in de eigen taal en cultuur kunnen deze islamitische vrouwen stimuleren om deel te nemen aan de taallessen die het integratie proces gaan bijdragen (GezondheidsPeil Amsterdam, 2008). 7.2.2 Cultureel gevoelige diensten aanbieden De mogelijkheid hebben tot het kiezen van vrouwelijke gynaecologen. In de Islam is het aangeraden om als vrouwelijke patiënt onderzocht te worden door een vrouwelijke arts. Indien het echt niet anders kan en de situatie levensbedreigend is, kan de vrouw gezien door de mannelijke gynaecoloog (Tsianakas en Liamputtong, 2002). 7.2.3 Cultuur lessen voor vroedvrouwen Uit een onderzoek met de vroedvrouwen zelf, blijkt dat een te kort aan kennis van de cultuur en religie van de patiënt een grote rol speelt bij een goede gezondheidsverstrekking. Volgens de vroedvrouwen is het hun verantwoordelijkheid om een betere kennis te hebben van de verschillende culturen zodat dit een positieve invloed kan hebben op een gelijke behandeling tussen alle patiënten (Akhavan, 2012). 22 8 Besluit Uit de verschillende studies die werden besproken blijkt dat de niet islamitische en de islamitische vrouwen in een niet islamitische land allebei nood hebben aan informatie van professionele zorgverstrekkers. Een veel voorkomend probleem bij islamitische vrouwen is de communicatie. Dit communicatieprobleem vloeit voort uit het feit dat de islamitische vrouwen de taal niet of weinig beheersen. Doordat de islamitische vrouw de taal te weinig beheerst bestaat de mogelijkheid dat wanneer er belangrijke vragen zouden zijn, ze deze niet op de juiste manier kan stellen en hierdoor de zorgverstrekker ook niet de juiste informatie kan verstrekken (Tsiniakas en Liamputtong, 2002). Dit kan frustrerend zijn voor de islamitische vrouw en de zorgverstrekkers (GezondheidsPeil Amsterdam, 2008). Bij verschillende onderzoeken merken we op dat de familieleden van de islamitische vrouw de communicatie kunnen bemoeilijken. Dit kan te maken hebben met hun culturele of religieuze achtergrond. Ook een andere barrière voor de communicatie is de socio – demografische toestand van de vrouw. Hoe langer de islamitische vrouw in een niet islamitische verblijft hoe beter ze de taal zal beheersen en hoe meer ze gebruik zal maken van de gezondheidszorg. Een gebrek aan kennis over de culturele en religieuze gewoonten bij de vroedvrouwen kan leiden tot communicatiestoornissen. De vroedvrouwen staan open voor bij te leren over de verschillende religies en culturen. De vraag hierbij zou kunnen zijn, hoe ver kunnen de vroedvrouwen dit bijleren? De relatie tussen de patiënt en de zorgvertrekker wordt bemoeilijkt door het communicatieprobleem. Dit is spijtig want om een goede zorg te verstrekken dient er een goede relatie te zijn tussen de zwangere vrouw en de zorgverstrekker. Wat ook een belangrijke gegeven is bij de communicatie is de kennis van de zwangere islamitische vrouw. Doordat ze niet altijd weten wat de gezondheidszorg hen te bieden heeft, kunnen hierdoor misverstanden ontstaan. Tenslotte is de socio- economische toestand van de islamitische vrouw een barrière bij de communicatie. Met de socio – economische toestand bedoelen we onder andere gebrek aan taalkennis, assertiviteit, financiële problemen, … Uit het samenvattend schema op pagina 17 blijkt dat al deze barrières met elkaar verbonden zijn en dat ze de toegang tot de gezondheidszorg beïnvloeden. Ze zijn een belangrijke factor bij het bekomen van kwaliteitsvolle gezondheidszorg. 23 De gevolgen van miscommunicatie kunnen we onderverdelen in twee categorieën: de psychische en de lichamelijke gevolgen. Wat opvalt is dat de patiënten het vertrouwen in de vroedvrouw belangrijk vinden. Bij miscommunicatie ontstaat er een wantrouwen tegenover de vroedvrouwen. Ongelijkheid in de verstrekking van de gezondheidszorg en stress zijn andere belangrijke gevolgen van communicatieprobleem. De lichamelijke gevolgen van miscommunicatie en het niet goed begrijpen van informatie kan leiden tot problemen met de gezondheid van de vrouw en de foetus (Higginbottom et al., 2013). In België hebben we een interculturele bemiddelaar die zorgt voor de verbetering van de communicatie tussen een patiënt, haar familie en de hulpverleners. Als tweede biedt ‘Volle maan’ informatie en documentatie rond de zwangerschap, bevalling en de kraamperiode. Wat een oplossing kan zijn voor een betere communicatie tussen de islamitische vrouw en de zorgverlener is voorlichting in eigen taal, culturele gevoelige diensten aanbieden en cultuur lessen voor de vroedvrouwen. Tenslotte werd tijdens de literatuurstudie vastgesteld dat er een beperkt aantal Belgische onderzoeken zijn over de communicatie met islamitische vrouwen. Aangezien dit probleem ook aanwezig is in België is er nood aan verder onderzoek. 24 9 9.1 Literatuurlijst Tijdschriftenartikels Akhavan, S. ( 2012). Midwives views on factors that contribute to health care inequalities among immigrants in Sweden: a qualitative study. International journal for equally in health, 11 (47), 1 – 10. Doi: 10.1186/1475-9276-11-47. Beeckman, K., Louckx, F., & Putman, K. (2010). Determinants of the number of antenatal visits in metropolitan region. BMC Public health, 10 (527), 1 – 9. Doi: 10.1186/1471-2458-10-527. Boerleider, A. W., Wiegers, T. A., & Manniën, J. ( 2013). Factors affecting the use of prenatal care by non-western women in industrialized western countries: a systematic review. BMC pregnancy and childbirth, 13 (81), 1 – 11. Doi: 10.1186/1471-2393-13-81. Boerleider, A. W., Francke, A. L., & Manniën, J. ( 2013). “ A mixture of positive and negative feelings”: a qualitative study of primary care midwives experiences with non- western clients living in the Netherlands. International journal of nursing studies, 50, 1658 – 1666. Doi: 10.1016/j.ijnurstu.2013.04.009. Choté, A. A., De Groot, C. J., & Bruijnzeels, M. A. (2011). Ethnic differences in antenatal care use in a large multi-ethnic urban population in the Netherlands. Midwifery, 27 ( 1), 36 – 41. Doi: 10.1016/j.midw.2009.07.008. De Melo, G. M., Rebouças, C. B. d. A., & Cardoso, M. V. L. M. L. (2013). Nursing team communication with regard pain in newborn: a descriptive study. Online Brazilian journal of nursing, 12(3). p 462 – 470. Gestels – van der Wal, J., Manniën, J., & Ghaly, M. M. (2014). The role of religion in decision – making on antenatal screening of congenital anomalies: A qualitative study amongst Muslim Turkish origin immigrants. Midwifery, 30, 297 – 302. Doi: 10.10.16/j.midw.2013.04.001. Higginbottom, G.M.A., Hadziabdic, E., & Yohani, S., ( 2014). Immigrant women’s experience of maternity services in Canada: a meta-ethnography. Midwifery, 1 – 16. Doi:10.1016/j.midw.2013.06.004. Higginbottom, G. M.A., Safipour, J., & Mumtaz, Z. (2013). “I have to do what I believe”: Sudanese women’s beliefs and resistance to hegemonic practices at home and during experiences of maternity care in Canada. BMC pregnancy and childbirth, 13 (51), 1 – 10. Doi: 10.1186/1471-2393-13-51. Hill, N., Hunt, E., Hyrkäs, K. ( 2011). Somali immigrant women’s health care experiences and Beliefs regarding pregnancy and birth in the United States. Journal of transcultural nursing, 23 (72), 72 – 80, Doi: 10.1177/1043659611423828. Kirkham, C., Harris, S., & Grzybowski, S. ( 2005). Evidence-based prenatal care: part 1. General prenatal care and counseling issues. American family physician, 7 (71), p 1307 – 1316. Miquelutti, M. A., Cecatti, J. G., & Makush, M. Y. (2013). Antenatal education and the birthing experience of Brazilian women: a qualitative study. BMC pregnancy and childbirth, 13 (171), 1 – 8. Doi: 10.1186/1471-2393-13-171. Novick, G., CNM., &MSN. (2009). Women’s experience of prenatal care: An integrative review American college of nurse midwives, 45 ( 3), 226 – 237. Doi: 10.1016/j.jh.2009.02.003. Oladapo, O. T., & Osiberu, M. O. (2009). Do sociodemographic characteristics of pregnant women determine their perception of antenatal care quality? Matern child health, 13, 505 – 511. Doi: 10.1007/s10995-008-0389-2. Phelan, S. T., MD., & FACOC. (2008). Components and timing of prenatal care. Obstetric gynecology clinics of North America, 35, 339 – 353. Doi: 10.1016/j.ohc.2008.06.002. Pollock, L. (2005). Discrimination and prejudice: Muslim women’s experiences of maternity care. The official journal of the royal of midwives, 8 (2), p55. Reitmanova, S. & Gustafson, D. L. ( 2008). “They can’t understand it”: maternity health and care needs of immigrant muslim women in St. John’s, Newfoundland. Matern Child Health, 12, 101 – 111. Doi: 10.1007/s10995-007-0213-4. Reynolds, F., & Shams, M. ( 2005). Views on cultural barriers to caring for South Asian women. British journal of midwifery, 13 ( 4), 236 – 242. Rowen R. E., & Garcia, J. (2014). Social class, ethnicity and attendance for antenatal care in the United Kingdom: a systematic review. Journal of public Health medicin, 25(2), 113 – 119. Doi: 10.1093/pubmed/fdg025. Schoorens, G. ( 2004). Verloskundige zorg voor en binnen de islamitische gemeenschap. Tijdschrift voor vroedvrouwen, 10 ( 5), p 286 – 289. Titaley, C. R., Hunter, C. L., & Heywood, P. (2010). Why don’t some women attend antenatal and postnatal care services? : a qualitative study of community members perspectives in Garut, Sukabumi and Ciamis districts of West Java Province, Indonesia. BMC pregnancy and childbirth, 10 (6), 1 – 12. Doi: 10.1186/1471-2393-1061. Tsiniakan, V., & Liamputtong, P. (2002). Prenatal testing: the perceptions and experience of Muslim women in Australia. Journal of reproductive and infant psychology, 20 (1), 8 – 24. Doi: 10.1080/02646830220106767. Tsiniakas, V., & Liamputtong, P. ( 2002). What women from an Islamic background in Australia say about care in pregnancy and prenatal testing. Midwifery, 18, 25 – 34. Doi: 10.1054/midw.2002.0296. Verrept, H. ( 2002) interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Hospitalia, 4, p 170 – 174. 9.2 Online document Centrum voor jeugd en centrum (2009). Prenatale voorlichting en nieuwe activiteit in opdracht van de gemeente. Geraadpleegd op 31 januari 2014, beschikbaar op http://www.vng.nl/files/vng/vng/Documenten/Extranet/Sez/JOC/JG_Handreiking_Pr enatale_Voorlichting_2009.pdf. GezondheidsPeil Amsterdam ( 2008, december). Taal als medicijn. Beschikbaar op http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:UmpKOSEZpkcJ:www.ggd. amsterdam.nl/publish/pages/473214/fact_sheet_taal_als_medicijn.pdf+&cd=1&hl=n l&ct=clnk&gl=be. Khan, M. Z. (geen jaartal). Women in Islam. Geraadpleegd op 31 januari 2014, beschikbaar op https://www.alislam.org/library/WOMANINISLAM.pdf Osman, M. F., & D. PH. (geen jaartal). Muslim women the family and the society. Geraadpleegd op 20 maart 2014, beschikbaar op http://www.usc.edu/org/cmje/articles/muslim-women.php. Vink, N. (2004). Hoe ga je daarmee om als arts? Geraadpleegd op 25 december 2013, beschikbaar op http://www.cmfnederland.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=666: allochtonen-in-de-gezondheidszorg&catid=56:september-2004-kleurrijkezorg&Itemid=119. Volle maan (2014). Wie zijn wij. Geraadpleegd op 28 juli 2014, beschikbaar op http://expertisecentrum-vollemaan.be/?page_id=36. Volle maan (2014). Wat doen wij. Geraadpleegd op 28 juli 2014, beschikbaar op http://expertisecentrum-vollemaan.be/?page_id=33. 9.3 Technische onderzoeken Nasreen, A., & Burchette, H. (2004, november). Experiences of maternity services Muslim women’s perspectives. Beschikbaar op http://www.maternityaction.org.uk/sitebuildercontent/sitebuilderfiles/muslimwome nsexperiencesofmaternityservices.pdf. Het federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg (2004). Nationale richtlijn prenatale zorg: een basis voor een klinische pad voor de opvolging van zwangerschappen. Beschikbaar op https://kce.fgov.be/sites/default/files/page_documents/d20041027313.pdf. Koninklijke Nederlandse organisatie van verloskundige (2008). Prenatale verloskundige begeleiding. Beschikbaar op http://dutchmidwife.com/docs/uploads/Kwaliteit_Richtlijnen_Onderbouwing_Prenat aleVKBegeleiding.pdf. National institute for health and clinical excellence (2008). Routine antenatal care for healthy pregnant women. Beschikbaar op http://faculty.ksu.edu.sa/gemeay/my%20lib/Antenatal_Care.pdf. National institute for health and clinical excellence (2008). Antenatal care. Geraadpleegd op 3 december 2013, beschikbaar op http://www.nice.org.uk/guidance/cg62/resources/guidance-antenatal-care-pdf. Unie Vlaamse vroedvrouwen ( 2007). Feedbackcampagne prenatale zorg. Geraadpleegd op 3 december 2013, beschikbaar op http://www.nvkvv.be/page?orl=67596&ssn=&lng=1&pge=335&sare=165. World Health Organization (2003). Antenatal care in developing countries: promises, achievements and missed opportunities: an analysis of trends, levels and differentials, 1991-2001. Beschikbaar op http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/42784/1/9241590947.pdf?ua=1. 9.4 Boeken Alsulaiman, A. (1997). De positie van de vrouw in de Islam. In M, Foblets, B, Hubeau. Al-Hashimi, A. (2003). De ideale moslimvrouw. (derde druk). Nederland: Noer Al-ilm. (Eds.), migrantenonderzoek voor de toekomst. Leuven: Acco, 148 – 169. Bogaerts, A., Geerdens, L., & Goorts, F. (2012). Hoofdstuk vijf: begeleiding van de normale baring. Vroedkunde: normale baring en kraambed (388). Antwerpen: Garant. Wadud, A. (2004). De Koran en de vrouw. Amsterdam: Bulaaq. Shepherd, J., Rowan, C. & Powell, E. (2004). Confirming pregnancy and care of the pregnant woman. In Henderson, C. & Macdonald, S. (Eds.), Mayes’ Midwifery (pp. 235-255). London etc., Baillière Tindall. 9.5 Mondelinge gesprek Alsulaiman, A. (2013, 4 december). Persoonlijke communicatie