Theorie stof - Stichting Inzet Reddingshond Nederland

advertisement
Theorie stof Reddingshond
Afdeling Speur- en Specialistische Dieren
Nationale politie
Landelijke Eenheid
Dienst Landelijke Operationele Samenwerking
Afdeling Speur- en Specialistische Dieren
Theoriestof
Reddingshond
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1
Inleiding
2
Deze theoriestof dient als kort naslagwerk voor
2
Het reukorgaan
2
speurhondgeleiders die met speurhonden
3
Geurmoleculen
3
brandversnellende middelen werken. Naast een
3.1
Wat is geur?
3
inleiding over het reukorgaan en geur in het algemeen,
3.2
Van vaste stof tot geur
3
zal aandacht worden gegeven aan brandversnellende
3.3
Andere kenmerken van geurmoleculen
5
middelen en wat men weet van hoe honden deze
3.4
Invloed van vochtigheid en warmte op
detecteren.
geurmoleculen
5
3.5
Geuren 'opvangen' of 'verzamelen'
6
3.6
Trainen op geuren
6
2 Het reukorgaan
4
Reddingshonden – doel en noodzakelijke kennis 8
In figuur 1 hieronder wordt een doorsnede door de
5
Rampen
8
neus van een hond weergegeven. Het reukorgaan
5.1
Aardbevingen
8
bevindt zich achteraan in de neus. In het slijmvlies van
5.2
Aardverschuivingen, orkanen en tsunami’s
dit orgaan vindt men de cilia (soort kleine haartjes)
10
waarop de geurreceptoren op zitten. De cilia zijn
5.3
6
Rampen met menselijke oorzaak
Menselijke geur
11
uitlopers van geurzenuwcellen. Deze zenuwcellen zijn
11
direct verbonden met het deel van de hersenen dat de
6.1
Mensen produceren verschillende geuren11
6.2
Primaire geurstoffen
11
6.3
Secundaire en tertiare geurstoffen
13
Als een hond rustig ademhaalt, komt de luchtstroom
6.4
Wat detecteren honden?
13
niet optimaal bij de receptoren die hoog achter in de
geurinformatie verwerken, de olfactorische knop.
7
Geurverspreiding
14
neus liggen. Dan kan hij alleen hoge concentraties van
8
Operationele inzet
16
geuren waarnemen. Wanneer een hond snuffelt, komt
8.1
Algemeen
16
de lucht goed in de gebieden waar de geurreceptoren
8.2
Veiligheid
16
zich bevinden, en kunnen dus ook veel lagere
8.3
Systematisch afzoeken puinlokaties
17
concentraties van geuren worden geroken.
8.4
USAR
17
9
Referenties
19
Het reukorgaan van een hond heeft een veel groter
oppervlak dan van een mens: Duitse herders hebben
ca. 150-200 cm2, een mens ongeveer 5 cm2. Honden
hebben daardoor ook veel meer receptoren, ca 200
miljoen, en een mens maar 5 miljoen.
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 2
Figuur 1: dwarsdoorsnede door hoofd van een hond. Het reukorgaan bevindt zich achter de gestippelde lijn a.
Toch is de grootte van een reukorgaan niet het meest
3 Geurmoleculen
belangrijke: muizen hebben hele kleine reukorganen
maar kunnen bijzonder goed ruiken! Wat wel belangrijk
3.1 Wat is geur?
is, is de variatie in receptoren. Een hond heeft veel
Het definiëren van 'geur' is niet eenvoudig. Geur heeft
meer verschillende geurreceptoren dan een mens. Een
geen meetsysteem, zoals licht of geluid. We
hond heeft er ca. 1100, een mens ca 390. Muizen (die
beschrijven de golflengte van licht (kleur) in
ook erg goed kunnen ruiken) hebben er ongeveer
nanometers. Lichtsterkte kan gemeten worden in lux.
1200. Ter vergelijking: ons “kleuren-zien” kunnen we
Geluid kan ook gemeten worden: de frequentie in Hertz
met slechts 3 verschillende receptoren…. Een grotere
en het volume in decibels. Geur echter, kan niet
variatie in geurreceptoren maakt het mogelijk om fijner
gemeten worden. De enige definitie van geur is
onderscheid te maken tussen geuren. Daarnaast is ook
'datgene dat geroken kan worden'. Maar wat kunnen
de relatieve grootte van de olfactorische knop van
we ruiken? En wat ruikt een vlinder? Of een hond?
belang: bij honden (en muizen) is een groot deel van
'Geur' of 'geurloos' zijn dus relatieve begrippen.
het brein betrokken bij geurverwerking, bij mensen een
veel kleiner deel.
3.2 Van vaste stof tot geur
Elke stof (vast, vloeibaar of gas) bestaat uit moleculen.
Geuren die bij de juiste geurreceptoren komen, zorgen
ervoor dat de zenuwen geprikkeld worden, en deze
prikkeling wordt aan zenuwknopen in de hersenen
Een molecule is de kleinste eenheid van die stof, die
nog de typische eigenschappen heeft van die stof.
Sommige stoffen bestaan uit één soort molecuul:
zuiver water, suiker, zout. De meeste stoffen bestaan
doorgegeven. Iedere geur wordt op die manier
omgezet in een kenmerkend ruimtelijk patroon van
uit verschillende soorten moleculen. Dat is goed te zien
op etiketten van voedingsmiddelen, medicijnen of
geprikkelde zenuwknopen in de hersenen. Een
belangrijk kenmerk van het reukorgaan is dat het
overige gebruiksproducten.
voortdurend wordt vernieuwd: de zenuwcellen van het
Moleculen worden weergegeven door scheikundige
reukorgaan leven 30-60 dagen en worden dan
vervangen. Andere organen vernieuwen zich niet op
deze manier. Het reukorgaan kan zich op deze manier
ook aanpassen aan veranderende omstandigheden.
symbolen en formules. De formules laten zien dat de
moleculen uit combinaties van elementen zijn
opgebouwd: elementen zijn bijvoorbeeld H (waterstof),
O (zuurstof), S (zwavel) en C (koolstof).
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 3
Voorbeelden van enkele kleine moleculen:
dus heel anders dan wat er in de gasfase of dampfase
aanwezig is. Een goed voorbeeld hiervan is wanneer
men wat druppels aceton in een glas water laat vallen.
H2O: water
of
In het glas overheersen de water moleculen. In de
(rood zuurstof, wit waterstof)
dampfase boven het water overheersen de
acetonmoleculen, die veel vluchtiger zijn.
H2O2: waterstofperoxide
of
(rood: zuurstof; wit: waterstof)
H2S: waterstofsulfide
of
(geel zwavel; wit waterstof)
C3H6O2: boterzuur
Figuur 2: aceton in een glas water
Alle 'geurende' stoffen moet op een of andere manier
de neus bereiken. De geurende moleculen moeten dus
De mate waarin een stof moleculen afstaat aan de
licht genoeg zijn om in de lucht aanwezig te zijn. Voor
omgeving is dus afhankelijk van de snelheid waarmee
gassen is dat het gemakkelijkste voor te stellen. Dat ligt
die stof moleculen afstaat aan de omgeving (de zg.
wat lastiger voor vloeistoffen en vaste stoffen. Toch
“dampspanning”), maar er is een tweede belangrijke
geven ook deze laatste gas (en dus geur) af. Elke stof,
factor die hier invloed op heeft: de grootte van het
vaste stof of vloeistof, scheidt moleculen af aan de
contactoppervlak van die stof met de lucht. Eenzelfde
omgeving. Die moleculen zijn dan in de gasfase en
hoeveelheid stof kan meer of minder “geur” opleveren,
kunnen in de neus van hond of mens terecht komen.
afhankelijk van de vorm waarin die stof zich bevindt. In
de tekening hieronder is de relatie tussen oppervlak en
Of een stof een sterke geur heeft of niet hangt onder
geurafgave eenvoudig te zien in een vergelijking
andere af van de 'vluchtigheid' van de moleculen. Dat
tussen een blok aan een stuk, of datzelfde blok in
wil zeggen hoe vlot er moleculen in de gasfase (dus in
tweeën gedeeld.
de lucht) terecht komen. Stoffen als metaal of glas
hebben amper een geur. Ze scheiden bijna geen
moleculen af aan hun omgeving. Stoffen met een hoge
dampspanning zijn vluchtig, stoffen met een lage
dampspanning minder.
Een andere factor die bepaalt of iets een sterke geur
heeft of niet, is de aanwezigheid van geschikte
geurreceptoren in de neus. Diersoorten verschillen in
types en aantal geurreceptoren, waardoor wat een
sterke geur is voor de ene diersoort dat niet hoeft te
Door dit effect kan het zijn dat een stof die veel minder
zijn voor een andere.
weegt, toch een veel groter geurbeeld afgeeft.
Als een vaste stof of vloeistof uit meerdere soorten
Bijvoorbeeld 30g vaste stof geeft veel minder geur af
moleculen bestaat, kan het zijn dat niet alle moleculen
dan 1g van diezelfde stof in poedervorm, als dat
met dezelfde snelheid in de gasfase terecht komen.
poeder uitgespreid kan worden en zo een groot
Dan is de samenstelling van de vaste stof of vloeistof
contactoppervlak met de lucht heeft. Hierdoor kan men
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 4
ook begrijpen dat als men een stuk textiel (bv. een
vluchtig zijn of een samenstelling hebben die geen
geurdoek) bij een stof doet om te beluchten, dit
sterke geur afscheidt.
(aanvankelijk) een grote geurbron kan zijn omdat het
contactoppervlak van textiel met lucht erg groot is. Na
Sommige geuren zijn dus 'sterker' dan anderen. Hier
verloop van tijd zijn de geurmoleculen die opgenomen
zijn verschillende redenen voor:
zijn op het stuk textiel natuurlijk allemaal verdampt, en
omdat deze niet van binnenuit worden aangevuld

Het waarnemen van die geur is erg belangrijk voor
de overleving of voortplanting (vb. geur van een vos
(zoals bij de stof zelf) is de tijdsduur dat deze grote
voor een rat)
geurbron aanwezig is, beperkt.

3.3 Andere kenmerken van
geurmoleculen
Er komt een grote hoeveelheid moleculen vrij bij
normale temperaturen (vb. ether)

De vluchtigheid van een stof wordt ook wel uitgedrukt
in 'dampspanning'. Stoffen met een hoge
Er zijn weinig moleculen maar die creëren een
sterke reactie in de geurreceptoren in de neus (vb.
kaas)
dampspanning geven vlot moleculen af aan de
omgeving. Aceton is bijvoorbeeld een stof met een
zeer hoge dampspanning. Of deze stoffen dan ook
sterk ruiken hangt daarnaast ook nog af van de
3.4 Invloed van vochtigheid en warmte
op geurmoleculen
samenstelling van de moleculen van deze stof.
Vochtigheid, temperatuur en luchtdruk hebben invloed
Watermoleculen (H2O) hebben bijna geen geur.
op de vluchtigheid van een stof en dus op hun geur,
Organische stoffen, dat wil zeggen stoffen van dierlijke
omdat zij de overgang van de moleculen van vaste stof
of plantaardige oorsprong (met koolstof als
naar 'dampfase' beïnvloeden.
kenmerkend element), hebben meestal een sterke
geur. Vaak hebben die moleculen een functie: om er
Niet alle vaste stoffen geven gemakkelijk deeltjes vrij in
signalen mee te geven in een “chemische
de gasfase. Als een stof in zekere mate oplost in water
communicatie”. Planten scheiden geuren af om
zal het makkelijker verdampen in een atmosfeer met
insecten aan te trekken. Dieren delen hun
een hoge luchtvochtigheid. Omgekeerd, als een stof
aanwezigheid aan elkaar mee via geursignalen.
niet oplost in water zal het juist niet makkelijker in de
lucht terecht komen bij een hoge luchtvochtigheid.
Afhankelijk van de elementen in een molecuul, kan een
molecuul meer of minder “polair” zijn. Moleculen die
Moleculen kunnen zich ook hechten aan
sterk polair zijn, zullen als magneetjes aan elkaar
omgevingsmaterialen zoals grond of zand,
klitten en dus minder makkelijk in de gasfase terecht
plantenmateriaal, stof etc. Wanneer dit vochtig wordt,
komen. Geurende moleculen zijn dus meestal niet
kunnen de moleculen oplossen in het water en zich zo
sterk polair.
verspreiden. Regen en temperatuur spelen hier
bijvoorbeeld een rol bij (denk aan begraven
De grootte van een molecuul is ook een kenmerk dat
materialen), maar ook het schoonmaken van
de vluchtigheid beïnvloedt. De meeste geurmoleculen
materialen of oppervlaktes (bv. het “opruimen” van
zijn relatief klein. Ze moeten licht genoeg zijn om in de
bloedvlekken).
lucht te zweven. Ze kunnen met een luchtstroom
meegevoerd worden tot meters van de bron.
Hoe makkelijk een vaste stof moleculen aan de
omgeving afstaat wordt ook beïnvloed door de
Politiehonden worden echter niet alleen getraind op de
temperatuur. Bij opwarming van een stof beginnen de
meest optimale ‘geurmoleculen'. Zij moeten ook stoffen
moleculen waaruit een stof bestaat sneller te "trillen" en
kunnen detecteren die minder ruiken - die dus minder
zo vergroot de kans dat er deeltjes afgescheiden
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 5
worden aan de omgeving. Geurend materiaal begint
menselijke geur op te vangen.
meer te ruiken met opwarming. Warm voedsel heeft
een sterkere geur dan koud voedsel. Een warme bron
Materiaal dat wegens zijn polaire eigenschappen erg
in een koude omgeving zal proportioneel ook meer
geschikt is om geuren vast te houden, heeft als nadeel
geur afstaan dan een warme bron in een warme
dat ze de geuren ook moeilijk vrij geven. Het is voor de
omgeving. Extreme koude, aan de andere kant, kan de
hond dan moeilijker om de moleculen in zijn neus te
geur beperken tot bijna niet detecteerbare niveaus.
krijgen. Verhitten helpt om de geurmoleculen vlotter vrij
Vergelijk maar een warme of bevroren biefstuk.
te krijgen.
Honden gebruiken dit principe van opwarming en
Door extreme verhitting kan men in theorie alle
luchtvochtigheid permanent. Zij zorgen tijdens het
geurmoleculen van de houder of filter vrij krijgen. Zo
ruiken voor een constante luchtstroom van warme en
kan men filters of houders weer geurvrij krijgen. De
vochtige lucht die ze uit- en inademen. Bij het
polaire eigenschappen van sommige moleculen maken
uitademen van de warme en vochtige lucht vergroten
ook dat ze vaak onbedoeld ergens aan vast kleven en
ze de kans vaste deeltjes/moleculen 'los te weken'. Ze
zo neutrale plaatsen contamineren.
ademen die lucht dan opnieuw in om de geurmoleculen
3.6 Trainen op geuren
tot bij hun geurreceptoren te brengen.
Bij het trainen van een hond op een geur, is het de
Dit is een belangrijke factor bij bijvoorbeeld
bedoeling dat de hond alleen op die ene geur reageert,
identificatieproeven. Op koude buisjes zullen honden
en die vervolgens opspoort, lokaliseert, en meldt. Dit
moeilijker geur kunnen terugvinden. Toch kunnen van
doet men door die stof in een of andere vorm weg te
bevroren voorwerpen herkenbare geurmoleculen
leggen. Het is alleen zo dat het nooit zal lukken om
losgeweekt worden. Ze worden opgewarmd en
alleen zuiver de geurende stof weg te leggen zonder
opgenomen in de neus.
enige andere geur aan te brengen/geurbeeld te
verstoren. Naast de geur van de stof zelf heeft men te
De tong van de hond heeft dezelfde functie. Tijdens het
maken met de geur van het materiaal waar het in zit of
'lucht nemen' likt de hond het aangeboden voorwerp.
in bewaard is geweest, de geur die er op aan wordt
Hiermee verwarmt hij het voorwerp en maakt het
gebracht door de persoon die de stof verstopt, en de
vochtig zodat hij de losgeweekte moleculen beter kan
verstoring die veroorzaakt wordt in het geurbeeld van
opnemen met zijn neus. Tevens maakt de hond het op
een omgeving waar men iets in verstopt. In figuur 3
die manier mogelijk dat de geurmoleculen een ander
hieronder is dat weergegeven.
geurorgaan bereiken, het orgaan van Jacobson.
De trainingsstof is datgene, waar de hond op wordt
3.5 Geuren 'opvangen' of 'verzamelen'
getraind. Deze houdt op een of andere manier verband
De meeste geurmoleculen die in de lucht hangen zijn
met de stoffen die in de wetgeving zijn genoemd:
vaak licht polair (alhoewel er ook apolaire stoffen zijn
stoffen die verboden zijn of waar beperkingen op
die je kunt ruiken zoals terpentine). Polariteit kan men
liggen. Deze in de wetgeving genoemde stoffen zijn
vergelijken met licht magnetische eigenschappen. De
vaak samengestelde stoffen. Soms wordt er in de
moleculen hebben de neiging om ergens aan te gaan
wetgeving een werkzame stof genoemd (zoals in het
plakken. Sommige materialen zoals metaal zijn extra
geval van verdovende middelen), of zijn bepaalde
geschikt voor polaire moleculen om aan 'vast te
“dingen” benoemd (geld, sigaretten). Over het
plakken'. Die materialen kunnen dan gebruikt worden
algemeen worden hier de kenmerkende componenten
om bewust geuren op te vangen of te verzamelen en
uitgehaald, waar de hond op wordt getraind. Die
aan de honden aan te bieden. Kijk naar de metalen
componenten bestaan meestal niet uit een 100%
buizen die gebruikt worden om drugs, explosieven of
zuivere stof, waardoor er in de dampfase van die stof al
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 6
iets anders aanwezig kan zijn dan in de fysieke stof zelf
plaats waar continue activiteit is, zal deze factor kleiner
(denk aan het glas water met aceton uit hoofdstuk 3.2)
zijn. Ook een temperatuursverschil tussen de
trainingsstof en de omgeving zal onderdeel van de
verstoring zijn.
Bij het trainen op geuren moet geprobeerd worden om
de drie laatste factoren zo te manipuleren dat het enige
dat op een betrouwbare manier tot de beloning leidt, de
kenmerkende geur van de trainingsstof is.
Figuur 3. Schematische weergave van geurbeeld dat
ontstaat door het verstoppen van een trainingsstof. De
verhouding tussen de componenten kan variëren.
Het materiaal wat bij de trainingsstof zit, kan variëren.
Meestal zijn trainingsstoffen verpakt in een plastic of
nylon zakje, of zitten ze in een teflon koker, of in een
glazen pot. Sommige van deze materialen hebben een
kenmerkende eigen geur die bijdraagt aan het totale
geurbeeld van de verstopte trainingsstof.
De mens die de trainingsstof verstopt, levert ook een
geurbijdrage. Hoewel hij zijn eigen kenmerkende geur
kan proberen te minimaliseren door het gebruik van
handschoenen of een tang, leveren ook deze een
bijdrage aan het totale geurbeeld.
Daar waar een trainingsstof verstopt wordt, wordt het
geurbeeld ter plekke verstoord. Afhankelijk van de
plek waar dit gebeurt, kan die verstoring groter of
kleiner zijn. Wanneer iets verstopt wordt op een plaats
waar al weken geen verandering is geweest
(bijvoorbeeld doordat er geen mensen doorheen
hebben gelopen, er geen voorwerpen zijn ingebracht of
verplaatst) zal de verstoring erg groot zijn. Dan moet
de trainingsstof lang liggen om “opgenomen” te worden
in de omgeving. Wanneer iets verstopt wordt op een
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 7
4 Reddingshonden – doel en
noodzakelijke kennis

Kennis over rampen;

Menselijke geur;

Geurverspreiding onder invloed van wind, weer en
andere factoren;
De doelstelling van reddingshonden is het opsporen
van vermiste personen. In het examen moeten de

honden een aantal “slachtoffers” localiseren in
Operationele inzet van honden in puinlocaties en
zoektactieken
puinhopen terwijl er diverse afleidingen aanwezig zijn:
zowel in de vorm van omgevingslawaai, als ook in de
5 Rampen
vorm van geur-verleidingen (voeldsel, mensen, en
voorwerpen met menselijke geur). De honden kunnen
Rampen zijn in een aantal categorieen onder te
na hun certificering worden ingezet bij vermissingen
verdelen. Rampen waarbij honden kunnen worden
waar naar een of meerdere (specifieke) vermiste
ingezet om slachtoffers te localiseren vallen uiteen in
individu(en) wordt gezocht, en bij rampen waar men op
natuurrampen en rampen door menselijke oorzaak.
zoek is naar overlevenden. In beide gevallen is
snelheid belangrijk om de overlevingskansen van de
Natuurrampen waar honden kunnen worden gebruikt
vermiste/slachtoffers zo groot mogelijk te laten zijn.
zijn bijvoorbeeld:
Om dit te kunnen bereiken heeft de geleider kennis

Aardbevingen;
nodig van honden en hun training, van menselijke geur

Aardverschuivingen;
en geurverspreiding, van mogelijke rampen en hoe

Orkanen en cyclonen;
veilig en effectief de hond in te zetten in verschillende

Tsunami's en andere vloedgolven.
situaties. Het reddingshonden examen staat open voor
Andere rampen waar men honden kan gebruiken
iedereen, en de bijbehorende theorie vragen moeten
hebben een menselijke oorzaak: trein- of vliegtuig
dus ook door alle geleiders worden beantwoord.
rampen, of het ineenstorten van gebouwen als gevolg
van constructiefouten.
5.1 Aardbevingen
Dit lesmateriaal richt zich op politiemensen die met hun
Een aardbeving is een snelle verplaatsing van
reddingshonden opgenomen gaan worden in USAR
gesteente aan weerszijden van een breuk. Verreweg
verband, en in hun theorie examen zullen daar dus ook
de meeste aardbevingen worden veroorzaakt door
vragen over worden opgenomen. Traditioneel zijn er
bewegingen van de aardkorst. Het oppervlak van de
een aantal kennisgebieden die bij de openbare
aarde bestaat uit een aantal platen die ten opzichte van
reddingshondenexamens worden getoetst zoals het
elkaar verschuiven (“platentektoniek”). Dit wordt
gedrag van de hond en wat algemene
aangedreven door temperatuursverschillen die onstaan
trainingsprincipes. Deze worden bij de politie apart
door de warmte van de kern van de aarde en de
onderwezen en getoetst. Ze vormen dan ook geen
afkoeling aan het oppervlak. Waar de randen van deze
onderdeel van dit lesmateriaal. Deze onderwerpen zijn
platen elkaar raken schuren ze langs, onder en boven
wel onderdeel van het theorie examen voor niet-politie
over elkaar. Dit is een belangrijke oorzaak van
mensen..
aardbevingen en vulkaanactiviteit, en ongeveer 90%
van de aardbevingen is een gevolg van deze
De onderwerpen die hier aan de orde zullen komen
schuivende aardschollen. Ze worden ook wel
zijn:
“tektonische aardbevingen” genoemd.

Geur, geurverspreiding, reukvermogen en trainen
op geuren in het algemeen (hiervoor);
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 8
Fig. 4: Verspreiding van aardbevingen wereldwijd vooral op grenzen van aardschollen
Naschokken zijn kleinere bevingen die volgen op een
wateroppervlak). Ze hebben een snelheid van
grote aardbeving. Ze ontstaan doordat nog niet alle
ongeveer 3,5 km/s en zijn daarmee langzamer dan
energie die tussen de schuivende platen opgehoopt
de longitudinale golven.
was, is ontladen. Naschokken vinden tot 7 dagen na
een hoofdaardbeving plaats.
Andere oorzaken van aardbevingen kunnen zijn
vulkaanuitbarstingen, meteorietinslagen,
(kern)explosies en mijnbouw- of gaswinningactiviteiten.
Bij een aardbeving ontstaan twee soorten golven diep
in de aarde:

P-golven (primaire golven, deze komt als eerste
aan bij een meetstation) zijn longitudinale golven.

Deze golven bewegen in dezelfde richting als
Bij ieder meetstation komt de P golf dus eerder aan
waarin ze zich voortplanten (zelfde als
dan de S golf, en aan de hand van het tijdsverschil kan
geluidsgolven in lucht). Ze hebben een snelheid van
je vaststellen hoe ver weg de trilling is ontstaan – maar
ongeveer 6 km/s.
je weet geen richting. Om ieder meetstation ontstaat zo
S-golven (secundaire golven, deze komen later aan
een cirkel. Door metingen van verschillende stations te
bij een meetstation) zijn transversale golven. Deze
combineren kun je vervolgens de precieze locatie
golven bewegen loodrecht op de richting waarin ze
bepalen, zoals te zien aan de figuur hiernaast: op het
zich voortplanten (net zoals golven op een
snijpunt van 3 cirkels die opgesteld zijn door het
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 9
verschil in aankomst van de P en de S golf in drie
beschrijft hiermee wat de effecten zijn op bijvoorbeeld
meetstations – in dit geval was dat Roermond.
mensen, voorwerpen, gebouwen en het landschap. De
schaal van Mercalli is verdeeld in 12 eenheden,
aangegeven met Romeinse cijfers, lopend van I: “niet
gevoeld, slechts door instrumenten geregistreerd” tot
XII: “buitengewoon catastrofaal”. De intensiteit wordt
groter naarmate je dichter bij het epicentrum komt.
5.2 Aardverschuivingen, orkanen en
tsunami’s
Naast aardbevingen zijn er een drietal andere
natuurverschijnselen die tot grootschalige
natuurrampen kunnen leiden.
Dit punt wordt het “epicentrum” van de beving
genoemd. Het werkelijke punt ligt natuurlijk dieper IN
de aarde, dit wordt het hypocentrum genoemd. Bij het
epicentrum komen de golven vanuit de haard het
meest direct aan het oppervlakte en daar zijn ze dus
Een aardverschuiving is een gebeurtenis waarbij vele
duizenden tonnen aan grond plotseling in beweging
komen en (meestal) langs een helling naar beneden
vallen of glijden. Een aardverschuiving kan veroorzaakt
worden door een aardbeving, door een
ook het meest te voelen.
vulkaanuitbarsting (waarbij een deel van de
Aan het oppervlakte ontstaan zg. Love en Raleigh
golven. De Love golven bewegen het grondoppervlak
in zijwaartse richting, de Raleigh golven bewegen het
oppervlak naar boven en beneden. Deze golven
hebbend de grootste amplitude en veroorzaken de
vulkaanhelling kan instorten en naar beneden
schuiven) of kan worden veroorzaakt door hevige
regenval op een door erosie aangetaste heuvel of
berghelling (soms ontstaat hierdoor een
modderlawine).
meeste schade.
Aardverschuivingen kunnen zeer verwoestend zijn.
Voor de kracht van aardbevingen kunnen verschillende
schalen worden gebruikt. De meest bekende schaal is
de magnitudeschaal van Richter. Deze is gebaseerd op
de sterkte van de trillingen, zoals die gemeten wordt op
het seismogram. De magnitude (de sterkte uitgedrukt
Wanneer een dorp of stad bedolven wordt door een
aardverschuiving is het haast onvermijdelijk dat er
doden vallen, tenzij men de gebeurtenis heeft zien
aankomen en er tijdige evacuatie heeft
plaatsgevonden. Meestal is dit echter niet het geval.
in eenheden op de schaal van Richter) wordt berekend
aan de hand van de grootte van de uitslagen van de
registratie van de aardbeving, waarop wat correcties
Orkanen onstaan meestal in de tropische/subtropische
zone en worden ze ook tropische cycloon of typhoon
genoemd. Een orkaan is windkracht 12 met een
worden toegepast. De schaal van Richter is
logaritmisch. Dit betekent dat een tien keer grotere
uitslag op het seismogram overeenkomt met een
toename van één magnitude-eenheid.
gemiddelde windsnelheid van meer dan 117 km/uuur.
Een orkaan is levensgevaarlijk en levert enorme
risico’s op. Rondvliegende dakpannen, schoorstenen,
puin, schuttingen die omwaaien, takken die afbreken of
Een andere bekende schaal is de schaal van Mercalli.
De schaal van Mercalli is een indeling in beschrijvende
vorm van de gevolgen die aan het aardoppervlak zijn
opgetreden. De intensiteit is dus een aanduiding voor
wat er op een bepaalde plaats wordt waargenomen en
ontwortelde bomen leiden tot zeer gevaarlijke situaties.
Wegen raken geblokkeerd en spoorlijnen versperd.
Openbaar vervoer en luchtvaart komen bij zulke zware
stormen vrijwel stil te liggen als de wind orkaankracht
bereikt. De schade en het gevaar worden vooral
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 10
veroorzaakt door zeer zware windstoten, die auto's van
bestaat. Door gerichte training kan er dan voor gezorgd
de weg blazen en fietsen omver drukken.
worden dat honden alleen op geuren die verbonden
zijn met levende mensen leren letten.
Tsunami’s zijn vloedgolven uit de zee die de kuststrook
onverwacht overspoelen. Elke gebeurtenis waardoor
een grote hoeveelheid water in korte tijd wordt
verplaatst kan een tsunami veroorzaken. Zo'n vloedgolf
kan onder meer veroorzaakt worden door:

een zeebeving, dit is een aardbeving waarvan het
epicentrum in zee ligt;

een vulkanische uitbarsting onder zee of vlak aan
zee, eventueel in combinatie met een grote
aardverschuiving, modderstroom of gloedwolk langs
Fig. 5: Bronnen van menselijke geur.
de vulkaanhelling de zee in;

(zeer zeldzaam) een meteorietinslag
In figuur 5 hierboven is het geurbeeld van een mens
Tsunami's komen het meest voor rondom de Grote
opgesplits in drie groepen:
Oceaan, omdat langs alle randen van deze oceaan

door platentektoniek veelvuldig aardbevingen
plaatsvinden.
Primaire geurstoffen: hier valt alles onder dat door
de mens zelf wordt geproduceerd;
5.3 Rampen met menselijke oorzaak
Bij rampen met een menselijke oorzaak moet gedacht
worden aan trein- of vliegtuig rampen, ontploffingen

Secundaire geurstoffen: stoffen die een mens
moedwillig op zichzelf aanbrengt;

Tertaire geurstoffen: stoffen die door de omgeving
of kledij aan mensen worden toegevoegd.
van fabrieken, of het ineenstorten van gebouwen als
gevolg van constructiefouten. Dit soort rampen kunnen
overal ter wereld voorkomen. Ook in deze situaties
kunnen honden worden ingezet voor
Bij de training van reddingshonden zal de focus om te
beginnen op de primaire geurstoffen moeten liggen, en
reddingsoperaties.
dan bij die componenten die kenmerkend zijn voor een
“levende mens”.
Bij deze rampen kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen
waar men rekening mee dient te houden, bijvoorbeeld
6.2 Primaire geurstoffen
asbest of radioactiviteit. Net als bij natuurrampen moet
Ontlasting en urine hebben een duidelijke geur, en
men letten op het gevaar van verdere ineenstorting van
kunnen in een reddingssituatie voorkomen bij een
constructies waar men gaat zoeken.
slachtoffer. Maar dit is niet altijd zo: ze kunnen ook los
van slachtoffers voorkomen, en ze kunnen ook bij lijken
worden gevonden.
6 Menselijke geur
De longen produceren allerlei geurstoffen.
6.1 Mensen produceren verschillende
geuren
Reddingshonden moeten “mensen” aan de hand van
hun geur opsporen. Het is van belang te realiseren dat
die “menselijke geur” uit verschillende componenten
Koolstofdioxide (CO2) is in uitgeademde lucht in een
veel hogere concentratie aanwezig dan in gewone
lucht: 4% in uitgeademde lucht tegenover 0,03% in de
omgeving. Dit zou dus een goede indicator kunnen zijn
van “leven”. Van muizen is bekend dat zij 0,1% CO2 in
de lucht kunnen ruiken, en dat zij daar specifieke
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 11
receptoren voor hebben. Maar het is onbekend of

honden dit kunnen ruiken: mensen ruiken alleen hele
De apocriene klieren worden op specifieke plaatsen
hoge concentraties CO2 (>30%).
van het menselijk lichaam gevonden, in het bijzonder in
Apocriene klieren
de oksels en rond de geslachtsdelen. Zij scheiden ook
De huid produceert ook allerei stoffen door de daarin
de “feromonen” uit die bedoeld zijn om de aandacht
aanwezige zweet en talgklieren:
van het andere geslacht te trekken. Niet alle
mensenrassen beschikken in dezelfde mate over deze

Eccriene klieren
apocriene klieren: bij oosterse rassen zijn ze miniem of
Deze zweetklieren bevinden zich over het hele lichaam
zelfs afwezig. Bij Afrikaanse rassen zijn de apocriene
en ze produceren een waterig vocht waarin organische
klieren groot. Deze klieren zijn de voornaamste bron
en anorganische componenten worden opgelost. Deze
van wat door andere mensen als 'lichaamsgeur' wordt
zweetklieren zorgen voor de thermo-regulatie van het
waargenomen: de stoffen die de klieren produceren
lichaam. Door de lichaamswarmte verdampt het vocht
worden door de in de poriën van de huid aanwezige
nadat het uit de poriën komt en dit brengt de
klieren afgebroken in geurende stoffen.
lichaamstemperatuur naar beneden. Bij sterke emoties
scheiden de zweetklieren van het voorhoofd, de

handpalmen en de voetsporen een extra hoeveelheid
Deze klieren komen voor op het hele lichaam behalve
zweet af. De zweetklieren kunnen 2 tot 4 liter per uur
op de handpalmen en de voetzolen. Ze liggen naast
afscheiden.
het haarfollikels en ze scheiden talg of oliën af die het
Talgklieren
uitdrogen van de huid tegen gaan en de huid
beschermen tegen het binnendringen van bacteriën.
De talg wordt door beweging over het hele lichaam
verspreid en komen op die manier ook op de handen
en voetzolen terecht. Gemiddeld zijn er 100 talgklieren
per vierkante centimeter. Ze scheiden talg af die door
bacteriën worden omgezet in vetzuren. Men vermoedt
dat deze vetzuren het individueel geursignaal vormen.
Naast de klieren die geuren produceren, verliest een
mens ook continu dode huidcellen. Mensen verliezen
ongeveer 8 miljoen huidschilfers per minuut, of 10
miljard per dag. Men kan de grootste huidschilfers met
het blote oog waarnemen - denk aan haarroos of
probeer eens met donker, ruw materiaal over je huid te
schuren.
Deze huidschilfers dragen meestal ook nog bacteriën
mee. Zoals al gezegd zorgen de bacteriën ervoor dat
de vetzuren afgebroken worden in kleine geurende
Figuur 6: de verschillende zweetklieren op het
componenten. Door de bacteriën blijven de
menselijk lichaam
huidschilfers geur afscheiden en dit verklaart hoe
menselijke geur het lichaam kan verlaten en nog voor
lange tijd nadien in de omgeving kan blijven.
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 12
In 2011 werd een studie gepubliceerd waarin men
metingen aan mensen in een kunstmatige ramp
(“trapped human experiment”) hadden gedaan. Voor dit
onderzoek verbleven mensen langdurig (6 uur per
keer) in een kleine holte waarmee een verblijf onder de
grond werd gesimuleerd. De temperatuur en de
luchtvochtigheid namen iets toe in de holte waar de
Figuur 7: huidschilfers die worden afgescheiden door
persoon zich bevond. Daarnaast bleek dat er ammonia
de huid
(NH3) vrij kwam en dat het CO2 gehalte steeg. Er
kwamen ook allerlei vluchtige organische componenten
In figuur 7 ziet men hoe een huidschilfer wordt
vrij. De samenstelling hiervan was bijzonder variabel,
afgescheiden van de huid. De huidschilfers zijn
maar aceton bleek een stabiel aanwezige component.
gemiddeld 0.014 mm groot en ze hebben ongeveer de
Deze drie stoffen (NH3, CO2 en aceton) werden als
vorm van een cornflake. Dat geeft hen een
karakteristiek gezien voor levende mensen. In dit
aerodynamisch karakter. Ze dragen gemiddeld 4
experiment hebben mensen geen urine of ontlasting
bacteriën mee. Elke huidschilfer wordt omgeven door
geproduceerd.
een kleine geurwolk waarvan gedacht wordt dat die
karakteristiek is voor de persoon. Zolang er een
6.3 Secundaire en tertiare geurstoffen
bepaalde vochtigheid is en
Secundaire geurstoffen zijn afkomstig van producten
temperatuursomstandigheden heersen die gunstig zijn
die mensen op hun huid of kleding aanbrengen.
voor de bacteriën, zullen de huidschilfers geur blijven
Huidverzorgingsprodukten zoals deodorant en crèmes,
afstaan.
haarverzorgingsprodukten zoals shampoo en gels,
parfums en aftershaves, wasmiddelen, schoenpoets
Oorspronkelijk dacht men dat de huidschilfers gewoon
etc. zijn produkten die eigen, kenmerkende geuren
van de persoon af vallen. Recente studies tonen aan
hebben die een bijdrage leveren aan het totale
dat er een kleine luchtstroom rond het menselijk
geurboeket van een mens.
lichaam de huidschilfers omhoog katapulteren. De
lichaamstemperatuur van 37°c zorgt voor een
Tertiaire geurstoffen zijn afkomstig uit de omgeving
luchtstroom van 2.13 km/uur. De
waar mensen veelal in verblijven. Iemand die in een
luchtcirculatie begint aan de voeten
stal werkt, draagt de geur uit die stal met zich mee – op
en stijgt langs het lichaam omhoog
huid, haar en in kleding. Wanneer iemand een plek
tot het als een rookpluim tot
waar gerookt mag worden heeft bezocht, blijft de
ongeveer 45 cm tot boven het
tabaksgeur eveneens op de huid, haar en kleding
hoofd uitstijgt. De snelheid van die
“hangen”.
luchtstroom stijgt als de
temperatuur buiten daalt. Het
Het is duidelijk dat noch secundaire, noch tertiare
dragen van kleren beïnvloedt deze
geurstoffen de stoffen zouden moeten zijn waar de
opwaartse luchtstroom niet.
hond zijn respons volledig op zou moeten baseren
omdat deze ook op losse kleding of andere voorwerpen
aanwezig kunnen zijn. Sommige van deze stoffen zijn
echter goed te ruiken en kunnen de hond attenderen
op de mogelijke aanwezigheid van een persoon.
Figuur 8: lichaamswarmte creëert een opwaartse
luchtstroom
6.4 Wat detecteren honden?
Honden kunnen menselijke geuren herkennen als er
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 13
slechts minimale hoeveelheden geurmoleculen
concentraties, waardoor het soms lastig is de bron
aanwezig zijn. King, Baker en Markee (1964) gingen in
exact te lokaliseren.
een experiment na hoe lang honden de geur van een
vingerafdruk op een glasplaatje konden ruiken. Als de
Bovengronds kan men de windrichting niet eenvoudig
glasplaatjes binnen bewaard werden (in de open lucht,
bepalen door een vinger in de lucht te steken. De wind
niet afgesloten) konden de honden de vingerafdrukken
op gezichtsniveau is niet hetzelfde als dicht bij de
niet meer detecteren na 7 à 8 weken. Als de
grond: obstakels kunnen op allerlei manieren de
glasplaatjes buiten lagen, blootgesteld aan de
windrichting beinvloeden en turbulentie veroorzaken.
weersomstandigheden, roken ze na 2 weken niets
meer. De precieze weersomstandigheden deden er
Als men de temperatuur van de lucht boven de grond
niet veel toe. In dit onderzoek ging het zuiver om het
meet, dan is er een grote gradatie in warmte. Overdag
detecteren van de aanwezigheid van menselijke geur.
is de lucht aan de grond warmer dan in de luchtlagen
erboven, en stijgt de lucht. Bij zonsopgang heeft men
Er zijn ook verschillende experimenten uitgevoerd die
het omgekeerde: dan is de lucht boven de grond
aantonen dat honden mensen op basis van hun geur
warmer dan het grondoppervlakte en dan “zakt” de
kunnen onderscheiden. Dit vermogen is lang gebruikt
lucht weer. De variatie in temperatuur creëert daarmee
door de politie om geuridentificatieproeven uit te
luchtturbulentie op grondniveau. Warme lucht stijgt
voeren, en dit wordt momenteel nog in een aantal
naar koudere lagen en die luchtstroom kan
landen gedaan. Er is nu ook ondersteuning hiervoor uit
huidschilfertjes voor lange periodes in de lucht houden.
chemische analyse van de geurstoffen die mensen
Er is daarbij steeds een luchtstroom van warme naar
afgeven: deze blijken constant te zijn per individu, en
koudere luchten. De zwaarste schilfers vallen dichtbij
significant te verschillen tussen individuen. Voor een
op de grond. Lichtere partikels kunnen echter ver weg
reddingshond is deze individuele variatie echter niet
getransporteerd worden. Hoe dichter ze bij de grond
van belang.
komen, hoe meer ze onderhevig zijn aan turbulenties
die veroorzaakt worden door gras en vegetatie. De
Reddingshonden hebben te maken met geurstoffen in
verschillende schetsen in fig. 9 hieronder illustreren dit.
de lucht. Deze geurstoffen verplaatsen zich in zg.
geurpluimen. Wanneer ze de bron van een dergelijke
Onder/in een hoop puin spelen dergelijke effecten ook.
pluim localiseren, moeten ze vaststellen of het om een
In de hoop kunnen tunneltjes zijn ontstaan waar de
levende mens gaat, of dat het alleen om kleding met
lucht door kan stromen. Wind kan trek in zulke
menselijke geur gaat, of dat het een lijk is. Hoe ze dat
tunneltjes veroorzaken, waardoor het “schoorsteen
precies doen is onbekend: misschien is de hoeveelheid
effect” onstaat. Hierdoor kan de geur meegevoerd
geur bepalend, of de specifieke combinatie, of
worden en op een hele andere locatie boven de grond
gebruiken ze ook hun oren (die net als hun neus veel
kan komen dan waar het slachtoffer zich bevindt. In
gevoeliger is dan de onze). Uit het “trapped human
een gebouw kunnen liftkokers, trappenhuizen en
experiment” (beschreven in 4.2) is duidelijk dat NH3 en
breuken in de vloerconstructie ook tot dergelijke
aceton kenmerkende geuren zijn waar een hond op
effecten leiden. In een “open” puinhoop zal de lucht
zou kunnen leren letten. Misschien reageren ze ook op
directer ophoog gaan. In figuur 10 staan een aantal
de hogere temperatuur of een hogere luchtvochtigheid.
schetsen ter illustratie van verschillende situaties.
Geleiders moeten zich hiervan bewust zijn bij het
7 Geurverspreiding
inzetten van hun hond.
Geurpartikels worden, zoals eerder beschreven,
Wanneer het warm is stijgt de lucht uit de hoop direct
meegevoerd door de wind en luchtstromingen. Dit leidt
op – om zo’n plaats te localiseren zal een hond “fijn”
tot bijzonder ingewikkelde stromingen en variablele
moeten zoeken. Wanneer het koud is zal de geur zich.
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 14
Figuur 9: het effect van de wind op geurverplaatsingen
Figuur 10: drie situatiesschetsen overgenomen uit www.disasterdog.org ter illustratie van geurverplaatsing in puin
hopen.
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 15
niet ver verplaatsen, en moet een hond juist laag bij
8.2 Veiligheid
de grond zoeken om de opening te lokaliseren
Veiligheid tijdens het werken is essentieel, en er zijn
verschillende aspecten om rekening mee te houden.
8 Operationele inzet
Ten eerste de persoonlijke veiligheid van mens en
8.1 Algemeen
hond. Dit begint met het goed gevaccineerd zijn.
Veel reddingshonden zijn honden van particulieren
Daarnaast moeten geleiders zich houden aan de
en worden door hen getraind. Ze moeten het
vereiste kleding en veiligheidsuitrusting.
examen halen om ingezet te kunnen worden. Maar
de honden kunnen op verschillende manieren zijn
Een tweede veiligheidsaspect is dat reddingshonden
getraind. In specifieke gevallen kan die
goed gesocialiseerd moeten zijn zodat ze tijdens het
trainingsachtergrond tijdens operationele inzetten tot
zoeken niet een gevaar vormen voor mensen of
complicaties leiden. Het gaat hier specifiek om zg.
andere honden en mogelijk aanwezige dieren.
“cross trained” honden: honden die op zowel
Daarnaast moet een reddingshond goed onder appèl
lijkengeur als op levende mensen zijn getraind, en
staan: hij moet onaangelijnd en zonder halsband
op commando óf lijken, óf levende mensen zoeken.
kunnen werken omdat een lijn of halsband kan
blijven haken; een hond moet alleen op plekken
In een onderzoek door Lit & Crawford (2006) werden
kunnen komen waar een mens niet kan komen; hij
beide types honden vergeleken. Hieruit bleek dat
moet bij dreigend gevaar direct op commando
wanneer er levende mensen aanwezig zijn, beide
terugkomen; en hij moet zich op afstand laten
types honden deze personen detecteren zonder de
dirigeren naar specifieke zoeklocaties.
fout in te gaan op aanwezige lijkengeur. Maar
wanneer er geen levende mensen (meer) aanwezig
Daarnaast moet tijdens het zoeken de nodige
zijn, gingen de “cross trained” honden op de lijken
veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.
preparaten reageren. Het is te verwachten dat iets
Geleiders die door de USAR worden ingezet hebben
vergelijkbaars kan gebeuren in situaties waar
daarvoor o.a. een cursus “werken op hoogte”
honden “cross-trained” zijn op de aanwezigheid van
gevolgd, waardoor zij weten wanneer en hoe zij
menselijke geur.
zichzelf en hun honden moeten zekeren. Bij het
zoeken in rampgebieden zullen er situaties zijn
In operationele situaties is het realistisch dat in de
waarin gezocht moet worden in locaties die op
puinhopen zowel dode als levende mensen te
instorten staan. Honden zijn lichter en kunnen op
vinden zijn, waarbij de honden juist worden ingezet
plaatsen komen waar een mens niet kan lopen.
om snel alleen de overlevenden op te sporen.
Maar ze kunnen tijdens het uitwerken van
Wanneer er maar weinig overlevenden zijn en het
geurpluimen op voor hen gevaarlijke plekken terecht
lang duurt voordat een hond iemand kan vinden,
komen. Het is dus belangrijk permanent alert te zijn,
bestaat dus de kans dat een “cross trained” hond op
de hond kunnen terugroepen voordat hij zich in de
de lijkengeur/menselijke geur gaat reageren omdat
gevarenzone begeeft, en hem op afstand kunnen
hij daar ook op getraind is. Dit zou ertoe kunnen
“dirigeren” naar plekken die hij juist wel af moet
leiden dat er inzet gepleegd wordt om een lijk op te
zoeken. In USAR verband moeten geleiders gebruik
graven, terwijl die inzet voorkomen had kunnen
maken van de kennis van overige teamleden op
worden wanneer de hond niet cross-trained was
veiligheidsgebied.
geweest. Reddingshonden van de Nederlandse
politie worden niet “cross-trained” op lijkengeur of
Wanneer men zich in een beschadigd gebouw
menselijke geur.
bevindt moet erop gelet worden of het gebouw nog
stabiel is. Men moet er bv. op letten of een gebouw
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 16
nog “werkt”, dwz in beweging is: wanneer een deur
of raam open of dicht gedaan kan worden en dat
blijft zo, is het gebouw stabiel, maar als iets eerst
wel open of dicht kon maar na verloop van tijd niet
meer (of omgekeerd) is dit een teken dat het gebouw
niet stabiel is. Na een aardbeving zijn er vaak
naschokken waardoor het doorzoeken van
gebouwen altijd een gevaarlijke taak is. Als gemerkt
wordt dat een gebouw op instorten staat moet zo
snel mogelijk de meest veilige plek worden gezocht
die bescherming biedt: bv. onder een tafel of bed.
Naast stabiliteit van af te zoeken gebouwen moet
ook aandacht besteed worden aan aanwezige gas-
Fig. 11: Geadviseerde zoekvolgorde: rand puin B,
en water leidingen, moet men letten op de mogelijke
rand puin C, rand puin A, rand puin D, restant
aanwezigheid van giftige stoffen (denk ook aan
gebouw vanaf puinrand B eerst links en onderkant,
asbest), en de gebruikte dak- en vloer constructies.
daarna bovenkant, tot slot rechts.
8.3 Systematisch afzoeken
puinlokaties
8.4 USAR
In puinlocaties die afgezocht kunnen worden met
onder andere in USAR verband. Kennis over deze
honden moet het mogelijk zijn dat geuren van een
organisatie behoort daarom tot de noodzakelijke
slachtoffer aan het oppervlakte kunnen komen. In
achtergrond informatie voor speurhondgeleiders met
sommige gevallen waar de puin te dicht is zal dit niet
een reddingshond.
In Nederland werken reddingshonden van de politie
het geval zijn, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van
een afsluitende laag van leisteen of zandsteen.
Nederland heeft in 2003, mede naar aanleiding van
de aardbeving in Turkije (1999) en de vuurwerkramp
Wanneer een puinlocatie afgezocht kan worden,
in Enschede, Nederland (2000), zijn eigen USAR
moet de locatie in kaart gebracht worden waarbij
team opgericht: USAR.NL (USAR.NL staat voor
men de randen waar men kan lopen en de onveilige
Urban Search and Rescue Nederland). Het team is
plekken bepaalt, vaststelt welke objecten specifiek
formeel geïnstalleerd op 26 november 2003 door
afgezocht moeten worden en kijkt hoe de wind staat.
Minister Remkes. USAR.NL is een specialistische
bijstandseenheid met als missie ‘het verlenen van
In principe worden eerst de randen van het puin
integrale hulp na een ramp of een zwaar ongeval in
afgezocht waarbij men tegen de wind in werkt. Door
binnen- en buitenland, gericht op het redden van
op deze manier gebruik te maken van de
mensen en dieren zolang dat nog kan’.
windrichting wordt het voor de hond eenvoudiger
gemaakt om snel en nauwkeurig een slachtoffer te
Internationaal werkt USAR.NL conform afspraken
lokaliseren terwijl veilig wordt gewerkt. Daarna
die in VN-verband zijn gemaakt. Binnen de VN is in
worden restanten van gebouwen in het gebied
1991 op initiatief van een aantal internationale zoek-
afgezocht. Ook hierbij dient rekening gehouden te
en reddingsteams, die in 1988 hulp boden bij de
worden met de windrichting: onderwinds beginnen.
aardbeving in Armenië, INSARAG opgericht; de
Hiernaast is ter illustratie een schets van een
International Search and Rescue Advisory Group
zoeklocatie gegeven met de geadviseerde
(nb: voor meer informatie over INSARAG zie:
zoekvolgorde (figuur 11).
http://insarag.org/). Het is een netwerk van
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 17
landen die vatbaar zijn voor aardbevingen of andere

de opdrachtgever dient toestemming te geven
voor een inzet.
rampen die tot instortingen kunnen leiden en landen
en organisaties die daarbij hulp bieden. Het is
specifiek toegewijd aan zoek- en reddingsoperaties
Overige criteria:
in stedelijk gebied (Urban) en operationele

voor een inzet in het buitenland geldt: binnen 72
uur ter plaatse;
coördinatie in het veld.

voor een binnenlandse inzet geldt: binnen 4 uur
ter plaatse;
Een onderdeel van INSARAG is het classificeren
van verschillende USAR teams zodat de juiste

er zijn fondsen beschikbaar;
teams ingezet worden bij rampen. Er zijn drie

de persoonlijke veiligheid van de teamleden is
gewaarborgd;
classficaties:


de aard van de bilaterale contacten maakt hulp
“light” = “surface seach and rescue” direct na
mogelijk of gewenst. Er zijn geen procedurele of
ramp, deze groepen worden niet ver van de ramp
politieke belemmeringen.
ingezet;

“medium” = “technical search and rescue
Werkzaamheden:
operations in structural collapse incidents”
waarbij de groep binnen 32 uur ter plaatse moet

kunnen zijn, en 24 uur/dag gedurende 7 dagen

uitvoeren, zoals het:

op 1 locatie moet kunnen werken;
“heavy” = “difficult and complex technical search
uitvoeren van verkenningen en verrichten van
assessments;

and rescue operations” in grote complexe
USAR.NL kan diverse werkzaamheden
rampen met behulp van zowel honden als
opsporen, redden en in veiligheid brengen van
slachtoffers;
technische middelen. Deze groepen moeten

binnen 48 uur operationeel kunnen zijn en 24
verlenen van levensreddende en eventueel
andere eerste hulp op de vindplaats;
uur/dag gedurende 10 dagen op 2 locaties

bergen van dodelijke slachtoffers;
werkzaam kunnen zijn.

stabiliseren en zo mogelijk veilig afhandelen van
USAR.NL is sinds 2007 geclassificeerd als ‘heavy
een vervolgincident ter plaatse;

team’ naar deze richtlijnen.
leveren van specifieke deskundige ondersteuning
(waaronder het onderzoeken van gevaarlijke
objecten, structuren of materialen, het
Wanneer wordt USAR.NL ingezet:
stabiliseren van beschadigde bouwwerken, het
Op de eerste plaats moet de inzet zinvol zijn en een
identificeren en markeren van straten en
aanvulling bieden op de lokale
gebouwen, het plaatselijk coördineren van en
hulpverleningsmogelijkheden. De algemene criteria
leidinggeven aan hulpverleners);

zijn:
kwartier maken voor andere, aanvullende
hulpverlening en het fungeren als uitvalsbasis


er is sprake van een ernstige of omvangrijke
binnen de operationele inzetduur van maximaal
calamiteit;
10 dagen;
er is een concrete hulpvraag van het getroffen

land;

Reception Departure Centre;
het betreft het zoeken en redden van mens en
dier;

(tijdelijk) inrichten en laten functioneren van een

(tijdelijk) inrichten en laten functioneren van een
On-site Operations Coordination Center
het ramptype en de omvang passen bij ‘urban
search and rescue’;
Daarbij werkt USAR.NL complementair aan de
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 18
lokale hulpverleners en samen met aanwezige
Schoon, A. & Haak, R. 2002. K9 suspect
USAR teams van andere landen.
discrimination. Detselig Enterprises, Alberta.
Internationaal geldt de ongeschreven regel dat
Huo, R. et al. 2011 The trapped human experiment.
gedurende de eerste 72 uur na de aardbeving of
Journal of Breath Research, vol. 5.
andere ramp de prioriteit ligt op het redden van
levens. Daarna volgen mogelijk werkzaamheden
Lit, L. & Crawford, C.A. 2006 Effects of training
waaraan ter plaatse behoefte bestaat en kunnen
paradigms on search dog performance. Applied
werkzaamheden eventueel worden overgedragen
Animal Behaviour Scince Vol 98: 277-292
aan andere hulpverleners.
Interessante sites:
Flexibel inzetbaar
“www.disasterdog.org”
USAR.NL is zodanig georganiseerd, dat het flexibel
“www.usar.nl”
kan worden ingezet, naargelang de
omstandigheden. Afhankelijk van diverse factoren
kan het gehele team, een gedeelte hiervan of een
bepaald specialisme worden ingezet. Ook kan het
team worden gecombineerd met (delen van) een
USAR team van een andere staat en worden
uitgebreid met specialisten van buiten. Bovendien
kunnen teamleden van USAR.NL op individuele
basis worden ingezet.
9 Referenties
Voor deze syllabus is vooral gebruik gemaakt van de
volgende bronnen:
Krunkelsven, E. van, 2004. Geurdetectie bij honden.
Syllabus Federale Politie, Belgie
Syrotuck, W.G. 1972. Scent and the scenting dog.
Arner Publications, New York
Hudson, D., Curran, A. & Furton, K. 2008. Evaluation
of odor collection/transfer, preservation,
persistence/dissipation and testing/deployment for
human scent. IFRI, Florida International University
Miami.
Theoriestof - Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document. - jul 2015 19
Download