jeruzalem - Centrum voor Mondiaal Onderwijs

advertisement
JERUZALEM
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON
Tekst: Herman Bosman, Harry de Ridder en Olav Jansen
Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Palestine Monitor, Jerusalem Shots,
Wordpress, Israel in Photos, Bijbelseonderwerpen
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan
op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met
ons op te nemen via [email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Dit pakket vervangt een eerdere versie, gemaakt in samenwerking met Pax Christi en
de Europees-Arabische Dialoog van onderop (EAD).
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en
Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de
commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009
II
INHOUD
Een kleurrijke stad
Twee volken, drie godsdiensten
Pelgrimsoord
Bestuur en economie
pag. 1
pag. 2
pag. 3
pag. 4
3000 Jaar uit de geschiedenis van Jeruzalem
Van koning David tot de diaspora van de joden
(1000 v. Chr. tot 70 na Chr.)
Romeins, Arabisch en Ottomaans bestuur (70-1917)
Brits, Jordaans en Israëlisch bestuur
pag. 5
pag. 5
Het hemelse Jeruzalem
De stad van de tempel, de visie van de joden
De stad van de Messias, visie van de christenen
De stad van de Hemelvaart van Mohammed, de visie van de moslims
pag. 10
pag. 10
pag. 11
pag. 12
Dagelijks leven in Jeruzalem
Susanna en de joodse thuisstad
Leven als Palestijn in Jeruzalem
Rami, of de onmisbare Palestijnse (kind-)arbeiders
pag. 13
pag. 13
pag. 15
pag. 18
Verdeelde stad
Jeruzalem: een gespleten stad
Barrière
De Palestijnse Autoriteit
pag. 21
pag. 21
pag. 22
pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
pag. 6
pag. 8
IV
EEN KLEURRIJKE STAD
Jeruzalem is een van de oudste steden van de wereld met een geschiedenis van 4000
tot 6000 jaar oud. Jerusalem (in het Engels met een ‘s’ ) is de schrijfwijze die je het
meest ziet. In het Hebreeuws (de taal van de joden) heet de stad Jerushalayim, in het
Arabisch wordt de stad Al-Quds (= De Heilige) of Al-Muqaddas genoemd. De naam
Jeruzalem is volgens sommigen afgeleid van ‘Urusalim’, van een oude taal die nu niet
meer gesproken wordt, en betekent ‘gesticht door God’.
Jeruzalem is een heilige stad van drie verschillende godsdiensten: jodendom, christendom en
islam. Vaak is geprobeerd om de hele stad voor
één van deze godsdiensten op te eisen met uitsluiting van de twee andere. Velen hopen dat de
stad een symbool van vrede en verdraagzaamheid wordt en dat Jeruzalem de eretitel ‘stad
van vrede’ zal krijgen.
Gezicht op Jeruzalem
De heuvel Sion
Stadsgezicht de Oude Stad
Jeruzalem ligt in de bergen pal naast een vlakte,
die over een afstand van ongeveer 60 kilometer
afhelt naar de kust van de Middellandse Zee.
Ten oosten van de stad ligt de Jordaanvallei, het
gedeelte tussen de bergen van Moab en de Dode Zee. Even buiten het centrum ligt de heuvel
Sion.
De stad en haar omgeving hebben een klimaat
met droge, hete zomers en koele, natte winters.
Het is er meestal zonnig. Jaarlijks valt er ongeveer 500 millimeter regen, iets meer dan de
helft van wat er in Nederland valt. De stad moet
water voor haar bewoners uit de omgeving aanvoeren. Hiervoor is nog steeds een aquaduct
(Romeinse waterleiding, bestaande uit een gemetseld kanaal) in gebruik dat in de 8e eeuw
voor Christus is aangelegd. Jeruzalem krijgt ook
water via het nationale waterleidingnet.
Jeruzalem is een stad met meer dan 750.000
inwoners op een oppervlakte van 110 km2.
Daarmee is het de grootste stad van Israël. Zij
bestaat uit twee gedeeltes: de Oude Stad
rondom de Tempelberg en de Nieuwe Stad, een
gebied waar vanaf 1860 diverse wijken zijn gebouwd.
De Oude Stad heeft een joodse, een Armeense,
een islamitische en een christelijke wijk. Dit deel
is een netwerk van nauwe straatjes en er zijn
talrijke bedehuizen en markten te vinden. Het
lijkt sterk op andere steden in het MiddenOosten.
1
De Nieuwe Stad bestaat voor het grootste deel
uit moderne woonwijken en parken, maar er
zijn ook oudere wijken die in dezelfde stijl gebouwd zijn als steden in Oost-Europa of landen
aan de Middellandse Zee. In dit stadsdeel wonen joden die oorspronkelijk uit alle delen van
de wereld afkomstig zijn. Wie als toerist of pelgrim de stad bezoekt, ziet een kleurrijke verscheidenheid aan bouwstijlen en klederdrachten.
Twee volken, drie godsdiensten
In Jeruzalem met alle buitenwijken bestaat
70% van de bevolking uit joden en 30% uit Palestijnen. De twee groepen zijn niet gelijkmatig
over de stad verdeeld, maar bewonen ieder een
helft van de stad en de scheidslijn loopt van
noord naar zuid. Men spreekt dan ook van West
en Oost-Jeruzalem.
In West-Jeruzalem zijn de meeste inwoners van
joodse afkomst. Ze spreken Hebreeuws, maar
sommigen kunnen ook Arabisch spreken. De
joden zijn dan wel de grootste bevolkingsgroep
van de stad, maar ze hebben een uiteenlopende
culturele achtergrond. Sommige joden zijn afkomstig uit Europa of Amerika of stammen af
van immigranten uit die gebieden. Deze joden
worden Askenaziem genoemd. Andere joden
komen uit landen aan de Middellandse Zee, Azië
of Afrika. Deze groep joden worden de Sefardiem genoemd.
De bevolking van Oost-Jeruzalem bestaat voor
het grootste gedeelte uit Palestijnen (al wonen
er ook joden in Oost-Jeruzalem). De Palestijnen
spreken Arabisch, maar sommigen van hen
spreken ook Hebreeuws. Ze hebben een gemeenschappelijke culturele achtergrond en ze
beschouwen zich, samen met de Palestijnen in
Israël of erbuiten, als één volk.
Jeruzalem is ook de stad van drie godsdiensten.
De meeste stadsbewoners zijn aanhangers van
de joodse godsdienst. Het zijn bijna allemaal
mensen van joodse afkomst, want voor mensen
die niet van joodse afkomst zijn, is het moeilijk
zich tot het jodendom te bekeren. Dat wil niet
zeggen dat alle mensen van joodse afkomst
praktiserend (= leven volgens de regels van de
godsdienst) jood zijn; sommigen van hen zijn
nauwelijks of helemaal niet godsdienstig.
2
Stadsbeeld van West-Jeruzalem met
een moderne brug voor een tramlijn
die door de stad gaat lopen
Palestijnse wijk in Oost-Jeruzalem
De tweede godsdienst is de islam. De meeste
Palestijnen in Jeruzalem zijn moslims, maar er
zijn ook christelijke Palestijnen. Doordat het
aantal Palestijnen sneller is gegroeid dan dat
van de joden, is ook de aanhang van de islam
sneller gegroeid dan die van de joodse godsdienst.
Een deel van de stadsbewoners bestaat uit
christenen. Er zijn verschillende christelijke
stromingen in de stad. De grootste zijn de
Grieks– en Russisch-orthodoxe kerk, de roomskatholieke kerk en de Armeense kerk. Er zijn
ook protestantse kerkgenootschappen in de
stad.
Kijkje op de Heilig-Grafkerk
Voor elk van deze godsdienstige groepen is Jeruzalem een heilige stad en zij hebben in Jeruzalem hun eigen heilige plaatsen waar pelgrims
komen. Deze plaatsen worden dan ook met de
grootste zorg onderhouden.
Pelgrimsoord
Zo zijn er in Jeruzalem plaatsen die heilig zijn
voor joden, christenen of moslims.
Voor de christenen zijn de heilige plaatsen in
de stad de plaatsen waar het lijdensverhaal
van Jezus Christus zich heeft afgespeeld. Dat
zijn de plaats van het Laatste Avondmaal, de
Olijfberg waar Jezus door Judas is verraden, de
route die Hij volgde van het paleis van Pilatus
met het kruis op zijn rug, de heuvel Golgotha
waar Hij aan het kruis is geslagen en het graf
waarin Hij werd bijgezet en waaruit Hij is verrezen. Op de plaats van het graf staat sinds de
4e eeuw de Heilig-Grafkerk.
De Rotskoepel
Gezicht op de Westelijke Muur met
op de achtergrond de Tempelberg
Voor moslims is de heilige plaats bij uitstek de
Rotskoepel waar de profeet Mohammed ten
hemel is opgestegen. Daar staat nu een moskee met dezelfde naam. Beroemd is ook de AlAqsa-moskee naast de Rotskoepel. Jeruzalem
geldt dan ook als één van de belangrijkste heilige steden in de islam.
Voor de joden is de meest heilige plaats de
Tempelberg. Hier heeft de tempel gestaan die
koning Salomon heeft laten bouwen. Na een
verwoesting is de tempel herbouwd. Van deze
tweede tempel is een restant overgebleven, de
Westelijke Muur, ook wel bekend als de Klaagmuur.
3
Andere heilige plaatsen zijn de begraafplaats van
koning David op de berg Sion en de Olijfberg
met de oude begraafplaats van de stad.
Alle heilige plaatsen staan onder verantwoording
van het Israëlische Ministerie van Godsdienstzaken. Iedere godsdienstige gemeenschap bestuurt, beschermt en onderhoudt haar eigen heilige plaatsen. Het hele jaar door, maar vooral op
godsdienstige feestdagen, trekken deze plaatsen
pelgrims van over de hele wereld aan.
Graftombe koning David
Bestuur en economie
Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Hier werken de president en de ministers van het land en
hier vergadert de Knesset, het parlement van
Israël.
De stad wordt bestuurd door de burgemeester
en de gemeenteraad. Zij worden door de joodse
stemgerechtigde bewoners gekozen. Weliswaar
mogen ook de Palestijnse inwoners stemmen,
maar die doen dat niet omdat ze het Israëlische
bestuur niet erkennen.
West-Jeruzalem is een moderne stad, met overal
waterleiding, riolering en openbaar vervoer. Er
zijn ook enkele moderne ziekenhuizen en klinieken. Alle kinderen gaan naar school. De meeste
scholen worden door de gemeente en de staat
bekostigd, andere door godsdienstige organisaties. West-Jeruzalem heeft ook een universiteit.
Hoe anders is het in Oost-Jeruzalem. Daar vind
je geen moderne ziekenhuizen, geen goed georganiseerd openbaar vervoer en een verouderde
waterleiding en riolering. Ook Oost-Jeruzalem
heeft een universiteit, maar die heeft in vergelijking met de joodse universiteit maar weinig middelen.
Veel bewoners zijn ambtenaar, werken in het
onderwijs of bij een van de vele religieuze instellingen. Doordat de stad voortdurend wordt uitgebreid, kunnen veel mensen in de bouw hun
brood verdienen. Ook de aanhoudende toestroom van bezoekers aan de stad zorgt voor
banen en inkomsten.
Er is geen zware industrie in de stad; hoogovens, autofabrieken en dergelijke zijn er niet te
vinden. Wel zijn er in West-Jeruzalem diamantslijperijen en fabrieken voor elektrische apparaten, geneesmiddelen en cosmetica. In OostJeruzalem vind je voornamelijk ambachtslieden.
4
Knesset (achterzijde)
Universiteit West-Jeruzalem
Oost-Jeruzalem
3000 JAAR UIT DE GESCHIEDENIS
VAN JERUZALEM
Jeruzalem is een stad met een oude geschiedenis die tot 6000 jaar terug gaat. Over
Jeruzalem is veel te vinden in de bijbel (het heilige boek van de christenen; het Oude
Testament is ook heilig voor de joden). We beperken ons hier tot de belangrijkste feiten uit de geschiedenis vanaf zo’n 3000 jaar geleden, toen Jeruzalem voor het eerst
hoofdstad werd van het koninkrijk Israël.
Van koning David tot de diaspora
van de joden (1000 v. Chr. tot 70
na Chr.)
In 1000 v. Chr. worden de Filistijnen in
een oorlog door de Judeërs verslagen.
De gebieden Juda, Samaria en Galilea
vormen daarna samen het koninkrijk
Israël. David wordt de eerste koning.
Hij bouwt in Jeruzalem een klein heiligdom waar de Ark van het Verbond
(overeenkomst tussen Mozes en God
waarbij is aangegeven dat de joden
het uitverkoren volk zijn en waarin is
afgesproken dat ze zich houden aan de
Tien Geboden) in geplaatst wordt. Ook
laat David daar zijn paleis bouwen. Jeruzalem wordt zo de hoofdstad van
zijn koninkrijk.
Kaart van de Oude Stad Jeruzalem
De Ark van het Verbond nagemaakt
Voorstelling van Salomon’s tempel
Zijn zoon en opvolger Salomon bouwt in 950 v.
Chr. de Eerste Tempel waar vanaf dat moment
de Ark wordt bewaard. Jeruzalem wordt dan
ook de heiligste stad van het koninkrijk. Na de
dood van Salomon valt het koninkrijk in twee
delen uiteen (de term Israël verdwijnt weer).
Rond 550 v. Chr. wordt de Tempel verwoest
door de Babyloniërs. Enkele decennia later mag
de Tempel herbouwd worden, de Tweede Tempel.
Het gebied wordt vanaf de zesde eeuw voor
Christus aangeduid als Palestina. In 63 v. Chr.
komt Palestina onder Romeins bestuur en
wordt Jeruzalem door Romeinse troepen ingenomen. Het gebied wordt een provincie van het
Romeinse Rijk en wordt Palaestina (met ‘ae’)
genoemd.
In 63 na Chr. komen de joden in opstand,
maar de Romeinen slaan in 70 de opstand
neer. Ze verwoesten Jeruzalem en de Tweede
Tempel wordt daarbij niet gespaard.
5
Joden mogen daarna niet meer in de stad wonen. Hiermee begint de periode waarin
joden zich overal over de wereld verspreiden en geen thuisland hebben, de diaspora.
Tijdens de eerste eeuw na Christus ontstaat er in Israël een nieuwe godsdienst: het
christendom. Aanhangers van deze godsdienst stichten in Jeruzalem hun eerste kerk.
Ze worden door de bestuurders van de stad vervolgd en wijken daarom uit naar andere gebieden in het Midden-Oosten en rond de Middellandse Zee.
Romeins, Arabisch en Ottomaans bestuur (70-1917)
Als de joden in 132 weer in opstand komen, besluit keizer Hadrianus Jeruzalem helemaal met de grond gelijk te maken en te herbouwen onder de naam Aelia Capitolina.
Tevens maakt hij in Palestina de godsdienst van de Romeinen tot staatsgodsdienst;
andere godsdiensten zijn verboden. Het christendom krijgt echter steeds meer aanhang. Keizer Constantijn en zijn moeder bekeren zich zelfs tot het christendom. In 324
wordt het christendom staatsgodsdienst in het Romeinse rijk. Nadat zijn moeder in
328 Jeruzalem heeft bezocht, wordt de stad de heilige stad van het christendom. In
335 laat zij daar de Heilig-Grafkerk bouwen op de plaats waar Jezus is gekruisigd.
Binnen in de Heilig-Grafkerk
Vanaf omstreeks 620 verspreidt zich vanuit het huidige Saoedi-Arabië de islam. Troepen onder leiding van de profeet Mohammed en zijn opvolgers veroveren steeds meer
gebieden in het Midden-Oosten.
In 638 veroveren moslims onder leiding van kalief Omar Jeruzalem. De Heilig-Grafkerk
wordt een moskee. Omstreeks 690 laat kalief Abed el-Malik op de Tempelberg de Moskee van de Rotskoepel bouwen; de plek waar Mohammed ten hemel is opgestegen.
Jeruzalem wordt een van de belangrijkste steden van het nieuwe moslim-rijk. Joden
mogen weer in Jeruzalem wonen en worden door het moslimbestuur met rust gelaten,
evenals de christenen.
In 1098 begint de periode van de Kruistochten. Na oproepen van de paus trekken
groepen gewapende christenen vanuit Europa naar Palestina om de heilige plaatsen
Bethlehem, Nazareth en Jeruzalem met geweld weer onder christelijk bestuur te brengen. De eerste kruistocht, die in 1098 begint, heeft succes. Kruisvaarders richten een
bloedbad aan, veroveren de stad en een groot gebied eromheen en stichten het Koninkrijk Jeruzalem. Moslims en joden mogen niet meer in de stad wonen en islamitische heiligdommen in de stad worden voortaan voor christelijke erediensten gebruikt.
6
Saladin
Graf van de Maagd Maria
Bethlehem
Theodor Herzl
De Moskee van de Rotskoepel wordt verwoest. Ook
wordt de Heilig-Grafkerk hersteld en weer in gebruik
genomen.
In 1187 verovert de moslim Saladin de stad en
maakt een einde aan het koninkrijk van de christenen. De kerken van de christenen en de synagogen
van de joden laat hij ongemoeid. De Moskee van de
Rotskoepel wordt herbouwd.
Vanaf 1247 blijft de stad onder bewind van islamitische vorsten.
In 1517 wordt Palestina met Jeruzalem onderdeel
van het Ottomaanse Rijk (met het huidige Turkije
als centrum).
Eind 18e eeuw moet de regering van het Ottomaanse Rijk toestaan dat landen als Engeland, Frankrijk
en Rusland zich met de politiek in het Ottomaanse
Rijk gaan bemoeien. Deze landen bouwen in Jeruzalem bijvoorbeeld hun eigen consulaten (een soort
ambassades).
In 1852 vaardigt het Ottomaanse bestuur een decreet (verordening) uit, Status Quo genaamd. Hierin
staat wat de verschillende godsdiensten mogen
doen met de heilige plaatsen: de Kerk van het Heilig
Graf, het klooster van Deir al-Sultan, het heiligdom
van de Hemelvaart op de Olijfberg en het Graf van
de Maagd Maria. De regeling geldt ook voor enkele
heilige plaatsen in Bethlehem. De Status Quo bepaalt ook dat iedereen vrij toegang tot de heilige
plaatsen heeft en vrijheid van godsdienstuiting.
Het decreet blijft van kracht nadat Palestina in 1917
door de Engelse troepen wordt veroverd.
Intussen komen er steeds meer joden in Jeruzalem
wonen. De toestroom wordt zo groot dat de Oude
Stad te klein wordt. Buiten de muren die de Oude
Stad beschermen, verrijzen nieuwe woonwijken.
Vooral uit Rusland en andere landen in Oost-Europa
komen er joden. Die zijn op de vlucht voor discriminatie en geweld tegen joden.
De toestroom van joden naar Palestina en Jeruzalem
groeit als de Weense jood Theodor Herzl in 1897 de
Zionistische Federatie opricht (genoemd naar Sion,
de heuvel vlakbij de Oude Stad van Jeruzalem).
De Zionistische Federatie streeft naar de stichting
van een Nationaal Tehuis voor joden, waar ook ter
wereld. Men wil daarvoor een gebied in Palestina,
Argentinië of Oeganda laten inrichten. Onder druk
van orthodoxe (= streng godsdienstige) joden kiest
de beweging voor Palestina, het land waar de joden
oorspronkelijk vandaan komen en dat hen volgens
henzelf dus toebehoort.
7
De oorspronkelijke joodse bewoners van Jeruzalem zijn
niet blij met de komst van zoveel nieuwe immigranten. Ze
keren zich vaak openlijk tegen de Zionistische beweging
omdat de immigranten steeds meer grond opkopen. Dat
doen ze ook elders in Palestina en dat zet weer kwaad
bloed bij de Palestijnen die hun woongebied steeds kleiner
zien worden.
Brits, Jordaans en Israëlisch bestuur
In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit. In deze oorlog
is het Ottomaanse Rijk bondgenoot van Duitsland en tegenstander van Engeland. Duitsland en zijn bondgenoten
verliezen de oorlog. Na de Eerste Wereldoorlog valt het
Ottomaanse Rijk uiteen. Palestina wordt een mandaatgebied (een gebied dat tijdelijk wordt bestuurd door een ander land), met toestemming van de Volkenbond (voorloper
van de Verenigde Naties, tussen WO I en WO II) en wordt
bestuurd door Engeland. Palestina wordt bestuurd vanuit
Jeruzalem. In 1924 neemt het Britse Hoge Commissariaat
in Jeruzalem het beheer van de heilige plaatsen over (en
schaft daarmee de Status Quo af).
Neerslaan van opstand
Dan vraagt de Zionistische Federatie aan de Engelse regering of ze in Palestina het Nationaal Tehuis mogen stichten.
Ze krijgen van de Engelse regering toestemming.
De Engelse regering doet tegelijkertijd twee tegenstrijdige
beloftes, want aan de Arabische bewoners in Palestina belooft ze dat ze binnen tien jaar ook een eigen staat mogen
stichten. Van het laatste komt niets terecht.
In 1936 komen de Palestijnen in opstand tegen het Engelse bestuur. Gedurende drie jaar slaan de Engelsen de opstand neer.
De nazi’s
De toestroom van joden naar Palestina wordt vooral na de
Tweede Wereldoorlog steeds groter. Dat is het gevolg van
de holocaust, de massamoord op Europese joden door het
Duitse nazi-regime. De Engelsen hebben de toestand niet
meer in de hand en vragen de Verenigde Naties om te helpen met het oplossen van de problemen rond Palestina en
Jeruzalem.
Een speciale commissie van de VN komt met het voorstel
om Palestina in tweeën te delen. Jeruzalem wordt buiten
die opdeling gehouden. Jeruzalem moet gedurende tien
jaar een Corpus Separatum worden (= afzonderlijk lichaam, afzonderlijke instelling), los van beide staten en
met een internationaal bestuur. Daarna moeten de stadsbewoners tijdens een volksstemming kiezen voor aansluiting bij de joodse of de Arabische staat. Ook moet Jeruzalem vanuit beide staten vrij toegankelijk zijn en burgers uit
beide staten moeten zich in de stad kunnen vestigen.
Van dit plan komt niets terecht. De Zionistische beweging
aanvaardt de resolutie maar de Palestijnen, Transjordanië
(nu Jordanië) en andere Arabische landen wijzen het af.
Holocaust (overlevenden)
8
Kaart van VN-voorstel
Het nieuws over de staat Israël
Het uitroepen van de staat Israël
De joden roepen op 15 mei 1948 de staat Israël uit. Er breekt een oorlog uit met de Arabische buurlanden en tussen de joden en Palestijnen. De Israëli’s verwoesten 350 van de 500
Palestijnse dorpen en verslaan de Arabische
buurlanden. De oorlog eindigt in een wapenstilstand zonder vredesverdrag. Israël verovert
77% van Palestina, inclusief West-Jeruzalem.
De overige 23% wordt veroverd door Egypte
(de Gazastrook) en door Transjordanië (de
Westelijke Jordaanoever met Oost-Jeruzalem,
inclusief de Tempelberg).
Na het einde van de oorlog blijft de stad in
twee helften verdeeld. Ertussenin ligt een
strook waar geen militairen mogen komen.
Daar komt naderhand een scheidsmuur met
wegversperringen. Vooral voor de godsdienstige joden is dat onbevredigend, omdat de joodse heilige plaatsen in de Oude Stad ( in OostJeruzalem) voor joden ontoegankelijk zijn geworden. De Palestijnen op hun beurt worden
massaal uit West-Jeruzalem verdreven.
Ook bij het uitroepen van de staat Israël blijkt
dat niet alle joden het per se nodig vinden dat
Jeruzalem de hoofdstad van Israël wordt. David Ben Goerion, de eerste president van Israel, wil niet eens in Jeruzalem wonen! In de onafhankelijkheidsverklaring wordt niet gezegd
dat Jeruzalem de hoofdstad moet worden. Wél
wil de nieuwe staat in Jeruzalem alle heilige
plaatsen gaan beheren. In 1949 maakt de regering (West-)Jeruzalem tóch tot hoofdstad,
op aandringen van orthodoxe joden.
In juni 1967 sluit Egypte de Zeestraat van Tiraan voor Israëlische schepen. Israël valt
daarop de Arabische buurlanden aan en begint
de Zesdaagse Oorlog. Israël verovert de Sinaïwoestijn, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever met Oost-Jeruzalem waardoor de
stad herenigd wordt.
Ben Goerion
Vlag van Israël
Ook na 1967 vestigen zich joden van buiten
Israël in Jeruzalem. De stad wordt dan voortdurend uitgebreid. Kort voor en na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 loopt het
aantal inwoners van de stad sterk op, omdat
joden in Oost-Europa voor het eerst vrij naar
Israël kunnen reizen. In Jeruzalem worden
voor hen complete nieuwe wijken neergezet
(vaak op grond die van de Palestijnen is afgenomen).
9
HET HEMELSE JERUZALEM
Jeruzalem is de heilige stad geworden van drie godsdiensten: de joodse, de christelijke en de islamitische godsdienst. Jeruzalem is voor alle gelovigen het symbool van
hoop op vrede, geluk en eeuwig leven.
De stad van de Tempel, de visie van de joden
Volgens de Thora (= eerste vijf boeken van de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel) heeft God een verbond met de mensheid. Het verbond wordt met
Noach na de zondvloed (= wereldomvattende
overstroming) gesloten. Noach, zijn familie en enkele exemplaren van alle soorten dieren en planten, overleven de ramp aan boord van een ark
(een schip), die Noach vóór de zondvloed heeft
gebouwd. God belooft Noach de aarde nooit meer
met een zondvloed te treffen.
Het verbond wordt hernieuwd als God Abraham
belooft dat hij stamvader wordt van de Israëlieten
(joden) en de Ismaëlieten (Arabieren) en dat Kanaän het land van de joden zal worden en dat altijd zal blijven.
Voorstelling van de ark van Noach
De berg Sinaï
Als de farao (= soort koning, met goddelijk aanzien) in Egypte de joden steeds meer
onderdrukt, geeft God Mozes de opdracht de joden te leiden naar Kanaän. Bij de berg
Sinaï sluit God een nieuw verbond met Mozes. Het volk is voortaan het uitverkoren
volk en moet zich houden aan de Tien Geboden die Mozes van God ontvangt, gebeiteld in twee stenen tafelen. Het volk moet een ark (=kist) bouwen waarin de Akte van
het Verbond en de stenen tafelen worden bewaard. God zal in de Ark van het Verbond
wonen, dichtbij Zijn volk, en de Ark moet mee naar Kanaän worden gevoerd. Na de
verovering van Jeruzalem, brengt koning David de Ark naar Jeruzalem. Salomon
bouwt de Tempel waar de Ark in bewaard wordt.
10
Close-up van de Klaagmuur,
met daarin briefjes met
wensen en gebeden
Het Laatste Avondmaal
Jezus voor Pilatus
De Tempelberg is nu de heiligste plaats in Jeruzalem.
Van de Tempel resteert alleen de Westelijke of Klaagmuur. Gelovige joden hopen dat ooit de Tempel herbouwd wordt. Maar de plaats ervan wordt nu ingenomen door de Rotskoepel en de El-Aqsa-moskee, twee
heilige plaatsen van de moslims.
Volgens de belangrijkste stroming in het joodse geloof zal er een profeet uit de hemel op de Olijfberg
neerdalen om de mensheid te verlossen van zonde
en dood. De profeet heet dan ook de Messias
(Verlosser). Hij zal een eeuwigdurend rijk van geluk,
vrede en rechtvaardigheid vestigen. Jeruzalem is
daardoor voor de joden het symbool van hoop op
eeuwigdurende vrede en geluk.
De stad van de Messias, visie van de christenen
Jeruzalem is de plaats waar volgens de christenen
Jezus Christus, de Messias en Zoon van God, is vervolgd, gestorven, begraven en herrezen.
Een week voor Pesach (= joodse herdenking van de
uittocht uit Egypte) wordt Hij 2000 jaar geleden als
‘Koning van de joden’ feestelijk Jeruzalem binnengehaald. Na vier dagen houdt Hij met Zijn discipelen
het Laatste Avondmaal. De volgende ochtend wordt
Hij door de discipel Judas op de Olijfberg verraden en
overgeleverd aan Romeinse soldaten.
Hij wordt naar een gerechtshof van hogepriesters en
oudsten gebracht. Het gerechtshof stuurt Hem naar
de Romeinse landvoogd Pilatus, omdat Hij opgeroepen zou hebben tot verzet tegen het Romeinse gezag. Pilatus veroordeelt Hem tot de dood aan het
kruis. Langs de Via Dolorosa (Weg van het Lijden)
gaat Hij naar de heuvel Golgotha om daar aan het
kruis geslagen te worden en te sterven.
De jood Nicodemus begraaft Hem in een grot in de
nabijheid. Na drie dagen staat Hij op uit dit graf.
Na Zijn dood en verrijzenis stichten Zijn aanhangers
in Jeruzalem het eerste christelijke kerkgenootschap
ter wereld. Daarna hebben aan één stuk door christenen in Jeruzalem gewoond tot op de dag van vandaag toe. De stad is het belangrijkste pelgrimsoord
van het christendom geworden.
Via Dolorosa
De Olijfberg is de plaats waar de Messias op aarde
zal komen om het eeuwige rijk van vrede en rechtvaardigheid te vestigen. Voor de christenen wordt dit
dan de tweede keer. Deze verwachting heeft apostel
Johannes opgetekend in het Boek Openbaring, het
laatste boek van het Nieuwe Testament. Johannes
noemt het rijk het Nieuwe Jeruzalem. De stad is
daardoor ook voor christenen het symbool van hoop
op verlossing, vrede en eeuwig geluk geworden.
11
De stad van de Hemelvaart van Mohammed, de visie van de moslims
Voor de moslims is Jeruzalem de plaats van het offer en het verbond met Abraham en
de plaats waar de Profeet Mohammed zijn hemelreis heeft gemaakt. Hij wordt in 570
in Mekka geboren en groeit daar ook op. Hij trekt zich regelmatig terug in een grot
buiten de stad om te mediteren. Daar ziet hij in 611 de engel Gabriël die hem oproept
de volgende boodschap te verkondigen: ‘Er is geen andere God dan Allah’ (Arabisch
voor God). Hierop begint hij in Mekka een nieuw geloof te verkondigen, de islam (=
overgave aan God). Enkelen van zijn volgelingen tekenen op wat hij predikt in wat nu
het heilige boek de Koran (= voordracht) wordt genoemd. De aanhang van Mohammed groeit, maar ook het aantal vijanden. In 622 vlucht Mohammed met zijn volgelingen naar Medina. Daar verkondigt hij dat Allah ook de God is die tot Abraham gesproken heeft en dat Abraham niet alleen de stamvader is van de joden, maar ook van de
Arabieren. Mohammed trekt er in 624 met een leger op uit om Arabië tot de islam te
bekeren en in 630 komt hij ook in Mekka. Hij sterft twee jaar later in Medina.
Al-Aqsa-moskee
Rotskoepel-moskee
Van Mohammed wordt verteld hoe hij op een nacht ligt te slapen, als de aartsengel
Gabriël hem wekt. Vervolgens reist hij op een gevleugeld wit paard naar de Tempelberg in Jeruzalem. Daar gaat hij Jezus, Elia, Mozes en Abraham voor in een gebedsdienst. Daarop beklimt hij via een ladder vanaf de heuveltop de hemelen. Als hij in de
bovenste hemel is aangeland en in het aangezicht van Allah staat, vraagt Allah hem
iedereen op aarde te zeggen dat ze vijftig maal per dag de salat, het dagelijkse gebed,
moeten bidden. Op weg naar beneden komt Mohammed Mozes tegen. Als hij Mozes
vertelt dat iedereen op aarde vijftig maal per dag de salat moet bidden vindt Mozes
dat wel erg veel. Mohammed moet Allah dan maar vragen of het minder vaak mag.
Mohammed gaat terug en het wordt veertig maal. Mozes vindt dit nog te veel. Zo
blijft Mohammed heen en weer reizen tot Allah Mohammed laat weten dat iedere gelovige vijf maal per dag de salat moet bidden. Mozes gaat hiermee akkoord. Mohammed
keert terug naar de plaats waar hij lag te slapen. Tot op de dag van vandaag bidden
moslims vijf maal per dag de salat.
Om het startpunt van de hemelreis te markeren, is daar rond 690 de Rotskoepelmoskee gebouwd evenals de Al-Aqsa-moskee. Na Mekka en Medina is Jeruzalem de
belangrijkste heilige stad en een pelgrimsoord van de moslims.
Ook volgens de moslims zal Jeruzalem een centrale rol bij de verlossing van de mensheid spelen. Er zal dan een aartsengel genaamd Israafiel, die onder de Tempelberg
verblijft, van Allah bevel krijgen om op een ramshoorn te blazen. Dan zullen de doden
uit hun graf opstaan en verzamelen alle mensen zich rond de Olijfberg. Daar vindt het
Laatste Oordeel plaats. Wie uitverkoren is om het Paradijs in te gaan, zal via de Poort
van de Genade in de oostelijke muur van de Tempelberg naar het Paradijs gaan.
12
DAGELIJKS LEVEN IN JERUZALEM
Joden en Palestijnen in Jeruzalem leven gescheiden van elkaar en op hun eigen manier. De stad heeft daardoor twee gezichten. Om hiervan een indruk te geven, laten
we jullie kennismaken met enkele stadsbewoners: de joodse gids Susanna Kahane,
enkele Palestijnen die voor hun nationale en godsdienstige afkomst uitkomen en Rami
Radwan, een van de duizenden Palestijnse kind-arbeiders in Jeruzalem.
Westelijke Tempelmuur of Klaagmuur
Susanna en de joodse thuisstad
De Nederlander Marcel Kurpershoek, een bekend Arabist (= iemand die Arabisch gestudeerd heeft), heeft een tijd in Jeruzalem gewoond. Op een dag bezoekt hij de
Klaagmuur en de Kodesj ha-Kodesjim (= Heilige der Heiligen). Dit is het gedeelte van
de Tempel waar de Ark van het Verbond heeft gestaan. De Ark is spoorloos verdwenen, maar de steen waar de Ark op heeft gestaan, is bewaard gebleven.
Een joodse gids, Susanna Kahane, leidt Kurpershoek en een Amerikaanse vrouw genaamd Celia rond langs de Muur en door een tunnel die langs de Muur naar de beroemde steen voert.
Voordat de echte rondleiding begint, vertelt Susanna over de tempel. Ze legt uit dat
de tempel waarvan de Muur een restant is niet de tempel is die koning Salomon heeft
laten bouwen (wat veel toeristen denken). De tempel is meermalen verwoest en weer
herbouwd. De laatste keer gebeurde dat door Herodes, de onderkoning die ten tijde
van Jezus Christus namens de Romeinse keizer over Palestina regeerde. Herodes was
de joden welgezind en stond toe dat joodse pelgrims de stad bezochten. Het is dezelfde Herodes die volgens het Nieuwe Testament in Bethlehem alle baby’s liet afslachten,
in de hoop daarmee ook de pasgeboren Messias uit de weg te ruimen.
Susanna legt ook de indeling van de Tempel uit en vertelt over de Zondebok. De Zondebok is de bok die symbolisch alle zonden van de stadsbewoners op zich genomen
krijgt en dan over een brug over de Kidron-vallei de Tempelberg wordt afgejaagd.
13
Tijdens de rondleiding vertelt Celia aan Susanna
waarom ze naar Jeruzalem is gekomen. Ze is een
Amerikaanse orthodoxe jodin die zich sterk aangetrokken voelt tot Jeruzalem, het centrum van het jodendom, waar ze zich wil vestigen. Maar ze heeft nog
geen besluit kunnen nemen. Zij en haar man hebben
in Seattle een goedlopende brillenzaak en verdienen
daarmee een dik belegde boterham. Zou zij het aandurven om in Jeruzalem een nieuw bestaan op te
bouwen en een huis te betrekken in een nieuwe joodse wijk vlakbij de Tempelberg?
Susanna geeft haar geen advies, maar zegt haar wel
dat joodse immigranten makkelijk aan (goedbetaald)
werk kunnen komen. Veel orthodoxe joden in Amerika en Europa voelen zich aangetrokken tot Jeruzalem
en sommigen vestigen zich daar ook. Zij worden dan
kolonisten die in pas gebouwde joodse wijken hun
intrek nemen. Ook Susanna is op die manier uit Amerika naar Jeruzalem verhuisd. Andere orthodoxe joden kopen of bouwen huizen in Jeruzalem om er vervolgens niet of slechts af en toe in te wonen.
Na de rondleiding bij de tempelmuur lopen de schrijver en Susanna rond door de Oude Stad. Ze vertelt
daarbij hoe ze over allerlei zaken denkt. Als de Arabische buurlanden van Israël de Zesdaagse oorlog in
1967 hadden gewonnen en Oost-Jeruzalem onder
Jordaans bestuur was gebleven, zouden volgens haar
de joodse heilige plaatsen zeker zijn vernietigd. Ook
zouden de joden allemaal over de kling zijn gejaagd
in naam van de islam die altijd te vuur en te zwaard
moet worden verbreid. Ze bezweert dat de joden zoiets nooit zouden doen. Voor een deel heeft ze gelijk.
De Israëli’s hebben inderdaad de moslims en hun
heilige plaatsen gespaard. Zo zijn de Al-Aqsa-moskee
en de Rotskoepel ongemoeid gelaten, maar ze sluit
de ogen voor het feit dat moslims (Palestijnen) in Jeruzalem toch op allerlei manieren gediscrimineerd
worden.
Susanna vindt dat er eigenlijk geen moslims in de
stad thuishoren. De moslimwijk in de Oude Stad is
voor haar een wijk waar eigenlijk joden moeten wonen, want de joden woonden er al voordat er moslims waren. De joden hebben, zo vindt ze, de oudste
rechten. En ze gebruiken volgens haar alleen geoorloofde middelen om die rechten uit te oefenen. Er
worden geen stukken grond en huizen van Palestijnen afgepakt, maar eerlijk gekocht, zegt ze. Daar
werkt Susanna zelf aan mee. Fooien die ze van pelgrims en toeristen krijgt, moeten de bouw van een
nieuwe synagoge in de moslimwijk van de Oude Stad
helpen bekostigen.
14
Stadsgezicht Jeruzalem
Westmuur of Klaagmuur
Ook is ze lid van een organisatie van kolonisten die Ateret
Kohanim heet (= Kroon van de Priesters). Die helpt bij het
opkopen van Palestijnse stukken grond en huizen. Dat
doet Ateret Kohanim, en dat zegt Susanna er niet bij, om
Palestijnse wijken helemaal voor joden te helpen inrichten.
Wat Susanna óók niet vermeldt, is dat Ateret de Rotskoepel en de Al-Aqsa-moskee wil vernietigen.
De organisatie waar ze lid van is, doet ook goed werk: ze
beschermt ook joodse pelgrims bij de Klaagmuur door regelmatig te patrouilleren en ze begeleidt kolonisten die
binnen de stad reizen, schoolgaande kinderen bijvoorbeeld
en mensen die buiten hun wijk boodschappen doen.
Markt in de Oude Stad
Straatje in de Oude Stad
Toch draagt Susanna niet alle Palestijnen en andere moslims in de stad een kwaad hart toe. Toen ze als ambtenaar
in een postkantoor werkte, behandelde ze klanten altijd op
dezelfde manier of ze nou joden waren of niet. Ze heeft
ook geen bezwaren tegen inkopen doen in winkels van
moslims. En: ‘Het is goed om ze wat werk om handen te
geven (…) om ze een redelijk bestaan te gunnen.’
Leven als Palestijn in Jeruzalem
De meeste Palestijnen in Jeruzalem behoren tot de armste
groepen van de stad. Velen hebben een eigen winkeltje of
verrichten laaggeschoold werk. Voor de betere banen, bij
de gemeente, komen ze niet in aanmerking.
Als Palestijn in Jeruzalem loop je ook de kans de woning
waarin je bent geboren en opgegroeid kwijt te raken. Het
is meer dan eens, in het verleden, maar ook recentelijk
nog, gebeurd dat een makelaar de grond waarop het huis
van een Palestijnse familie stond, opkocht en doorverkocht aan een joodse familie. De Palestijnse familie wist
van niets en bleek dan ineens een huis te hebben op
grond die niet van henzelf was. Ze moesten dan hun huis
verlaten. Dat gebeurde en gebeurt vooral met huizen op
de grens van joodse en Palestijnse wijken.
Op die manier zijn talrijke Palestijnen die in Jeruzalem zijn
geboren en getogen uit de stad verdwenen. Dat overkwam
ook Mounir Fasheh. Hij is in 1941 in Jeruzalem geboren.
Na de oorlog in 1948 moet hij met zijn familie de stad uit.
Pas na de Zesdaagse Oorlog in 1967 mag hij de stad weer
in om zijn geboortehuis te bezoeken. Dat doet hij omdat
hij daar is opgegroeid en dus nog steeds een sterke band
met het huis heeft.
Palestijnen krijgen ook te maken met vooroordelen en
hokjesgeest. Dat merkt Mounir als hij met de joodse bewoonster van zijn geboortehuis in gesprek raakt. De
vrouw kan maar niet geloven, dat niet alle Palestijnen
moslims zijn. Er zijn ook Palestijnse christenen en Mounir
is een Palestijnse christen. ‘Nee,’ zegt de vrouw, ‘je kan
niet tegelijk christen en Arabier zijn.’
In de Heilig-Grafkerk
15
Een ander voorbeeld van hokjesgeest ervaart Mounir
als hij net als de andere Palestijnen op de Westelijke
Jordaanoever een pas moet aanvragen, die hij altijd
bij zich moet dragen. De Palestijnen vinden het niet
zo belangrijk dat de pas vermeldt welke godsdienst
de bezitter aanhangt, maar de Israëli’s vinden het
wel nodig. Ze willen de christelijke en islamitische
Palestijnen per se van elkaar kunnen onderscheiden.
Ten slotte krijgen Palestijnen lang niet altijd gelegenheid om hun godsdienstige feesten te vieren. Dat
blijkt ieder jaar weer als Palestijnse moslims in Jeruzalem de vastenmaand ramadan houden. Tijdens de
ramadan eten, drinken en roken ze niet van zonsopgang tot zonsondergang. Om aan te geven wanneer
het vasten voorbij is, wordt er elke dag vlak buiten
de Oude Stad een kanon afgevuurd. Overal in de
stad is het kanon te horen. Zo weten moslims precies wanneer ze weer mogen eten en drinken. Het is
een eeuwenoude traditie en het afvuren van het kanon is een taak die al die tijd door leden van de familie Sandouka wordt uitgevoerd. Het kanon staat
bij de Damascuspoort. Eerst stond het kanon vlakbij
de Rotskoepel, maar de joden die bij de Klaagmuur
kwamen bidden, vonden dat het kanon te dicht bij
deze heilige plaats stond. Op een dag halen de Israeli’s het buskruit weg dat voor het kanon wordt gebruikt. Daar is Raja Sandouka de huidige ‘Bewaker
van het Kanon’, boos over. Hij vertelt hoe hij plotseling en zonder duidelijke redenen van de overheid te
horen heeft gekregen dat hij een buskruitvergunning
moet aanvragen. Daarna pas zou hij het kanon weer
mogen afvuren. Voor hij de vergunning krijgt, moet
hij in Tel Aviv (aan de andere kant van het land) een
cursus in het hanteren van explosieven volgen. Maar
daar heeft hij geen tijd voor. De gemeente wil hem
helpen en geeft hem daartoe genoeg Chinese voetzoekers om er elke dag van de ramadan één af te
steken. Maar Raja is niet tevreden. Integendeel.
Pascontrole door de Israëli’s
Damascuspoort
‘Moet je zien, dat is alles wat ik heb,’ zegt hij, en hij
laat een Chinese voetzoeker zien. ‘Het is gewoon bespottelijk. Ik schiet met het kanon toch niet op de
Israëli’s. (…) Ze doen het gewoon om de moslims te
pesten.’
Raja heeft gelijk als hij zegt dat de voetzoekers niet
deugen, want lang niet alle moslims in de stad kunnen die horen afgaan, zodat ze niet precies weten
wanneer de vastentijd voorbij is. Ze moeten, als ze
dat kunnen, naar een Jordaanse radiozender luisteren om te horen wanneer ze met vasten kunnen of
mogen ophouden.
Joodse wijk Oude Stad
16
Broodstal Oude Stad
Daken van de Oude Stad
Toren van David
Met het ‘moslim pesten’ in Jeruzalem tijdens de ramadan krijgen Palestijnse moslims ook te maken als ze
naar Jeruzalem gaan om de Al-Aqsa-moskee en de
moskee van de Rotskoepel te bezoeken. Vooral op
vrijdagen komen er vele duizenden islamieten naar
deze moskeeën (zoals christenen op zondagen hun
kerken bezoeken en de joden op zaterdagen een synagoge). In de stad heerst dan een staat van beleg,
alsof er een militaire aanval ophanden is. Soldaten
zetten op drukke wegen extra versperringen met controleposten op, waar Palestijnen hun passen en reisvergunningen moeten laten zien. Mannen tot dertig
jaar en mensen zonder geldige papieren worden weggestuurd. Op gewone werkdagen is het vooral tijdens
het spitsuur al enorm druk in de stad; door de controles komt het stadsverkeer helemaal vast te zitten.
De extra controles en beperking van de toegang tot
Jeruzalem moeten volgens de Israëlische overheid de
stad veiliger maken. Men is altijd beducht voor terroristen die zich in de stroom gelovigen mengen om in
Jeruzalem aanslagen te plegen. Vanuit hun standpunt
is die angst wel begrijpelijk. Er zijn in het verleden
regelmatig aanslagen van Palestijnse terroristen geweest op joodse doelen en daarbij zijn veel doden gevallen, ook in Jeruzalem.
De Palestijnen hebben weinig oog voor de gevoelens
van onveiligheid van de joodse inwoners van Jeruzalem. Voor hen vormen de Israëlische maatregelen
slechts een beperking van vrijheid van reizen en van
godsdienstvrijheid, want velen van hen kunnen de
twee moskeeën nu niet bezoeken. Dat zet bij hen veel
kwaad bloed. Hun islamitische feestdagen worden dan
ook steeds meer uitingen van nationalistisch verzet
tegen de Israëlische overheid. Vooral de ramadan,
waarin de verkondiging van het geloof door Mohammed wordt herdacht, wordt een vorm van nationaal
protest. Palestijnen die eerst weinig aan godsdienst
deden, worden tegelijk toegewijde moslims en fervente nationalisten.
Edward Said heeft hetzelfde als Mounir meegemaakt.
Net als Mounir is Edward in Jeruzalem geboren en opgegroeid. Ook hij moest met zijn familie hun huis uit.
Hij heeft daarna in Egypte gewoond en woont nu in
Amerika. Hij weet dus uit eigen ervaring wat het betekent om van huis en haard verdreven te zijn.
Net als sommige andere christelijke Palestijnen van
zijn generatie heeft Edward een gedegen opleiding
gehad aan beroemde scholen in Jeruzalem waar buitenlandse (vooral Engelse en Amerikaanse) docenten
lesgeven. Hij leerde daarbij andere culturen kennen
en dat gaf hem een nieuwe kijk op zijn eigen cultuur.
17
Met deze kennis en dit inzicht is hij aan de slag gegaan om in verhalen vast te leggen
hoe Palestijnen hun eigen cultuur beleven.
Edward werkt samen met al-Haq, een Palestijnse mensenrechtengroep die verhalen
optekent van Palestijnen van wie rechten door politie of leger in de Palestijnse gebieden zijn geschonden. Rond Edward is een beweging van christelijke en ook steeds
meer islamitische Palestijnen actief die het culturele erfgoed (= alles wat een land aan
cultuur voortbrengt dat we voor ons nageslacht willen bewaren) van hun volk proberen openbaar te maken.
Edward maakt zich zorgen over de bevindingen van de groep die moeilijk over te dragen zijn op Palestijnse jongeren. Deze jongeren hebben vaak nauwelijks scholing en
hebben maar weinig idee van hoe hun omgeving er uit ziet. Jongeren die net buiten
Jeruzalem wonen, bijvoorbeeld, weten wel hoe de Rotskoepel- en de Al-Aqsa-moskee
er uit zien, maar hebben er vaak maar amper idee van hoe de stad er verder uit ziet.
Zijn medewerkers houden excursies om ze in aanraking te brengen met hun nationale
geschiedenis en cultuur. Daardoor krijgen ze niet alleen meer oog voor hun omgeving,
maar leren ze de ervaringen die ze hierbij opdoen aan anderen over te dragen.
Rami, of: de onmisbare Palestijnse (kind-)arbeiders
Rami Radwan werkt op de beroemde Mahane Yehuda-markt. Op een dag rijdt hij met
de auto van zijn baas in op een menigte op deze joodse markt. Één man komt om het
leven, enkele andere mensen raken gewond. Daarna wordt hij door woedende omstanders belaagd. ‘Het zal wel weer zo’n Palestijnse terrorist zijn’, denken joodse
stadsbewoners. ‘Hij heeft dat natuurlijk met opzet gedaan.’ Er zijn in voorgaande jaren aanslagen gepleegd; meestal door fanatieke leden van de Hamas (=islamitische
verzetsbeweging) die zichzelf opblazen in een drukke straat of in een bus en daarbij
andere mensen doden of verwonden.
De politie zoekt uit wat er precies is gebeurd. De eigenaar van de auto probeert de
politie wijs te maken dat Rami die had gestolen. Dan blijkt echter dat de eigenaar zijn
autosleutels aan Rami heeft gegeven, Hij heeft Rami gevraagd of die de auto ergens
anders wil neerzetten, omdat die verkeerd geparkeerd stond. De baas had een agent
naar de auto zien toelopen. Rami zegt dat te willen doen, maar vertelt er niet bij dat
hij nog geen auto heeft leren rijden. Bij een druk kruispunt wil hij afremmen, maar hij
drukt de koppeling in in plaats van het rempedaal en dat heeft de aanrijding tot gevolg.
18
Waarom heeft zijn baas tegen de politie gelogen? Hij wilde verhullen dat Rami een illegale
arbeider is. Nu komt dat toch uit. Rami wordt
veroordeeld wegens rijden zonder rijbewijs en
hij raakt zijn baan kwijt. Zijn baas krijgt een
flinke boete omdat hij een illegale werknemer
in dienst had.
Het ongeluk wekt grote beroering in Jeruzalem
en vele stadsbewoners vragen zich af hoe het
heeft kunnen gebeuren. De beroering is des te
groter, omdat het ongeluk de stadsbewoners
met de neus op een aantal feiten drukt waar
vooral joden liever niet aan herinnerd willen
worden. Om te beginnen kan men niet zonder
Palestijnse arbeiders, want die doen werk waar
joodse stadsbewoners niets van moeten hebben: schoonmaken, bedienen in hotels en restaurants, aanleggen van waterleiding en elektriciteit in huizen. Het zijn bovendien slechtbetaalde banen. Vervolgens is er vaak een groot
tekort aan bouwvakkers, vaklieden en personeel voor restaurants en hotels. Dat komt door
het enorme tempo waarin nieuwe wijken worden gebouwd en door de grote aantallen toeristen en pelgrims die de stad bezoeken. Hoe
onmisbaar Palestijnse arbeiders zijn, blijkt pas
echt als ze een tijd lang Jeruzalem niet in mogen. Dan zitten bouwondernemers, hoteleigenaren en kooplui met de handen in het haar.
Ze zoeken naar buitenlandse arbeiders
(Roemenen en Filippino’s bijvoorbeeld) die de
Palestijnen moeten vervangen. Dat is eind vorige eeuw enige malen gebeurd, telkens na
een aanslag door Palestijnse terroristen. Als
vergelding voor de aanslag mogen Palestijnen
dan Jeruzalem niet meer in. Het reisverbod
duurt meestal enkele dagen, maar soms ook
een paar maanden.
Ten slotte is er op grote schaal sprake van kinderarbeid. Dat is als volgt te verklaren. Palestijnse arbeiders mogen alleen Jeruzalem (en
andere delen van Israël) binnen als ze een
werkvergunning hebben. Alleen oudere getrouwde mannen krijgen zo’n vergunning, omdat aanslagen meestal door jonge ongetrouwde Palestijnse mannen worden gepleegd. Jonge Palestijnse mannelijke arbeiders zijn dan
ook moeilijk te vinden. Palestijnse kinderen
des te meer, want die mogen zolang ze jonger
zijn dan 16 jaar wél Jeruzalem (en andere delen van Israël) binnen.
19
Veel Palestijnse arbeiders in Jeruzalem (en elders in Israël) zijn dan ook kindarbeiders. Die maken hun school niet af om te gaan werken. Veel families hebben
geen volwassen kostwinners. En als er wel een volwassen kostwinner is, verdient die
vaak te weinig om de hele familie te onderhouden. Kinderen uit deze families zoeken
en vinden werk. Ze zijn vaak maar 10 jaar oud. Maar kinderarbeid is verboden in Israel. Bovendien moeten kinderen in Israël en in de autonome Palestijnse gebieden tot
hun 16e jaar naar school. Wie tóch kinderen jonger dan 16 jaar in dienst heeft, kan
een flinke boete krijgen en deze arbeidskrachten kwijtraken.
Eigenaren van winkels en andere bedrijven voeren als excuus aan dat de kinderen zélf
komen om bij hen werk te zoeken en dat ze eigenlijk geen kinderen in dienst willen
nemen. Ook gaat de politie in Jeruzalem vaak niet na of winkeliers en andere bedrijfsleiders naast legale ook illegale arbeiders in dienst neemt. Slechts bij uitzondering
wordt een baas betrapt, zoals met de baas van Rami gebeurde.
Mahane Yehuda-markt
Rami is één van de kindarbeiders. Hij is 15 jaar oud. Hij mag dus vanuit zijn woonplaats, het vluchtelingenkamp Kalandia even buiten Jeruzalem, de stad in om te werken. Hij gaat al anderhalf jaar niet meer naar school. Hij werkt om geld voor zijn familie te verdienen, zoals vele duizenden Palestijnse leeftijdgenoten. Zijn broers mogen
niet in Jeruzalem werken, omdat ze ouder dan 16 jaar zijn. Zij kunnen geen werkvergunning krijgen.
Rami en zijn leeftijdgenoten hebben geen makkelijk leven. Zes dagen per week gaan
ze ‘s ochtends om 6 uur naar Jeruzalem en pas ‘s avonds om 10 uur zijn ze thuis. Rami is gaan werken omdat zijn vader vaak ziek is en van zijn zonen alleen hij de stad in
mag. Tot aan het ongeluk verdient hij zoveel dat de familie er goed van kan rondkomen. Nu zit hij thuis. Zijn werk op de markt is hij kwijt. Hij wil weer werken en niet
meer terug naar school, maar zijn moeder vindt dat hij weer moet gaan leren, zodra
het weer beter gaat met de familie
Palestijnen worden in Jeruzalem als ongewenste vreemdelingen beschouwd en behandeld. Maar op de werkplek kunnen joden en Palestijnen niet zonder elkaar. Daar helpen geen wetten en geen politieke en godsdienstige denkbeelden tegen.
20
VERDEELDE STAD
Jeruzalem: een gespleten stad
Voor bezoekers lijkt er op het eerste gezicht
niets aan de hand te zijn in Jeruzalem. Alle
heilige plaatsen lijken voor iedereen toegankelijk te zijn. Jeruzalem lijkt een multiculturele stad; etnische en godsdienstige groepen
hebben hun eigen wijken met eigen scholen,
bedehuizen en wijkcentra.
Maar voor Palestijnen die niet in Jeruzalem
wonen, is de stad verboden gebied. Veel Palestijnen die maar enkele kilometers buiten
de stad wonen, zijn nog nooit in Jeruzalem
geweest.
Stadsbeeld Jeruzalem
Oude Stad
Palestijnse wijk
Ook lijkt Jeruzalem op democratische wijze te
worden bestuurd. Maar de Palestijnse inwoners zijn met hun Jordaanse paspoort officieel
vreemdelingen in eigen stad. Palestijnse
stadsbewoners hebben redenen om aan te
nemen dat het gemeentebestuur hen liever
kwijt dan rijk is.
Regelmatig neemt de gemeente stukken
grond af van Palestijnen in de stad. Die wijst
zij dan toe aan joden. De huizen van deze
Palestijnen worden als illegaal aangeduid en
afgebroken. Hierdoor moeten Palestijnen in
steeds kleinere en dichter bevolkte gebieden
wonen.
Het wordt voor hen steeds moeilijker om een
passende woning te vinden. Wie buiten een
Palestijnse wijk wil wonen, krijgt nooit een
bouwvergunning. En wie wél in een Palestijnse wijk wil wonen, kan moeilijk aan een
bouwvergunning komen, terwijl dat voor joden juist makkelijk is. Palestijnen bouwen
dan ook vaak illegaal woningen. Ze lopen dan
wel de kans dat die worden ontruimd en gesloopt door Israëlische soldaten. Door het
bouwen van illegale woningen zijn alle open
ruimtes tussen Palestijnse wijken opgevuld,
terwijl er tussen joodse wijken nog steeds
open terreinen liggen. Wel dient hier vermeld
dat er ook illegale huizen van joden worden
gesloopt.
Lang niet alle Palestijnen hebben even goede
voorzieningen in hun wijken als andere stadsbewoners, ook al betalen ze evenveel gemeentebelastingen.
21
Barrière
In 2003 wordt door Israël begonnen met de aanleg van de Israëlische Westoeverbarrière of Israëlische muur. Dit is een kilometers lange afscheiding van wegen, hekken,
prikkeldraad, muren, greppels, torens en poorten. De barrière scheidt de Westelijke
Jordaanoever van Israël af en beschermt op veel plaatsen ook joodse nederzettingen
die in de Palestijnse gebieden liggen. De barrière is voor het grootste gedeelte een
hek, voorzien van prikkeldraad, een greppel van vier meter diep en op regelmatige
afstanden een controlepost van het Israëlische leger. In Jeruzalem is de barrière een
zes tot tien meter hoge muur. Deze doorsnijdt complete woonwijken.
Het verkrijgen van een vergunning voor het passeren van de barrière is voor de
Israeli’s bijna geen probleem, maar voor de Palestijnen wil dit nog wel eens problemen
opleveren. Sommigen wordt zonder opgaaf van redenen een vergunning geweigerd,
zodat het onmogelijk wordt om bijvoorbeeld familie aan de andere kant te bezoeken.
Barrière in Oost-Jeruzalem bij Bethlehem
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties wilde in een vergadering besluiten dat zij
tegen de bouw van de muur zijn, maar de Verenigde Staten stemmen tegen zodat de
resolutie (een in een vergadering genomen besluit) geen kracht kreeg. Er is vervolgens in de Algemene Vergadering over gestemd, en de resolutie werd met grote
meerderheid aangenomen. Deze resolutie is echter niet bindend; Israël hoeft de barriere niet af te breken.
In de eerste helft van 2004 buigt vervolgens het Internationaal Gerechtshof in Den
Haag zich over de barrière. Ondanks het argument van de Verenigde Staten en de Europese Unie dat het meer een politieke dan een juridische kwestie is, komt het Hof tot
de conclusie dat zij de bouw van de barrière strijdig vinden met het internationaal
recht. De uitspraak is slechts een advies. Israël en de Verenigde Staten verwerpen de
uitspraak.
22
Vervolgens gaat de vraag weer terug naar de Algemene Vergadering van de VN, en de
resolutie wordt weer aangenomen; weer is de resolutie niet bindend. Israël gaat door
met de bouw van de barrière.
Ondanks dat er veel protest is tegen de barrière is het aantal terroristische aanslagen
met 90% gedaald. Dit is volgens Israël dan ook het hoofddoel van de bouw van de
barrière.
Volgens de Palestijnen is het Israël er om te doen om gebieden binnen de barrière op
te nemen die aan de Palestijnen toebehoren.
In 1915 belooft Engeland de Palestijnen dat zij een eigen staat mogen stichten. De hoofdstad van
deze staat zal Jeruzalem zijn. Hier
is echter niets van terecht gekomen.
Als de Verenigde Naties in 1947
het bestuur van Palestina van Engeland overnemen, maken zij een
plan om in Palestina een joodse en
een Palestijnse staat te vormen.
Jeruzalem zou buiten de twee staten komen te liggen en ook niet
verdeeld worden tussen de staten,
maar een eigen bestuur krijgen.
Na tien jaar zou gekeken worden
of de stadsbewoners bij Israël of
bij de Palestijnse staat willen horen.
De joden, Palestijnen en Arabische
landen worden het hierover niet
eens. Het plan is nooit uitgevoerd.
De afbeelding toont de barrière(s) die de
Israëli’s hebben opgeworpen.
Tot voor kort is er door de Israëli’s nooit
gesproken over een Palestijnse staat.
Maar de Israëlische premier Netanyahu
sprak in juni 2009 over een Palestijnse
staat, zonder leger, bestaande naast de
joodse staat. Dit onder de voorwaarde
dat de Palestijnen Israël als de joodse
staat erkennen.
De Verenigde Naties en president Obama van de Verenigde Staten hadden al
bij Israël aangedrongen op het voorstaan van een twee-staten-politiek.
Of er plaats is om Jeruzalem tot hoofdstad te maken van de nieuwe Palestijnse
staat zal de toekomst moeten uitwijzen.
23
De Palestijnse Autoriteit
De vorming van de Palestijnse Autoriteit is een gevolg van de Oslo-akkoorden, een
vredesakkoord tussen Israël en de PLO, de organisatie ter bevrijding van Palestina,
opgericht in 1964. Na het ondertekenen van de akkoorden in 1993, heeft Yasser Arafat (leider van de PLO en later ook president van de Palestijnse Autoriteit) Israël als
een onafhankelijke staat erkend. Hierdoor verkreeg de PLO een zetel in de Verenigde
Naties als wettelijke vertegenwoordiging van het Palestijnse volk.
Na de dood van Arafat in 2004 is Mahmoud Abbas president geworden van de Palestijnse Autoriteit. Bij de Palestijnse Parlementsverkiezingen van 2006 werd Hamas de
grootste politieke partij in de Palestijnse Autoriteit. Fatah, de partij van Arafat en Abbas, is nu in de minderheid.
De Gouden Poort grenzend aan de Tempelberg.
Door deze poort zal de Messias komen, zo geloven de joden, maar hij is gesloten.
Hamas is meer dan een islamitische verzetsbeweging, het is een Palestijnse islamitische politieke en militante beweging die streeft naar de bevrijding van Palestina en de
vernietiging van Israël. Momenteel heeft Hamas de macht in de Gaza-strook overgenomen. Fatah blijft het bewind voeren over de Westelijke Jordaanoever, zo heeft
Mahmoud Abbas besloten.
Of de toekomst Jeruzalem voor Israël bewaart, of dat Jeruzalem plaats moet maken
voor Al-Quds is de vraag. Ramallah is voorlopig de zetel van de Palestijnse Autoriteit,
een stad 15 kilometer ten noordwesten van Jeruzalem.
Van belang is dat de partijen het met elkaar eens worden over het toekomstige bestuur van Jeruzalem. Als ze het eens worden over de positie van de stad kan dit een
voorbeeld worden voor hoe culturen en godsdiensten vreedzaam met elkaar om kunnen gaan.
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET
Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer
informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt.
Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je
het beste je spreekbeurt kunt inkleden.
Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE
De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de
reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu
en Mensenrechten.
Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons.
Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/
werkstuk.
De versie op papier is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Download