Twee ogen zo blauw REFR. Twee ogen zo blauw Zo innig en trouw Al mijn geluk zijn die kijkers van jou Twee ogen zo blauw Als de lente de bomen en struiken Weer met geuren en kleuren bestrooit Dan begint ook het hart te ontluiken Want de liefde verandert toch nooit Elke jongen kiest zich dan een meisje En hij fluistert haar zachtjes in 't oor Het sinds eeuwen geliefkoosde wijsje En dat vindt in haar hartje gehoor Daar bij die molen REFR. Daar bij die molen, die mooie molen Daar woont het meisje waar ik zoveel van hou Daar bij die molen, die mooie molen Daar wil ik wonen als zij eens wordt mijn vrouw Ik weet een heerlijk plekje grond Daar waar die molen staat Waar ik mijn allerliefste vond Waarvoor mijn hart zo slaat Ik sprak haar voor d'eerste keer Aan d'oever van de Vliet En sinds die tijd kom ik daar weer Die plek vergeet ik niet Ein, zwei zaufen REFR. In München steht ein Hofbräuhaus: Eins, zwei, zaufen Da läuft so manches Fäßchen aus: Eins, zwei, zaufen Da hat so mancher brave Mann: Eins, zwei, zaufen Gezeigt was er so vertragen kann Schon früh am Morgen fing er an Und spät am Abend kam er heraus So schön ist's im Hofbräuhaus. Tulpen uit Amsterdam Als de lente komt dan stuur ik jou, tulpen uit amsterdam. Als de lente komt pluk ik voor jou. tulpen uit amsterdam. Als ik weder kom dan breng ik jou, tulpen uit amsterdam. Duizend gele, Duizend rooie, Wens ik jou de allermooiste, wat m'n mond niet zeggen kan, zeggen tulpen uit amsterdam. Rosamunde Rosamunde, schenk me je hart en zeg "ja" Rosamunde, vraag het niet eerst aan je ma Rosamunde, geloof me, ik blijf je steeds trouw Want m'n lieve Rosamunde, ik wil jou, jou als m’n vrouw Charel Charel, ik e ou gat gezien. Charel, ’t was lijk een vliegmachien. Charel … We gaan nog niet naar huis En we gaan nog niet naar huis Belange niet, belange niet En we gaan nog niet naar huis Ons moeder is niet thuis En was ons moeder thuis Dan gingen we niet, dan gingen we niet En was ons moeder thuis Dan gingen we niet naar huis! En zo lang dat de lepel in de rijstpap staat Dan treuren wij nog nie, dan treuren wij nog nie (2x) de vlieger 'k Ben nie al te zot van 't spel Moar 'k vange gere musschen Moarblen, tobbelen kun ik wel Moar doarin ben ik nie fel Ge ziet tegenwoordig overal En uuk al in mijn stroatse Joengens schuppen op nen bal Moar 'k spele 't liefst van al Mietse van de koolmarchant Een meiske oit mijn stroatse Keurdege mijne cervolat En z'hood er 't handse van En zu rap alsof de wind Was z'oan 't spele mee mijn klaawe En ze zei " 't Es 't spele weert Want hij hee ne goeie steert" REFR. Mee mijne vlieger en zijne steert Hij goat omhuge, 't es 't ziene weert Geeft hem moar klaawe op zijn gemak 'k E nog drei bollekes in mijne zak