ict zorg ok t ober 2 010 Auteurs: Jeroen van Ginneken en Jan Houben Foto: Frank Muller Zeven gouden regels voor succesvol ‘EPD’en’ Het EPD is geen ding maar een werkwoord. Daarom hebben Jeroen van Ginneken en Jan Houben zeven gouden regels opgesteld om succesvol te ‘EPD’en’. Een EPD-project heeft onvermijdelijk een grote impact op het ziekenhuis: op de organisatie, de informatie, de technologie en de financiën. Het op een beheerste en verantwoorde manier selecteren en implementeren van een EPD is bovendien bepaald geen vanzelfsprekendheid. Als een ziekenhuis een EPD-project overweegt of start, dan vergt dat om die reden ook rechtstreekse aandacht van de raad van bestuur en de medische staf. Voor elke innovatie zijn visionairs nodig die ervoor zorgen dat ‘verstandige redenen’ geen belemmering zijn en ‘onmogelijkheden’ mogelijk worden. Dat geldt ook voor een succesvol EPD-project. Het vereist dat de raad van bestuur en de medische staf een visie hebben ten aanzien van het EPD. Dat zorgt voor richting, geeft ruimte voor een krachtige aanpak en zorgt ervoor dat voldoende (financiële) middelen worden vrijgemaakt. Centraal bij het ontwikkelen (en uitdragen) van die visie is dat er een duidelijk antwoord is op vragen als: Waarom willen we een EPD? En: Wat wil ons ziekenhuis ermee bereiken? De realiteit is dat veel EPD-projecten starten vanuit de vooronderstelling dat digitale gegevensvastlegging en -uitwisseling goed is. Dat is echter onvoldoende basis voor een zo omvangrijk en ingrijpend project. Het is belangrijk dat bij het nadenken over een EPD voldoende tijd wordt ingeruimd voor het beantwoorden van de waaromvraag. Het succes van een EPD-traject wordt in belangrijke mate bepaald door overeenstemming daarover. Doelstelling moet daarbij zijn een antwoord te formuleren dat verwoord is in termen van zowel het zorgproces als het bedrijfsproces van het ziekenhuis. Het opstellen van een kosten-batenanalyse kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. Ziekenhuizen stoppen vaak veel tijd en energie in ‘het systeem’: Welk EPDpakket van welke leverancier gaan we gebruiken? Gaan we zelf bouwen? Hebben we een tweede-, derde- of vierdegeneratie-EPD nodig? Aan welke specificaties moet het voldoen zodat we er de komende jaren goed mee kunnen werken? Dat zijn relevante vragen, maar als De stap naar EPD’en is voor elke individuele zorgverlener weer een apart project uitgangspunt voor het project zijn ze niet goed genoeg. De discussies hierover kosten veel tijd, maar leveren slechts beperkt houvast. De afgelopen jaren is telkens weer gebleken dat een EPD-project: - geen technisch project is; - niet moet worden getrokken door de ICTafdeling; - niet volledig planbaar is. Kortom: een standaard technocratische benadering van EPD-projecten werkt niet. Onze ervaring is dat het beter is vragen te stellen die uitgaan van een veranderkundige visie met een mensgeoriënteerde aanpak. Hoe willen we werken? Wat moet er dan allemaal veranderen? Hoe kunnen we dat bereiken? EPD-trajecten gaan veel meer over het veranderen van organisaties en mensen dan over het implementeren van systemen. De menselijke component is cruciaal. Dat betekent ook voor de besturing dat die niet te bureaucratisch of afstandelijk mag zijn. Juist ook de lastige aspecten van een EPDimplementatie moeten – met respect voor de mening en gevoelens van alle betrokkenen – worden besproken in een rechtstreeks contact tussen besluitvormers en gebruikers. Om deze aanpak te concretiseren, hebben we onze ervaring (en successen) met EPDtrajecten samengevat in zeven gouden regels. Regel 1: EPD is een werkwoord De term EPD wordt meestal gebruikt als zelfstandig naamwoord. Alsof het een ding is. Onbewust bepaalt dat vervolgens veel van het handelen rondom de invoering en het gebruik. De focus komt te liggen op de zaken die je met dingen kunt doen: kopen of maken, opdelen in kleinere dingen, gebruiken en misbruiken (denk aan discussies over privacy). De ervaring leert ons dat het EPD ‘als ding’ er minder toe doet dan je wellicht zou verwachten. Belangrijker zijn de mensen die samen inhoud geven aan en gebruikmaken van de voorzieningen die samen de digitale dossiervorming ondersteunen. Kortom: de zorgverleners die EPD interpreteren als werkwoord, als iets wat je doet. De activiteiten in het kader van implementeren dienen zich dan ook te concentreren op dat doen. Sleutel voor een succesvolle implementatie is de gedragsverandering die nodig is voor 10 ICTZorg_0510.indd Sec2:10 9/28/2010 7:00:31 PM EPD EPD’en. Dat is oneindig veel lastiger (maar ook boeiender!) dan het aanschaffen van een stuk software. Regel 2: Begin te rijden, dan heeft sturen zin Digitale statusvoering en dossiervorming zijn voor veel zorgprofessionals een nieuwe ervaring. De onbekendheid maakt het voor hen moeilijk een reële inschatting te maken van de impact en daarmee van de mogelijkheden en onmogelijkheden ervan en dat leidt vaak tot een zekere koudwatervrees. Het is daarom belangrijk artsen, verpleegkundigen en ondersteunend personeel de gelegenheid te geven zo snel mogelijk ervaring op te doen met EPD’en, bij voorkeur in de realiteit van hun dagelijkse praktijk. Zo zullen ze beter in staat zijn mede vorm te geven aan het digitaal werken. Dat vergt van gebruikers de bereidheid om te gaan werken met een oplossing (een samen- stel van werkproces en ondersteunende systemen) die gegarandeerd niet voldoet aan al hun wensen en eisen. Dat hoeft niet meteen op grote schaal, maar kan zich in het begin beperken tot een specifieke patiëntengroep (bijvoorbeeld nieuwe patiënten). Op die manier wordt de ervaring opgedaan die nodig is om de oplossing beter te maken. Zonder die ervaring is dat niet mogelijk. Regel 3: Halveer de ambitie, verdubbel de tijd Onbewust wordt binnen EPD-trajecten vaak een paradox georganiseerd: er is sprake van Een uniforme wijze van EPD’en is een illusie een mooie visie, maar doordat geen systeem en geen organisatie aan die visie voldoet, lukt het niet om te starten. Het succes van een goed implementatietraject wordt daarom mede bepaald door het vermogen te beoordelen wanneer het ontwerp voldoende goed (cijfer: een 7) is om het te gaan gebruiken. Als wordt gewacht tot een excellente 9 is gehaald, dan komt men vaak niet uit de startblokken. Het minimumniveau van een 7 is vanzelfsprekend nog niet bereikt wanneer de oplossing de potentie van gegevensverlies of patiëntonveilige situaties in zich heeft. Een oplossing die wordt beoordeeld met een 7 kan echter prima in gebruik worden genomen als bijvoorbeeld nog geen sprake is van een volledige integratie met andere systemen. Dat was immers bij het papieren dossier ook niet het geval. Door de oplossing desondanks te gaan gebruiken, kan beter worden beoordeeld hoe die integratie vorm te geven dan wanneer dit puur van achter de tekentafel zou gebeuren. ict zorg ok t ober 2 010 Het is belangrijk dat artsen en verpleegkundigen zo snel mogelijk ervaring opdoen met EPD’en. 11 ICTZorg_0510.indd Sec2:11 9/28/2010 7:00:31 PM EPD Het starten kan verder worden bevorderd door ervoor te zorgen dat er meer tijd is voor het realiseren van de doelstellingen. Zo ontstaat in het implementatieproces ruimte om te leren en bij te stellen. Het traject om te groeien van een 7 naar een 9 wordt daarmee zichtbaar en maakt het makkelijker om te accepteren dat een 7 voldoende goed is om te starten. Regel 4: Liever ambassadeurs dan mariniers Complexe veranderingen, zoals EPDtrajecten, roepen onherroepelijk weerstanden op. De natuurlijke neiging van veel (project)managers is dan om formuleringen te gaan gebruiken als: ‘De afspraak was …’, ‘Het moet toch …’, en termen als ‘hiërarchie’ en ‘escaleren’. Deze woorden passen ons inziens niet in de context van een ziekenhuis. Ziekenhuizen kunnen immers worden getypeerd als organisaties waarin de macht in hoge mate ‘gedistribueerd’ is, waardoor er feitelijk nauwelijks gevolg kan worden gegeven aan de woorden. Ze zullen hooguit extra weerstand oproepen. Wat werkt dan wel? Geef de inbreng van artsen meer ruimte, zij moeten mede aan het stuur. EPD’en moet hen helpen de ziekenhuisorganisatie effectiever, veiliger en efficiënter te maken. Wij hebben goede ervaringen met het betrekken van artsen en verpleegkundigen bij het project. Zij functioneren dan als ambassadeurs binnen het project, naar hun collega’s toe (overtuigen, bemiddelen, voorbeeldgedrag), maar ook naar de projectorganisatie (als adviseurs of als pilot). ict zorg ok t ober 2 010 Regel 5: Artsen zijn net mensen Mensen als individu zijn niet hetzelfde als de groep waar zij onderdeel van uitmaken. Dat geldt ook voor artsen. Het zijn medisch specialisten, maar vooral ook mensen met vaak heel uitgesproken persoonlijkheden. Doordat het werk in een ziekenhuis in hoge mate rond de specialisatie van de afzonderlijke artsen is georganiseerd, is een uniforme wijze van EPD’en een illusie. Een EPD-traject is een veranderproces. Niet alleen voor ‘de organisatie’, maar vooral ook voor iedere arts en verpleegkundige afzonderlijk. Invoering van een digitale status grijpt in op het handelen van de zorgprofessional en dat heeft meer impact dan menig- een verwacht. Soms is die impact heel persoonlijk. Het is daarom goed om het niet als één project te zien of als een project per specialisme. De stap naar EPD’en is voor elke individuele zorgverlener weer een apart project. In de praktijk blijkt dat echter niet te leiden tot evenzoveel verschillend vormgegeven digitale statussen. Enige soepelheid betrachten ten aanzien van heel specifieke oplossingen helpt wel enorm om de implementatie voorspoedig te laten verlopen. Dogmatisch vasthouden aan ontwerpkeuzes moet worden vermeden. Er moet sprake zijn van ruimte en de bereidheid om het ontwerp op basis van ervaringen of argumenten uit de praktijk bij te stellen. Regel 6: Eer het kleine De eindgebruiker beoordeelt het succes van EPD’en op basis van de ervaringen die hij opdoet in het dagelijks werk. Daarbij zijn kleine ongemakken en eenvoudige oplossingen vaak meer bepalend dan de grote problemen en voorzieningen waarover op stuurgroepniveau wordt gediscussieerd. Een zeven is voldoende om mee te starten Een voorbeeld is dat veel zorgverleners worstelen met het snel invoeren van gegevens in de computer. Het werkt om daarbij te helpen, zonder dogmatisch te zijn. Denk aan het aanbieden van een typecursus, het ondersteunen van digitaal dicteren of het doen van een pilot op het gebied van spraakherkenning. Een ander voorbeeld is het zoeken naar informatie in een steeds verder uitdijend digitaal archief. Help artsen en verpleegkundigen het zoekwerk beter te organiseren en geef veel persoonlijke tips. Ondersteun eventueel het werken met twee beeldschermen. Het ene om bijvoorbeeld labgegevens of beeldmateriaal te raadplegen, terwijl op het andere de status wordt bijgewerkt. Houd daarbij regel 5 (Artsen zijn net mensen) goed in het achterhoofd. Niet alle zorgverleners ervaren dezelfde ‘kleine ongemakken’ of erkennen dezelfde ‘oplossingen’. Regel 7: Niet EPD’en zonder papier De huidige statusvoering vindt veelal op papier plaats. Daarnaast komt er veel informatie op papier binnen, via huisartsen, andere verwijzers en (oudere) medische apparatuur. Er is aandacht nodig voor het op- of overnemen van die informatie in de digitale status. Wordt die gescand? Wat gebeurt er met de historie van een patiënt? Worden er samenvattingen gemaakt? Een veelvoorkomende illusie is dat het papier helemaal verdwijnt als een ziekenhuis overstapt op EPD’en. Dat is niet zo. Papier zal als procesondersteunend middel nog heel lang nodig en nuttig zijn. Probeer er wel voor te zorgen dat het papier na afloop van het proces verdwijnt. Denk bijvoorbeeld aan de loopformulieren die een patiënt meeneemt naar verschillende onderzoeken. Deze leveren voor de behandelend of onderzoekend arts belangrijke informatie op. Die informatie en de bijbehorende conclusies kan hij dan bijvoorbeeld vastleggen in het EPD, waarna het loopformulier wordt gescand en eigenlijk alleen geraadpleegd zal hoeven worden in geval van onduidelijkheden of een juridisch geschil. < Dit artikel maakt deel uit van het boek EPD is een werkwoord dat onlangs door M&I / Partners is uitgebracht. Jeroen van Ginneken en Jan Houben zijn beide adviseurs bij M&I/Partners 12 ICTZorg_0510.indd Sec2:12 9/28/2010 7:00:33 PM