Vlaamse Onderwijsraad Leuvenseplein 4 1000 Brussel Raad Hoger Onderwijs 13 juni 2006 RHO/IDR/ADV/004bijl1 Participatie van studenten met functiebeperkingen aan het hoger onderwijs In Vlaanderen is er behoefte aan cijfermateriaal over de deelname van studenten met functiebeperkingen aan het hoger onderwijs en aan statistische gegevens over evoluties in de studentenpopulatie1. Voorlopig is hierover heel weinig informatie voorhanden. Om een aanwijzing van mogelijke aantallen te hebben moet men zich baseren op onderzoeksgegevens uit Nederland en Engeland. Omdat deze gegevens nauw verbonden zijn met de onderwijsstelsels van deze landen moet men ze dus met de nodige omzichtigheid benaderen. 1 Nederland In de studie Studeren met een handicap. Belemmeringen die studenten met een lichamelijke beperking, psychische klachten of dyslexie in het hoger onderwijs ondervinden2 worden de volgende schattingen voorgesteld, onder meer op basis van steekproeven. Op een totaal van 478.000 studenten (311.000 uit het hoger beroepsonderwijs en 167.000 uit het wetenschappelijk onderwijs) neemt men aan dat: - - er tussen de 45.000 en 57.000 studenten (9 à 12 %) lichamelijke functiebeperkingen hebben (met inbegrip van auditieve en visuele beperkingen en chronische aandoeningen); er tussen de 23.000 en 29.000 studenten (5 à 6 %) psychische klachten hebben; er tussen de 11.000 en 14.000 studenten (2 à 3 %) dyslexie hebben; er in totaal tussen de 61.000 en 77.000 studenten (12 à 15 %) functiebeperkingen hebben (dit aantal ligt lager dan de som van de drie vorige categorieën omdat men meervoudig functiebeperkt kan zijn en dat die in aparte categorieën konden geturfd worden). Van de groep van 61.000 tot 77.000 studenten ervaren 63 % hun functiebeperking ook als een effectieve belemmering tijdens het studeren. Tussen de 38.000 en 48.000 studenten (8 à 10 %) bevinden zich dus in een feitelijke handicapsituatie. Voor Vlaanderen zou dit kunnen betekenen dat 8 à 10 % van de in totaal 160.000 studenten met handicapsituaties geconfronteerd worden, of ongeveer 12.800 tot 16.000 studenten met functiebeperkingen. 1 2 Vlaamse Onderwijsraad. Advies over het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. 27 oktober 2005. Broenink, N., Gorter, K. Studeren met een handicap. Belemmeringen die studenten met een lichamelijke beperking, psychische klachten of dyslexie in het hoger onderwijs ondervinden. Verwey-Jonker Instituut, 2001. 1 2 Engeland In Engeland zijn gedetailleerdere gegevens beschikbaar, aangezien men daar alle studenten met functiebeperkingen die een Disability Student Allowance aanvragen, per district registreert. De meest recente gegevens3 hebben betrekking op het academiejaar 2003– 2004. Dit geeft ons voor Engeland het volgende overzicht: Totaal % studenten 100,00 % Totaal % studenten met een functiebeperking Totaal % studenten zonder (gekende) functiebeperking 5,39 % 92,40 % Totaal % studenten waarvoor men geen verdere informatie heeft 2,22 % Voor een verdere indeling naar functiebeperkingen hanteert het Verenigd Koninkrijk 9 categorieën: Leerstoornissen 2,22 % Blind / slechtziend 0,15% Doof / slechthorend 0,27 % Motorische functiebeperkingen 0,22 % Gebruikers van persoonlijke assistentie (1) 0,01 % Geestelijke gezondheidsproblemen 0,23 % Onzichtbare functiebeperkingen (diabetes, epilepsie or astma) (2) 1,08 % Multiple functiebeperkingen (3) 0,53 % Andere functiebeperkingen (met inbegrip van ASS) (4) 0,66 % Totaal % studenten met een functiebeperking 5,39 % 3 (1) In Vlaanderen valt de groep met gebruikers van persoonlijke assistentie voornamelijk samen met de studenten met motorische functiebeperkingen. (2) De groep van onzichtbare functiebeperkingen wordt in Vlaanderen bij de groep van chronische medische aandoening of langdurige ziekte ondergebracht. (3) De groep van combinaties van functiebeperkingen over de 6 groepen heen is eerder klein. In Vlaanderen wordt in de praktijk meestal één functiebeperking centraal gesteld. (4) De groep van andere functiebeperkingen met inbegrip van autismespectrum stoornissen valt in Vlaanderen onder de groep van studenten met problemen met de geestelijke gezondheid. www.natdisteam.ac.uk (> Statistics > The percentage of disabled higher education students on UK higher education programmes) 2 Voor Vlaanderen zouden deze percentages op een totaal van 158.190 studenten kunnen leiden tot de volgende verdeling naar aantal studenten met functiebeperkingen: % SFB Aantal SFB Leerstoornissen 2,22 % 3.480 Blind/Slechtziend 0,15 % 237 Doof/Slechthorend 0,27 % 427 Motoriek 0,22 % 348 GG 0,23 % 364 Chronische aand. 1,08 % 1.708 Multiple FB 0,53 % 838 Andere 0,66 % 1.044 Dit betekent dat er voor Vlaanderen in totaal ongeveer 8.446 studenten met functiebeperkingen zouden zijn. 3