Thema: Mondchirurgie in de algemene praktijk 1 A. Vissink1 G.M. Raghoebar1 C. de Baat2 Vissink e.a.: Voorwoord Mondchirurgie 1 Mondchirurgie in de algemene praktijk 1 Voorwoord Samenvatting Trefwoord: • Mondziekten en kaakchirurgie Uit 1de kliniek voor Mond- Door delegatie van taken aan daartoe speciaal opgeleide leden van een mondzorgteam zal in de nabije toekomst tijd vrijkomen voor het verrichten van meer specialistische ingrepen door de tandarts-algemeen practicus. In twee themanummers wordt een aantal chirurgische ingrepen besproken die een daarin geïnteresseerde en bekwame tandarts in zijn algemene praktijk zou kunnen uitvoeren. In deze eerste aflevering komen de behandeling van het odontogene abces, de chirurgische verwijdering van gebitselementen en wortelresten, de behandeling van een antrumperforatie en de apexresectie aan de orde. ziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde Vissink A, Raghoebar GM, Baat C de. Mondchirurgie in de algemene praktijk 1. Voorwoord. Ned Tijdschr Tandheelkd 2004; van het Academisch Zieken- 111: 118-119. huis Groningen en 2de afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tand- Inleiding heelkunde van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Datum van acceptatie: 4 december 2004. Adres: Prof. dr. A. Vissink AZ Groningen Postbus 30.001 9700 RB Groningen [email protected] 118 Gezien de recente en toekomstige ontwikkelingen in de mondzorgverlening in Nederland wordt de tandartsalgemeen practicus steeds meer de spil van een mondzorgteam (Bronkhorst, 2001; Burgersdijk en Kersten, 2001; Corbey-Verheggen, 2001; Bolk et al, 2003). De tandarts-algemeen practicus nieuwe stijl zal zich veel minder dan in het verleden richten op de basiszorg. Naast zijn werkzaamheden als manager van het totale pakket aan mondzorg binnen zijn mondzorgteam, zal hij zich in het bijzonder gaan bezighouden met de meer specialistische onderdelen van deze mondzorg. Binnen dit model worden de werkzaamheden van meer algemene aard verricht door daartoe speciaal opgeleide medewerkers, zoals de mondhygiënist, de tandartsassistent, de preventieassistent, de tandprotheticus, de klinisch prothesetechnicus of toekomstige equivalenten hiervan. Tot de meer specialistische werkzaamheden waarin de tandarts-algemeen practicus zich kan bekwamen, behoort ook de mondchirurgie, tenminste voor zover deze kan worden beoefend in de algemene praktijk. Dit sluit ook goed aan bij de tendens in de huidige curricula van de opleidingen tot tandarts om meer aandacht te besteden aan de medische en de biologische aspecten van de tandheelkunde, in het bijzonder aan de diagnostiek en de behandeling van andere afwijkingen in en rond de mond dan de gebitsafwijkingen. De onderwerpen die zullen worden besproken in het kader van het thema ‘Mondchirurgie in de algemene praktijk’ beperken zich tot die ingrepen waarvan de redacteuren van dit thema menen dat die kunnen worden uitgevoerd in een goed toegeruste, algemene praktijk. Dit impliceert niet dat een tandarts die zich heeft bekwaamd op het terrein van de mondchirurgie, zich dit gehele palet aan ingrepen eigen moet hebben gemaakt. Vermoedelijk zal hij of zij zich toeleggen op die afwijkingen waarmee affiniteit wordt gevoeld en de behandeling van de overige afwijkingen overlaten aan andere, juist op dat terrein bekwame collega’s. In de nabije toekomst zal bovendien het fenomeen van de horizontale verwijzing nog meer gemeengoed worden dan nu al het geval is. Verder is de keuze van de te bespreken onderwerpen gebaseerd op chirurgische verrichtingen die met zekere regelmaat voorkomen of relatief gemakkelijk zijn te behandelen, zoals de behandeling van een abces, de chirurgische verwijdering van gebitselementen en wortelresten, de apexresectie, het sluiten van een antrumperforatie, de behandeling van een dentaal trauma, de behandeling van eruptiestoornissen, de verwijdering van een hypertrofisch frenulum in de bovenkaak, de reconstructieve preprothetische en preïmplantaire chirurgie en de behandeling van complicaties van chirurgische ingrepen. De anamnese voor algemeen lichamelijk onderzoek en de medicamenteuze bestrijding van pijnklachten, behoudens enkele aanbevelingen voor pijnbestrijding na chirurgische verwijdering van gebitselementen en wortelresten, worden niet als onderdeel van het thema ‘Mondchirurgie in de algemene praktijk’ behandeld (zie hiervoor onder andere Stegenga et al, 2000; Brand et al, 2001; Vissink et al, 2001). Het moge duidelijk zijn dat medisch gecompromitteerde patiënten extra aandacht verdienen alvorens zij kunnen worden behandeld in de algemene praktijk. Overleg met de huisarts of de behandelend specialist kan gewenst of noodzakelijk zijn. In geval van twijfel dient de patiënt te worden verwezen naar een kaakchirurg. Ook is het van belang om, als een tandarts-algemeen practicus zich op de mondchirurgie gaat toeleggen, duidelijke brochures te verstrekken van de te verrichten ingrepen. De brochures moeten ook informatie bevatten over de mogelijke nabezwaren van diverse ingrepen en de wijze waarop de nazorg is geregeld. Het kan niet de bedoeling zijn de nazorg af te wentelen op de dienstdoende tandarts. Men moet zelf zijn of haar bereikbaarheid met betrekking tot de mogelijke nazorg en complicaties regelen. Het is immers goed mogelijk dat een Ned Tijdschr Tandheelkd 111 (april) 2004 Thema: Mondchirurgie in de algemene praktijk 1 dienstdoende tandarts zich niet met mondchirurgie bezighoudt en daardoor met problemen wordt geconfronteerd die hij of zij niet goed kan overzien. In deze en de komende aflevering van het Tijdschrift wordt een overzicht gegeven van de voornaamste mondchirurgische ingrepen die een daartoe bekwame tandarts in de algemene praktijk zou kunnen uitvoeren. De verschillende onderwerpen die in deze en de komende aflevering worden besproken, zijn ook bedoeld om de patiënt goed voor te lichten. Dit niet alleen voor de tandarts die deze ingrepen verricht, maar ook als men de patiënt niet zelf behandelt en horizontaal of verticaal verwijst. In deze eerste aflevering ligt de nadruk op dentoalveolaire ingrepen die de tandarts-algemeen practicus met een relatief hoge frequentie tegenkomt en die hij of zij zelf zou kunnen uitvoeren. Literatuur • BOLK MHH, KROEZEN NM, DAM BAFM VAN. Tandheelkundige professionals van morgen: flexibele teamspelers. Ned Tijdschr Tandheelkd 2003; 110: 289-293. • BRAND HS, DIERMEN DE VAN, MAKKES PC. Algemene ziekteleer voor tandartsen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001. • BRONKHORST EM. Menskrachtproblematiek in de tandheelkunde. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 306-308. • BURGERSDIJK RCW, KERSTEN HW. De tandheelkundige opleiding en het teamconcept. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 319-322. • CORBEY-VERHEGGEN MJH. De mondhygiënist met uitgebreide bevoegdheden. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 323-325. • STEGENGA B, VISSINK A, BONT LGM DE. Mondziekten en Kaakchirurgie. Assen: van Gorcum, 2000. • VISSINK A, SPIJKERVET FKL, STEGENGA B. Geneesmiddelen bij aandoeningen van mond, gebit en kaak. Geneesmiddelenbulletin 2001; 35: 119-126. Oral surgery in general dental practice 1. Preface Delegation of basic dental treatment to well-trained oral hygienists, dental nurses, and dental technicians will result in more time for the general practitioner to treat more specialized dental problems. In two issues of this journal, some surgical treatments which can be delivered by a dentist with special skills on this topic, are discussed. This first issue concentrates on the treatment of odontogenic abscesses, the removal of teeth and roots, the treatment of a perforation of the maxillary sinus floor, and apectomies. Dankwoord Summary Key word: • Oral and maxillofacial surgery C. de Baat, hoofdredacteur Voor het eerst in de bestaansgeschiedenis van ons Tijdschrift wordt een thema behandeld dat twee afleveringen beslaat. Hoewel dit oorspronkelijk niet de bedoeling was, hebben gastredacteur Raghoebar en redacteur Vissink, beiden tevens auteur van een aantal artikelen, zoveel ideeën te berde gebracht dat het verstandiger bleek alle informatie over twee afleveringen te verdelen. In de eerste plaats dankt de redactie dr. G.M. Raghoe- Ned Tijdschr Tandheelkd 111 (april) 2004 bar en prof. dr. A. Vissink voor hun voortreffelijke werk, in het vertrouwen dat de lezers veel van hun gading in de twee themanummers zullen aantreffen. Daarnaast is er niet minder waardering voor het werk van de overige auteurs: J.A. Baart, J.F.L. Bosgra, dr. J. Jansma, prof. dr. R. Koole, J.A.H. Lindeboom, dr. G.J. Meijer, P.J. Schoen, dr. F.K.L. Spijkervet, G.J. Springer en prof. dr. P.J.W. Stoelinga. 119