Van die ghebreken der tanden

advertisement
E.J. Jonkman, M.A.J. Eijkman
Geschiedenis en tandheelkunde
Middeleeuwse tandheelkunde in de Lage Landen 3.
“Van die ghebreken der tanden”
Guy de Chauliac (1300-1368) is in zijn ‘Chirurgia magna’
in het hoofdstuk over de mond en de kiezen kort en duidelijk.
In de mond zijn 2 belangrijke organen die op verschillende
manieren werken, maar soms moeten samenwerken. Dat
zijn “de tong omme dye smakinghe” en “die tanden omme dye
knouwinghe”. Alles daaromheen (onder andere de spieren)
is alleen ondersteunend en de kracht voor die ondersteuning
wordt volgens De Chauliac vanuit de hersenen toegezonden.
Men besefte dus toen al dat de hersenen en de hersenzenuwen alles aansturen. De Perzische arts Hali Abbas
(overleden ± 992) wist zelfs al te melden dat de tanden hun
gevoeligheid krijgen door de derde hersenzenuw (de nervus
olfactorius en de nervus trochlearis waren nog niet bekend).
Kiespijn moet in de middeleeuwen dikwijls een afschuwelijk lijden zijn geweest, omdat zelfs de ongeschoolde tandentrekker niet altijd bereikbaar was. De Chauliac zegt dat van
alle kwalen waar de mens om moet worden beklaagd, de
kiespijn de allerergste is. Daarom is het opvallend dat in
geen van de hoofdstukken over mondziekten voorschriften
voorkomen over hoe een tand of een kies te trekken. Men
vond dat “deze werckingen meest den barbiers ende den tanttreckers toe behoeren” (afb.). Toch zagen de geleerde chirurgijns niet op tegen mondchirurgische ingrepen, zoals later
zal blijken.
Maar hoe ontstond kiespijn in de middeleeuwse visie?
Dit weet men aan een trauma, of ook wel aan een “quaet
regiment” (een slecht dieet). Als de kies ‘ziek’ was, konden
er gaten in vallen en niet omgekeerd, de pijn ontstond niet
door het gat! Men zag dus nog niet het directe verband
tussen caviteit en klacht. Daarom werd de nadruk gelegd
op de conservatieve behandeling van de pijn. De pijn kon
op vele manieren worden bestreden. In de eerste plaats
door dieetvoorschriften: geen ‘vervuilend’ voedsel (onder
andere melkproducten) eten, geen zeer warme, zeer koude of
zeer harde zaken nuttigen. Kleverige zaken zoals dadels en
honingsnoepjes waren uit den boze, evenals ‘tandvijandige’
dingen zoals ajuin. De tanden moesten niet worden verzorgd met scherpe voorwerpen. De tanden inwrijven met een
mengsel van honing, verbrand zout en azijn was altijd goed.
Als dit alles niet hielp, dan natuurlijk laxeren en aderlaten uit een ader in de arm, de lippen of uit een ader onder
Afb. Tandarts met trofeeën (12e eeuw) (Bron: © The British Library Board/
Royal 6 E. VI, f.503v).
de tong. Een mildere variant was het maken van scarificaties
(kleine oppervlakkige sneetjes in de huid) in de hals en daar
eventueel een laatkop op te zetten.
Hevige pijn vereiste krachtiger maatregelen. Een van de
vele recepten: neem zaad van wit bilzekruid en opium, van
elk 2 drachmen, stamp het fijn met 1 scrupel knolselderij.
Vermeng het met azijn totdat het dikker is dan honing.
Maak er bolletjes van, leg die op de pijnlijke kies en zet
de kaken stevig op elkaar. Wat ook goed hielp volgens
De Chauliac was rozenolie, vermengd met een kwart azijn,
in het oor aan de zieke zijde gegoten. Rozenolie komt ook
in het boek van Lanfranc tot vervelens toe voor, het was
overal goed voor. Het bestrijden van pijn door het toedienen
van medicamenten in de uitwendige gehoorgang werd wel
vaker gedaan, maar zal met deze middelen niet geholpen
hebben. Guy de Chauliac voegde aan hetzelfde mengsel
soms wat opium toe, maar dan moest de pijn wel erg bar
zijn. Het recept doet denken aan de vader van Hamlet die,
in het beroemde toneelstuk van Shakespeare, waarschijnlijk
werd vermoord door hem het - hiervoor genoemde - bilzekruid in het oor te gieten.
Bron
E.J. Jonkman, M.A.J. Eijkman
Datum van acceptatie: 2 september 2014
Intermezzo. De drachme
Adres: prof. dr. em. E.J. Jonkman (klinisch neurofysioloog),
De drachme is een oud medicinaal gewicht. Een pond was
Raaphorstlaan 11d, 2245 BG Wassenaar
gelijk aan 12 ons; een ons bevatte 8 drachmen. Een drachme
[email protected]
was dus waarschijnlijk een paar gram, maar het pond was niet
overal gelijk. De drachme was zelf onderverdeeld in 3 scrupels
of 60 grein.
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
141
122 | maart 2015
Download