1 1864P01 864 Symaro™ Kanaalopnemers QFM21.. voor relatieve vochtigheid en temperatuur • • • • • Voedingsspanning AC 24 V / DC 13,5...35 V Signaaluitgang DC 0...10 V voor relatieve vochtigheid Signaaluitgang DC 0...10 V / T1 / LG-Ni 1000 voor temperatuur Meetnauwkeurigheid van ± 3 % relatieve vochtigheid in het comfortbereik Toepassingsgebied −15…+60 °C / 0…95 % r. v. (zonder condensatie) Toepassing In luchtkanalen van ventilatie - en luchtbehandelingsinstallaties voor het meten • van de relatieve vochtigheid en • de temperatuur De opnemers worden gebruikt als • regelopnemer in de inblaaslucht of de retourlucht • regelopnemer, bijv. voor het meten van het dauwpunt • begrenzingsopnemer, bijv. bij stoombevochtigers • begrenzingsopnemer, bijv. voor de meetwaardeweergave of voor het aansluiten op een gebouwautomatiseringssysteem • opnemer voor enthalpie en absolute vochtigheid, samen met AQF61.1 (apparatenblad N1899) of SEZ220 (apparatenblad N5146) CE1N1864nl 04.2006 Siemens Building Technologies HVAC Products Typenoverzicht Type Temperatuursignaaluitgang Temperatuur-meetbereik QFM2100 n.v.t. Vochtigheidmeetbereik Vochtigheid signaaluitgang Voedingsspanning n.v.t. 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5…35 V passief, LG-Ni 1000 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5…35 V − 35...+ 5 0 °C passief, T1 (PTC) 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5…35 V 0...50 °C / − 35...+ 3 5 °C actief, DC 0...10 V 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5…35 V QFM2120 − 35...+ 5 0 °C QFM2140 QFM2160 of -40…+70 °C Bestelling en levering Bij bestelling moeten naam en type worden aangegeven, bijv.: Kanaalopnemer QFM2120 In de leveringsomvang is een montageflens en een M16-kabelwartel begrepen. Apparatencombinatie Alle systeme n / apparaten, die het DC 0...10 V -, LG-Ni 1000- of het T1-uitgangssignaal van de opnemer kunnen meten en verwerken. Als de passieve opnemer wordt toegepast als gemiddelde waardemeting, dan wordt de combinatie met de universele omvormer SEZ220 (app. blad N5146) aanbevolen. Werking Relatieve vochtigheid De opnemer meet de relatieve vochtigheid in het kanaal met behulp van een capacitief vochtigheidmeetelement, waarvan de elektrische capaciteit zich wijzigt met de verandering van de relatieve vochtigheid van de lucht. Een elektronische meetschakeling vormt het signaal van het meetelement om in een modulerend DC 0...10 V -signaal. Hiermee komt de relatieve vochtigheid overeen met 0...100 %. Temperatuur De opnemer meet de kanaaltemperatuur met een meetelement, waarvan de elektrische weerstand zich wijzigt met de verandering van de temperatuur van de omgevingslucht. Deze wijziging wordt, afhankelijk van het opnemertype, in een actief DC 0...10 V uitgangssignaal omgevormd ( 0...50 °C / − 35...+35 °C of -40…+70 °C) of als gesimuleerd passief uitgangssignaal ( − 35...+50 °C) ter beschikking gesteld. Gesimuleerd passief uitgangssignaal De meetstroom van systemen / apparaten voor de meting van de elektrische weerstand van passieve opnemers is heel verschillend en heeft invloed op de eigen opwarming van het temperatuur-meetelement aan de meetkop. Om deze invloed te compenseren wordt het passieve uitgangssignaal gesimuleerd door een elektronische schakeling. Meetelementen, gesimuleerd LG-Ni 1000 Karakteristiek: 1811D01 R [Ω] 1400 1200 1000 800 600 −50 −40 −30 −20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 ϑ [°C] 2/7 Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... CE1N1864nl 04.2006 R [Ω] T1 (PTC) 1864D01 3200 3000 2800 2600 2400 2200 2000 1800 1600 1400 −40 −30 −20 −10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Legende R ϑ Fictieve belastingdiagram Uitgangsignaal klemmen I1 / I2 ϑ [°C] 1858D02de Fictieve belasting [Ohm] Weerstandswaarde in Ohm Temperatuur in graden Celsius 900 800 ontoelaatbaar gebied! 700 600 500 toelaatbaar werkingsgebied 400 300 200 100 0 0 10 20 30 Voedingspanning 40 [DC V] Uitvoering De kanaalopnemer bestaat uit: huis, printplaat, aansluitklemmen, montageflens en insteekbuis met meetinzetstuk. Het huis is tweedelig; onderzijde en afneembaar deksel (klikverbinding). De meetschakeling en het instelelement bevinden zich op de printplaat in het deksel en de aansluitklemmen in de onderzijde. De zich aan het einde van het meetinzetstuk bevindende meetelelementen worden door de opgeschroefde filterkap beschermd. Voor de toevoer van de kabel bevindt zich in het huis een opening waarin de meegeleverde M16-kabelwartel (IP54) kan worden gestoken en vastgeschroefd. Insteekbuis en huis zijn van kunststof en zijn vast met elkaar verbonden. De bevestiging van de kanaalopnemer geschiedt met de meegeleverde montageflens die op de kanaalopnemer wordt gestoken en overeenkomstig de noodzakelijke insteeklengte wordt vastgeklemd. Range 1 2 3 Meetbereik 123 Testfunctie actief instelelement U1 U2 BS-MS I1 I2 10 V 5V 20 °C 20 mA 12 mA 5 V 10 V 75 °C 12 mA 20 mA 0V 5V 20 °C 4 mA 12 mA 5V 0V 35 °C 12 mA 4 mA 3/7 Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... CE1N1864nl 04.2006 1864Z05de Instelelement Het instelelement bevindt zich in het deksel. Het bestaat uit 6 contactstiften en een doorverbindingsbrug. Daarmee kunnen de instelling van het gewenste temperatuurmeetbereik worden uitgevoerd en een testfunctie worden geactiveerd. De verschillende steekposities betekenen: • voor het passieve temperatuurmeetbereik: Doorverbindingsbrug in de middelste positie (R2) = − 35...+ 50 °C (fabrieksinstelling) • voor het actieve temperatuurmeetbereik: Doorverbindingsbrug in de linker positie (R1) = − 35...+ 35 °C, Doorverbindingsbrug in de middelste positie (R2) = 0...50 °C (fabrieksinstelling), Doorverbindingsbrug in de rechter positie (R3) = -40...+70 °C • voor de actieve testfunctie: Doorverbindingsbrug in horizontale positie: Op de signaaluitgang zijn de waarden volgens de tabel "Testfunctie actief" beschikbaar. Storingsgedrag • In het geval van storing van de temperatuuropnemer is na 60 sec. 0 V op de signaaluitgang U2 aanwezig of signaaluitgang BS-MS − 35 °C en het vochtigheidssignaal op de signaaluitgang U1 gaat op 10 V • In het geval van storing van de vochtopnemer is na 60 seconden 10 V op de signaaluitgang U1 aanwezig; het temperatuursignaal blijft actief Toebehoren (voor vervangingsverbruik) Naam Type Filterkap AQF3101 Aanwijzingen voor projectering Voor de voeding moet een transformator voor veiligheidslaagspanning (SELV) met gescheiden wikkeling en voor 100 % inschakelduur worden gebruikt. Voor de dimensionering van de transformator en zijn beveiliging gelden de voor de installatieplaats van kracht zijnde veiligheidsvoorschriften. Bij het dimensioneren van de voedingstransformator moet rekening worden gehouden met de vermogensopname van de kanaalopnemer. Hoe de opnemer moet worden aangesloten, staat vermeld in de apparatenbladen van de apparaten, waaraan de opnemer kan worden aangesloten. Gelet moet worden op de toegestane leidinglengten. Bekabeling en kabelkeuze Bij de bekabeling moet er op worden gelet, dat hoe langer de leidingen parallel lopen en hoe kleiner de onderlinge afstand is, des te groter de instrooiïng van storingen is. Bij een sterk EMC belaste omgeving moeten afgeschermde kabel worden gebruikt. Voor de secundaire voedingsleidingen alsmede de signaalleidingen moeten per aderpaar getwiste kabels (twisted pair) worden gebruikt. Aanwijzingen voor montage Teneinde de beschermingsgraad IP54 te waarborgen, moet de opnemer met de kabelinvoer naar beneden worden gemonteerd! De opnemer moet op plaatsen worden gemonteerd, die een controlemogelijkheid voor onderhoudsdoeleinden waarborgen. Let op! • Na stoombevochtigers moet een afstand van tenminste 3 m worden aangehouden. Is het bij de installatiebouw mogelijk, dan moet de afstand zo groot mogelijk zijn maar niet groter dan 10 m • De meetelelementen in het meetinzetstuk zijn stoot- en slaggevoelig. Stoten en slagen moeten dus worden voorkomen Voor dauwpuntsmeeting moet de opnemer in het retourluchtkanaal worden geplaatst. De montagehandleiding bevindt zich op de apparaatverpakking. 4/7 Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... CE1N1864nl 04.2006 Aanwijzingen voor inbedrijfstelling Voor inschakelen van de voedingspanning moet de bedrading worden gecontroleerd. Aan de opnemer moet zonodig het temperatuur-meetbereik worden geselecteerd. Het testen van de bedrading en de uitgangssignalen kan met behulp van de Testfunctie (zie “Uitvoering”) gebeuren. Het inzetten van elektrische meetapparatuur voor spanning of weerstand, direct aan het meetelement, wordt niet aanbevolen. Als er sprake is van een gesimuleerd passief uitgangssignaal, dan is meting met normale meetapparatuur niet mogelijk (meetstroom te klein). Technische gegevens Voeding Voedingsspanning Frequentie Opgenomen vermogen Leidinglengten voor meetsignaal Functiegegevens "vochtigheidsopnemer" Toegestane leidinglengten Toepassingsbereik Meetbereik Meetnauwkeurigheid bij 23 °C 0...95 % r.v. 30...70 % r.v. Temperatuurafhankelijkheid Tijdconstante bij 0...50 °C en 10...80 % r.v. Toegestane. luchtsnelheid Uitgangsignaal, lineair (klem U1) Functiegegevens "temperatuuropnemer" bij QFM2160 Beschermingsgraad en klasse Elektrische aansluiting Omgevingscondities ±5 % ± 3 %, typisch ≤ 0 , 1 % r.v. / ° C ca. 20 s, bij bewegende lucht 20 m/s DC 0...10 V 0...100 % r.v., max. ± 1 mA 0...50 °C / − 35...+ 35 °C / -40…+70 °C Meetelement NTC 10 kΩ Meetnauwkeurigheid: 15...35 °C − 35...+50 °C Meetbereik Meetelement gesimuleerd, betreft bij QFM2120 QFM2140 Meetnauwkeurigheid: 15...35 °C − 35...+50 °C Tijdconstante Toelaatbare meetstroom bij bij QFM2120 QFM2140 Beschermingsgraad Beveiligingsklasse Schroefklemmen voor Kabelwartel (meegeleverd) Bedrijf volgens Klimatologische voorwaarden Temperatuur (behuizing met elektronica) Vochtigheid Mechanische voorwaarden Transport volgens Klimatologische voorwaarden Temperatuur Vochtigheid Mechanische voorwaarden Materiaal en kleuren ≤ 1 VA zie apparatenblad van de signaalverwerkende apparaten 0…95% r.v. (zonder condensatie) zie "Typenoverzicht" Meetbereik Tijdconstante Uitgangsignaal, lineair (klem U2) Functiegegevens "temperatuuropnemer " bij QFM2120, QFM2140 AC 24 V ± 20 % of DC 13.5...35 V 50 / 60 Hz bij AC 24 V Onderzijde huis Deksel huis Insteekbuis ± 0,8 K ±1 K ca. 20 s, bij bewegende lucht DC 0...10 V 0...50 °C / − 35...+ 35 °C / -40…+70 °C, max. ± 1 mA − 35...+ 50 °C LG-Ni 1000 T1 (PTC) ± 0,8 K ±1 K ca. 20 s, bij bewegende lucht 1,18…3,29 mA 0,53…1,46 mA IP54 volgens IEC 529 III volgens EN 60 730 1 × 2,5 mm of 2 × 1,5 mm M 16 x 1,5 IEC 721-3-3 Klasse 3K5 − 15...+ 60 °C 0...95 % r.v. (zonder condensatie) Klasse 3M2 IEC 721-3-2 Klasse 2K3 − 25...+ 70 °C < 95 % r.v. Klasse 2M2 Polycarbonaat, RAL 7001 (zilvergrijs) Polycarbonaat, RAL 7035 (lichtgrijs) Polycarbonaat, RAL 7001 (zilvergrijs) 2 2 5/7 Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... CE1N1864nl 04.2006 Normen en standaards Filterkap Bevestigingsflens Kabelwartel Opnemer, totaal Verpakking Productveiligheid Autom. elektr. regel- en besturingsapparaten voor huishoudelijk gebruik en dergelijke toepassingen Elektromagnetische compatibiliteit Immuniteit Storingsemissie -conformiteit volgens - conformiteit volgens Australian EMC Framework Radio Interference Emission Standard Maten (gewicht) - conformiteit Incl. verpakking QFM21… 1) 1) Polycarbonaat, RAL 7001 (zilvergrijs) PA 66, -GF35 (zwart) PA, RAL 7035 (lichtgrijs) Siliconenvrij Golfkarton EN 60 730-1 EN 61 000-6-1 EN 61 000-6-3 EMV-richtlijn 89/336/EWG Radio communication act 1992 AS / NZS 3548 UL 873 ca. 0,18 kg geldt niet voor kanaalopnemer QFM2160! 6/7 Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... CE1N1864nl 04.2006 Aansluitklemmen R3 = −40...+70 °C) (r.v.) G0 U1 G, G0 G1, G2 U1 U2 BS, MS U2 (R2 = −35...+50 °C) G 1864G01 G (R1 = −35...+35 °C / R2 = 0...50 °C / QFM2100 (r.v.) G0 U1 BS MS G (r.v.) G0 U1 1864G03 QFM2120, QFM2140 1864G02 QFM2160 Voedingsspanning AC 24 V (SELV) of DC 13,5...35 V Voedingsspanning DC 13,5...35 V Signaaluitgang DC 0...10 V voor relatieve vochtigheid 0...100 % Signaaluitgang DC 0...10 V voor temperatuurbereik 0...50 °C / − 35...+ 35 °C of -40…+70 °C Signaaluitgang voor temperatuurbereik − 35...+ 50 °C (passief). De aansluitingen mogen niet worden verwisseld! Maatschetsen (maten in mm) 60 28 3 28 14,5 39 80 M16 x 1,5 222 ø 20 50 min. 90, max. 154 183 80 1864M01 ø 15 (41) (62,8) 21(16) 60 Montageboringen met (zonder) montageflens © 2005 Siemens Building Technologies AG www.siemens.nl/sbt Siemens Building Technologies HVAC Products Kanaalopnemers QFM21... Wijzigingen voorbehouden 7/7 CE1N1864nl 04.2006