IP/03/1601 Brussel, 26 november 2003 Global Land Cover: unieke satellietbeelden van de wereldvegetatie Een unieke gegevensbank voor het in beeld brengen van de wereldvegetatie voor het jaar 2000 (Global Land Cover 2000 – GLC 2000) is eindelijk klaar voor gebruik. Deze kaart vult de enorme leegte die nog steeds bestond op het gebied van de vegetatie en de geologisch-morfologische kartering (“land cover”) van onze planeet. Zij kon tot stand komen dankzij de wereldwijde samenwerking tussen meer dan 30 onderzoeksinstellingen, gecoördineerd door het gemeenschappelijk centrum voor onderzoek (GCO) van de Europese Commissie. De resultaten van de GLC 2000 worden voorgesteld in de GMS-vergadering (Global Monitoring for the Environment and Security – monitoring inzake milieu en veiligheid op wereldschaal) van 26-29 november en de daaropvolgende GEO (Global Earth Observation)-conferentie van 28 en 29 november in Baveno (Italië). Dankzij GLC 2000 kan het milieu beter worden bewaakt. Dat zal op zijn beurt bijdragen tot de voorspelling en de preventie van zowel natuurlijke als aan menselijke actie toe te schrijven rampen, alsmede tot de bestudering van ecosystemen, biodiversiteit, klimaatswijziging en weersvoorspelling. “Door samen te werken hebben wetenschappers van over de gehele wereld ons een uniek en accuraat beeld ter beschikking gesteld van de staat waarin de oppervlakte van onze planeet zich bevindt bij het begin van het derde millennium”; dat zijn de woorden van de heer Philippe Busquin, lid van de Europese Commissie, belast met wetenschappelijk onderzoek. “Doordat wij nu alles uitgebreid in kaart kunnen brengen, kunnen wij ook beter toezicht houden op de effecten van klimaatswijzigingen en van de menselijke activiteiten op de natuur. Wij beschikken nu over een waardevolle momentopname van de huid van de aarde, die het ons mogelijk zal maken eventuele rampen beter te voorspellen en te voorkomen. “Global land cover monitoring” is een van de belangrijkste behoeften waarin diende te worden voorzien door het gezamenlijke initiatief van de Commissie en het Europees Ruimtebureau met betrekking tot de “Global Monitoring for the Environment and Security (GMES)”. Het in kaart brengen van onze planeet Vanaf 1970 werden de werkzaamheden om de volledige oppervlakte van onze planeet in kaart te brengen veel gemakkelijker door het lanceren van waarnemingssatellieten in een polaire omloopbaan. De beelden vanuit de ruimte werden gebruikt voor het in kaart brengen van verschillende delen van de wereld, maar het duurde nog tot de jaren 90 voordat een volledige gegevensset kon worden verzameld, bewerkt en geanalyseerd. De daaruit voortvloeiende "land cover map", die was gebaseerd op de tussen 1992 en 1993 door de satellieten verzamelde gegevens, werd op grote schaal gebruikt voor het opstellen van klimaatmodellen, hulpmiddelenbeheer en studies van het ecosysteem. Sedert 1993 zijn de geologisch-morfologische kenmerken van onze planeet (o.a. de vegetatie) evenwel gewijzigd, in sommige gevallen zelfs aanzienlijk. Zo is bijvoorbeeld sedert 1993 jaarlijks 6.000.000 hectare tropisch regenwoud verdwenen. Terzelfdertijd zijn nieuwe en betere sensoren gelanceerd en hebben deskundigen ervaring opgedaan met de analyse van de gegevens die deze sensoren opleveren, met het oog op het uitwerken van nieuwe en betere kaarten. Het GLC 2000-project is een deel van dat proces van wetenschappelijke en technische vooruitgang. Een oplossing voor een speciale puzzel: de wereldvegetatie In 1999 heeft een door het gemeenschappelijk centrum van onderzoek van de Commissie gecoördineerd partnerschap een aanvang gemaakt met de uitwerking van een nieuwe database waarin alle gegevens zouden worden verzameld over de staat waarin het wereldoppervlak zich bevond aan het einde van het millennium: het Global Land Cover 2000-project (GLC 2000). Het project bevatte dagelijkse observaties van het oppervlak van onze planeet tussen 1 november 1999 en 31 december 2000, door de “VEGETATION”-sensor die met de SPOT-4 satelliet rond de aarde cirkelt. De partners in het VEGETATION-programma (Centre National d’Etudes Spatiales – Frankrijk; de Nationale Ruimteraad van Zweden, het Italiaanse Ruimtebureau, de Belgische dienst voor Wetenschap en Technologie en de Europese Commissie) hebben de door SPOT-4-satelliet gemaakte observaties ter beschikking gesteld voor gebruik in het kader van het GLC 2000-project. In het project wordt samengewerkt door de belangrijkste gebruikers van informatie inzake de “land cover” en door deskundigen inzake het in kaart brengen daarvan uit verschillende delen van de wereld, waaronder enkele landen in tropische gebieden. Plaatselijke deskundigen hebben elke regio op zodanige wijze in kaart gebracht dat het best mogelijke overzicht werd verkregen van de vegetatie en de land cover. Door de partners werd gebruik gemaakt van een systeem dat was ontworpen door de FAO (Voedsel- en landbouworganisatie) van de Verenigde Naties en het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), ten einde de “land cover” zo te ordenen dat gedetailleerde regionale kaarten konden worden bewerkt en gepresenteerd op een coherente wijze. Door het GCO werden de regionale kaarten geanalyseerd en gebruikt voor de creatie van de GLC 2000 database. Op de nieuwe kaart zijn 22 gedetailleerde types van “land cover” vertegenwoordigd, variërend van de arctische wouden op het noordelijk halfrond, over landbouwgrond, steden en woestijnen, tot tropische wouden, moeraslanden en permanente sneeuwvelden. Samenwerking en toepassingen op wereldschaal De FAO en UNEP waren zeer opgetogen over de uit het GLC 2000-project voortkomende producten. Zij fungeren, samen met de Europese Commissie, als cosponsors voor de bekendmaking en de verdeling van de uiteindelijke kaarten. De FAO zal ze gebruiken en ook ter beschikking stellen van de bij haar aangesloten lidstaten, met het oog op de werkzaamheden inzake klimaat, biodiversiteit en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen. Het door de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, in 2001 gelanceerde Millennium Ecosystem Assessment, dat moest zorgen voor een evaluatie van de milieuovereenkomsten van de Verenigde Staten, gebruikt GLC 2000 als referentie bij de werkzaamheden inzake het evalueren van de gevolgen van wijzigingen in het ecosysteem voor de gezondheid van de mens en voor de verarming, de biodiversiteit en de kwaliteit van het milieu. 2 De nationale meteorologische dienst van Frankrijk, Météo-France, verwerkt de gegevens van GLC 2000 in zijn gegevensbank als fundamenteel element van de weersvoorspellingsmodellen en de opstelling van modellen voor het klimaat in de wereld, een en ander in samenwerking met het “European Centre for Medium range Weather Forecasts” (Europees Centrum voor Weersvoorspelling op de Middellange Termijn). Meer informatie is verkrijgbaar op de volgende website: http://www.gvm.jrc.it/glc2000/defaultGLC2000.htm 3