Correctie van ernstige bij- of verziendheid met refractieve

advertisement
Correctie van ernstige bij- of
verziendheid met refractieve
implantlens
Operatief behandelen van ver- of bijziendheid met een
implantlens in het Zelfstandig Behandelcentrum CWZ
(ZBCWZ) oogheelkunde
2
Naast de algemene oogheelkunde zijn oogartsen in
het CWZ gespecialiseerd in bijvoorbeeld refractiechirurgie met implantlenzen. Deze activiteit wordt niet
vergoed door de ziektekostenverzekeraar en is daarom
ondergebracht in het Zelfstandig Behandelcentrum
CWZ (ZBCWZ). Daarmee bieden zowel de oogartsen als
het CWZ u een veilig, professioneel en vertrouwd
behandelcentrum en zorg tegen een aantrekkelijk
tarief. Meer informatie vindt u op www.cwz.nl onder
tarieven.
In deze folder leest u meer informatie over de
behandeling.
Wilt u meer informatie of u aanmelden voor een
behandeling van uw ver- of bijziendheid met een
refractieve implantlens dan kunt u contact opnemen
met de Oogkliniek, tijdens kantooruren bereikbaar op
telefoon (024) 365 82 15.
Beeldvorming in het oog
Het normale oog
In een oog dat normaal werkt, vallen lichtstralen door
de ooglens naar binnen en komen bij elkaar in een
brandpunt dat precies op het netvlies valt. Cellen in het
netvlies geven deze impulsen vervolgens via de
oogzenuw door naar de hersenen, die de binnengekomen informatie voor ons vertalen naar een scherp
beeld. Er zijn echter drie verschillende brekingsafwijkingen van het oog:
• bijziendheid (myopie, -glazen)
• verziendheid (hyperopie, +glazen)
• astigmatisme (cylindrische afwijking) tekening
3
Bijziendheid (myopie)
Het bijziende oog is meestal langer dan het normale
oog. In het bijziende oog ligt het brandpunt van de
gebroken lichtstralen vóór het netvlies in plaats van
erop. Er ontstaat dus een onscherp beeld. Bij
bijziendheid ziet men zonder bril dichtbij beter dan
veraf. De glazen in de bril corrigeren het invallen van de
lichtstralen op een zodanige manier dat het beeld
precies op het netvlies valt en dus scherp wordt
waargenomen. Dit doen ze door het beeld te
verkleinen. Op het brilrecept staat een minteken voor
de sterkte.
Verziendheid (hypermetropie)
Het verziende oog is korter dan het normale oog. Het
brandpunt van de gebroken lichtstralen bevindt zich
daardoor ‘achter’ het netvlies met dus ook weer een
onscherp beeld als resultaat. Iemand die verziend is,
ziet vooral dichtbij onscherp. De glazen in de bril vergroten het beeld zodat dit precies op het netvlies valt
en scherp wordt waargenomen. Op het brilrecept staat
een plusteken voor de sterkte.
Astigmatisme (cilindrische afwijking)
Astigmatisme kan op zichzelf bestaan of in combinatie
met bij- of verziendheid. Om een normale gezichtscherpte te kunnen hebben, moet het hoornvlies een
gelijke kromming hebben in alle richtingen. Personen
met een astigmatisme hebben een hoornvlies dat in de
ene richting meer gekromd is dan in de andere. Astigmatisme veroorzaakt een wazig en vervormd beeld.
4
Presbyopie (ouderdomsverziendheid)
Presbyopie, of ouderdomsverziendheid, begint wanneer lezen zonder bril een probleem wordt. ‘De armen
worden tekort’, zoals dat zo mooi heet. Door ouderdom
kan de ooglens op korte afstand moeilijker scherpstellen. Presbyopie begint rond de leeftijd van 45 jaar.
Wie komt in aanmerking voor refractieve chirurgie?
Om in aanmerking te komen voor behandeling moet de
oogafwijking twee jaar stabiel zijn. Meestal is dit het
geval vanaf het achttiende levensjaar. Er zijn
verschillende redenen om refractieve chirurgie te
overwegen, zoals:
• een groot verschil in sterkte tussen beide ogen;
• contactlensproblemen;
• beeldvervorming door brillen bij grote afwijkingen
waardoor het gezichtsveld wordt beperkt;
• een beroep waar goed zicht zonder correctie wordt
vereist, zoals politieagent, brandweerman, piloot,
militair, etcetera;
• sportbeoefening;
• cosmetische overwegingen.
Vooronderzoek
Alvorens te beslissen welke behandeling voor u het
meest geschikt is, wordt een uitgebreid oogheelkundig
onderzoek verricht. Dit vooronderzoek is een half jaar
geldig.
In veel gevallen worden oogdruppels gegeven die de
pupil verwijden. Dit is noodzakelijk voor een volledig
oogheelkundig onderzoek. Met wijde pupillen kunt u
minder goed zien. Om die reden wordt autorijden
afgeraden gedurende enkele uren na afloop van het
onderzoek. Het is dus verstandig om samen te komen
met iemand die u terug naar huis kan brengen.
5
Voor een betrouwbaar vooronderzoek mogen
zuurstofdoorlatende contactlenzen ten minste vier
weken niet zijn gedragen. Voor zachte contactlenzen
gelden twee weken.
Deze termijnen gelden tevens voor de behandeling zelf.
De ARTISAN™ Refractieve Implantlens
De ARTISAN™ Refractieve Implantlens is een
kunststoflens die wordt geïmplanteerd vóór de eigen
ooglens, zodat de bijziendheid of verziendheid zoveel
mogelijk wordt gecorrigeerd.
Deze kunstlens is gemaakt van PMMA-materiaal, een
kunststof dat al sinds 1950 wordt gebruikt voor de
fabricage van implantlenzen ter vervanging van de
eigen ooglens na een staaroperatie. In het centrum van
de lens zit de correctie waarmee de afwijking wordt
gecorrigeerd. De zijkanten bestaan uit ‘klauwtjes’,
waarmee de lens aan de iris (regenboogvlies) wordt
vastgemaakt. De gewelfde achterzijde van de kunstlens
voorkomt dat de natuurlijke lens wordt geraakt. De
optische correctie wordt dus in het oog aangebracht ter
behandeling van de volgende refractieafwijkingen:
bijziendheid tot S-23.00 en verziendheid tot S+9.00
dioptrieën, al dan niet gecombineerd met
astigmatisme.
Voorbereiding voor de operatie
Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk, dus
ook bij deze operatie. Deze verdoving kan algemeen
(narcose) of plaatselijke verdoving zijn. In beide
gevallen zult u geen pijn voelen tijdens de ingreep. Uw
oogarts bespreekt met u, wat in uw geval het beste
wordt geacht.
6
In uw geval is de operatie onder algemene anesthesie.
Hierover kunt u meer lezen in de folder ‘anesthesie bij
volwassenen’. U wordt op de dag van de operatie
opgenomen op de afdeling dagverpleging en kan
meestal enkle uren na de operatie weer naar huis.
Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige
voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel
preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding
genoemd.
Spreekuur anesthesioloog
De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval
aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen
worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente
een afspraak voor u op het spreekuur van de
anesthesioloog gemaakt. In de folder ‘Preoperatief
onderzoek / anesthesioloog’ kunt u hier meer over
lezen.
Verpleegkundig spreekuur
Aansluitend aan uw afspraak op de polikliniek
anesthesie heeft u een afspraak voor het
verpleegkundig spreekuur van de afdeling
dagverpleging.
Bloedverdunnende medicijnen
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt is het
belangrijk dat u met uw arts bespreekt of u hiermee
moet stoppen.
Als u onder controle van de trombosedienst valt, hoort
u van de trombosedienst of u moet stoppen met bloedverdunnendemedicijnen.
Stop nooit op eigen initiatief met bloedverdunnende
medicijnen.
7
Contactlenzen
Zuurstofdoorlatende contactlenzen mogen ten minste
vier weken niet zijn gedragen. Voor zachte
contactlenzen gelden twee weken.
De dag van de operatie
Het is niet raadzaam dat u zelf deelneemt aan het
verkeer (autorijden of fietsen). Zorg dus dat iemand u
begeleidt.
Op de dag van de operatie mag u geen make-up
gebruiken, mogen uw nagels niet gelakt zijn en sieraden
kunt u beter thuis laten.
Nuchter
Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het
nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de
anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u
gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de
folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen ’.
Melden
U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling
dagverpleging (C52). Op de afdeling krijgt u een kort
opnamegesprek met de verpleegkundige. Dit is om te
controleren of er de laatste weken nog veranderingen
zijn opgetreden in uw gezondheid en uw persoonlijke
omstandigheden. Tevens vertelt de verpleegkundige u
nog in het kort het een en ander over de gang van
zaken rond de operatie.
Als u vragen heeft kan de verpleegkundige deze
beantwoorden.
8
De operatie
Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u de
voorbereidende medicatie voor de anesthesie
(premedicatie). Het is belangrijk dat u voor de ingreep
nog even plast, zodat de blaas leeg. Tijdens de operatie
draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast
aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de
hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en
daardoor infecties te voorkomen.
Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de
verkoeverkamer gebracht, hier worden u nog wat
vragen gesteld waarna u naar de operatiekamer wordt
gereden. Daar moet u over stappen op een smalle
operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving,
die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie
begint algemene of specifieke bewakingsapparatuur
aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te
kunnen observeren.
Via een klein sneetje aan de rand van het hoornvlies
wordt de kunstlens in het oog gebracht en vóór de
pupilopening geplaatst. De natuurlijke lens blijft in het
oog. Met de speciale fixatiemethode, de klauwtjes,
wordt het lensje aan de iris (regenboogvlies) bevestigd.
De ARTISAN™ Refractieve Implantlens bevindt zich dus
voor de iris en achter het hoornvlies. Als de lens is
bevestigd, wordt er nog een klein onopvallend gaatje in
de iris gemaakt om de natuurlijke vloeistofstroom in het
oog op gang te houden. Het sneetje aan de rand van
het hoornvlies wordt met enkele hechtingen weer
gesloten. De lens hoeft later niet meer te worden
vervangen of verwijderd, tenzij er een bijzondere
situatie optreedt of als er op latere leeftijd staar in de
eigen ooglens ontstaat.
9
Het eerste oog moet eerst goed zijn hersteld voordat
het tweede oog wordt geopereerd. De tijd tussen de
operaties aan beide ogen bedraagt meestal enkele
weken. In deze periode kunt u last hebben van het
verschil in sterkte tussen het geopereerde oog en het
nog te opereren oog. Na de tweede operatie is het
evenwicht weer hersteld.
Na de operatie
U krijgt direct na de operatie een verband voor het oog,
dat één dag moet blijven zitten. De eerste weken na de
operatie druppelt u het oog volgens instructie. Controle
vindt plaats één dag na de operatie en na een week.
Daarna volgt binnen het eerste jaar nog vier à vijf maal
een controle.
In de eerste vier weken na de operatie kan de oogsterkte licht wisselen omdat het sneetje aan de rand
van het hoornvlies moet genezen. Ongeveer zes weken
na de operatie is de situatie stabiel. Na deze periode
komt u bij de oogarts of optometrist voor een
definitieve oogmeting.
Het is aan te raden om bij balsporten een sportbril te
dragen omdat het oog na de operatie kwetsbaarder is
geworden.
Vermijd wrijven in het oog zoveel mogelijk vanwege het
risico dat de implantlens het hoornvlies kan
beschadigen.
Aandachtspunten
• gedurende drie weken druppelt u het behandelde
oog;
• na de behandeling draagt u ‘s nachts een oogkapje
ter bescherming;
• de eerste twee weken kunt u geen make-up
gebruiken;
10
• in verband met infectiegevaar wordt het sterk
afgeraden om de eerste vier weken na de
behandeling te zwemmen;
• wrijven in de ogen geeft kans op beschadiging van de
binnenkant van het hoornvlies.
Complicaties
De kans op een infectie is heel gering. In de
behandelkamer wordt volgens strikt protocol gewerkt,
waardoor het risico van infectie minimaal is.
Er is een uiterst kleine kans op staarvorming. Staar is
het troebel worden van de natuurlijke lens, meestal als
gevolg van het verouderingsproces. Het dragen van een
ARTISAN™ Refractieve Implantlens brengt geen
verhoogd risico tot het vormen van staar met zich mee.
Staar kan wel ontstaan als gevolg van een contact met
de natuurlijke lens tijdens de behandeling. De oogarts is
getraind om dit contact te vermijden.
Veel gestelde vragen over de Artisan™ implantlens
Hoe lang houdt het effect aan?
• Voor de rest van uw leven.
• Soms is nabehandeling nodig.
• Veranderingen op lange termijn zijn zeldzaam.
• Door het verouderingsproces, rond het 45e
levensjaar, kan wel een leesbril nodig zijn.
Gaat de behandeling altijd goed?
• Problemen zijn zeldzaam.
• Er is een kleine kans op restafwijkingen.
• Er is een kleine kans op bijwerkingen.
11
Wat zijn mogelijke problemen bij een Artisan™
lensomplantatie
• Geringe over- of ondercorrectie. Dit is te corrigeren
met een lichte bril of contactlenzen.
• Lens zit niet goed en moet via een kleine ingreep
verplaatst worden.
• Incorrecte sterkteberekening. In overleg kan tot
vervanging van de lens worden besloten (nieuwe
behandeling).
• Stijging van de oogdruk na de operatie. Dit kan met
tijdelijke medicatie worden verholpen.
• Infectie. Deze kan bij tijdige ontdekking goed
behandeld worden.
• Schitteringen (glare) en lichtkringen zien in het
donker. Deze waarnemingen worden in de loop van
de tijd door de hersenen anders geïnterpreteerd en
meestal niet meer als storend ervaren.
• Ingroei van cellen onder de flap. Dit is goed te
behandelen door de flap op te lichten en cellen
voorzichtig te verwijderen.
• Slechter zicht. Komt zelden voor en is meestal het
gevolg van een ernstige complicatie. Complicaties
kunnen leiden tot een lagere kwaliteit van wat men
ziet, meestal niet tot verminderd zicht.
• In hoogst uitzonderlijke gevallen
- Verlies van gezichtsvermogen
- Zichtbedreigende complicaties zoals oog
infectie, netvliesloslating, hoornvliesbeschadiging, bloedingen.
12
Kan ik na de behandeling nog contactlenzen dragen als
dat nog is?
• De meeste mensen hebben na de behandeling geen
contactlenzen meer nodig.
• Indien u voor de behandeling contactlenzen kon
verdragen, dan zal dit na de behandeling ook nog
mogelijk zijn.
Wat is de voorspelbaarheid van het resultaat van de
behandeling?
• Nooit 100%
• Hoe hoger de afwijking, hoe minder voorspelbaar het
eindresultaat.
• De meeste mensen komen uit tussen de 0 en -1/2 tot
-3/4 dioptrie.
Hoe groot is het risico op een infectie?
• Het risico is heel gering, maar wel aanwezig.
• In de behandelkamer wordt strikt volgens protocol
gewerkt, waardoor het risico op infectie minimaal is.
Hoe groot is de kans op de vorming van staar?
• Staar is vertroebeling van de natuurlijke lens, meestal
als gevolg van een verouderingsproces. Het is geen
complicatie als gevolg van het dragen van een
Artisan implantlens.
• Vertroebeling van de natuurlijke lens kan ontstaan als
gevolg van een contact tijdens de behandeling bij
lensimplantatie. De chirurg is getraind om dit
contact te vermijden.
Wat gebeurt er met mijn gezichtsvermogen als de
Artisan™ lens er weer uitgehaald wordt?
• In verreweg de meeste gevallen keert het
oorspronkelijke gezichtsvermogen weer terug.
13
Hoe lang bedraagt de wachttijd?
• De meest recente wachtlijstgegevens voor het CWZ
vindt u op www.cwz.nl
Hoe lang is het vooronderzoek geldig?
• Het vooronderzoek is een half jaar geldig
Kan een cilinder worden gecorrigeerd?
• Ja, met behulp van laser (niet in CWZ)
• Ja met behulp van een op maat gemaakte Artisan™
Torische lens.
Hoe lang moet ik na de behandeling nog oogdruppels
gebruiken?
• Gedurende drie weken moet u druppelen in een
afbouwschema van drie maal, twee maal naar eenmaal daags.
• Gedurende drie weken ’s nachts een oogkapje
dragen.
Waarom heb je na de behandeling soms toch nog een
bril nodig?
• Er is 30% kans uit te komen tussen de 0 en –1/2 tot
–3/4 dioptrie. Dit heeft te maken met de waarde van
de echo van het oog en de berekening van de sterkte
van de lens.
• Leesbril als gevolg van natuurlijk verouderingsproces.
Kun je Artisan™ lenzen met het blote oog zien?
• Andere mensen kunnen de lenzen nauwelijks
waarnemen. Het is vergelijkbaar met het zien van
een contactlens in iemands oog.
14
Kun je een allergische reactie krijgen van een Artisan™
lens?
• Het materiaal waaruit de Artisan™ lenzen zijn
gemaakt, heeft een lange geschiedenis van veilig
gebruik in het oog (tientallen jaren). Allergische
reacties of andere bijwerkingen zijn niet bekend.
Vragen
Als u na het lezen van de informatie nog vragen heeft,
schrijf deze dan op of vraag iemand met u mee te gaan.
De oogarts beantwoordt graag uw vragen.
Verklaring (informed consent)
Omdat er sprake is van behandeling van een gezond
orgaan, wordt u gevraagd om een toestemmingsformulier te ondertekenen. Hiermee geeft u aan dat u
de informatiebrochure heeft gelezen en begrepen. U
hebt tevens de mogelijkheid gekregen om vragen te
stellen over de behandeling. Ook verklaart u zichzelf
verantwoordelijk voor de behandelingskosten. De
meest recente prijzen voor deze behandeling vindt u op
www.cwz.nl onder tarieven.
Bericht van verhindering
Bent u op het afgesproken tijdstip van de operatie verhinderd, bel dan zo snel mogelijk de afdeling opname
en patiëntenplanning, telefoon (024) 365 71 34, bij
geen gehoor belt u de Oogkliniek. Er kan dan nog een
andere patiënt in uw plaats komen.
15
Adres en telefoonnummer
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen
Bij vragen voor of na de operatie, kunt u contact opnemen met de assistentes van Oogkliniek (B01)
Telefoon (024) 365 82 15 (tijdens kantooruren)
Bij ernstige klachten die niet kunnen wachten, kunt u
contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp
Telefoon (024) 365 83 22 (buiten kantooruren)
16
G450-B / 04-13
Website: www.oogheelkunde.cwz.nl
Download