Lezen in de middenbouw Mirjam Stefels In iedere middenbouw van montessorischolen zijn kinderen te vinden bij wie het leesproces nog moet starten. Vrijwel iedere school heeft plannen klaar liggen om deze groep kinderen te begeleiden bij het leren lezen. Vanwege de periode van groei waar deze kinderen in terecht zijn gekomen vraagt het leren lezen een andere aanpak. De zintuiglijke ervaringen worden door hen niet meer als interessant ervaren en soms roept het zelfs weerstand op. Wat bieden we in de middenbouw als de schuurpapieren letters niet meer het geëigende middel zijn? We spraken met intern begeleiders van een aantal scholen en legden hen vragen voor over het lezen in de middenbouw. Individueel en groepswerk Zowel de intern begeleider van de Arnhemse montessorischool als die van de Trinoom uit Almere geven aan dat in de onder-en middenbouw gewerkt wordt met de leeslijn naast het montessorimateriaal. Zij werken afwisselend individueel en in groepsverband. Dit hangt sterk af van het onderwerp, want auditieve oefeningen lenen zich meer tot groepsactiviteiten. De intern begeleider van de montessorischool in Oosterhout vertelt dat zij volledig verder werken vanuit de montessoritheorie. Zij gebruiken de materialen, zoals schuurpapieren letters, letterdozen en leeskast, volop in de onder- en middenbouw. Zij verbinden de werkwijze met veel activiteiten in de groep rondom lezen. Stil en hardop oefenen De techniek van het lezen en vervolgens op tempo lezen vergt veel oefening. Vanuit de leesdidactiek is gebleken dat dagelijks oefenen, liefst op meerdere momenten gedurende de dag, een uitgangspunt moet zijn voor iedere school. Vanuit de montessoritheorie wordt altijd gesproken over stillezen. Naast het aandachtig oefenen heeft het als sterke component in zich dat kinderen ervaren dat lezen leuk kan zijn voor jezelf. Vanuit de traditionele leesdidactiek en de leestoetsen is hardop lezen een noodzaak. Kan het één zonder het ander? In Almere kent de school een vaste structuur voor het leesonderwijs. Dagelijks na de kleine pauze gaan de kinderen lezen in de leeslijn boekjes. Na de lunchpauze gaan de kinderen allemaal lezen uit een bibliotheekboek naar keuze. Dit doen zij zelfstandig en geeft de leraar de mogelijkheid om enkele kinderen bij hem of haar hardop te laten lezen. In Arnhem is het tutorlezen ingevoerd en hebben alle kinderen een maatje bij het hardop oefenen van het leestempo. In Oosterhout hanteren zij een mengeling van mogelijkheden, want naast tutorlezen maakt de school ook gebruik van leesouders. Verder heeft de leraar vaste tijden van lezen in de groep, waarbij kinderen kunnen komen lezen bij de leraar. Dit systeem werkt naast de leesbeurten tijdens de rondgang. Stimulerende activiteiten Lezen moet leuk zijn voor iedereen, want zonder lezen gaan veel culturele vaardigheden vertraging oplopen. Toch zijn er veel kinderen voor wie lezen op school een noodzakelijk kwaad. Voor sommigen loopt de weerstand tegen lezen zelfs door tot in huiselijke kring. Er is veel oefening nodig en ouders zijn doorgaans doordrongen van de problemen die hun kind tegenkomt bij gebrek aan voldoende leesvaardigheid. Naast structureel leesonderwijs in de scholen, zal het lezen ook een ervaring voor kinderen moeten zijn waar je met goede herinneringen aan terugdenkt. De kinderboekenweek is natuurlijk een voorbeeld van zo’n stimulerende activiteit om enthousiast een boek te pakken. Welke stimulerende leesactiviteiten ontwikkelen montessorischolen voor hun kinderen? Iedere school maakt gebruik van specifieke leesactiviteiten ter stimulering van het lezen. De intensiteit van deze activiteiten is sterk wisselend. De schoolbibliotheek is een centraalpunt bij de activiteiten. In Almere worden daar ouders bij betrokken die met de kinderen in de bibliotheek lezen. In Oosterhout maakt de school gebruik van het leesstimuleringsprogramma van de centrale bibliotheek. Per groep brengen de kinderen jaarlijks een bezoek aan de bibliotheek ter promotie van het gratis abonnement voor de kinderen. Dit komt uitgebreid aan de orde tijdens een ouderavond. De lijn van de boekpromotie zet zich voort in de school door veel tijd en aandacht te besteden aan het voorlezen in de groepen. De kinderen van de midden- en bovenbouw presenteren hun favoriete boek in de vorm van de boekbespreking. Dit wordt nog eens extra gestimuleerd door de jaarlijkse bezoekjes van ‘een schrijver in de klas’. Leesmethode? Lezen doen kinderen vanuit het gegeven iets te willen weten over een specifiek onderwerp. Sommigen lezen met een speciaal doel, anderen vinden het heerlijk om een boeiend verhaal te lezen om daarmee weg kunnen dromen in een wereld die soms ver van de werkelijkheid af staat. Om deze doelen mogelijk te maken moet er een stimulerende leesomgeving ingericht worden. Hoe doen scholen dat? Gebruikt de leraar zijn creativiteit om kinderen bij het leesproces te stimuleren, hanteert hij een leesmethode op vrijzinnige wijze of - nóg anders – volgt hij de leesmethode zoals de handleiding voorschrijft? Arnhem en Almere maken gebruik van de leesmethode leeslijn. Zij volgen de methode, maar voelen zich vrij om enkele eigen aanpassingen te doen. In Oosterhout maken zij geen gebruik van leesmethoden, maar kinderen lezen wel uit leesboeken die van oorsprong horen bij een bepaalde leesmethode. Daarnaast besteedt de het team veel aandacht aan boeiende leesactiviteiten. Uitvallers? Niet ieder kind leert spontaan lezen. Kinderen bij wie het leesproces moeizaam verloopt worden in de wandeling ‘uitvallers’ genoemd. Die term gaat uit van de gemiddelde leesvaardigheid van kinderen in Nederland. In het montessori-onderwijs houden we rekening met de mogelijkheden van het kind naar aanleg en tempo. Is de term uitvaller dan wel terecht? Of sturen we het leesproces krachtiger dan we zouden willen? Alle drie de montessorischolen hanteren een toetskalender. De scholen die een methode hanteren maken gebruik van de tussentoetsen van de methode. Veel informatie over het kind verzamelen zij tevens tijdens het werken in de groep. De vele momenten van samen lezen met de leraar geven natuurlijk ook een beeld van mogelijke problemen bij het leren lezen. De IB-er van de Arnhemse montessorischool merkt op dat de kinderen die uitvallen vooral op auditief gebied problemen hebben. Wanneer je een kind betitelt als uitvaller zullen er plannen moeten worden geformuleerd om de term op termijn te gaan opheffen. Kan dat nog en welke normen worden hiervoor gehanteerd? Bestaan er ook preventieve plannen vanuit de onderbouw om te voorkomen dat een kind gaat uitvallen op het leesproces? Alle drie de scholen hebben een speciaal plan om de uitvallers bij het lezen verder te begeleiden. Het zijn vooral remediërende programma’s die ingezet worden. Hierbij worden namen genoemd als het technisch remediërend leesprogramma van Zuid-Vallei. De montessorischool Oosterhout gebruikt bij incidentele gevallen de methode ‘Veilig leren lezen’ als aanvulling. De scholen zijn in de onderbouw structureel actief bezig met het leesonderwijs. Naast de gebruikelijke werkjes vanuit het montessoriconcept zetten zij extra in op de auditieve training van het jonge kind. Dyslexie Dyslexie is een taalverwerkingsprobleem dat veel voorkomt. Kinderen met dyslexie vormen een geclassificeerde groep van uitvallers. Daar is vanuit het Expertisecentrum voor de Nederlandse taal en letterkunde een protocol voor ontwikkeld. Dit dient voor scholen als richtlijn bij het voorkomen en begeleiden van ernstige taalontwikkelingsproblemen. Hebben montessorischolen een dergelijks protocol omarmd of hebben zij hier hun persoonlijke tint aangegeven om recht te doen aan de ontwikkeling van de kinderen in hun school? De Arnhemse montessorischool en de Trinoom werken met het dyslexie protocol zoals geadviseerd vanuit het expertisecentrum. Zij hanteren een herfst- en krokussignalering. Deze momenten bieden de scholen een steun bij de specifieke begeleiding die noodzakelijk is voor de voortgang van het leesproces bij moeilijk lezende kinderen. Montessorischool Oosterhout maakt gebruik van het dyslexie protocol en heeft inmiddels de herfstsignalering ingevoerd. Zij zijn nog zoekende naar de mogelijke inpassing van een volgend signaleringsmoment. Zij maken momenteel wel gebruik van een checklist (KIJK) voor kinderen in de onderbouw en hopen hiermee een inschatting te kunnen maken voor vervolg trajecten van hulp aan de toekomstige middenbouw kinderen. Opdracht Tijdens de gesprekken met de intern begeleiders van de drie scholen kwamen steeds meer vragen boven. Verschillende vragen naar het hoe en waarom van de keuzes van scholen zijn niet beantwoord. Dat wekt nieuwsgierigheid naar de pedagogisch-didactische mogelijkheden en onmogelijkheden van het leesonderwijs in de montessorischolen. Wat zijn de kaders die gesteld kunnen worden vanuit ons montessoriconcept en de richtlijnen van het Expertisecentrum Nederlandse taal- en letterkunde? Dit is voor de nabije toekomst een prachtige opdracht voor ons montessori kenniscentrum. Met dank aan Marijke Roos van de Arnhemse montessorischool, Lianne Derks van de montessorischool Oosterhout en aan montessorischool de Trinoom in Almere.