Faxvoorblad NL Rotterdam

advertisement
V. Afgifte van de polis
Mr S.M. Oude Alink
1. Het oude recht
Volgens art. 255 WvK moest de verzekering schriftelijk worden aangegaan “bij ene akte, welke den
naam van polis draagt”. De inhoud van de polis verschilt per type verzekering.1
Op grond van art. 256 lid 2 WvK diende de polis door iedere verzekeraar te worden ondertekend.
Anders dan art. 255 WvK doet vermoeden, bestond de verzekeringsovereenkomst zodra deze
(eventueel mondeling) was gesloten.2 De wederzijdse rechten en verplichtingen van de verzekeraar en
van de verzekerde vingen vanaf dat moment aan. Ondertekening van de polis was hiervoor dus niet
maatgevend; laat staan dat afgifte van de polis maatgevend was. De polis was slechts een
bewijsmiddel. Het sluiten van de overeenkomst bracht echter wel de verplichting van de verzekeraar
mee om de polis binnen een bepaalde tijd te tekenen en aan de verzekerde uit te leveren.3 Het belang
van verzekerde bij afgifte van de polis bestond hierin dat art. 258 WvK bepaalde dat de
verzekeringsovereenkomst slechts tegenover de verzekeraar werd bewezen door geschrift.4 Bij
nalatigheid de polis uit te leveren, was de verzekeraar of de tussenpersoon ten behoeve van de
verzekerde gehouden tot vergoeding van de schade welke uit dat verzuim zou kunnen ontstaan.5
2. Het nieuwe recht
2.1 Afgifte polis
Art. 7:932 (7.17.1.8) luidt als volgt:
1. De verzekeraar geeft zo spoedig mogelijk een akte, polis genaamd, af, waarin de overeenkomst is
vastgelegd. De vorige zin geldt niet indien de aard van de overeenkomst afwijkend gebruik
rechtvaardigt en de verzekeringnemer bij afgifte van de polis geen belang heeft.
2. Op wijzigingen in de overeenkomst is lid 1 van overeenkomstige toepassing.
3. Indien een door een verzekeraar afgegeven bewijsstuk verloren is gegaan, geeft hij desverlangd
tegen vergoeding van de kosten een nieuw bewijsstuk af. Indien het bewijsstuk aan toonder of
order is gesteld en bij een verzekering van zaken die door middel van documenten plegen te
worden verhandeld, kan de verzekeraar als voorwaarde voor het doen van een uitkering aan de
houder van een nieuw bewijsstuk verlangen, dat hem door de houder gedurende de tijd dat de
verzekeraar tot betaling kan worden gedwongen, zekerheid wordt gesteld.
Ook onder het nieuwe recht is het sluiten van een verzekeringsovereenkomst vormvrij; een polis is dus
geen bestaansvereiste. Wel is de verzekeraar verplicht zo spoedig mogelijk – zonder dat een exacte
1
Zie art. 256, 287, 299 en 304 WvK.
Zie art. 257 lid 1 WvK.
3
Zie art. 257 lid 2 WvK.
4
Scheltema/Mijnssen, p. 70, wijst erop dat zolang de polis niet door de verzekeringnemer als bewijs is aanvaard,
bewijs van het niet omschreven deel van de overeenkomst en van de wijzigingen daarin, met alle middelen kan
worden bijgebracht.
5
Zie art. 261 WvK.
2
termijn wordt genoemd - een polis af te geven.6 De tweede zin van lid 1 van bovengenoemd artikel
houdt rekening met het feit dat soms, met name bij kortlopende transportverzekeringen, in het geheel
geen polis wordt opgemaakt.7 Wie de polis opmaakt, wordt in het midden gelaten.
Niet meer is opgenomen dat bij nalatigheid de polis af te geven schadevergoeding verschuldigd is.
Dit betekent echter niet dat, als de polis niet zo spoedig mogelijk wordt afgegeven, de verzekeraar
geen schade zou hoeven te vergoeden. De verzekerde kan dan terugvallen op de
schadevergoedingsregeling in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Nieuw is de bepaling dat de verzekeraar desverlangd tegen vergoeding van de kosten een nieuw
bewijsstuk (lees polis) dient af te geven. In de gevallen dat voor verzekeraars dan het risico van
dubbele betaling zou kunnen ontstaan, voorziet lid 3 aldus dat de verzekeraar het stellen van zekerheid
kan verlangen.
2.2 Bewijs niet langer uitsluitend door geschrift
De regel dat nadat de polis door de verzekeringnemer is aanvaard, de (inhoud van de) overeenkomst
tegenover de verzekeraar nog slechts door geschrift kan worden bewezen, is alsnog bij Nota van
wijziging van 21 juni 2000 geschrapt. Het argument dat de verzekeraar ertegen moet worden
beschermd dat hij aansprakelijk kan worden gesteld voor wellicht zeer hoge bedragen, enkel op grond
van getuigenbewijs, vond de minister bij nader inzien weinig overtuigend. Niet alleen kan ook bij
andere overeenkomsten de inhoud door getuigen worden bewezen, maar bovendien moet de rechter
goed in staat worden geacht eventueel getuigenbewijs op zijn waarde (dus betrouwbaarheid) te
schatten.8
2.3 Algemene verzekeringsvoorwaarden
De inhoud van de overeenkomst moet met voldoende precisie uit de polis kunnen worden opgemaakt,
maar behoeft daarin niet volledig te zijn opgenomen. Praktisch altijd wordt een deel van de bepalingen
opgenomen in algemene voorwaarden, waarnaar in de polis wordt verwezen. Indien een
verzekeringnemer niet een redelijke mogelijkheid is geboden om uiterlijk bij het sluiten van de
overeenkomst kennis te nemen van de algemene verzekeringsvoorwaarden, kan hij ingevolge art.
6:233 sub b BW een of meer van de bedingen in de algemene voorwaarden vernietigen en is hij
daaraan niet langer gebonden.9
Onder algemene voorwaarden zijn niet begrepen bedingen die de kern van de prestatie weergeven.
Bedingen die de dekking omschrijven, zijn doorgaans als kernbedingen aan te merken. Indien de
verzekeringnemer niet kennis heeft kunnen nemen van tot de essentialia van de overeenkomst
behorende bedingen, kan er ook nog geen sprake zijn van een tot stand gekomen overeenkomst.10
2.4 Dwingend recht
Art. 9:932 is geheel van dwingend recht en daarvan mag dus niet worden afgeweken.11
6
Onder een polis is ook begrepen een akte waarin de overeenkomst niet volledig is omschreven, maar die naar
een bijbehorend document verwijst, zoals bijv. algemene voorwaarden; zie MvT (19529), p. 13.
7
MvT (19529), p. 13.
8
Nota van wijziging, (19529), p. 23.
9
Wanneer terhandstelling voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijs niet mogelijk is,
bijvoorbeeld bij het telefonisch afsluiten van een verzekering, geldt het bepaalde in art. 6:234 lid 1 sub b en c
BW. Zie MvA (19529), p. 8.
10
Aldus de Nadere MvA (19529), p. 8.
11
Art. 7:943 lid 1.
Download