Begrippenlijst

advertisement
Begrippenlijst
Term
Definitie
Artikel
Voorwerp van handel, uniek geïdentificeerd met een GTIN. Een artikel kan een
consumenteneenheid zijn, een omverpakking met een vaste inhoud, of een
pallet met een vaste inhoud.
Backhauling
In dit scenario worden de goederen door of namens de afnemer opgehaald bij de
leverancier. De afnemer organiseert het transport. Bij backhauling vindt de
eigendomsoverdracht van de goederen plaats bij de leverancier.
Batchnummer
Het batchnummer identificeert een bepaalde batch. Een batch is bijvoorbeeld
een aantal exemplaren van hetzelfde artikel dat tegelijkertijd of binnen een
bepaalde periode is geproduceerd. Met het batchnummer kunt u nagaan
wanneer de artikelen zijn geproduceerd en met welke grondstoffen.
Besteleenheid
De eenheid waarin het artikel wordt besteld bij de leverancier. De besteleenheid
kan zowel een consumenteneenheid zijn als een handelseenheid.
Collo
Afzonderlijk verpakte eenheid, gehanteerd binnen logistiek. Een collo kan een
vaste inhoud hebben, maar dit hoeft niet het geval te zijn. De daadwerkelijke
inhoud van het collo is niet van belang. Een collo kan een handelseenheid zijn.
Consumenteneenheid
De eenheid waarin een artikel aan de kassa wordt verkocht. Denk bijvoorbeeld
aan een pak met drie stukken zeep of een doos met zes glazen. Meestal heeft
een consumenteneenheid een barcode voor scanning.
Crossdocking
Logistiek concept waarbij goederen worden geleverd aan een distributiecentrum,
verpakt per eindbestemming. De goederen worden niet in voorraad genomen,
maar direct doorgeleverd naar de betreffende eindbestemming. Crossdocking
wordt ook wel prepacking, doorlevering of transitolevering genoemd.
Counterfeit
(Namaak)
Het namaken van merkproducten leidt tot gemiste omzet en aantasting van het
imago van uw merkproducten. Bij sommige producten kan het ook leiden tot
gevaar voor consumenten, denk aan medicijnen of onderdelen van auto’s en
vliegtuigen etc. Het afbreukrisico voor producenten is groot.
Wilt u de strijd tegen namaak voeren dan is het belangrijk om elk individueel
product te voorzien van een unieke GS1-code met productienummer. Door deze
code op te nemen in een RFID-tag, aan de hand waarvan vervolgens elke stap
in de keten kan worden vastgelegd, kunt u uw producten individueel volgen.
Vindt u twee items met hetzelfde nummer op het netwerk dan weet u dat er één
vals is. U weet zelf welke. Andersom kunt u een klant laten zien waar uw product
vandaan komt. U geeft uw product zo een certificaat van echtheid mee.
Om in de toekomst de gegevens over individuele producten snel met uw
ketenpartners uit te kunnen wisselen is elektronisch data synchronisatie een
vereiste (zie GDSN).
DC-levering
Een DC-levering is een distributiewijze waarbij de orders bij de leverancier en/of
logistiek dienstverlener worden verzameld en naar het distributiecentrum worden
gereden om daar in opslag te worden genomen. De eindbestemming (filiaal) van
de goederen die worden geleverd is vooraf niet bekend bij de leverancier en/of
logistiek dienstverlener.
DESADV
Zie Verzendbericht
Pagina 1 van 7
Term
Definitie
EANCOM
Internationale EDI-standaard voor handel, industrie, transport en logistieke
dienstverlening. Deze standaard is gebaseerd op de EDIFACT-standaard en
wordt onderhouden door GS1.
ECR
Efficient Consumer Response. Met de procesbeschrijvingen voor commerciële
(Category Management) en logistieke (Efficient Replenishment) samenwerking,
scorecards, hulpmiddelen voor resultaatmeting, checklists, bijeenkomsten en
trainingen kunt u uw ketensamenwerking optimaliseren.
EDIFACT
De afkorting EDIFACT staat voor Electronic Data Interchange For
Administration, Commerce and Transport. EDIFACT is een verzameling van
standaards, directories en richtlijnen voor EDI die binnen de Verenigde Naties
overeengekomen zijn en worden onderhouden.
EDI-gebruikers
overeenkomst
Een overeenkomst tussen partijen die elektronisch gegevens met elkaar
uitwisselen. Hierin zijn de juridische, technische en organisatorische bepalingen
opgenomen waaraan de deelnemers zich moeten houden voor een juist gebruik
van EDI.
Electronic Data
Interchange (EDI)
De geautomatiseerde, elektronische uitwisseling van gestructureerde en
genormeerde berichten tussen computers van verschillende organisaties.
Elektronische pakbon
Zie verzendbericht.
Emballage
Verpakking, verpakkingsmateriaal, zonder de inhoud. Op emballage kan
statiegeld berusten. Bijvoorbeeld: fles, krat, pallet.
Factuurbericht (INVOIC)
EDI-bericht voor het verzenden van een factuur. De afkorting INVOIC staat voor
Invoice.
Filiaal-levering
Een filiaal-levering is een distributiewijze waarbij de filiaalorders bij de
leverancier en/of logistiek dienstverlener en/of op het distributiecentrum van de
retailer worden verzameld en direct naar het filiaal worden gereden.
GS1 Barcode
Met GS1-codes en bijbehorende symbolen maakt u uw producten, locaties
(adressen, maar bijvoorbeeld ook locaties binnen magazijnen) en
verzendeenheden wereldwijd uniek identificeerbaar voor al uw mogelijke
handelspartners.
GS1 eCom
Met de GS1 eCom-standaards (Edifact en/of XML) kan uw computersysteem
gegevens uitwisselen met de computers van uw handelspartners. Bijvoorbeeld
over artikelen, orders, pakbonnen, voorraden, retouren en facturen.
GS1 GDSN
GS1 EPCglobal
Global Location Number
(GLN)
Met het Global Data Synchronisation Network™ (GDSN™) kunt u zorgen dat uw
handelspartners wereldwijd over de juiste gegevens van uw artikelen
beschikken. Het systeem sychroniseert continu de neutrale, logistieke
artikelgegevens in databases over de hele wereld. De Global Product
Classification (GPC) is onderdeel van GDSN en zorgt voor effectief Category
Management.
Radio Frequency Identification (RFID) is een techniek die het mogelijk maakt
items draadloos te identificeren met behulp van radiogolven. De techniek wordt
al tientallen jaren gebruikt, bijvoorbeeld in skipassen, autosleutels of
toegangspasjes.
Zie ook RFID
Een code waarmee bedrijfsadressen uniek gecodeerd kunnen worden. De code
kan zowel betrekking hebben op externe postadressen (bijvoorbeeld een
hoofdkantoor, vestigingen en distributiecentra) als interne adressen (zoals
afdelingen, laadplatforms en magazijnlocaties). De code heeft dezelfde structuur
als de GS1-artikelcode. De nationale benaming voor de GLN is GS1-adrescode.
Pagina 2 van 7
Term
Definitie
Global Product
Classification
(GPC)
Speciale aandacht in de artikelgegevens uitwisseling heeft het realiseren van
correcte en juiste datakwaliteit. Deze kwaliteit zal door een juiste toepassing van
GPC nog verder geïntegreerd kunnen worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat
de GPC-classificatie aansluit bij alle categorieën in de levensmiddelen sector.
Helemaal nu de CBL-classificatie niet meer verplicht hoeft worden ingevuld.
GPC, het wereldwijde toepasbare productclassificatiesysteem biedt de volgende
kenmerken:
GPC voorkomt interpretatie verschillen in categorie bij fabrikant en
retailer bij category management activiteiten
Het is een tool om binnen GDSN de juiste aanbieders van een
productsoort te vinden
- GPC levert een vereenvoudiging van het doorzoeken van aanbieders’
catalogi en datapools door eenduidigheid en het parametrische karakter
van het classificatiesysteem
- Het is een tool om wereldwijd op uniforme wijze statistieken te
vervaardigen
Global Trade Item Number
(GTIN)
Een wereldwijd unieke code waarmee artikelen geïdentificeerd kunnen worden.
De GS1-artikelcodes zijn puur ter identificatie en geven geen informatie over
bijvoorbeeld prijs of gewicht. We spreken ook wel van EAN13-code. De nationale
benaming voor de GTIN is GS1-artikelcode.
GS1 128-symbool
Een barcode-symbooltechniek om GS1-codes en/of aanvullende gegevens,
zoals houdbaarheidsdatum en gewicht weer te geven op verpakkingen die niet
aan de kassa worden gescand. Deze symbooltechniek wordt vooral gebruikt in
de logistieke keten en op palletlabels. Internationaal wordt gesproken van
UCC/EAN128 symbology.
GS1 13-artikelcode
Een wereldwijd unieke code waarmee artikelen geïdentificeerd kunnen worden.
De GS1 13-artikelcodes zijn puur ter identificatie en geven geen informatie over
bijvoorbeeld prijs of gewicht. We spreken ook wel van GS1-artikelcode. De
internationale benaming voor een GS1-artikelcode is GTIN (Global Trade Item
Number).
GS1 8-code
Een 8-cijferige variant van de GS1 13-artikelcode waarmee zeer kleine artikelen
kunnen worden gecodeerd. De code kan bij GS1 Nederland aangevraagd
worden als een bedrijf artikelen wil coderen die zo klein zijn dat er geen ruimte is
om er een GS1 13-code op aan te brengen. De internationale benaming voor
een GS1-artikelcode is GTIN (Global Trade Item Number).
GS1 Databar
GS1 DataBar, de nieuwe generatie barcode voor de point-of-sale.
Het is een symbooltechniek die meer mogelijkheden biedt dan de traditionele
symbolen voor het scannen aan de kassa (zoals EAN-13). Omdat GS1 DataBar
veel kleiner kan worden weergegeven (tot 50% kleiner dan de EAN-13) is het
heel geschikt voor toepassing op kleine producten. Daarnaast kan een GS1
DataBar ook aanvullende gegevens bevatten, zoals een houdbaarheidsdatum,
een batchnummer, het gewicht, een serienummer en nog zo’n 100 andere
gegevensvelden. Voor een aantal productgroepen, waaronder versartikelen, is
het interessant om zulke gegevens ook aan de kassa scanbaar te hebben.
Fabrikanten willen steeds meer (marketing)informatie op de producten
weergeven, voorraden reduceren en producten beter kunnen traceren tot aan de
supermarkt.
Daarnaast willen retailers steeds meer logistieke informatie over de producten in
de supermarkt vastleggen om category management te verbeteren, de kwaliteit
van (vers)producten te verhogen en voorraden in de supermarkt te reduceren.
Pagina 3 van 7
Term
Definitie
GS1-adrescode of
GS1-locatiecode
(GLN)
Een code waarmee bedrijfsadressen uniek gecodeerd kunnen worden. De code
kan zowel betrekking hebben op externe postadressen (bijvoorbeeld een
hoofdkantoor, vestigingen en distributiecentra) als interne adressen (zoals
afdelingen, laadplatforms en magazijnlocaties). De code heeft dezelfde structuur
als de GS1-artikelcode. De internationale benaming voor de code is GLN (Global
Location Number).
GS1-label
FIC-label
Palletlabel
Het GS1-label is een gestandaardiseerde vorm om allerlei relevante informatie
op goederen aan te brengen. De belangrijkste informatie staat zowel in
barcodevorm als in leesbaar schrift weergegeven. Te denken valt bijvoorbeeld
aan identificerende codes zoals de GS1-verzendcode (SSCC), of aanvullende
informatie zoals ordernummer, gewicht, aantal en adrescodes.
GS1-verzendcode
Zie SSCC
Handelseenheid
Elke eenheid (product of dienst) die een bepaalde prijs kan krijgen of besteld of
gefactureerd kan worden binnen de logistieke keten. Een handelseenheid kan
een losse consumenteneenheid zijn, maar ook een samenvoeging van meerdere
consumenteneenheden.
Implementation Guide
Een document waarin de afspraken zijn vastgelegd over het gebruik van een
EDI-bericht binnen een branche, bedrijfsproces of land. Binnen Nederland
spreken we van invoeringsconventies.
Interchange Agreement
Zie EDI-gebruikersovereenkomst.
ITF-symbool
Een barcode die goed afgedrukt kan worden op golfkarton of andere materialen
met een grove structuur. Het ITF-symbool kan niet worden gelezen door een
kassascanner maar wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het op afstand scannen met
vaste scanners in logistieke omgevingen.
Ladingdrager
Een drager waarop of waarin artikelen tijdens het transport en opslag worden
bewaard en die niet vast aan de artikelen verbonden is. Een drager die wel vast
verbonden is aan het artikel, wordt gezien als onderdeel van het artikel en niet
als aparte ladingdrager (bijvoorbeeld een krat bier).
Ladingdrager met
heterogene inhoud
Ook wel mixed of bonte ladingdrager genoemd. De ladingdrager bestaat uit
verschillende soorten artikelen, met verschillende GTIN's.
Ladingdrager met
homogene inhoud
De ladingdrager bestaat uit één soort artikel met één GTIN.
Levering
Zie zending.
Locatie
Hieronder verstaan we vestigingsplaatsen zoals fabriek, distributiecentrum, maar
ook de locatie in een magazijn.
Logistieke eenheid
Elke verzameling goederen die niet ´vast´ is verbonden aan andere goederen en
die door de gehele logistieke keten afzonderlijk tussen afzender en ontvanger te
volgen is. Dit kunnen bijvoorbeeld dozen, pallets of containers zijn. Een
logistieke eenheid kan bestaan uit verschillende handelseenheden.
Mobile Commerce
De verkoop en aankoop van producten en diensten door middel van mobiele
apparatuur welke draadloos kan communiceren; mobiele telefoon, PDA’s etc.
Narrowcasting
Door middel van audiovisuele displays benaderen van een of meer specifieke
doelgroepen, op een specifieke plaats en op specifieke momenten. De bedoeling
is dat de content zoveel mogelijk op maat is gesneden voor de ontvanger.
Ontvangst
bevestigingsbericht
(APERAK)
EDI-bericht voor het bevestigen van de ontvangst van een ander EDI-bericht. De
afkorting APERAK betekent Application Error Acknowledgement.
Orderbericht (ORDERS)
EDI-bericht voor het verzenden van een order. De Engelstalige benaming is
Purchase Order.
Pagina 4 van 7
Term
Definitie
Orderbevestigingsbericht
(ORDRSP)
EDI-bericht voor het verzenden van een orderbevestiging. De afkorting ORDRSP
staat voor Purchase Order Response.
Papierloos factureren
Situatie waarbij facturen elektronisch worden aangemaakt, verstuurd en
verwerkt. Om (een deel van) de papierstroom in het facturatieproces achterwege
te mogen laten, hebben u en uw handelspartner(s) een vergunning van de
Belastingdienst nodig.
Prepacking
Zie crossdocking.
Primaire ladingdrager
Primair duidt erop dat de ladingdrager tijdens opslag en transport als
handlingeenheid wordt gebruikt. Primaire ladingdrager is een verzamelnaam
voor ladingdragers zoals pallets, rolcontainers, rolly's, bledden, oogstbakken. Zie
ook secundaire ladingdrager.
Productgegevensbericht
(PRODAT)
EDI-bericht voor het verzenden van met name technische productgegevens. De
afkorting PRODAT staat voor Product Data.
Promotievariantcode
Een actieartikel dat geen nieuwe GTIN behoeft, wordt in EDI-berichten
geïdentificeerd door de GTIN en de promotievariantcode. De waarde van de
promotievariantcode moet u afstemmen met uw handelspartner.
Rechtstreekse zending
Een rechtstreekse zending is een distributiewijze waarbij de leverancier
rechtstreeks levert aan het filiaal. Rechtstreekse zending wordt ook wel RZlevering genoemd.
Reusable Transport Item
(RTI)
RTI are all means to assemble goods for transportation, storage, handling and
product protection in the supply chain which are returned for further usage,
including for example pallets as well as all forms of reusable crates, trays, boxes,
roll pallets, barrels, trolleys, pallet collars and lids with and without cash deposits.
The term RTI is usually allocated to secondary and tertiary packaging. But in
certain circumstances also primary packaging may be considered as a form of
RTI. Freight containers, trailers and other similar modules are not covered by the
terminology.
Radio Frequency
Identification
RFID
Om ook in de logistieke keten de toepassing van RFID voor een steeds grotere
groep bedrijven interessant te maken, zijn er wereldwijd afspraken gemaakt over
het gebruik van de techniek. Denk hierbij aan afspraken over hoe elk individueel
product, elke omdoos of verzendeenheid een unieke RFID tag krijgt, hoe uw
RFID readers en die van uw ketenpartners deze tag kunnen lezen en hoe de
readers de opgeslagen informatie op de juiste wijze kunnen interpreteren en met
elkaar delen. Samen met ondermeer de afspraken over het via internet delen
van gegevens over de verplaatsingen van producten vormen zij de GS1
EPCglobal-standaards. Deze standaards leggen de basis voor een nauwkeurige
goederenstroombesturing.
Zie GS1 EPCglobal
Secundaire ladingdrager
Secundair duidt erop dat de ladingdrager tijdens opslag en transport onderdeel
uit kan maken van een primaire ladingdrager. Secundaire ladingdrager is een
verzamelnaam voor ladingdragers zoals fusten, kratten, oogstbakken en dozen
(indien deze niet zijn gekoppeld aan het artikel).
Serial Shipping Container
Code (SSCC)
Met de SSCC kunnen verzendeenheden binnen een zending uniek
geïdentificeerd worden. De nationale benaming is GS1-verzendcode.
Statiegeld
Waarborggeld voor de emballage.
TGT-datum
Te Gebruiken Tot. Geeft de uiterste datum voor consumptie of gebruik van het
artikel aan. Het is een aanduiding voor het veilig gebruik van het artikel.
THT-datum
Tenminste Houdbaar Tot. Geeft de uiterste verkoopdatum van het artikel aan.
Het is een aanduiding voor de kwaliteit van het artikel.
Pagina 5 van 7
Term
Definitie
TID
Tuinbouw Integraal Digitaal
In dit rapport wordt de huidige situatie op het gebied van integrale digitale
informatievoorziening
in de tuinbouwsector in kaart gebracht en geanalyseerd.
Vervolgens worden de contouren geschetst van een mogelijk programma voor
verbetering en integratie van deze digitale informatievoorziening.
Hiermee wordt een overzicht geboden van de huidige initiatieven en projecten
en een uitgangspunt gegeven voor de rol die het Nederlandse tuinbouwcluster
wil vervullen. Het ziet voor zichzelf een richtinggevende rol weggelegd
als ontwikkelaar en eigenaar van besturings- of coördinatieconcepten die
gebruikt
worden in ICT-systemen, informatiestromen en ketenstandaards. Het rapport
onderstreept de noodzaak om tot een integrale aanpak van de digitale
informatievoorziening te komen.
Traceability
Het GS1 Traceability oplossingsconcept is een toolkit met o.a. een richtlijn
waarin beschreven wordt hoe het GS1 Systeem kan worden toegepast om
traceability in toeleveringsketens te realiseren.
Tracking en tracing
Logistiek concept waarbij gedurende het gehele transporttraject, de status van
goederen achterhaald kan worden. Zo kan altijd vastgesteld worden waar
bepaalde goederen zich op een bepaald moment in de distributieketen bevinden.
Transitolevering
Zie crossdocking.
Transportopdracht
(IFTMIN)
EDI-bericht voor het verzenden van een transportopdracht. De afkorting IFTMIN
staat voor Transport Instruction.
Transportstatus
rapportage (IFTSTA)
EDI-bericht voor het verzenden van transportstatusgegevens. De afkorting
IFTSTA staat voor Transport Status.
UN/EDIFACT
UN/CEFACT
Zie EDIFACT.
Vendor Managed
Inventory (VMI)
Logistiek concept waarbij de voorraad van een afnemer op het distributiecentrum
wordt bijgehouden door de leverancier. De leverancier krijgt van de afnemer via
EDI gegevens binnen over de voorraad. Op basis daarvan beslist de leverancier
of hij de voorraad al dan niet gaat bijvullen.
Verzendbericht (DESADV)
EDI-bericht voor het elektronisch versturen van gegevens over goederen door de
leverancier naar de afnemer. De afkorting DESADV staat voor Despatch Advice.
Synoniem: elektronische pakbon.
Verzendeenheid
Elke verzameling goederen die niet ‘vast’ is verbonden aan andere goederen en
die door de gehele logistieke keten afzonderlijk tussen afzender en ontvanger te
volgen is. Dit kunnen bijvoorbeeld dozen, pallets of containers zijn. Een
verzendeenheid kan met een GS1-verzendcode of Serial Shipping Container
Code (SSCC) wereldwijd uniek gecodeerd worden.
Voorraadgegevens bericht
(INVRPT)
EDI-bericht voor het verzenden van voorraadgegevens. De afkorting INVRPT
staat voor Inventory Report.
XML (eXtensible Markup
Language)
Dit is een opmaaktaal waarin berichten via Internet verstuurd kunnen worden. De
afkorting staat voor eXtensible Markup Language. Net als HTML is het een
subset van SGML (Standard Generalixed Markup Language). Bij XML kunnen
opmaakinstructies worden toegesneden op de applicatie en kan de datalaag (de
gegevens) worden gescheiden van de presentatielaag (voor de mensleesbare
opmaak).
Zelfscan-kassasystemen
De consument kan zelf de producten die hij aanschaft scannen in plaats van dat
dit bij een kassa door een caissière wordt gedaan.
Pagina 6 van 7
Term
Definitie
Zending
Een hoeveelheid goederen in 1 transportmiddel die op 1 moment op 1 plaats
door een transportmiddel wordt afgeleverd. Een zending kan bestaan uit een of
meerdere verzendeenheden.
Pagina 7 van 7
Download