Voor wie stierf Christus? Een verdediging van Onbeperkte Verzoening1 4. Sommige algemene bezwaren beantwoord Deze studies werden geschreven door George Zeller, http://www.middletownbiblechurch.org/doctrine/4wchdied.htm Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling en voetnoten door M.V.: http://www.verhoevenmarc.be/voor-wie-stierf-christus.htm a. “Christus ‘betaalde niet de straf op de zonde’ voor mensen die Hem afwijzen, omdat, als Hij dat deed, zij niet zelf zouden moeten boeten in de hel”. Dr. Charles Smith behandelt dit bezwaar in zijn boekje Did Christ Die Only For the Elect?: “Als Christus stierf voor alle mensen, waarom dan moeten, of hoe kan dan mensen opgelegd worden te moeten boeten voor hun eigen zonden in de hel? … Wegens de oneindige waarde van Zijn Persoon, droeg Hij de straf die meer dan gelijk stond met de straf die betaald kon worden door alle mensen doorheen de eeuwigheid. Exacte equivalentie van bestraffing was niet nodig en onmogelijk. De oneindige God betaalde een grotere prijs in die tijd op het kruis dan alle mensen samen ooit zouden kunnen betalen. Hij betaalde niet de prijs die wij anders hadden moeten betalen. Hij betaalde een grotere prijs dan wij hadden moeten betalen. Maar, alhoewel een adequate betaling werd gedaan voor allen, wordt deze betaling niet op onze rekening gezet totdat wij responderen in geloof op het werk van de Geest in ons hart die ons oproept tot Hem” (pp. 13-14). De afschuwelijke straf op zonde werd helemaal betaald door Christus. De dood die Hij stierf was zo genoegzaam dat de Schrift zelfs zegt dat Christus “kocht” en de prijs betaalde voor de Christusverloochenende valse leraars: “Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf” (2 Petrus 2:1). Maar toch, het kruiswerk van Christus baat ons niet persoonlijk totdat wij het persoonlijk toe-eigenen in geloof. Zal voor de ongelovige de prijs tweemaal betaald zijn – eens door Christus aan het kruis, en eens door hemzelf in de eeuwige hel? Nee, de betaling die Christus deed voor hem werd eigenlijk nooit de zijne. De voordelen van Christus’ dood werden eigenlijk nooit door hem toegeëigend, en aan deze mens zal de Heer de zonde toerekenen (vergelijk Romeinen 4:8 en Johannes 8:24). De zorgvuldige student van de Schrift, en ook de extreme calvinist, moet een verschil maken tussen VERZOENING VOLBRACHT (door Christus aan het kruis) en VERZOENING TOEGEPAST (door de Heilige Geest in het hart van de gelovige zondaar). De voordelen van het kruiswerk van Christus worden nooit op de rekening van de zondaar geplaatst, tenzij en totdat hij gelooft. Stierf Christus ook voor Saulus van Tarsus die de kerk van God vervolgde? Elke calvinist moet JA zeggen op deze vraag. Maar als Christus de volle prijs betaalde voor de zonden van Saulus, waarom dan werd Saulus niets vergeven toen hij de kerk vervolgde? Het antwoord is dat hij nog 1 Let op: dit is geen Alverzoening of Universalisme! Onbeperkte verzoening is de leer die zegt dat Christus stierf voor de zonden van alle mensen, voor de hele mensheid, voor ieder persoon, voor de hele wereld. Echter, enkelingen doen voor hun redding geen voordeel met de dood van Christus, tenzij zij tot Christus komen en Hem geloven. Gods gave wordt aangeboden aan, en strekt zich uit tot allen (1 Johannes 5:11), maar ze moet persoonlijk aangenomen worden door geloof (1 Johannes 5:12; Johannes 1:12). Over de valse Alverzoening of het Universalisme, lees het volgende: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/alverzoening.pdf ; http://www.verhoevenmarc.be/PDF/alverzoening2.pdf ; http://www.verhoevenmarc.be/PDF/evangelicals-universalisme.pdf ; http://www.verhoevenmarc.be/PDF/uu.pdf 1 steeds ongelovig was, en het was niet eerder dan het moment van zijn bekering dat de voordelen van het kruiswerk van Christus op zijn rekening werden gezet. Mensen gaan niet verloren omdat Christus niet voor hen stierf. Als Christus enkel voor de uitverkorenen stierf, dan zouden we slechts een evangelie voor de uitverkorenen hebben. Maar, zij die verloren zijn, zijn niet zonder een evangelie. Het probleem is dat zij het evangelie, dat zij hadden, afgewezen en niet gehoorzaamd hebben. Mensen zijn niet verloren omdat het water des levens niet beschikbaar is voor hen. De bronnen van levend water zijn overvloedig! Mensen zijn verloren omdat zij weigeren te drinken! “Laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets” (Openbaring 22:17). b. “De evangelieboodschap heeft niets te maken met de omvang van de verzoening”. J. I. Packer [calvinist] argumenteert dat de omvang van de verzoening niets van doen heeft met het evangelie: “Wat moet gezegd worden over het kruis, wanneer het evangelie wordt gepredikt, is gewoon dat Christus’ dood de grondslag is waarop de vergiffenis van Christus wordt gegeven. En dat is alles wat moet gezegd worden. De vraag van de ontworpen omvang van de verzoening komt in het verhaal helemaal niet te pas … Het evangelie zegt niet: ‘geloof dat Christus stierf voor ieders zonde, en daarom voor de uwe’”. Tegengesteld aan wat Packer zegt, vertelt Paulus ons dat de kern van de evangelieboodschap die hij predikte tot ongeredde Korinthiërs (inbegrepen vele niet-uitverkoren Korinthiërs) deze was: “dat Christus gestorven is voor ONZE ZONDEN (de uwe en de mijne)”. Zie 1 Korinthiërs 15:1-3. Als dit het evangelie was dat Paulus predikte, zou dat dan ook niet het evangelie moeten zijn dat wij prediken? Wij zouden J. I. Packer, en ook anderen die de verzoening beperken, deze vraag willen stellen: Bent u in staat een ongered persoon te benaderen en te zeggen, vanuit een oprecht hart: “Mijn vriend, ik heb goed nieuws voor u. Jezus Christus stierf voor u. Hij betaalde de straf voor uw zonden”? c. “Wat te zeggen van de passages die Christus’ dood limiteren tot een selecte groep?” Er zijn bepaalde passages die spreken over Christus Die sterft voor Zijn kerk, voor Zijn schapen, voor de Zijnen. “Christus heeft de gemeente liefgehad en heeft Zich voor haar overgegeven” (Efeziërs 5:25). “Christus heeft ons liefgehad en heeft Zichzelf voor ons overgegeven” (Efeziërs 5:2). “Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen” (Johannes 10:11). Zulke passages kunnen niet gebruikt worden als argumenten dat Christus enkel stierf voor de kerk, en enkel voor de uitverkorenen. Op dezelfde manier zou iemand kunnen argumenteren op grond van Galaten 2:20 dat Christus enkel voor de apostel Paulus stierf. Hoe absurd! Richard Baxter, in zijn boek Universal Redemption of Mankind, zegt: “er is niet één tekst in de Schrift die zegt dat Christus niet voor allen stierf, of dat Christus enkel stierf voor Zijn uitverkorenen, of enig equivalent” (p. 275). Het is niet genoeg voor hem die in beperkte verzoening gelooft, verzen te vinden die zeggen dat Christus stierf voor de kerk of voor de Zijnen, enz. Daar kunnen we mee instemmen. Om een beperkte verzoening te bewijzen moeten zij ook verzen vinden die duidelijk stellen dat Christus enkel stierf voor de kerk en enkel voor de Zijnen en voor niemand anders. Maar zulke uitspraken bestaan niet in de Schrift. “En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Mattheüs 1:21). Dit vers wordt dikwijls geciteerd als bewijs dat Christus enkel stierf voor “Zijn volk”. Dit vers zegt wel “Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden”, maar men moet wel goed uitkijken vooraleer we “Zijn volk” gelijk stellen met de uitverkorenen. Volgens Mattheüs 2:6 is “Zijn volk” ISRAËL, niet gewoon uitverkoren Israël. Christus kwam de verloren schapen van het huis van Israël redden (Mattheüs 10:6) maar toch weigerden velen van deze schapen te geloven (Mattheüs 10:10-14-15). Is het mogelijk dat God een volk “de Zijnen” noemt terwijl sommigen van hen hardnekkige ongelovigen zijn? Het antwoord is “Ja” en wordt gevonden in Jo2 hannes 1:11: “Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen”. Gods volk, het Joodse volk, heeft voor het grootste deel hun Redder afgewezen. Maar we moeten nooit vergeten dat het goede nieuws van Gods Redder “voor heel het volk” is (Lukas 2:10-11). Christus zal alle mensen redden bij wijze van voorziening, want Hij stierf om redding te voorzien voor allen. Op een bijzondere manier zal Hij echter enkel dezen effectief redden die hun vertrouwen hebben gesteld op Zijn volbrachte kruiswerk. Noten met betrekking tot Mattheüs 1:21 en Lukas 2:10: In zijn commentaar op Mattheüs 1:21, begreep Calvijn – beter dan vrijwel alle “calvinisten” – dat “Zijn volk”, dat Jezus wilde “redden van hun zonden”, de Joodse natie was, niet de uitverkorenen (zie Calvijns commentaar op de synoptische evangeliën dat een van zijn laatste geschriften was, gepubliceerd in 1563 (Calvijn stierf het volgende jaar) Calvijns commentaren op Lukas 2:10 zijn van belang. [“En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal”]. Hij geloofde dat “heel het volk” verwees naar het Joodse volk (niet enkel de uitverkoren Joden), en door toepassing: “het hele menselijke ras”. Hier zijn zijn commentaren: “God nodigt allen, zonder discriminatie, uit tot redding door het Evangelie, maar de ondankbaarheid van de wereld is de reden waarom deze genade, die gelijk aan iedereen wordt aangeboden, door weinigen wordt genoten. Alhoewel deze blijdschap beperkt is tot weinig personen, toch, met betrekking tot God, wordt er gezegd dat ze algemeen is. Wanneer de engel zegt dat deze blijdschap voor heel het volk zal zijn, spreekt hij enkel over het Joodse volk; maar nu dat ‘de tussenmuur, die scheiding maakte’ is afgebroken, verwijst deze zelfde passage naar het hele menselijke ras” (Commentary on a Harmony of the Evangelists, Matthew, Mark, and Luke by John Calvin, vol. I, Baker Book House reprint, 1979, pp. 115-116). d. “Christus stierf voor alle mensen ZONDER ONDERSCHEID maar Hij stierf niet voor alle mensen ZONDER UITZONDERING”. Dit is een spitsvondige manier, voor hen die geloven in beperkte verzoeking, om te zeggen dat Christus voor allen stierf, alhoewel deze woorden niet echt betekenen dat Hij voor allen stierf. Wanneer zij zeggen dat Christus stierf voor alle mensen ZONDER ONDERSCHEID dan bedoelen zij dat Christus stierf voor alle soorten van mensen. Hij stierf voor (uitverkoren) mannen en (uitverkoren) vrouwen. Hij stierf voor (uitverkoren) slaven en voor (uitverkoren) vrijen. Hij stierf voor (uitverkoren) Joden en (uitverkoren) heidenen. Maar zij staan erop dat Hij niet stierf voor alle mensen ZONDER UITZONDERING, omdat zij geloven dat Hij enkel stierf voor de uitverkorenen. Hebreeën 2:9 leert dat Christus stierf voor alle mensen zonder uitzondering. Jesaja 53:6 leert dat op Hem de ongerechtigheid van ons allen doet neerkomen! e. “Christus stierf voor alle mensen, maar Zijn dood baat de nietuitverkorenen slechts in een tijdelijke betekenis. Hij betaalde niet echt de straf voor hun zonden”. Dit is de positie van John MacArthur2 (see Tape GC 56-19, “Saving Grace”-Part 2, Titus 2:11, distributed by GRACE TO YOU, P.O. Box 4000, Panorama City, CA 91412) en anderen. Het is een manier om te zeggen dat Christus’ dood voor allen was, zonder echt te menen dat Hij de straf op de zonde betaalde voor allen. John MacArthur gelooft niet dat Christus stierf als Plaatsvervanger voor alle mensen: “Hij [Christus] betaalde niet de straf op zonde voor dezen die Hem afwijzen, omdat, als Hij dat deed, dan zij zelf niet zouden hoeven te betalen in de hel … De verzoening is beperkt in de zin dat Christus handelde als een plaatsvervanger voor enkel hen die in Hem geloven” (uit een brief van Dave Swavely, persoonlijke assistent van John MacArthur, schrijvend ten behoeve van John MacArthur, 20-3-1996). Dit impliceert dat Christus niet als een plaatsvervanger stierf voor hen die volhouden in het afwijzen van Hem (zij zijn niet zijn uitverkoren). 2 Lees uitvoerig over John MacArthur hier: http://www.verhoevenmarc.be/macarthur.htm 3 MacArthur (in de tape hierboven genoemd) leert dat de dood van Christus voor alle mensen is, maar de niet-uitverkorenen hebben enkel baat bij Christus’ dood in een tijdelijke zin (ze worden niet onmiddellijk vernietigd, zij vinden baat bij de regen en de zon, zij vinden baat bij “algemene genade”, enz.). Maar enkel de uitverkorenen hebben baat bij de dood van Christus als een feitelijke betaling voor hun zonden. Dave Swavely, in dezelfde brief als hierboven vermeld, verklaart MacArthur’s positie op deze manier: “Hij betaalde niet de straf op zonde voor hen die Hem afwijzen … maar de vertakkingen van Zijn offer gaan verder dan het primaire doel van het verzekeren van redding voor de uitverkorenen. Al Gods schepselen, inbegrepen die mannen en vrouwen die God verwerpen, oogsten veel voordeel uit de dood van Christus, niet in het minst het leven zelf. God kon gewoon de wereld onmiddellijk verwoest hebben nadat Adam en Eva zondigden, maar Hij stond genadig toe dat de wereld floreerde en Hij onderhield haar met Zijn hand voor duizenden jaren … Zo gelooft Johannes dat zelfs de nietuitverkorenen positief zijn beïnvloed zijn als een gevolg van de verzoening van Christus … De verzoening is beperkt in de betekenis dat Christus handelde als een plaatsvervanger enkel voor hen die in Hem geloven. De verzoening is echter onbeperkt in de betekenis dat zijn voordelen ten goede komen aan allen van Gods schepping”. Maar wat voor goeds hebben deze “tijdelijke voordelen” voor zover als het de niet-uitverkorenen betreft? Zouden de niet-uitverkorenen niet beter af zijn als God de wereld onmiddellijk na Adam en Eva’s zonde had verwoest? Jezus vertelde Judas dat het beter zou geweest zijn als hij nooit was geboren. In zekere zin is dit waar voor allen die volharden in ongeloof. Niet te zijn geboren is beter dan de eeuwigheid doorbrengen in de hel. Wanneer John MacArthur leert dat Christus stierf voor alle mensen (met gebruikmaking van verzen zoals Johannes 3:16; Hebreeën 2:9; 1 Timotheüs 2:6, enz.), dan bedoelt hij in feite dat er bepaalde tijdelijke zegeningen zijn ten voordele van de niet-uitverkorenen. Hij bedoelt niet dat Christus de zondestraf betaalde voor de niet-uitverkorenen. Volgens Tape GC 56-19 en volgens de brief van Swavely, gelooft en leert John MacArthur dat Christus enkel voor de zonden van de uitverkorenen stierf als een plaatsvervanger. Deze leer is tegengesteld aan de geloofsverklaring van IFCA3, die MacArthur ondertekende, en het volgende zegt: “Wij geloven dat de Heer Jezus Christus op het kruis stierf voor de hele mensheid als een vertegenwoordigend, plaatsvervangend offer”. De Heer Jezus voorzag in een volmaakte en eeuwige redding voor alle mensen. Hij verlangt dat alle mensen eeuwig gered worden, niet slechts tijdelijk (1 Timotheüs 2:4). Hij betaalde de verlossingsprijs om dit mogelijk te maken, zelfs voor de zonden van de hele wereld. Maar, de zondaar bezit deze eeuwige voordelen niet tenzij en totdat hij gelooft in de Heer Jezus Christus. Pas dan verkrijgt hij wat voorzien werd op Golgotha. f. “Als Christus stierf voor allen, dan was het offer van Christus nutteloos met betrekking tot de niet-uitverkorenen. Het deed niets voor hen”. De dood van Christus dient een veroordelend doel voor hen die de Redder verwerpen. Mensen zijn veroordeeld omdat zij de Persoon en het werk van Jezus Christus verworpen (Johannes 3:18) en geweigerd hebben, en Gods enige remedie voor hun zonden afgewezen hebben (Johannes 5:40). Zij kunnen nooit zeggen dat er geen voorziening voor hun redding werd aangeboden. Zij weigerden de gave te ontvangen die God had voorzien in Zijn Zoon. Mensen gaan niet verloren omdat er geen Redder was voorzien. Mensen gaan verloren omdat zij de Redder afwezen die was voorzien. “In de visie van beperkte verzoening zijn de niet-uitverkorenen niet schuldig voor het afwijzen van Christus, want zij hebben geen Christus om te verwerpen, terwijl in de visie van onbeperkte verzoening – wij geloven dat dit de Bijbelse visie is - mensen schuldig staan voor God en veroordeeld zullen worden voor het afwijzen van Christus” (Lightner, p. 130). 3 IFCA: Independent Fundamental Churches of America. 4 g. “Als Christus stierf voor allen, dan zou Zijn dood voor de nietuitverkorenen een verspilling zijn geweest. Dit zou nooit hun redding verwezenlijkt hebben”. God heeft zoveel gedaan voor hen die Hem ultiem afwijzen, maar Zijn inspanningen voor hen zijn geen verspilling. De goedheid en lankmoedigheid en verdraagzaamheid van God jegens ongelovige mensen zou hen tot bekering moeten leiden (Romeinen 2:3), maar helaas, in vele gevallen gebeurt dat niet. God twistte met de ongelovige mensen vóór de Vloed (Genesis 6:3), en toch gingen zij verloren in een watergraf. Maar Gods “twisten” met deze mannen was geen verspilling. In de vroege kerk brachten de apostelen en discipelen een boodschap van goed nieuws voor alle schepselen (Markus 16:15) maar toch verwierp de grote meerderheid hun boodschap en reageerden zelfs vijandig ertegen. Waren hun inspanningen een verspilling? De mensen in Johannes 6 keerden zich af van de Heer, behalve de 12, en één van hen was een verrader! Hoemeer Jezus predikte, hoemeer mensen Hem verlieten en zij wandelden niet meer met Hem. Betekent dit dat Zijn prediking een verspilling was? Gelovigen zijn een “aangename geur van Christus”, een “levensgeur” voor hen die geloven, maar een “doodsgeur” voor hen die verloren gaan (2 Korinthiërs 2:14-16). De gelovige moet een getuigenis zijn, niet enkel voor hen die gered zullen worden, maar ook voor hen die verloren zullen gaan, en zo’n getuigenis van Christus is nooit vergeefs en zeker geen verspilling. Het is God aangenaam. “God heeft Zijn bedoeling niet in het verborgene bekend gemaakt. … Hij heeft de weg om gered te worden duidelijk gemaakt voor allen, door Zijn Zoon te geven om te sterven voor allen; en nu nodigt Hij iedereen uit, Hij beveelt allen, Hij bedreigt allen, Hij smeekt allen; en als niet allen gehoorzamen, blijft toch de heerlijkheid van zijn grenzeloze liefde verhoogd en hoogst illuster aan de dag gelegd, door het precieze feit dat niemand werd uitgesloten van redding, maar wel door hun eigen dwaasheid” -- Morison, The Extent of the Atonement, p. 89. Gods verlossende liefde zoals gedemonstreerd op het kruis werd kwistig gegeven aan alle mensen, wat hen allen zonder excuus liet. Hoe tragisch is het dat er ook dezen zullen zijn, voor wie Christus stierf, maar die zullen vergaan. Maar de reden hiervoor is niet dat er geen voorziening en geen gave beschikbaar was. Maar de gave werd afgewezen en Gods liefde werd geminacht. “Wonderlijke genade van Jezus, die alle verlorenen bereikt!” h. “Als Christus de zonden van iedereen droeg, dan zou universele redding het resultaat zijn”. Boettner zegt het op deze manier: “Universele verzoening betekent universele verlossing” (geciteerd door Lightner, p. 96). De extreme calvinist argumenteert dat Christus iedereen redt waarvoor Hij stierf. “Als Christus voor iedereen stierf, dan zal iedereen gered worden”. Denk eens aan de logica van deze verklaring. Dit komt overeen met te zeggen: “Als voor iedereen een medicijn beschikbaar is, dan moet iedereen genezen worden”. Dit is duidelijk valse logica. Het medicijn, alhoewel beschikbaar, zal niets uithalen tenzij het genomen wordt. “Er is meer dan genoeg verfrissend water voor elke dorstige persoon in het dorp”. Betekent dit dat elke persoon in het dorp zijn dorst zal gelest worden? Enkel indien elke persoon drinkt! We moeten een verschil maken tussen verlossing volbracht en verlossing toegepast. i. “De Bijbel zegt dat Christus stierf voor VELEN, niet ALLEN”. De Bijbel stelt duidelijk dat Christus stierf voor ALLEN in 1 Timotheüs 2:6; 2 Korinthiërs 5:14-15 en Jesaja 53:6. Zie ook Hebreeën 2:9. Het is echter waar dat er passages zijn die leren dat Christus stierf voor VELEN: “… omdat Hij de zonden van VELEN gedragen heeft” (Jesaja 53:12). “… en Zijn ziel te geven als losprijs voor VELEN” (Markus 10:45; Mattheüs 20:28). 5 “… Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor VELEN vergoten wordt tot vergeving van zonden” (Mattheüs 26:28). De term “VELEN” wordt niet als een contrast van het woord “allen” gebruikt, maar als een contrast van het woord “weinigen”. Het tegengestelde van het woord VELEN is het woord WEINIGEN, niet het woord ALLEN. Dit kan gezien worden in Mattheüs 7:13-14 (en ook Lukas 13:23-24), waar VELEN op de brede weg naar de vernietiging lopen, maar WEINIGEN op de smalle weg ten leven. Zie ook Mattheüs 20:16: “want VELEN zijn geroepen, maar WEINIGEN uitverkoren”. In dit vers omvat de term VELEN méér dan de uitverkorenen. Een contrast is gemaakt tussen de VELEN die geroepen zijn en de WEINIGEN die uitverkoren zijn. Als VELEN het tegengestelde is van WEINIGEN, dan verwijst “velen” naar een groot aantal, vergeleken met “weinigen”. Er zijn sommige gevallen waarbij dit grote aantal (VELEN) het equivalent is van ALLEN. Een leerling van de 5de klas geeft een verjaardagsfeestje en nodigt daarbij alle 35 leerlingen van zijn klas uit. ALLE leerlingen van deze klas werden uitgenodigd. Maar, slechts 7 kwamen eigenlijk opdagen op dat feestje. VELEN (allen) waren uitgenodigd maar slechts WEINIGEN kwamen. Een erg duidelijk voorbeeld uit de Bijbel waar VELEN het equivalent is van ALLEN wordt gevonden in Romeinen 5:12, 19: “Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben” (vs. 12). “Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden” (vs. 19). Hier is VELEN in vers 19 hetzelfde als ALLE MENSEN in vers 12! Het is mogelijk dat het woord VELEN verwijst naar Gods uitverkorenen. Dit is het geval in Handelingen 18:10 waar de Heer Paulus verzekerde: “want Ik ben met u en niemand zal de hand aan u slaan om u kwaad te doen, want Ik heb VEEL volk in deze stad”. Paulus werd daardoor aangemoedigd want zijn inspanningen zouden niet zinloos zijn omdat VELEN, niet slechts enkelen, Christus zouden leren kennen in de stad Korinthe. Wat betekent het woord VELEN wanneer het gebruikt wordt in connectie met het kruiswerk van Christus? In Jesaja 53 zijn de “velen” van vers 12 gedefinieerd in de context als verwijzend naar ONS ALLEN: “omdat Hij de zonden van VELEN gedragen heeft” (vs. 12). “Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ONS ALLEN op Hem doen neerkomen” (vs. 6). Hij stierf daarom als een plaatsvervanger, niet slechts voor WEINIGEN maar voor VELEN, ja, voor ons allen! We vinden hetzelfde wanneer we Markus 10:45 vergelijken met 1 Timotheüs 2:6: “Zijn ziel te geven als losprijs voor VELEN” (Markus 10:45). “Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor ALLEN (1 Timotheüs 2:6, en zie ook “ALLE MENSEN” in vers 4). Wij concluderen daarom, dat wanneer de Bijbel zegt dat Christus stierf voor VELEN, de betekenis hiervan is: Hij stierf niet voor slechts enkelen, Hij stierf voor velen, ja voor alle mensen. Of zoals Johannes het stelt: “En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld” (1 Johannes 2:2). Wij zijn het volledig eens met Calvijns commentaar op Markus 14:24: dat wanneer Jezus zei dat Zijn bloed werd uitgestort voor velen, Hij bedoelde “niet slechts een deel van de wereld, maar het hele menselijke ras”. Calvijn begreep dat “velen” de betekenis heeft van “allen” in bepaalde contexten. Zie zijn fascinerende commentaar onder Romeinen 5:15. 6 Voor een erg significante en behulpzame discussie over hoe het woord VELEN (Grieks: polloi) wordt gebruikt in relatie tot de verzoening van Christus, zie het artikel over polloi door J. Jeremias in de Theological Dictionary of the New Testament (Kittle), Volume VI, pp. 536-545. De auteur argumenteert dat de term “velen” in Jesaja 53, Markus 10:45; Mattheüs 26:28, enz. als inclusief moet begrepen worden, volgens Semitisch gebruik, in de betekenis dat Christus stierf voor allen. j. “Als Christus voor u stierf, dan kan u nooit verloren gaan” (Charles Spurgeon, geciteerd door Lightner, p. 93). Mensen gaan niet verloren omdat Christus niet voor hen stierf. Zij gaan verloren omdat zij de Christus Die voor hen stierf afgewezen hebben. Het is beter dat men het citaat van Spurgeon herschrijft als volgt: “Als u volhardt in het afwijzen van de Christus Die voor u stierf, dan kan u nooit gered zijn”. Spurgeon zal zich gerealiseerd hebben dat zelfs de uitverkorenen VERLOREN zijn voordat zij tot Christus komen door geloof, alhoewel Christus voor hen stierf. Mozes plaatste de koperen slang op een staak in de wildernis. Als enige Israëliet verloren ging, dan was dat niet omdat er geen remedie was. Het was omdat hij weigerde te kijken en zo in leven te blijven. A. W. Pink zei iets gelijkaardigs als het citaat van Spurgeon hierboven: “Niet één voor wie Hij [Christus] stierf kan mogelijks de hemel mislopen” (welwillend geciteerd door dr. John MacArthur in zijn Tape GC 80-123 over Hebreeën 10:5-18). Als dat waar zou zijn dan zou iedereen gered worden, omdat Christus de dood smaakte voor ieder mens (Hebreeën 2:9)! Niemand zal ooit voor God staan en in staat zijn te zeggen: “Ik zal de hemel mislopen omdat de Redder niet voor mij stierf”. In tegendeel, elke mond zal gestopt worden omdat Gods grote redding zowel voorzien werd aan het kruis als aangeboden aan elke zondaar. Het lijkt haast godslasterlijk om de doem van zondaars toe te schrijven aan het veronderstelde feit dat Christus niet voor hen stierf. [email protected] - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm 7