Begrippenlijst: Autonoom systeem (standalone) - op zichzelf staand systeem bestaand uit zonnepanelen, regelunit en accu’s. Azimuth - kompasrichting waarin een zonnepaneel wijst. Noord = 0 graden, Oost = 90 graden, Zuid = 180 graden, West = 270 graden. Bewolking - ook bij bewolkt weer leveren zonnestroompanelen stroom (uiteraard minder dan bij volle zon). CO2 - kooldioxide, broeikasgas. 1 vierkante meter zonnepaneel scheelt de uitstoot van ongeveer 40 kilogram kooldioxide per jaar. Efficiency - getal dat aangeeft hoeveel energie van de zonnestraling door een zonnepaneel in stroom wordt omgezet. De gangbare zonnepanelen hebben een efficiency van ongeveer 15%. De rest van de zonne-energie wordt (helaas) omgezet in warmte. Zonnepanelen kunnen dus behoorlijk heet worden. Eilandbescherming - ingebouwde bescherming in een inverter (stroomomvormer) tegen externe stroomuitval - de inverter schakelt automatisch uit. Elektriciteitsmeter - als uw panelen meer stroom produceren dan uw huishoudelijke apparaten verbruiken, dan loopt deze meter terug. Als uw huis een elektronische elektriciteitsmeter heeft, moet u een tweede meter aanvragen om de hoeveelheid terug geleverde stroom te kunnen meten. EPA (Energie Prestatie Advies) – onderzoek waarbij wordt bepaald hoe energiezuinig uw huis is en welke maatregelen u kunt nemen om uw huis energiezuiniger te maken. Grid-connected (netgekoppeld) – systeem gekoppeld via de bedrading van uw eigen huis aan het openbare elektriciteitsnet. Inclinatie - hoek van zonnepanelen met de horizon. Insolatie - hoeveelheid zonneschijn dat een bepaald gebied gedurende een vastgestelde tijd ontvangt. Inverter - (stroomomvormer) electronica die de gelijkstroom die een zonnepaneel in principe produceert, omzet in 230V wisselstroom. Island Protection - ingebouwde bescherming in een inverter (stroomomvormer) tegen externe stroom uitval - de inverter schakelt automatisch uit. kW - kilowatt = 1000 watt - vermogenseenheid. 1000 kilowatt = 1 megawatt, 1000 megawatt =1 gigawatt, 1000 gigawatt = 1 terawatt. kWh - kilowattuur: arbeid die wordt verricht door een vermogen van 1 Watt gedurende 1 uur te laten werken. Levensduur van zonnepanelen: geschat gemiddeld 25 jaar MPP-tracking (Maximum Power Point Tracking) - een omvormer moet onder alle (licht)omstandigheden het maximale vermogen leveren dat hoort bij een bepaalde spanning die het paneel levert. De spanning is afhankelijk van de hoeveelheid licht die op het paneel valt. Het vermogen is het product van spanning en stroomsterkte, en dus hoort er bij een gegeven spanning ook een gegeven stroomsterkte. Je kunt in een grafiek deze twee grootheden tegen elkaar uitzetten. Bij elke spanning hoort een optimale stroomsterkte (maximum power point). In de omvormer zit elektronica die onder alle omstandigheden dit optimale punt opzoekt: MPP-tracking Netgekoppeld (grid-connected) – systeem gekoppeld via de bedrading van uw eigen huis aan het openbare elektriciteitsnet. PV – photovoltaisch. Richting (azimuth) - kompasrichting waarin een zonnepaneel wijst. Noord = 0 graden, Oost = 90 graden, Zuid = 180 graden, West = 270 graden. Schoonmaken - Eventueel 1x per jaar schoonmaken met water/spons. Seizoenen - zonnestroompanelen leveren de meeste stroom in de lente en zomer, en minder in de herfst en winter. Sluipverbruik - verbruik van alle stand-by apparaten, transformatortjes, elektrische klokjes en detectors in/aan uw huis bij elkaar opgeteld. Dit kan aardig oplopen (per huishouden gemiddeld continu 25W ofwel 20 kWh per jaar) Standalone (autonoom) systeem - op zichzelf staand systeem bestaand uit zonnepanelen, regelunit en accu’s. String - aantal in serie aan elkaar geschakelde zonnestroompanelen. Stroomproductie meten - u meet de productie het nauwkeurigst met een opbrengstmeter. Deze zijn duur. U kunt ook op een zonnige dag uw elektriciteitsmeter inspecteren. Stroomverbruik noteren helpt alleen als u al een tijd voordat u panelen aanschafte de stand van de elektriciteitsmeter regelmatig hebt genoteerd. Winter - ook in de winter leveren zonnestroompanelen stroom. Als er maar iets van zon op schijnt, gaan ze al stroom produceren. Wintervoorzorgen - niet nodig bij zonnestroompanelen. Wp - Watt-peak (Wattpiek)- maximum theoretisch vermogen van een zonnepaneel (met een oppervlak van 1m2 en gemeten bij een temperatuur van 25 graden) en hiermee een standaardeenheid waarmee zonnepanelen op vermogen met elkaar worden vergeleken. In de praktijk haalt een zonnepaneel nooit 100% van het wattpeakvermogen. Meestal komt de maximale productie op 80% van het watt-peak vermogen uit. Zonneboiler - installatie waarmee met behulp van zonlicht water wordt verwarmd. Zonnecel - kleinste eenheid voor fotovoltaische stroomopwekking. Een zonnestroompaneel bestaat uit een aantal zonnecellen. Zonnecollector - installatie die zonlicht in warmte omzet. Dit kan een solar cooker zijn (zonne-kook installatie) of een zonneboiler. Inverterconcepten Inverters of omvormers worden in een netgekoppeld PV-systeem gebruikt om de door de zonnepanelen geleverde gelijkstroom om te zetten in wisselstroom bij een spanning van 230 V. Op die manier kan de opgewekte elektriciteit ofwel direct worden gebruikt door AC apparatuur, ofwel (in het geval van overproduktie) aan het eiektriciteitsnet worden geleverd. Het omzettingsrendement (de verhouding tussen AC uitgangsvermogen en DC ingangsvermogen, uitgedrukt in procenten) ligt bij de huidige generatie inverters rond de 91%. Grote inverters (met een hoog ingangsvermogen) hebben een iets hoger rendement dan kleine inverters (met een laag ingangsvermogen). Bovendien zijn PV inverters uitgerust met een mechanisme dat er voor zorgt dat de PV modules het maximaal haalbare vermogen leveren: de Maximum Power Point Tracker. Dit is een spanningsregelaar die de werkspanning van het PV array aanpast aan het instralingsniveau. Op die manier levert het PV array bij elke instraling het hoogst haalbare vermogen. De keuze voor een bepaald inverterconcept en de invertergrootte is van invloed op de prijs van een PV-systeem en de uiteindelijke opbrengst. Centrale inverter Het concept waarin gebruik wordt gemaakt van één inverter voor groot aantal PV arrays wordt een centraal inverter systeem genoemd. Een centrale inverter neemt minder ruimte in beslag dan een groot aantal decentrale inverters en is over het algemeen goed koper. Daar komt bij dat het omzettingsrendement wat hoger zal zijn. Bovendien is het beheer van een centraal opgestelde inverter eenvoudiger. Het nadeel is dat de MPP Tracker niet optimaal kan werken. Zeker wanneer de aangesloten PV arrays niet allemaal dezelfde oriëntatie hebben, of wanneer de panelen niet allemaal gelijkmatig belicht worden zal de MPP Tracker een spanning vinden die niet overeenkomt met het Maximum Power Point van de individuele arrays, laat staan van de zonnepanelen afzonderlijk. Dit kan de opbrengst enigszins reduceren. Nog een nadeel van centrale inverters is de grotere kabellengte die nodig is om de arrays aan de inverter te verbinden. Doordat er verschillen zullen zijn in kabellengte naar de verschillende arrays, zullen alle arrays op een verschillende spanning werken, namelijk, de spanning die wordt opgelegd door het MPPT systeem van de inverter minus de spanning die wordt verloren in de kabels (van verschillende lengte). Het effect hiervan is te zien uit de resultaten van metingen aan het PV geluidsscherm. Dit scherm heeft een lengte van 250 meter. Alle panelen zijn aangeloten op één inverter. Het verschil in spanning tussen het voorste paneel en het achterste bedraagt enkele volts. Het verlies in opbrengst dat hierdoor wordt veroorzaakt wordt geschat op hooguit l%. Decentrale inverter Het voorlopig nog meest gangbare inverterconcept is de decentrale inverter. Decentrale inverters hebben in het algemeen een grootte van, grofweg, 1,5 tot 5 kW. Hierop wordt één array aangesloten. In principe kan het array zijn uitgespreid over meer dan één woning, afhankelijk van de grootte van het PV array en het ingangsvermogen van de inverter. Dit is echter alleen mogelijk wanneer het gehele PV systeem eigendom is van één eigenaar, bijvoorbeeld het energiebedrijf. Wanneer het eigendom ligt bij de particulier is het verstandig om elke woning afzonderlijk te voorzien van een inverter. Doordat de inverter meestal dicht in de buurt staat van de zonnepanelen blijven kabelverliezen over het algemeen beperkt tot maximaal 2%. Ook de MPP Tracker kan beter functioneren dan bij een centraal inverter systeem. AC-modules AC-modules zijn zonnepanelen met een eigen inverter. Zoals de naam al uitdrukt leveren deze modules wisselstroom, bij een spanning van 220 Volt. Bij AC modules zijn de kabelverliezen minimaal, doordat de invertertjes zich direct achterop de panelen bevinden. De MPP Tracking kan ook optimaal functioneren, doordat van iedere module afzonderlijk de ideale werkspanning kan worden bepaald. Dit heeft tot mede gevolg dat de gevolgen van schaduw tot een minimum kunnen worden beperkt. AC-modules hebben een opbrengst die veel hoger is dan die van systemen met een normale inverter. Het ligt dan ook voor de hand dat dit type zonne panelen in de toekomst vaker zal worden ingezet.