Inhoudsopgave - Extranet

advertisement
Inhoudsopgave
Inleiding
Voor u ligt het protocol “Zwangeren die ons zorgen baren”. Dit protocol is tot stand gekomen middels
samenwerking van gynaecologen, kinderartsen, verpleegkundigen en de coördinatoren kinderzorg. In
ons ziekenhuis kunnen we te maken krijgen met zwangere vrouwen met een, voor moeder en kind,
risicovolle bagage. Te denken valt aan verslaafde zwangeren maar ook tienermoeders en zwangere
vrouwen met een psychiatrische stoornis. Door middel van dit protocol hopen we de zorg voor die
categorie patiënten sluitend te krijgen. Dit protocol heeft tot doel dat op tijd hulpverlening in gang
wordt gebracht en borgt dat zaken structureel op tijd geregeld zijn, zodat duidelijkheid wordt gecreëerd
in de zorg voor deze groep zwangeren. Met het protocol wordt gestreefd een weloverwogen
inschatting te maken van de mogelijkheden en veiligheid van het op komst zijnde kind. Uiteindelijk kan
een goede begeleiding gegeven worden aan de zwangere vrouw die ons zorgen baart. Om te komen
tot een onderlinge goede afstemming en duidelijke afspraken met betrokken instanties en
specialismen.
Het protocol laat dan ook een helder stappenplan zien: hoe te (be)handelen in geval van. En
optimaliseert de onderlinge communicatie/ samenwerking tussen eerste- en tweedelijns zorg.
Daarnaast optimaliseert het de onderlinge communicatie en samenwerking binnen de kliniek.
Momenteel wordt gewerkt aan een regionaal samenwerkingsprotocol betreffende situaties waarin een
baby/ kind uit huis geplaatst wordt en dus niet met de ouders mee naar huis mag. Dit protocol komt tot
stand dankzij de samenwerking van Raad voor de Kinderbescherming, bureau Jeugdzorg en de
ziekenhuizen regio Rijnmond. De afspraken die hieruit voortvloeien, zullen in de toekomst worden
opgenomen in het protocol ‘Zwangeren die ons zorgen baren’.
Ter ondersteuning van deze zorg is een checklist opgesteld met als titel ’Zwangeren die ons zorgen
baren’. Deze checklist zal gehanteerd worden door de behandelaar om de problematiek beter
inzichtelijk te krijgen. De checklist is terug te vinden in het medisch dossier van de patiënt. In bijlage 1
vindt u een voorbeeld van deze checklist. Tevens kan gebruik gemaakt worden van een Observatie
lijst hechting moeder (ouders) en kind t/m 6 maanden (zie bijlage 2). De observatielijst geeft inzicht in
de hechting tussen moeder (ouders) en het pasgeboren kind. Met het inzichtelijker maken van deze
hechting kan gestructureerde en eerder bepaalde hulpverlening in gang gezet worden.
Voor het goed uitdragen van dit protocol is het zorgvuldig bijhouden van de verslaglegging in het
medisch dossier van de patiënt een must. Zodat de juiste zorg voor moeder en pasgeborene optimaal
is binnen (en buiten) het IJsselland ziekenhuis.
Pagina 2 van 24
Definities
AMK
Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is een onderdeel van het Bureau Jeugdzorg en
de centrale instantie voor het vragen van advies over of het melden van kindermishandeling. Het AMK
adviseert en ondersteunt onder meer bij:
• het maken van een inschatting van de problemen van het kind;
• hoe vermoedens van kindermishandeling met de ouders te bespreken;
• welke hulp aan het kind of de ouders geboden kan worden.
Raad voor de kinderbescherming
In het geval dat de ontwikkeling van een kind in gevaar komt, moet de overheid ingrijpen als de
situatie van het kind onvoldoende verbetert. De Raad voor de Kinderbescherming, een onderdeel van
het ministerie van Justitie, voert die taak uit.
De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor deze kinderen door hun (gezins)situatie te
onderzoeken. Ook kan de Raad de kinderrechter verzoeken een maatregel op te leggen. Bij alle
werkzaamheden van de Raad staan de belangen van het kind centraal. De Raad verleent zelf geen
risicotaxatie
Met risicotaxatie wordt bedoeld: de klinische inschatting die de hulpverlener verricht om de mate van
gevaar voor de betreffende patiënt in de gegeven situatie te bepalen. Bestaande of nog te ontwikkelen
risicotaxatie instrumenten kunnen de hulpverlener hierbij behulpzaam zijn. Aan de hand van de
gemaakte risicotaxatie zal de hulpverlener bepalen welke wijze van hulpverlening (monitoring dan wel
melding) het meest hulp aan gezinnen. Wel zorgt de Raad dat de hulpverlening zo nodig op gang
komt.
Ouderlijk gezag
Ouders die gezag uitoefenen zijn verplicht het kind te verzorgen en op te voeden. Zij zijn
onderhoudsplichtig totdat het kind 21 jaar wordt, zijn wettelijk vertegenwoordiger van het kind en
beheren het vermogen van het kind (als dat er is).
De moeder van het kind is de vrouw
Uit wie het kind geboren is;
Die het kind heeft geadopteerd.
De vader van het kind is in ieder geval:
De echtgenoot van de moeder, als de moeder wanneer het kind wordt geboren, getrouwd is;
De man die het kind heeft geadopteerd of erkend;
De man wiens vaderschap door de rechter is vastgesteld.
Minderjarige moeder
Als de moeder nog minderjarig is – jonger dus dan 18 jaar – kan zij in principe geen gezag uitoefenen
over haar kind. Er wordt een uitzondering gemaakt voor moeders die tenminste 16 jaar oud zijn. Deze
moeder kan de kinderrechter vragen om haar meerderjarig te verklaren. Als de kinderrechter dit doet
kan zij het gezag over haar kind krijgen. Is de moeder jonger dan 16 jaar dan moet er een voogd
worden benoemd. De moeder moet dan wachten tot zij 16 jaar wordt. Dan kan de rechter beslissen
dat zij het gezag krijgt. De ambtenaar van de burgerlijke stand meldt de rechter dat er een kind
geboren is waarover de moeder gezien haar leeftijd van rechtswege niet het gezag kan uitoefenen.
Vertegenwoordiging en de positie van minderjarigen
Patiënten die zelf niet voor hun WGBO-rechten kunnen opkomen, kunnen zich laten
vertegenwoordigen. De WGBO bevat een aparte regeling voor minderjarigen: boven de 16 jaar mogen
zij zelf een behandelingsovereenkomst aangaan. Voor kinderen tussen de 12 en 16 jaar is ook
toestemming van de ouders nodig. Onder de 12 jaar is toestemming van de ouders vereist.
Pagina 3 van 24
Voogdij
Gezag over minderjarige kinderen dat enkel en alleen door niet-ouders wordt uitgeoefend. Iedereen
die 18 jaar of ouder is en niet onder curatele staat of aan een geestelijke stoornis lijdt kan voogd
worden. Ook een voogdijinstelling kan door de rechter tot voogd worden benoemd. Voogdij kan
worden uitgeoefend door een voogd of door twee voogden samen (gezamenlijke voogdij). De voogd is
verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind. Bovendien is hij de wettelijke
vertegenwoordiger van het kind en beheert hij het vermogen. In veel gevallen is hij ook wettelijk
aansprakelijk.
Geboorteaangifte in het kraambed
Ieder kind dat geboren wordt na een zwangerschapsduur van 24 weken moet volgens de Nederlandse
wet binnen drie werkdagen worden aangegeven. De dag van de geboorte telt niet mee.
Als de vader ontbreekt en de moeder verhinderd is om aangifte te doen, mag de aangifte gedaan
worden door iedere (legale) volwassene die:
Bij de geboorte aanwezig geweest is;
De bewoner is van het huis waar de geboorte plaatsvond;
Hoofd is van het ziekenhuis of instelling waar het kind geboren is.
Bij de aangifte moet in elk geval meegenomen worden door de aangever:
Een geldig legitimatiebewijs van de moeder;
Een geldig legitimatiebewijs van zichzelf;
Indien mogelijk een verklaring van de huisarts , gynaecoloog of verloskundige (met naam moeder,
datum en plaats geboorte).
Aanmelden bij de ziektekostenverzekeraar
Een minderjarige moeder zal voor ziektekosten veelal verzekerd zijn via de polis van haar ouders.
Zodra een kind geboren is volstaat het om zo spoedig mogelijk de ziektekostenverzekeraar van de
ouders van de moeder te informeren en naam en geboortedatum van het kleinkind door te geven. Het
kind is dan voor ziektekosten meeverzekerd via de polis van de ouders van de moeder. De meeste
verzekeringsmaatschappijen hanteren een termijn van een maand na de geboorte om het kind aan te
melden bij de ziektekostenverzekering.
Pagina 4 van 24
1. Ongecontroleerde barende
Pagina 5 van 24
Toelichting bij stroomdiagram behorende bij een ongecontroleerde barende
De patiënt is nergens voor de zwangerschap onder controle geweest en meldt zich voor de bevalling.
De aandacht gaat in eerste instantie uit naar de voortgang van de partus. Pas na de partus zullen er
vervolgstappen ondernomen worden.
De behandelaar wordt vaak als verantwoordelijke aangewezen maar heeft de mogelijkheid de taken
te delegeren.
Wat
Door wie
fase 1: Signaleren
In het medisch dossier is geen informatie te vinden over controle van de
zwangerschap
Patiënt geeft aan niet onder controle te zijn bij het IJsselland ziekenhuis
Zo nodig bestaande protocollen raadplegen (verslaafde zwangere, tienermoeder
etc.)
Bij de patiënt wordt een venapunctie afgenomen op HIV, Lues en Hepatitus B
Behandelaar
Inventariseren mogelijke achterliggende problematiek
Behandelaar
fase 2: Inventariseren
Anamnese afnemen.
Behandelaar
Informatie inwinnen bij de instelling waar mogelijk een zwangerschapscontrole
gedaan is.
Behandelaar
Informatie inwinnen bij de huisarts
Behandelaar
Bij problematiek overleg met supervisor en coördinator kinderzorg. Zij zijn te
bereiken op toestel 5240 via de mail of bij spoed en buiten kantooruren via de
receptioniste.
Behandelaar
fase 3: Beslissen
De patiënt die een ongecontroleerde zwangerschap heeft doorlopen, heeft altijd
hulp nodig.
fase 4: Handelen
Klinisch kraambed regelen
Behandelaar
Observatielijst hechting moeder en kind hanteren
Verpleegkundige
Op indicatie Finnegan score
Behandelaar
Op indicatie bij de baby urinecontrole m.b.t. drugs
Behandelaar
Advies vragen AMK 010-4128110
Coördinator
kinderzorg
Zo nodig melden AMK tel 010-4128110, de coördinator zal de melding
voorbereiden.
Gynaecoloog
Consult kinderarts op indicatie behandelaar
Behandelaar
Indien consult dan vervolgafspraak kinderpolikliniek
Verpleegkundige
Indien consult kinderarts casusverslag toevoegen aan kindstatus
2 lijnverloskundige
Kraamzorg regelen
Verpleegkundige
de
Pagina 6 van 24
Centrum voor Jeugd en Gezin inlichten tel 0900-0254
Verpleegkundige
Overdracht huisarts
Behandelaar
ste
Overdracht 1
lijnverloskundige en kraamzorg
de
2 lijnverloskundige
fase 5: Registratie
Te allen tijde goede documentatie van de stand van zaken en de gemaakte
afspraken in de medische status noteren.
Behandelaar en
coördinator
Pagina 7 van 24
2. Tienermoeder in 2e lijn
Pagina 8 van 24
Toelichting stroomdiagram behorende bij Tienermoeder in 2e lijn
e
Dit stroomdiagram Tienermoeder in 2 lijn is van toepassing op iedere zwangere tot 20 jaar. Echter
voor zwangere vrouwen < 16 jaar bestaan aparte afspraken, zoals beschreven in bovenstaand
e
e
stroomdiagram Tienermoeder in 2 lijn. Voor de 1 lijn zie protocol: Tienerzwangerschappen VSV
IJsselland.
Nota bene: Indien patiënt < 16 jaar is de gynaecoloog primair verantwoordelijk, de
zwangerschapscontrole vindt plaats in samenwerking met de eerstelijns verloskundige. Voor deze
groep patiënten dient 2 keer een afspraak gemaakt te worden voor een cervix meting. Dit i.v.m. een
verhoogde kans op vroeggeboorte.
De behandelaar wordt vaak als verantwoordelijke aangewezen maar heeft de mogelijkheid de taken te
delegeren.
Wat
Door wie
fase 1: Signaleren
Anamnese: Afgenomen met gebruik van checklist “Zwangeren die ons zorgen
baren”
Behandelaar
Lichamelijk onderzoek
Behandelaar
fase 2: Overleggen
Eerste lijn verloskundige voor het afstemmen van de tot nu toe gemaakte
afspraken.
Behandelaar
Informatie inwinnen bij de huisarts.
Behandelaar
Overleg met supervisor over de mogelijke problematiek.
Behandelaar
Consult coördinator kinderzorg op piepernummer dekt 5240, via e-mail of bij spoed Behandelaar
via de receptioniste.
In deze fase kan de patiënt twijfelen tussen de zwangerschap behouden of deze af Behandelaar
te breken.
Bij keuze van cliënte om de zwangerschap te onderbreken:
Bedenktijd inlassen
Datum zwangerschapsonderbreking plannen of doorverwijzen naar abortuskliniek
Mogelijkheden van begeleiding bespreken, deze worden verzorgd door: het FIOM
tel. 010-4401010.
NB. Cliënte moet zelf contact opnemen met deze instanties.
Bij keuze van cliënte om de zwangerschap te behouden:
Vervolg het stroomschema.
fase 3: Beslissen
Is er geen hulp nodig dan hoeven er geen vervolgstappen ondernomen te worden
en kan een FIOM folder meegegeven worden.
Polikliniek
Is er twijfel over de hulpvraag of is er zeker hulp nodig dan wordt contact
opgenomen met de meest geschikte hulpverlenende instantie in relatie tot de
hulpvraag.
Behandelaar
De jongere tienermoeder komt in ieder geval tweemaal op controle (cervixmeting)
bij de gynaecoloog en post partum bij de kinderarts.
Polikliniek
fase 4: Handelen
Advies vragen AMK 010-4128110
Coördinator
kinderzorg
Pagina 9 van 24
Zo nodig melden AMK tel 010-4128110, de coördinator zal de melding
voorbereiden.
Gynaecoloog
Doorverwijzen; mogelijkheid tot doorverwijzen naar één van de volgende
instanties:
• Leger des Heils opvang: Zij aan Zij tel: 010-2229855
• VoorZorg/ PréZorg tel 010- 4444595 bij geen gehoor 4444600 ma t/m vrij van
8.00 tot 17.00 uur
• VBOK (vereniging ter bescherming van het ongeboren kind) tel. 09002021088
• Stichting Arosa/ Steady tel:010-4769044
Behandelaar in
overleg met
coördinator
fase 5: Beslissen
Bij geen hulp nodig na de bevalling de gebruikelijke overdracht.
Bij hulp nodig: zie fase 6.
fase 6: Handelen Post partum
Indien gewenst klinisch kraambed regelen
Behandelaar
Observatielijst hechting moeder en kind hanteren
Verpleegkundige
Advies vragen AMK 010-4128110
Coördinator
Zo nodig melden AMK tel 010-4128110, de coördinator zal de melding
voorbereiden.
Behandelaar
Bij ontslag controleafspraak bij kinderarts plannen binnen 2 weken
Verpleegkundige
Centrum voor Jeugd en Gezin inlichten voor eventueel vervroegd huisbezoek tel
0900-0254
Verpleegkundige
Overdracht huisarts en evt. externe hulpverleners
Behandelaar
Casusverslag toevoegen aan kindstatus
2 lijnverloskundige
ste
Overdracht 1
de
de
lijnverloskundige en kraamzorg
2 lijnverloskundige
fase 7: Registratie
Te allen tijde goede documentatie van de stand van zaken en de gemaakte
afspraken in de medische status noteren.
Behandelaar en
coördinator
NB. Gemaakte afspraken met kinderarts met betrekking tot gedane acties duidelijk Behandelaar
vermelden in dossier.
VoorZorg landelijk programma en is momenteel in
onderzoek bij de VU in Amsterdam. Het is een
intensief programma, duurt tot 2 jaar na de geboorte
van het kind. Het bestaat uit 60 huisbezoeken
gedurende die periode om de (a.s.) moeder te
begeleiden en te ondersteunen.
PreZorg stedelijk aanbod voor ondersteuning en
begeleiding tijdens de zwangerschap, tot 1 maand
na de geboorte van het kind. Veel korter dus, en
minder intensief in opvoedingsondersteuning.
Voornamelijk preventief programma. ( 6-8
huisbezoeken)
Bij aanmelding maximaal 28 weken zwangerschap
Bij aanmelding max. 32 weken zwangerschap
Moeder heeft niet eerder levend geboren kind
Moeder heeft al of niet eerder kind gehad, maar
heeft problemen op meerdere gebieden
Moeder is niet ouder dan 25 jaar
Leeftijd van moeder is geen selectiecriterium
Opleidingsniveau maximaal VMBO-praktijk
Opleidingsniveau is geen selectiecriterium
Pagina 10 van 24
Enige beheersing van de Nederlandse taal
Enige beheersing van de Nederlandse taal
Bereidheid om aan hele programma mee te doen
Bereidheid om aan hele programma mee te doen
Geen verhuisplannen naar buiten Rotterdam in de
komende 2,5 jaar
Geen verhuisplannen naar buiten Rotterdam in de
komende 6 maanden.
Arosa/ Steady Een laagdrempelige voorziening waar zij Zij aan Zij Project van het Leger des Heils.
op ieder moment naar kunnen bellen of binnenlopen
Ondersteuning van tienermoeders.
met alle mogelijke vragen op het gebied van
zwangerschap, opvoeding, werk, opleiding,
huisvesting, financiën, voogdij en overige zaken die te
maken hebben met wet- en regelgeving. begeleiding
in de vorm van groepsbijeenkomsten. Tevens is er
een aparte woonvoorziening. Doel van de begeleiding
is de voorbereiding op het zelfstandig wonen en leven
met één of meer kinderen.
Zwangere meisjes en tienermoeders tot 23 jaar.
Pagina 11 van 24
3. Zwangere met een verslaving en/ of een psychiatrische stoornis
Pagina 12 van 24
Toelichting stroomdiagram behorende bij zwangere met een verslaving en/ of psychiatrische
stoornis.
Verslaving is een toestand waarin een persoon fysiek en/of mentaal van een stof afhankelijk is,
zodanig dat hij/zij deze stof niet, of heel moeilijk los kan laten. Het gedrag van de persoon is
voornamelijk gericht op het verkrijgen en innemen van het middel, ten koste van de meeste andere
activiteiten. Als het lichaam deze stof moet loslaten kunnen er ernstige ontwenningsverschijnselen
optreden bij deze persoon. (definitie van Wikipedia).
Psychiatrische stoornis is een overkoepelende term van het denken, voelen, willen, oordelen en/ of
doelgericht handelen en wordt gekenmerkt door afwijkende ervaringen en gedrag.
Wat
Door wie
fase 1: Signaleren
Anamnese: Afgenomen met gebruik van checklist “Zwangeren die ons
zorgen baren”
Behandelaar
Lichamelijk onderzoek
Behandelaar
fase 2: Overleggen
Eerste lijn verloskundige voor het afstemmen van de tot nu toe gemaakte
afspraken.
Behandelaar
Informatie inwinnen bij de huisarts.
Behandelaar
Overleg met supervisor over de mogelijke problematiek.
Behandelaar
Consult coördinator kinderzorg op toestel 5240, via e-mail of bij spoed via de
receptioniste.
Behandelaar
Inventariseer of er hulpverlening is ingeschakeld en infomeer bij die
hulpverlening.
Behandelaar
fase 3: Beslissen
Een verslaafde zwangere heeft altijd hulp nodig.
Een zwangere met psychiatrische stoornis kan onder behandeling blijven
Behandelaar
binnen het YSL, de keuze kan zijn om deze door te verwijzen naar de
polikliniek op het EMC. Als deze onder behandeling blijft, zie vervolgstappen
stroomdiagram.
fase 4: Handelen zwangere met een verslaving:
Verwijzen naar de verslavingspolikliniek EMC, dr. Schneider tel. 0107040148
Behandelaar
Overdracht EMC maken.
Behandelaar
Overdracht huisarts maken.
Behandelaar
Indien aanwezig: externe hulpverleners inlichten.
Behandelaar
fase 4: Handelen zwangere met psychiatrische stoornis bij verwijzing
Verwijzen naar de polikliniek zwangeren met psychiatrische problemen EMC, Behandelaar
dr. Schneider tel. 010-7040148
Overdracht EMC maken.
Behandelaar
Overdracht huisarts maken.
Behandelaar
Indien aanwezig: externe hulpverleners inlichten.
Behandelaar
Pagina 13 van 24
fase 5: Handelen
De patiënt is doorverwezen naar een externe instantie maar weigert daar
verdere behandeling en wil wel door YSL behandeld worden. Let bij
zwangerschapscontrole op de volgende stappen.
Coördinator kinderzorg informeren over terugkomst patiënte.
Behandelaar
Bij verslavingsproblematiek urinecontrole bij elk polikliniekbezoek uitvoeren.
Polikliniekmedewerk
er
Monitoren of gemaakte controle afspraken nagekomen worden. Als dit niet
het geval is, de behandelaar en coördinator op de hoogte brengen.
Polikliniekmedewerk
er
Evt. passende hulpverlening in gang zetten, bij verslaving: Bouman stichting
(010-4339 841) en bij psychiatrische stoornissen kan de Stichting Mee
(0900-999 8888) ingeschakeld worden.
Behandelaar
Bij zorgen advies vragen bij het AMK tel.010-4128110.
Zo nodig melden bij het AMK tel. 010-4128110 De coördinator kinderzorg
bereidt de melding voor.
Gynaecoloog en
coördinator
Informeren bij de patiënt of de kraamzorg is geregeld, deze vraag komt terug Behandelaar
in de checklist.
fase 6: Handelen Post partum
Indien gewenst klinisch kraambed regelen
Behandelaar
Observatielijst hechting moeder (ouders) en kind t/m 6 maanden hanteren.
Verpleging
Op indicatie Finnegan score
Behandelaar
Op indicatie bij de baby urinecontrole m.b.t. drugs
Behandelaar
Overdracht huisarts
Behandelaar
Indien consult kinderarts casusverslag toevoegen aan kindstatus
2
ste
Overdracht 1
lijnverloskundige en kraamzorg
de
lijnverloskundige
de
lijnverloskundige
2
Bij verslavingsproblematiek consult kinderarts.
Behandelaar
Bij psychiatrische stoornis indien gewenst een consult kinderarts.
Behandelaar
Indien gewenst bij ontslag controle afspraak kinderarts plannen
Verpleegkundige
Inlichten centrum voor Jeugd en Gezin voor vervroegd huisbezoek
Verpleegkundige
fase 7: Registratie
Te allen tijde goede documentatie van de stand van zaken en de gemaakte
afspraken in de medische status noteren.
Behandelaar en
coördinator
NB. Gemaakte afspraken met kinderarts met betrekking tot gedane acties
duidelijk vermelden in dossier.
Behandelaar
Pagina 14 van 24
4. Zwangere met een verstandelijke/ geestelijke beperking
Pagina 15 van 24
Toelichting bij Stroomdiagram behorende bij zwangere met een verstandelijke/ geestelijke
beperking
Wat
Door wie
fase 1: Signaleren
Anamnese: Afgenomen met gebruik van checklist “Zwangeren die ons zorgen
baren”
Behandelaar
Lichamelijk onderzoek
Behandelaar
fase 2: Overleggen
Eerste lijnverloskundige voor het afstemmen van de tot nu toe gemaakte
afspraken.
Behandelaar
Informatie inwinnen bij de huisarts.
Behandelaar
Overleg met supervisor over de mogelijke problematiek.
Behandelaar
Consult coördinator kinderzorg op piepernummer toestel 5240, via e-mail of bij
spoed via de receptioniste.
Behandelaar
fase 3: Beslissen en Fase 4 Tijdens zwangerschap: Handelen:
Is er geen hulp nodig dan kan de huisarts ingelicht worden en zal er gerapporteerd Behandelaar
moeten worden in het medisch dossier.
Is er twijfel over de hulpvraag of is er zeker hulp nodig dan wordt contact
Behandelaar
opgenomen met de meest geschikte hulpverlenende instantie in relatie tot de
hulpvraag.
VoorZorg/ PréZorg tel 010- 4444595 bij geen gehoor 4444600 ma t/m vrij van 8.00
tot 17.00 uur of Stichting Mee 0900-9998888.
Eventueel kan er advies ingewonnen worden bij het AMK 010-4128110 over de
casus.
Coördinator
kinderzorg
Nb. Bij 24 weken gravidae kan een melding gedaan worden bij het AMK.
Behandelaar
fase 5: na bevalling: Handelen Post partum
Indien gewenst klinisch kraambed regelen
Behandelaar
Observatielijst hechting moeder en kind hanteren
Verpleegkundige
Bij ontslag controleafspraak bij kinderarts plannen binnen 2 weken
Centrum voor Jeugd en Gezin inlichten voor eventueel vervroegd huisbezoek tel
0900-0254
Verpleegkundige
Overdracht huisarts en evt. ingeschakelde externe hulpverleners.
Behandelaar
ste
Overdracht 1
lijnverloskundige en kraamzorg
de
2 lijnverloskundige
fase 6: Registratie
Te allen tijde goede documentatie van de stand van zaken en de gemaakte
afspraken in de medische status noteren.
Behandelaar en
coördinator
NB. Gemaakte afspraken met kinderarts met betrekking tot gedane acties duidelijk Behandelaar
vermelden in dossier.
Pagina 16 van 24
VoorZorg landelijk programma en is
momenteel in onderzoek bij de VU
in Amsterdam. Het is een intensief
programma, duurt tot 2 jaar na de
geboorte van het kind. Het bestaat
uit 60 huisbezoeken gedurende die
periode om de (a.s.) moeder te
begeleiden en te ondersteunen.
PreZorg aanbod voor ondersteuning
en begeleiding tijdens de
zwangerschap, tot 1 maand na de
geboorte van het kind. Veel korter
dus, en minder intensief in
opvoedingsondersteuning.
Voornamelijk preventief programma.
( 6-8 huisbezoeken)
Bij aanmelding maximaal 28 weken
zwangerschap
Bij aanmelding maximaal 32 weken
zwangerschap
Moeder heeft niet eerder levend
geboren kind
Moeder heeft al of niet eerder kind
gehad, maar heeft problemen op
meerdere gebieden
Moeder is niet ouder dan 25 jaar
Leeftijd van moeder is geen
selectiecriterium
Opleidingsniveau maximaal VMBO- Opleidingsniveau is geen
praktijk
selectiecriterium
Enige beheersing van de
Nederlandse taal
Enige beheersing van de
Nederlandse taal
Bereidheid om aan hele
programma mee te doen
Bereidheid om aan hele programma
mee te doen
Geen verhuisplannen naar buiten
Rotterdam in de komende 2,5 jaar
Geen verhuisplannen naar buiten
Rotterdam in de komende 6
maanden.
Mee is geen zorgaanbieder
maar een contactpersoon, de
patiënt wordt na aanmelding
doorverwezen naar de juiste
begeleiding.
beperkte sociale
redzaamheid, moeite met
maken van onderscheid in
goede en slechte mensen.
concreet denk en leerniveau,
gericht op het heden
ontkennen dat er sprake is
van de beperking met
zelfoverschatting tot gevolg.
niet overzien van de
consequenties van handelen
en moeilijk kunnen kijken naar
eigen handelen
Pagina 17 van 24
Telefoonlijst
Coördinator Kinderzorg
010-2585240
AMK
010 412 8110
Centrum voor Jeugd en Gezin
0900 0254
Arosa/ Steady
010 476 9044
Zij aan Zij (leger des Heils)
010 222 9855
VoorZorg/ PreZorg
010 444 4595/ 010 4444 600
FIOM
010 440 1010
VBOK (Ver. Ter bescherming ongeboren kind)
0900 202 1088
EMC (dr. Schneider)
010 704 0148
Bouman Stichting
010 433 9841
Stichting Mee
0900 999 8888
Kraamzorg Rotterdam
010 2826220
Careyn Kraamzorg
088 1239999
IJssel en Lek
06 52070810
M. Plukker Verloskundige
010 4506758
Bovenmaas Verloskundige
010 7370274
Prins Capelle Verloskundige
06 44066340
Maastschap Oost Verloskundigen
010 4141351
Pagina 18 van 24
Checklist: Zwangeren die ons zorgen baren
Checklist wordt bewaard in deel 1 medisch dossier
Anamnese
Datum
Par.
Woonsituatie
Band met ouders en of familie/ voogd
Band met partner
Ontstaan zwangerschap
Psychosociale problematiek
Afbreken zwangerschap n.v.t.
Bedenktijd besproken?
Ja
Datum zwangerschapsonderbreking
plannen/ doorverwijzen
Datum
Nee
Waar
Huisarts ingelicht
Ja
Nee
Mogelijkheden van begeleiding besproken
FIOM tel. 010-4401010 of
VBOK tel. 0900-2021088.
NB. Cliënte moet zelf contact opnemen met de
hulpverlening.
Ja
Nee
Intercollegiaal overleg plannen
Ja
Nee
Huisarts ingelicht
Ja
Nee
Contact coördinator kinderzorg plannen:
M.Vonk/M.Reek toestel 5240 of via email
[email protected]
Ja
Nee
Kraamzorg regelen
Ja
Nee
FIOM folder meegeven
Ja
Nee
Voogdij geregeld
Ja
Nee
Doorverwezen hulpinstantie: VoorZorg/ PreZorg
010-4444595 – Stichting Arosa tel. 010-4769044
of Zij aan Zij tel.010-2229855
Algemeen
Ja, naar:
Nee
Advies ingewonnen AMK
Ja
Nee
Behouden zwangerschap n.v.t.
Tienermoeders nvt
Pagina 19 van 24
Melding AMK
Ja
Nee
Huisarts ingelicht
Ja
Nee
Consultatiebureau inschakelen
Ja
Nee
Overdracht externe hulpverleners
Ja
Nee
Controle afspraak kinderarts binnen 2 weken
Ja
Datum:
Nee
Klinisch kraambed gewenst
Ja
Nee
Klinisch kraambed geregeld
Ja
Nee
Observatielijst hechting moeder en kind toegepast
Ja
Nee
Diversen
Pagina 20 van 24
Bijlage 2 Observatielijst hechting moeder (ouders) en kind t/m 6 maanden
Observatielijst hechting ouder(s)/ verzorger(s)
en kind tot 6 maanden
ja
1
nee
Bijzonderheden
Zijn de volgende gedragingen bij de ouder(s) naar
de baby toe aanwezig?
Knuffelen
Strelen
Troosten van de baby
Lachen naar de baby
Praten tegen de baby
Maken ouders gebruik van de kangoeroe methode
2
Komen ouders gemaakte afspraken m.b.t.
verzorging na
Zijn er voldoende eigen kleertjes aanwezig?
3
Signaleer je bijzonderheden in de interactie tussen
beide ouders
4
Zijn de volgende kenmerken bij de baby aanwezig?
Veel huilen
Onrust
Niet aan moeders borst willen drinken
Verstijven als het wordt opgepakt
5
Zijn de volgende gedragingen waarneembaar bij de
ouder(s) naar de baby in de huidige situatie?
Wantrouwend
Speelt niet in op de behoefte van de baby
Afstandelijk
Ongeduldig
Onveilig naar het kindje toe
Onrustig
6
Heb je een niet pluis gevoel
Pagina 21 van 24
Behoeft verder geen actie
Indien rood blokje aangevinkt extra aandacht verlenen aan de hechting tussen moeder (ouders) en
kindje, vermelden in rapportage en bespreken met behandelaar
Bron: J Spruit 27 oktober 2012
Bijlage 3 Handleiding observatielijst
Algemeen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Opdracht geven om deze lijst in te voeren wordt gegeven door (kinder)arts,
verloskundigen, verpleegkundig specialist , coördinatoren/aandachtsfunctionaris
kinderzorg
De observatielijst is een lijst waarmee je de hechting/relatie tussen ouder(s) en kind
kunt observeren
De lijst wordt gebruikt bij pasgeborenen/zuigelingen tot de leeftijd van 6 maanden.
De lijst kan op indicatie postpartum gestart worden op C3 en wordt bij overplaatsing
naar D3 overgedragen. Het invullen gaat dan op dezelfde wijze verder tot nader order.
De lijst kan ook gestart worden op D3 bij opname van een zuigeling vanuit de
thuissituatie.
De lijst wordt gebruikt als er bijzondere omstandigheden zijn die de relatie tussen
ouder(s) en het kind kunnen verstoren/beïnvloeden .
Te denken valt aan bv. tienermoeders, verslaafde moeders, moeders met een
verstandelijk handicap, bij ongewenste zwangerschap, niet pluis gevoel etc.
De lijst is geen vervanging voor de dagelijkse rapportage
De lijst wordt in iedere dienst ingevuld
De lijst wordt ingevuld door diegene die voor het kind zorgt,( dit kan in sommige
gevallen ook de pedagogisch medewerker zijn)
Als een punt niet van toepassing is, hoef je niks aan te vinken. Geen rood/geen groen!
Hoe gebruik je de lijst:
•
•
•
De lijst werkt met kruisjessysteem in groene en rode vakjes. Groen behoeft geen
aandacht, rood behoeft aandacht. Aandacht kan variëren van heel simpel ,een extra
observatie/rapportage, tot het ondernemen van benodigde acties.
Het is de bedoeling dat deze lijst geen vervanging van de verpleegkundige rapportage
is, maar meer een ondersteuning bij het schrijven van je rapport. Bij het aankruisen
van een rood vakje zul je in je rapportage de situatie moeten beschrijven. Of misschien
wel actie moeten ondernemen.
Indien noodzakelijk de situatie te beschrijven in rapportage; doe dit objectief, houd het
bij feiten. Trek geen conclusie, doe geen interpretaties, en uit geen beschuldigingen
Pagina 22 van 24
•
Omdat de lijst op zowel C3 als D3 bruikbaar is, kan het voorkomen dat een punt soms
meer of minder toepasbaar is , voor een van beiden afdelingen.
Pagina 23 van 24
Pagina 24 van 24
Download