Lesnota`s 2008-2009 (word-doc)

Nota’s Bedrijfskundige vaardigheden
tools.vacature.com
Eerst twee lessen: cognitieve stijl
Test (met twee een stylo vastnemen en tekenen)  Coördinatie problemen 
Dominantie/Submissie
Beide dominant  machtsspel
Dominant betekent hier niet autoritair, wel: initiatief nemen en leiden.
Vriendelijkheid= positieve affiliatie
Onvriendelijkheid = negatieve affiliatie
Negatieve affiliatie roept negatieve affiliatie op.
Vriendelijkheid roept vriendelijkheid op
Sterke dominantie roept submissie op. Als je zelf submissief bent zullen anderen zich dominant
opstellen.
Belangrijk
Toepassing: rollenspel in de les met moeder/zoon situatie
Content is niet zozeer het probleem maar eerder de stijl, respect, ...
Interacties
Klant is koning: klant moet niet steeds gelijk krijgen. Je mag de klant niet dominant benaderen.
Positieve affiliatie is het meest geschikt.
Is negatieve affiliatie slecht? Niet noodzakelijk
Pos affiliatie is niet altijd goed. Hangt af van situatie
 afwas doen voor iemand anders...
Vb’en: kritisch opbouwend  submissie + negatief
raad geven  Dominant + positief
Heel dominant + positief: Leiden
Coachen: tips geven, stimuleren, mensen betrekken. Leiden met vragen stellen (hoe zou jij het
aanpakken, wat denk jij)
Wat gebeurd er met medewerkers als je altijd leidend gedrag toont?
 medewerkers worden submissief
John Cordier (telindus, mobistar): zeer dominant, dreef medewerkers in submissie
Leider:
Autocratisch gedrag: extreme vorm van leiden, steeds willen leiden, te dominant gedrag
Coachen:
Protectionisme: extreme vorm van coachen, te bekommerd zijn, steeds blijven controleren
Steunend gedrag: water in de wijn doen, zorgen dat iedereen zich goed voelt, stress wegnemen.
The nice guy: extreme vorm van steunend gedrag, schuift eigen mening opzij, overdreven positief
gedrag. Enorm behulpzaam. Probleem van authenthiciteit.
Volgend gedrag: submissief+pos. Luisteren naar anderen. Akkoord gaan en neerleggen bij bepaalde
regels en procedures. In competitieve situatie komt volgend gedrag weinig naar voor.
Ja-knikker: extreme vorm van volgend gedrag.
Teruggetrokken: klagen over situatie, jezelf in vraag stellen om te zien wat je er van kan leren
Masochisme:depressieve machteloze houding
Kritisch opbouwend: op een kritische manier in vraag stellen. (journalist!!)
Wantrouwen:
Eisen: duidelijk stellen wat je wil
Sadisme: extreme vorm van eisend gedrag
Lef: de kloten aan uw lijf hebben om dingen durven te doen. Verwijt aan vlamingen. Vlamingen zijn
bescheiden.
Narcisme: uzelf boven alles stellen. Anderen onderdrukken.
Content  Relatie
Samenspel tussen content en relatie is belangrijk in communicatie
Les 2
Les 3
Zie papieren nota’s
Les 4
Teamwerk – Hoe beslissen
Mensen zijn gewoontedieren
Basis  autotelisch gedrag
Aangeleerde hulpeloosheid
Bij teamwerk zijn we enorm gelimiteerd (door o.a aangeleerde hulpeloosheid), dit beknot de
creativiteit.
Apathie op het werk:
- overtuigen om uit de werkplek uit te stappen (outplacement)
- de nieuwe baas heeft het door en die heeft geduld, de apathische zal zich inzetten voor de baas
(persoon) en niet voor het bedrijf
-breken met situatie
Extra duiding bij decision making:
Meerdere keuzemogelijkheden zijn aantrekkelijk, byers remorse (probleem van teveel alternatieven)
 spoiled decission
We weten op voorhand niet goed wat we willen
We betalen allemaal veel te veel omdat we varieteiten willen die we nooit gaan gebruiken. De
meerwaarde van bepaalde tools wordt overschat
Beslssing verankerd in vergelijking met andere mogelijkheden. De vraag is: wat is mijn standaard.
Broodmachine wordt aantrekkelijk aanzien in vergelijking met duurder product. Vb: limiet stellen
voor aandelen
Mental accounting
Gokken is zeker geen oplossing bij decision making, mensen rationaliseren hun gok voor zichzelf
Let’s go to one more shop = tyranny of small decisions
 Fred Hirsch
Storytelling weegt zwaarder door dan facts in onz brein.
Linkerhersenhelft is zeer vatbaar voor verhaaltjes.
Clustering
Data without context creates stupidity: geen beslissingen maken zonder de context te bekijken
Anchoring: referentiekader creeëren, voor aankoop een standaard zetten helpt, anders ben je te
sterk beïnvloedt door het eerste product en de eerste prijs.
Experimenten:
Paulo Coelho (the zaire, alchemist)
9820000
B, evenveel, A, 27% slimme beperkte keuzes aanbieden aan consumenten
A: drie keer verschillend
B: drie keer hetzelfde
429– 140
yes
15.000.000 – 60.000.000
Prospect theorie
Cut your losses: niet nog meer verlies creeëren door in negativisme verder te gaan.
Endowment effect: extra waarde aan een goed toegekend door de gebruiker. Waarde overstijgt de
economische waarde.
Omission bias
The wisdom of a turkey: iets wat je absoluut niet ziet aankomen maar wel een enorme impact heeft.
Hoe strikter onze wereld aan elkaar hangt, hoe waarschijnlijker we vroeg of laat een black swan gaan
creeëren.
Op zichzelf is 9/11 niet te voorspellen maar iedereen weet dat het gaat gebeuren.
De mensheid leert er niet uit. Mensen leven in een normaalverdeling
Het enige wat je kan doen is aandachtig zijn en voor een bepaald stuk conservatief zijn. Wees
risicovol met 10% van uw middelen.
Silent proof: wat weten we over de afwezigen.
Kennen we het aantal entrepreneurs die niet gelukt zijn?
Butterfly effect: kleine elementen kunnen enorme gevolgen hebben
Les 21 april
Benny Hinn, The Guru – Manipulator
Unieke elementen
Verwijzen nar breder geheel
Beroepen op neutrale, wetenschappelijke bronnen
Intonatie en zinsbouw
De slechte dingen goed verwoorden en verklaren
Groepsdenken
Bepaalde groep die zo eigenwijs dat men geen signalen van de buitenwereld meer opvangt. Zo kan
men in rampzalige situaties terecht komen.
Collectief stilzwijgen
De eigen mening wordt niet getoond om de andere niet te willen veranderen.
Sociaal lummelen
Ik zal handelen als anderen het ook doen. In een grotere groep spant iedereen zich minder hard in
dan in een kleine groep.
Sociaal Bewijs
“Als de meerderheid het zo doet dan zal het wellicht zo zijn” De gedeelde informatie wordt algemeen
aanvaard. De unieke informatie wordt vaak niet vermeldt.
Maturiteit inbouwen
Staat op slide
Vergadertechnieken
4 types probleemoplossende vergaderingen
Les 5 mei 2009 –
Hoe kan je een organisatie sterker maken?
Hechte groepen maken, socialiseren, doelen bepalen,...
Bureaucratie  Chaos
Organisatieomgeving is verandert omdat de productieprocessen ook sterk verandert zijn. Vroeger
was orde geschikt omdat de productieprocessen sterk verankert waren. Vandaag zijn
productieprocessen complex en is flexibiliteit vereist.
Controle mag nooit een doel zijn
Quote: Er is geen manager op de wereld die om human capital geeft
Fractaal: figuur die hetzelfde uitzicht houdt als men er op inzoomt
Entrepreneur: zonder zich vast te lopen in de bureaucratie, opportuniteiten zien, leren door fouten
te maken en opnieuw te beginnen, regels overtreden ten voordele van het bedrijf
Structuur groeit uit actie: grote opportuniteit en bedreiging tegelijkertijd
Entrepreneur bij studenten: overtredend gedrag, niet volledig de regels volgen,
Wet van de onverwachte gevolgen (OG):welke veranderingen gaan er optreden na verloop van tijd.
(hotel dordogne)
Coalitieniveau
Mensen en partijen in relatie tot elkaar