inleiding

advertisement
Van eclectisme tot wolkenkrabber en Art Nouveau
25-10-2012 0
INLEIDING
Wat we tot nu toe al van aparte stromingen hebben gezien (industriele architectuur)
lopen allemaal parallel en door elkaar.
De datums zijn belangrijk want zo plaats je het gebouw in ruimte en tijd. De evoluties
zijn niet overal hetzelfde.
Boek van Trachtenberg lezen want die heeft een andere invalshoek!!
Door dit nieuwe model, deze nieuwe manier van samenwerken is het mogelijk om te
voldoen aan de vragen/eisen van de Industriële revolutie.
 andere vorm van opleiding
HET ECLECTICISME  stroming uit de 19e E
Centrale vraag door Heinrich Hubsch gesteld: “In welke stijl zullen wij bouwen?”
Deze vraag stelt men zich in de architectuurscholen (hijzelf is directeur van een
architectuurschool voor in de polytechnische school van Karlsrurhe
(ingenieursopleidingen), in een industrieregio; idem Durant in Parijs). Hij bestudeert
voornamelijk vroeg-Christelijke architectuur (keizer Constantijn, oorsprong Byzantijnse
architectuur)  Deze stijl past in de tijd van europa, ook is het een historische stijl 
gebruik van rondbogen  rondbogenstijl!!
Geïnteresseerd erin omdat ze niet meer antiek of christelijk is, en omdat hij gefascineerd
door de bogen.
Deze stijl verwijst naar de vorm. De vorm/stijl is zeer belangrijk daarom is de vraag
naar de soort architectuur een belangrijke vraag voor de architectuurschool. Het kan ook
de keuze van stijl zijn omwille van het functionele. smaak opdrachtgever, identiteit…
Keuze stijl kan ook zijn i.f.v. het gebruik van het gebouw.
Hij zal 4 criteria voorstellen die niet esthetisch zijn, maar wel tot iets esthetisch zullen
leiden.
1) Passen in de streek waar het gebouwd is, anti-Vitruviaans (?)
o
Het klimaat is niet hetzelfde in N als in Z europa, waardoor er
verschillende vormen ontstaan afhankelijk van het klimaat; bv de
daken zullen anders zijn.
o
Materialen: men gebruikt materiaal dat op die plaats voor handen is 
geeft een eigen identiteit aan het gebouw; elke streek creëert zo zijn
eigen identiteit.
2) de technische ervaring = streekgebonden
o
waarom niet bouwen naar de kennis die men heeft in die streek? Bv
waarom zuilen plaatsen in het Ruhrgebied, waar ze niet ontstaan zijn
en waar men niet de technische kennis ervan heeft?
o
socio-culturele noden  bouwtradities van de lokale bevolking;
waarom naar architectuur gaan die van elders komen?
Net zoals Pugin gaat hij op zoek naar het begrip van ‘de waarheid’. Het is belangrijk
architectuur te ontwerpen die ook een socio-culturele dimensie heeft, niet enkel het
gevolg van kanon’s die in de scholen gegeven worden als de enige waarheid; In het
algemeen opvattingen over schoonheid in kunstacademie. Maar er zijn alternatieven
mogelijk ten opzichte van de klassieke bouwkunst; Het is een andere weg dan die van
de gotiek.
prenten: wat opvalt is het gebruik van verschillende materialen waardoor het gebouw
een eigen materialenpolygemie heeft
 Nieuw karakter van de architectuur (3): men gaat spelen met de materialen,
verschillende kleuren en materialiteit. Is lokaal, kan vrolijk of speels zijn. De gotische
architectuur speelt niet met een polychromie.
De afwerking (ruw, glad,..) is ook anders.
4) het gebruik van vormen: de stijl is niet meer zuiver klassiek of gotisch, maar wel
elementen die nog naar klassieke architectuur verwijzen. Het is een mix van elementen
uit verschillende stijlen die gemengd zijn om tot iets nieuws te komen. Men blijft wel
steeds stilistisch denken.
Men begint te ontwerpen in nieuwe stijlen ook o.w.v. de nieuwe noden (die de
industriële revolutie met zich meebrengt?)
Foto links onder: spoorwegstation, maar heeft deels vorm van een kerk, lange basilica,..
Rechtsboven: lijkt een kerk uit Noord-Italië
historicisme/burgermaatschappij/stijlpluralisme
Vanaf jaren 1830 wanneer neoclassicisme minder belangrijk begint te zijn (loopt wel
door tot eind 19e E), gaat zich het eclecticisme ontwikkelen = mix van verschillende
stijlen die tot een nieuwe stijl lijdt. Deze stijl maakt de eigenschappen kwaliteit van
Brussel: men maakt gebruik van verschillende materialen en vormen wat een kwaliteit
en eigenschap van brussel is.
Veel geld in België in 19e E, daarom ook gebouwen in prestige beginnen bouwen (ook in
Antwerpen, Gent, …) en architect gaat in verschillende stijlen ontwerpen.
Foto links boven: koningsgalerij = nieuwe typologie,. (wat was het? Winkels?).
Oude elementen: serliana, kroonlijst, zuilenorde,.. verwijst naar architectuur van begin
16e E. Renaissancestijl die verwijst naar de renaissance van Italie begin 16 e E. Heeft de
architect geleerd in de academie.
De architecten leren stijlen aan de academie en de architecten kunnen dus ontwikkelen
in de stijl die de opdrachtgever wenst.
Foto midden: muziekconservatorium: verwijst naar een andere vorm van renaissance,
de renaissance in Frankrijk.
 Mix van stijlen i.f.v. wat de opdrachtgever vraagt.
Koninklijke Vlaamse schouwburg Brussel: zeer academische gevel, verwijzend naar de
stijl van de Vlaamse renaissance; 1e schouwburg voor de Vlaamse cultuur. Symmetrie,
maar wel in een stijl die verwijst naar de vlaamse renaissance. Het is een stijl uit de
lokale geschiedenis Dus de late ..e E in Vlaanderen.
Broodhuis in Brussel: nieuw 19e E gebouw, stadhuis van Oudenaarde als model
genomen. Vroeg 16e-eeuwse laat-gotiek als kern.
Synagoge: refereren naar een stijl van Romaanse architectuur; rondbogen
 de 4 gebouwen verwijzen naar verschillende stijlen uit de 16e E. Omdat het een
betekenis heeft, niet enkel omdat het mooi is.
Justitiepaleis: enorme schaal, architect gaat op vrije manier ontwerpen met elementen
uit klassieke vormentaal. Combinaties op gigantische schaal, met betekenis: België is
een land met grondwet, maar ook een vrij land (justitie is onafhankelijk van politieke
macht) en dit wordt in steen duidelijk gezegd en geplaatst in de publieke ruimte.
Eclecticisme = eigenlijk vorm van grote tolerantie.
Parijs is in vergelijking heel homogeen in stijl en kleur; in België alles veel chaotischer,
maar wat chaotisch blijkt te zijn drukt een vorm uit van democratie, het zegt dat de
verschillen mogelijk zijn, en dat ze ook zichtbaar zijn in de publieke ruimte. Maakt
Brussel wel populair, Buitenlanders kunnen in Brussel gebouwen vinden die terugwijzen
naar hun eigen cultuur (bouwstijlen & -tradities)
Eclecticisme
Definitie begint met eerst kennis hebben om dan te gaan selecteren van architectonische
elementen. In academies leerde men verschillende stijlen die men dan kan
samensmelten tot iets dat origineel is, behalve Sint Lucas, waar men enkel gotiek
leerde; in alle andere academies wel. Door samensmelting ontstaat er een
nieuwe/moderne/eigentijdse architectuur i.f.v. eigentijdse noden. Voor die mensen uit
de 19e E die steeds minder romantisch zijn en wat het kernbegrip van de 19 e E zal
worden is het rationalistisch/wetenschappelijk denken. Het rationele discours, het
positivisme wordt het hoofdcriterium van die eeuw (zie ook al VLD).
Tekening = voorblad tijdschrift architectuur.
Verschijnt ongeveer een halve eeuw, de titel is zeer duidelijk: architectuur en openbare
werken (bruggen, wegen …). Op het titelblad staat ook nog ‘art’, ‘histoire’ en ‘science’.
Men bekomt een architectuur die goed is voor de maatschappij.
wereldtentoonstelling – Parijs 1855
De wereldtentoonstelling in Engeland is een ongelofelijke stimulans in alle factoren.
Frankrijk komt erachter dat ze achterstaan tov Engeland en Belgie in 19 e E en gaan
proberen deze landen in te halen en gaat zelf een wereldtentoonstelling organiseren. Dit
geeft een gigantische boom voor de economie van het land.
De Franse identiteit is en blijft klassiek, wat te maken heeft met de materialen: veel
natuursteen, Frankrijk heeft steengroeven ervan.
 in parijs is er coherentie van architectuur; gebruik natuursteen, maar ook de klassieke
stijl die in de academie wordt onderwezen als dat kanon. Daarom is er in Frankrijk ook
een bozarstijl die in de academie gepromoot wordt, de stijl van de goede smaak. Voor de
Fransen is dit de franse smaak.
In 1855 gaat Parijs ook een Crystal Palace bouwen, maar iets anders. Ze bouwen een
‘Palais de l’industrie’ = een paleis voor de industrie. Heeft een uitgestrekt paleisfront in
natuursteen (een beetje zoals Versailles). Zodat je van de buitenkant niet de structuur of
de stijl binnenin ziet. Binnenin: een structuur van bogen, 1 gigantisch schip, 2 zijbeuken
die een galerij hadden. Dit is verpakt in een klassieke gevel met ingang in de vorm van
een triomfboog. Sculptuur is in de architectuur geïntegreerd = bozar-stijl. Een
symmetrische constructie met paviljoenen op de hoeken en centrale as = kenmerken
Durant. Het plaatst zich in de traditie van Crystal palace maar is helemaal anders. Het
gebouw bestaat niet meer.
Overdekt met groot ijzeren gewelf. Het gebouw probeert zich te profileren als Frans. De
middenbeuk met zijbeuken doet denken aan de travee van een gotische kathedraal. Het
helpt om de ganse structuur in evenwicht te zetten. Er is een grote kruisbestuiving die
moderne architectuur genereert. Dit is waarom de 19e E zo boeiend is.
Bibliotheken
Henri Labrouste is belangrijke architect 19de eeuw in bozarstijl. Hij bouwt een moderne
bibliotheek (die van St. Geniève?) gebaseerd op een boekenkast als module. De kasten
vullen de traveeën. In het midden is een grote leesruimte. Volgens model Boulée staan
rekken langs de muren. IN die tijd was er nog geen elektriciteit voor licht dus men ging
naar de bib wanneer het licht was, bibs waren ook enkel open als er genoeg licht is om
te werken.
Labrouste ontwikkelt open gaten langs boven om maximaal licht binnen te krijgen; de
gewelven zijn gedragen door een gietijzeren structuur/kolommen en het gewelf zelf is in
witte terracotta. Industrieel materiaal; wit, licht en glanzend, zal licht weerkaatsen en zo
een goede lichtkwaliteit in de ruimte configureren.
Het gebouw bestaat uit 2 verdiepingen. In het uitstulpje staat een monumentale trap.
De bovenste ruimte is 1 grote zaal.
Labrouste krijgt een nieuwe opdracht voor nationale bibliotheek – ‘bibliotheque
nationale’: is op hetzelfde principe ontworpen, maar met ander vorm. Gietijzeren
vormen/zuilen die keramieken koepelgewelf dragen.
Elk (elektrische) koepelgewelf is opengewerkt om dag licht te laten binnenvallen. Het
gebouw is ontworpen uit vierkante modules/traveeën – met pendentieven voor koepel waar telkens een koepelgewelf boven staat.
Beaux-art-stijl
Opera Garnier: wedstrijd gewonnen door Garnier. Leidt tot typologie van de opera.
Moderne stad: rechte lijnen in perspectieven.
Opera wordt/is een van de belangrijkste gebouwen uit de 19de eeuw. het plaatst zich
enerzijds in de grote metamorfose van de moderne stad. Anderzijds is de opera in de
19e E hét gebouw voor entertainment. Het is het toneel, maar in het bijzender de opera
en de opereta zijn dé grote shows van de 19de eeuw. Mijlpaal in 19e eeuwse steden: elke
hoofdstad heeft zijn eigen opera.
Opera is plaats waar men een heel repertorium speelt, bv Bach. Maar niet enkel plaats
voor entertainment, daarlangs ook een plaats waar men naartoe gaat om zich te laten
zien. Men gaat bv met een mooie vrouw, een plek die belangrijk was voor het sociale
leven van de elite. Opera was dus een belangrijk element daar.
Opera is het gebouw in de 19e E van het entertainment. Opera en operette zijn dé grote
shows van de 19e E. Dit is een mijlpaal in 19e eeuwse steden. Er bestaan loges; mensen
kijken naar andere loges. Het is dus en belangrijke plaats voor de eliten. De mensen die
naar de opera gaan maken deel uit van de show.
Enscenering: mensen die naar opera gaan maken als het ware ook deel uit van de show.
De zaal is niet zo groot tov het heel gebouw. Er is een zeer grote trap, enscenering voor
de mensen die naar het toneel komen.
Gebouwd in de stijl van de goede smaak, bozarstijl. Een wereld die helemaal kunstmatig
is door gebruik van veel spiegels.
Dwarsdoorsnede met zaal die eigenlijk niet zo groot is, er zit moderne technologie
achter. De grote trap op dwarse snede, foyer vooraan. Duidelijke referentie naar .. de
galce van versailes. Foto rechtsonder = de grote zaal. Niet enkel in de typische stijl van
de bozar. Ook heel veel licht, goud, spiegels. Bijna een kunstmatige wereld.
Gustave Eiffel
Grootwarenhuizen worden een nieuwe typologie, jaren 60-70: er waren voorheen
enkel overdekte galerijen met grote winkels. Vanaf 1860-70 komt er een
grootwarenhuis, is groot succes. Moeten er ook modern uitzien  grote open ruimtes
met ijzeren structuren, grote trappartijen net zoals in de opera want het zijn de
elitevrouwen die er moeten rondwandelen om inkopen te doen. Boileau is persoon die
ijzeren kerken had ontworpen, modulair gebouw. (klein)kind van Crystal Palace.
Boileau is de ontwerper en Eiffel is de ingenieur.
Dit gebouw is modern en nieuw; het heeft de aantrekkingskracht van grootsheid en dat
ontstaat in deze context, winkelcultuur.
Banken = ook nieuwe typologie. Eiffel ontwerpt de binnenstructuur terwijl de
buitengevel gebouwd is bozar-stijl – een stijl die past voor een bank, maar dan in de
bozar-stijl. Bank-gevels moeten zo zijn dat ze vertrouwen opwekken bij de mensen
zodat ze zich veilig voelen dat ze hun geld/eigendommen er veilig kunnen beleggen. Het
huis heeft een Franse typische steen. De grote zaal heeft een glazen plafond waardoor er
veel licht kan binnenvallen door lichtkiosk in glazen plafond. 2 aspecten: gebouw met
moderne structuur die niet zichtbaar is aan de buitenkant. Paradox binnen-buiten. De
moderniteit mag niet getoond worden in de openbare ruimte.
Het vrijheidsbeeld.
Zeer klassiek beeld want is afbeelding voor de 100j verering van de Amerikaanse
onafhankelijkheid/de vrijheid. De binnenstructuur is o.a. door Eiffel ontworpen;
Ingenieur ontwerpt ijzeren asymmetrische structuur die onzichtbaar is aan de
buitenkant. Het is een vrouw in een antiek kleed bijna, zeer groot. Auguste Bartori heeft
het gebouwd, maar de binnenstructuur is door Eiffel ontworpen. Eerste die een ijzeren
structuur gaat ontwerpen. Moeilijke opgave want arm staat omhoog, je zou het beeld al
moeten beklimmen om te kunnen zien dat er een moderne structuur in zit.
1867: een van de mooiste en rationeel gebouw. Er wordt 1 gebouw ontworpen waarbij ..
gebouw heeft ovalen vorm met in het midden een binnenkoer waarond een aantal
concentrische gallerien gebouwd zijn. De eerste liften die naar de bovenverdieping
leidde.
Elke gallerie had 1 tema: de buitenste was de industrie; er stonden machines. Men kon
het gebouw ook transversaal bekijken door de traveeen die nationaal, per land waren.
Men kon de tentoonstelling dus per thema bezoek ofwel per land bezoeken om zo
vergelijkingen te stimurelen. het is een perfect rationeel gebouw waarin elk product
omwille van zijn nationale oorsprong of functie precies 1 plaats vind.
Wereldtentoonsteling – Parijs
Enkele beelden om te illustreren hoe snel de evolutie gaat. Elke wereldtentoonstelling
moest beter en groter zijn zodat het voldoende mensen aantrok; modern zijn is zich
vergelijken met de vorige traditie  Spanningsveld dat de dynamiek maakt van de
maatschappij, de samenleving. Een van de meest creatieve gebouwen in Parijs.
1867

Erg rationele gebouwen architect. Hij ontwerpt 1 gebouw waar alles.. gebouw
heeft ovalen vorm met in het midden een binnenkoer waarrond een aantal
concentrische galerijen gebouwd zijn. De eerste liften die naar de
bovenverdieping leidden.

Bijna een encyclopedie. Elke galerij had 1 thema: de buitenste was de
industrie; er stonden machines. Men kon het gebouw ook transversaal
bewandelen, doorheen de verschillende industrieën; die traveeën waren
nationaal, per land. Men kon de tentoonstelling dus per thema bezoeken ofwel
per land om zo te kunnen vergelijken, te stimuleren en te vergemakkelijken.
Perfecte materialisatie van het fenomeen rationeel denken: het is een perfect
rationeel gebouw waarin elk product omwille van zijn nationale oorsprong of
functie precies 1 plaats vindt.

 bruggen steeds maar groter, nieuwe techniek

1889: men bouwt een grote hal met spanten van 110m overspanning. Deze
zijn uit staal gebouwd i.p.v. gietijzer; nieuw materiaal. Het is de grootste hal
van de wereld op dat moment. Mensen geven schaal aan.

Voor de expo bouwt men dan de Eiffeltoren, het grootst gebouw ter wereld
toen; 300m hoog. Nogmaals een baken in de 19e E architectuurgeschiedenis.
Wedstrijd: door bouwen, 300-en-eén meter hoog zijn.

Vergelijking: Eiffeltoren met vrijheidsbeeld  gelijkaardige structuur, maar bij
de Eiffeltoren is deze zichtbaar en bij vrijheidsbeeld niet. Dit verschil is de
spanning tussen de ingenieur en de architect.

Structuren die na de tentoonstelling gedemonteerd worden. Maar deze bleef
en is Het symbool van Parijs geworden; het is een toren waar de mensen in
konden klimmen met liften.

Dwarsdoorsneden: de mensen zitten op een rationele manier in een
dubbeldekkerlift. Boeken waarvan de mensen dromen = science fiction. De
industrie staat centraal. het bouwpoces van de eifel is zeer interessant en
blijft tot op de dag van vandaag fasinerend.

de mensen die helemaal tot boven mochten klimmen voor het ert  kregen
den andere perceptie van een stad, Parijs. Zie ook in snelheidstrein andere
perceptie van de ruimte. Hier ook perceptie die iedereen kan ervaren.
De architecten uit de bozar-school vonden dat dit niet kon. Een toren die enkel een
skelet zou zijn die niet aangekleed zou worden. Petitie wordt opgesteld om ertegen te
betogen, officiële protestbrief om te vragen voor afbraak  tijdsgeest: in die tijd waren
er grote meningsverschillen.
Voorstanders: het prachtige vogelvluchtzicht langs boven waarschijnlijk genoeg om die
toren de laten blijven staan.
(man met vuurtje) = manier om kleine elementen te assembleren en om er grote
elementen zoals balken van te maken. Lassen wordt hier niet gebruikt.
De wanden staan los van de structuur waardoor e indeling steeds kan veranderen. De
buitenmuren dragen ook niet meer maar zijn een huid.
foto rechts: chicago vandaag. het laat zien hoe de schaalverhoging steeds groter wordt.
De eerste skyscrapers waren niet zo hoog +- 80m hoog. Centraal op de foto zie je de
toren van de WOII. In chicago leeft nog steeds het idee dat ze de eerste zullen zijn die
een gebouw bouwt van 1km hoog.
School of Chicago
Andere oevers van Atlantische oceaan, maar in dezelfde tijd  Chicago.
Ze gaan een wereldtentoonstelling organiseren in 1893. ze vieren de 400jaar geleden
dat colombia amerika ondekte.
Op een halve eeuw is de bevolking in chicage x10 gegaan door migratie. het is een
nieuw fenomeen dat de bevolking over het miljoen gaat.
In deze tijd boomt als gevolg van migratie vanuit Europa. Naar Far West en daar
ontwikkelden de steden, zo snel ontwikkelend, sneller dan Europa kent. Chicago geen
stad van eastcoast, maar stad van het vasteland. Maakt brand mee in 1871, houten
stad, enkele dagen lang gebrand, volledig vernield. 300 000 inwoners waren er.
Amerikaanse spirit: we gaan nieuw, groter, steviger bouwen en nieuwe materialen
toepassen. Het nieuwe materiaal in 1889 = STAAL. Dankzij staal: in de hoogte
bouwen. Combinatie staal met elektriciteit (ook uitvinding in die tijd). Lift nodig om in
hoogte te wonen. Elektrische lift zal hoogbouw toelaten. Vroeger ook al liften maar niet
elektrisch. Op een halve eeuw bevolking maal 10. De eerste steden die over en miljoen
inwoners bereiken, met allerlei gevolgen (zie volgende les). Skeletbouw met staal
ontstaat in Chicago en is nieuw.
Ijzer en gietijzer zijn beperkend, de gevels nog steeds belangrijk, is structureel, heeft
daarom zware fundering en zware basis nodig. In de Amerikaanse skyscrapers gaan de
gevels niet meer dragen, die gaan met skelet structuren blijven staan en gevel hangt
eraan  revolutionair!!! De wanden kunnen vanboven en vanonder even dun blijven,
geen zware sokkel nodig. In de funderingen van de staalstructuur gaat men voor het
eerst beton gebruiken. Mechanoc erop bouwen en mechanoc vullen op een heel vrije
manier. Wanden kunnen helemaal los van de structuur staan en kunnen vrij ingedeeld
worden omdat de binnenmuren niet meer dragen, Buitenmuren ook niet meer, zijn een
vel, en daardoor kan men veel hoger gaan = economisch. Omdat men liften heeft kan
men ook hoog bouwen.
foto rechts: chicago vandaag. het laat zien hoe de schaalverhoging steeds groter wordt.
De eerste skyscrapers waren niet zo hoog +- 80m hoog. Centraal op de foto zie je de
toren van de WOII. In chicago leeft nog steeds het idee dat ze de eerste zullen zijn die
een gebouw bouwt van 1km hoog.
structuur van het gebouw: 20 verdiepen hoog, staat op een hoek. we zien de stalen
structuur. op het grondplan zie je dat die modulair is, je ziet liftkokers, gang gebouwd
tegen de pijlers van de binnenstructuur. voor de rest is de ruimte helemaal vrij. men kan
ze indelen met lichte wanden . het licht komt van overal binnen omdat de muren niet
meer dragen kan men glas gebruiken. het andere materiaal dat men gaat onwtikkelen is
kermaiek. Er komen ook decoratieve elementen maar zijn geen sculpturen meer. De
keramiek geeft het gevoel dat de buitengevel uit natuursteen zijn.
De torens worden zeer vrij ontworpen (amerikaans kenmerk). men ging veel vrijer om
met de klassieke dogmas uit traktaten. sommige torens zijn een mix van gotische en
klassieke motieven toegepast op een bouw die geen speciaal type heeft en dus niet
terugverwijst naar een bepaalde stijl.
Ander materiaal dat zich daar gaat ontwikkelen = bouwkeramiek. Vaak
steendecoratie; geen sculptuur meer. Industrieel geproduceerd  het is geperst.
Wanden met keramiek zijn heel licht, want keramiek zou trouwens barsten als het moest
dragen. Maar het lijkt alsof het een gevel uit natuursteen is + keramiek verduurt niet.
Zeer grote raampartijen toegelaten.
Ook vorm van prestige.
Eerste skyscrapers: 11 verdiepingen, 42 meter hoog.
Af en toe een driehoekvormig perceel, past niet in dambordpatroon. Bijna een grote
klassieke zuil met een kapiteel/kroonlijst vanboven.
Men gaat overal in de hoogte gaan bowen = prestige.
Een ander element van de Amerikaanse steden is het regelmatig dambordpatroon zodat er zeer
regelmatige percelen zijn wat het makkelijk maakt om torens te bouwen. zo kan men bouwen op een zeer
rationele manier. soms is er een perceel met een driekhoeksvorm wat genereert naar gebouwen zoals de
Flatiron building. Het gebouw lijkt 1 grote zuil. Torens worden zowel voor woonst als voor kantoor
gebouwd -> gemengde functies.
Opera ook belangrijk. Auditorium building grootste opera in de wereld? 2x meer plaatsen
dan die in Parijs. 4300 plaatsen (2x zoveel als in Parijs). Maar ook gecombineerd met
appartementen, 136 kantoren en een hotel met 100 kamers. Een programma dat
helemaal anders is dan de opera in Parijs. In Parijs is het een plek waar men zich toont.
In Amerika moet het geld opbrengen en er is ook een democratischere dimensie
aanwezig: plaatsen niet meer voor de elite, wel democratischer dan de opera in Parijs.
Voor een breder publiek bedoeld. In gebouw ook voor akoestiek gezorgd. Voor zo’n
gebouw ook de eerste keer dat men zo’n zaal met elektriciteit verlicht. Chicago window.
.. gaat nieuwe vormen genereren. Links boven: rode terracotta die verwijst naar
bakstenen architectuur en verwijst naar gotische vormen.
Rechts onder: op een hoek gebouwd met gele volledig uit terracota met typische chicago
ramen die zeer horizontaal zijn. Men kan grote vellen gaan produceren nu. Bestaat uit 3
delen, in het midden helemaal vast, aan beide kanten een kleiner raam dat wel open en
dicht kan gaan (guillotine raam). Frisse lucht essentieel, want airco was er nog niet.
Gevolg: de krachtlijnen van het gebouw zijn op de hoek verticaal met kleine verticale
ramen terwijl het aan beide kanten zeer horizontale lijnen zijn. De structuur van het
gebouw zie je duidelijk aan de buitenkant. Afgewerkt met een ijzeren decoratie die naar
geen enkel bestaande stijl verwijst, maar op een nieuwe manier ontwikkelde;
10/25/2012 8:33:00 AM
Art nouveau/Jugendstil/Modern Style….
Dit is nog steeds een stijl. Verhaal rond eclecticisme, hoe men nieuwe stijl
bedenkt adhv ander elementen uit stijlen, hoe vanaf jaren 1890 (tijd van
skyscraper) gaat willen ontvoogden van alle historische stijlen. In Parijs,
Wenen, München, Brussel, …. Gebeurt dat in de jaren 1890 tot de eerste
wereldoorlog. Heel creatieve jaren tot WOI. Zij gaan zich verzetten tegen
de academische traditie van de neostijlen , tegen de canons van de
academie. Zij willen volledig vrij ontwerpen. Ze noemen zich de Art
Nouveau = we zijn nieuw. Jugendstil = we zijn jong. Stile florale = onze
bron is de natuur.
Art nouveau is een beweging die wel echt nog een stijl is, namelijk een
stijl die zich verzet tegen andere stijlen. Dus ze blijven nog denken in
stijlen. Horta bv gaat z’n eigen stijl ontwikkelen.
Modernisme gaat ook een breuk zijn met de Art Nouveau, omdat het
modernisme geen stijl meer WIL zijn.
10/25/2012 8:33:00 AM
Download