Gibbons – de zingende acrobaten Gibbons behoren tot de kleine mensapen. Er bestaan waarschijnlijk zeventien soorten gibbons die je in vier groepen kunt verdelen: Hylobates, Nomascus, Hoolock en Symphalangus. Iedere gibbonsoort heeft zijn eigen ‘lied’ die ze iedere ochtend laten horen. Witwang gibbons behoren tot de groep Nomascus. Ze staan bekend om de kleurveranderingen in hun vacht. Zo veranderen mannen als ze jong zijn één keer van vachtkleur en vrouwen twee keer. De witwang gibbons komen voor in het tropische regenwoud van Zuidoost-Azië, waar ze in familiegroepen leven en onder andere vruchten, bladeren en insecten eten. Ze bewegen zich in de boomtoppen voort en slingeren van tak naar tak. Paspoortgegevens Gibbons Verspreiding: Voedsel: Leeftijd: Gewicht: Draagtijd: Aantal jongen per keer: IUCN-status: Hylobatidae China, Laos en Vietnam bladeren, vruchten, stengels en insecten ca. 30 jaar in het wild en ruim 40 jaar in dierentuinen ruim 5,5 kg 30 weken één jong ernstig bedreigd Hoe zie ik eruit? Elke soort zingt zijn eigen liedje In de regenwouden van Zuidoost-Azië leven meerdere soorten gibbons. Hoeveel soorten het nu precies zijn is nog steeds de grote vraag voor veel gibbon-onderzoekers. Waarschijnlijk zijn het er zeventien. Sommige gibbons zien er in het ene gedeelte van hun leefgebied wat anders uit dan in het andere gedeelte, maar behoren wel tot dezelfde soort. Maar er zijn ook gibbons die erg op elkaar lijken en toch tot verschillende soorten behoren. En soms weten onderzoekers pas welke soort ze zien als ze de gibbons horen ‘zingen’. Hun liedje geeft de doorslag, want dit verschilt wel van soort tot soort. Een microfoon en bandrecorder zijn dus onmisbaar voor gibbon-onderzoekers. Lange armen, met haken Alle gibbons hebben een aantal dingen gemeen. Ze missen een staart, net als hun familie onder de mensapen. Nog veel opvallender zijn echter hun enorme lange armen. Gibbons zijn dan ook lenige en acrobatische boomdieren bij uitstek. Zonder ook maar met één been een tak aan te raken, slingeren ze aan hun armen van tak tot tak. En dat razendsnel. Hun duim is klein en zit vrij ver naar achteren. Zo kunnen gibbons hun handen bij het slingeren als een soort haken gebruiken. Ze grijpen takken dus niet vast met de duim aan de ene kant en de andere vier vingers aan de andere kant, zoals de andere apensoorten dat wel doen. En wij mensen ook trouwens. Blond of donker? Bij sommige gibbonsoorten zien de mannetjes er anders uit dan de vrouwtjes, zoals bij de witwang gibbons. Volwassen mannetjes hebben een pikzwarte vacht. Alleen hun bakkebaarden zijn wit. De volwassen vrouwtjes zijn helemaal blond van kleur en hebben een zwart gezicht en een zwarte ‘pet’ op hun hoofd. Waar woon ik? Thuis in het kronendak Dat gibbons zo verbazingwekkend goede slingeraars zijn, maakt het al duidelijk: ze voelen zich helemaal thuis in het kronendak van het regenwoud. Ze komen dan ook alleen in gebieden in Zuidoost-Azië met ongerept bos voor, die helaas steeds kleiner worden. Wat eet ik? Vruchten voor de kleine, bladeren voor de grote De meeste gibbonsoorten eten vooral vruchten, maar ze lusten ook wel bloesems en bladeren. Vogeleieren en insecten vinden ze ook om te smullen. De siamang, de grootste gibbonsoort, eet echter vooral bladeren. Zo kunnen in de streken waar siamangs leven ook andere soorten gibbons voorkomen. Ze hebben toch maar weinig last van elkaar, want de één eet vooral vruchten en de ander vooral bladeren. Geen ruzie over eten dus. Mijn familie en ik Kleine gezinnen Bijna alle apen zijn echte groepsdieren. Gibbons vormen hier echter een uitzondering op. Ze leven in paartjes: één volwassen man en één volwassen vrouw. Samen met hun kinderen trekken ze door hun territorium. Je zult nooit meer dan vijf gibbons op één plek tegenkomen. Elke 2,5 jaar wordt er één kleintje geboren. Na ruim vijf jaar worden de jonge dieren volwassen. Vader en moeder vinden het dan tijd om ‘het huis uit te gaan’ en zetten hun oudste kind uit de groep. Het jong gaat dan op zoek naar een eigen territorium en natuurlijk ook een eigen partner. Meisjes wisselen twee keer van kleur Jonge witwang gibbons worden altijd met een lichte vacht geboren. Dat is ook handiger, want dan vallen ze niet op in de vacht van hun moeder. Die heeft tenslotte dezelfde blonde vacht. Na ongeveer een jaar, als jonge witwang gibbons wat zelfstandiger zijn, verandert hun vacht van kleur. Zowel de jongens als de meisjes krijgen dan een zwarte vacht. Pas na ongeveer vijf jaar veranderd de vacht van de vrouwtjes opnieuw. Ze worden weer blond. De jongetjes blijven hun donkere vacht houden. Oerwoud-muziek Gibbons staan bekend om hun luide geroep. Bij sommige soorten is het een melodieus gezang en prachtig om naar te luisteren. Andere soorten maken alleen maar een geweldig kabaal met hun stem. Tenminste, dat vinden wij. Gibbons zingen niet zomaar. Ze gebruiken hun zang om een deel van hun territorium, van enkele vierkante kilometers, af te bakenen. Elke ochtend zingt het gibbon-paartje een duet om de buren te laten weten in welk deel van hun territorium ze die dag zullen doorbrengen. Het gezang is dus een soort waarschuwing voor soortgenoten om maar uit de buurt te blijven. Een ontmoeting van twee families geeft namelijk vaak geruzie. Help! Stilte? In Zuidoost-Azië wordt het regenwoud in rap tempo gekapt. Waardevolle houtsoorten worden verkocht aan Europa, Amerika en Japan. Ook worden er uitgestrekte plantages aangelegd op plekken waar vroeger oerwoud groeide. Gibbons zijn net als de meeste regenwouddieren volledig afhankelijk van grote, onaangetaste bosgebieden. Daarvan zijn er steeds minder. Alle gibbonsoorten worden dan ook met uitsterven bedreigd. Geen barzangers! Net als orang oetans worden gibbons in sommige streken van Azië als huisdier gehouden. Of ze worden in kroegen gehouden om toeristen te vermaken. Dan zitten deze acrobaten uit het regenwoud aan een korte ketting op de bar. Het is inmiddels in alle landen wel verboden om gibbons te houden, maar toch gebeurt het nog steeds. Als zo’n gibbon in beslag wordt genomen, dan kunnen ze niet meer in het bos geplaatst worden. Want ongerept bos is schaars en het bos dat nog onaangetast is, daar leven al gibbons. En die dulden geen nieuwelingen in hun gebied. Voor een gibbon die van jongs af aan al door mensen wordt verzorgd is het bovendien erg moeilijk om een echt gibbon-leven in het bos te leiden. Voor de meeste gibbonsoorten bestaat er een fokprogramma. Alle dierentuin in Europa die gibbons houden werken samen om deze bijzondere dieren zo goed mogelijk te kunnen fokken en verzorgen. Ze wisselen kennis uit en soms ook dieren. Wist je dat…. ...gibbons van alle apen naar verhouding de langste armen hebben? Siamangs, die slechts een meter lang zijn als ze rechtop staan, hebben een reikwijdte van 1,8 meter! Dat is meer dan bij de meeste volwassen mensen. Als gibbons over een tak of op de grond lopen, doen ze dat ook niet op handen en voeten. Daar zijn hun armen gewoon te lang voor. Gibbons lopen dan rechtop, met hun armen een beetje omhoog. Anders zouden ze over hun handen struikelen! …gibbons zich boven in de takken veel sneller kunnen voortbewegen dan wij op de grond kunnen lopen? In volle vaart van tak naar tak slingerend kunnen gibbons wel afstanden van 12 meter tussen de takken overbruggen. Dat is heel wat meer dan het wereldrecord verspringen voor mensen. …je aan het duet van witwang gibbons ook kunt horen hoe goed het met het 'huwelijk' van het stel gaat? Dat beweren tenminste sommige onderzoekers. Hoe leuker en harmonieuzer het gezang, des te beter is de relatie tussen man en vrouw. Wil je weten in welke dierentuin je deze diersoort in het echt kunt zien, gebruik dan de ‘Dierzoeker’ op www.nvddierentuinen.nl.