Gebittenquiz Maak groepjes van +/- vijf kinderen en leg bij het groepje drie vellen waarop A, B en C geschreven staan. De docent stelt de vraag, het groepje mag overleggen en houdt daarna de gekozen letter in de lucht. De docent schrijft op wat het groepje heeft gekozen en het groepje met de meeste goede antwoorden is de winnaar. 1. Hoe vaak moet je je tanden poetsen? A: één keer per dag B: twee keer per dag C: drie keer per dag 2. Waarom dragen sommige kinderen een beugel? A: om hun tanden en kiezen te beschermen tijdens het sporten B: om wittere tanden te krijgen C: om hun tanden en kiezen recht te zetten 3. Waardoor kunnen tanden en kiezen scheef gaan groeien? A: doordat je te hard drukt met je tandenborstel B: door duimzuigen en doordat tanden niet genoeg ruimte hebben in de kaken C: doordat je een keer op je mond bent gevallen 4. Wanneer neem je een nieuwe tandenborstel? A: als de oude geen haar meer heeft B: na drie maanden of eerder als de haartjes uit elkaar gaan staan C: als de haartjes uit elkaar staan 5. Hoeveel tanden en kiezen heeft een volwassene? A: 32 tanden en kiezen B: 24 tanden en kiezen C: 14 tanden en kiezen 6. Hoe kun je ervoor zorgen dat je minder gaatjes krijgt? A: door goed je best te doen op school B: door de tandarts te vragen of hij minder gaatjes wil boren C: door 2x per dag te poetsen en niet te vaak iets te eten 7. Waarom zit er eigenlijk fluoride in tandpasta? A: om tandpasta lekkerder te laten smaken B: om het glazuur harder te maken waardoor je minder snel gaatjes krijgt C: om te zorgen dat je gebit mooi wit wordt 8. Hoe vaak per dag mag je maximaal iets eten of drinken om gaatjes te voorkomen? A: drie keer per dag B: zeven keer per dag C: tien keer per dag 9. Welke manier van snoepen is het minst slecht voor je gebit? A: alles in één keer opeten B: door alles heel langzaam op de eten C: ieder uur één snoepje te eten Activiteiten groep 6, 7 & 8 – JTV mondzorgvoorkids.nl 10. Wat is tanderosie? A: het verkleuren van je tanden B: het witte laagje dat de tandarts op je tanden aanbrengt C: oplossen van tandglazuur door zuur uit frisdrank of sapjes Antwoorden: 1. B 2. C 3. B 4. B 5. A 6. C 7. B 8. B 9. A 10. C Activiteiten groep 6, 7 & 8 – JTV mondzorgvoorkids.nl Een kijkje in de tand Vul de onderstaande woorden in op de juiste plek in de lege vakjes. 1. Zenuwholte 2. Bloedvaten en zenuw 3. Tandvlees 4. Tandglazuur 5. Tandbeen 6. Kaakbot 7. Wortel 8. Kroon Antwoorden: Tandglazuur Kroon Tandbeen Tandvlees Zenuwholte Kaakbot Wortel Bloedvaten en zenuw Activiteiten groep 6, 7 & 8 – JTV mondzorgvoorkids.nl Heb ik goed opgelet vandaag? Naam:………………. Welk woord (onderaan de pagina) hoort op het lijntje te staan? Ik moet ………... per dag mijn tanden poetsen met ………... tandpasta. Fluoride maakt mijn tandglazuur ………... . Een keer na het ………... en een keer voordat ik naar ………... ga. Als ik ’s avonds mijn tanden heb gepoetst mag ik daarna alleen nog maar ………... drinken als ik dorst heb. Een hulpmiddeltje bij het poetsen om geen plekken te vergeten, is het poetsen volgens de 3 B’s: ………... , ………... en ………... . Dit moet je doen aan de ………... én de ……….... In mijn mond zitten een heleboel ………... . De bacteriën scheiden een kleverig laagje af op je tanden dat je maar moeilijk kunt zien. Dit laagje heet ………... . De bacteriën in tandplaque zetten suikers in de mond om in ………... . Zij veroorzaken daarmee een ………... op de tanden. Als je vaker dan ………... per dag iets eet of drinkt krijgt de tand onvoldoende tijd om zich te herstellen. Het tandglazuur zal hierdoor oplossen en er ontstaat een ………... . Een tandarts kan de kies dan weer beter maken. Soms maakt hij een ………... om te kijken hoe diep het gaatje is. Als de tandarts de kies weer beter gaat maken, gaat hij eerst de kies goed ………... . Als de kies helemaal goed schoon is dan gaat de tandarts de kies ………... . In veel eten en drinken zit behalve suiker ook ………... in verwerkt. Je proeft ze niet, want de zoete smaakt overheerst. Als je veel van deze producten neemt, kun je ………... krijgen. Voorbeelden van deze producten zijn ………... , ………... , ………... . Tanderosie is het oplossen van glazuur door zuren. Als het glazuur eenmaal van de tand weg is, komt het nooit meer terug. Om het risico op gaatjes en tanderosie te beperken moet je ………... per dag poetsen en maximaal ………... per dag iets eten of drinken! twee keer tandplaque zure matten zeven keer zuren zuurstoot röntgenfoto vullen tanderosie buitenkant bovenop bovenkaak bacteriën cola Activiteiten groep 6, 7 & 8 – JTV mondzorgvoorkids.nl gaatje water sterker bed ontbijt binnenkant schoonmaken zuur fluoride jus d’orange buitenkant zeven keer twee keer Antwoorden: Ik moet twee keer per dag mijn tanden poetsen met fluoride tandpasta. Fluoride maakt mijn tandglazuur sterker. Een keer na het ontbijt en een keer voordat ik naar bed ga. Als ik ’s avonds mijn tanden heb gepoetst mag ik daarna alleen nog maar water drinken als ik dorst heb. Een hulpmiddeltje bij het poetsen om geen plekken te vergeten, is het poetsen volgens de 3 B’s: binnenkant, buitenkant en bovenop. Dit moet je doen aan de bovenkaak én de onderkaak. In mijn mond zitten een heleboel bacteriën. De bacteriën scheiden een kleverig laagje af op je tanden dat je maar moeilijk kunt zien. Dit laagje heet tandplaque. De bacteriën in tandplaque zetten suikers in de mond om in zuren. Zij veroorzaken daarmee een zuurstoot op de tanden. Als je vaker dan zeven keer per dag iets eet of drinkt krijgt de tand onvoldoende tijd om zich te herstellen. Het tandglazuur zal hierdoor oplossen en er ontstaat een gaatje. Een tandarts kan de kies dan weer beter maken. Soms maakt hij een röntgenfoto om te kijken hoe diep het gaatje is. Als de tandarts de kies weer beter gaat maken, gaat hij eerst de kies goed schoonmaken. Als de kies helemaal goed schoon is dan gaat de tandarts de kies vullen. In veel eten en drinken zit behalve suiker ook zuur in verwerkt. Je proeft ze niet, want de zoete smaakt overheerst. Als je veel van deze producten neemt, kun je tanderosie krijgen. Voorbeelden van deze producten zijn cola, jus orange, zure matten. Tanderosie is het oplossen van glazuur door zuren. Als het glazuur eenmaal van de tand weg is, komt het nooit meer terug. Om het risico op gaatjes en tanderosie te beperken moet je twee keer per dag poetsen en maximaal zeven keer per dag iets eten of drinken! Activiteiten groep 6, 7 & 8 – JTV mondzorgvoorkids.nl