Optica • • • • Spiegels Breking Lenzen Biofysica het oog – oudziend – verziend – bijziend Algemeen • Licht gaat met snelheid van 299.792.458 (m/s) door vacuüm • Licht plant zich rechtlijnig voort (schaduw) • Op een voorwerp: – Terugkaatsen (diffuus / spiegelend) – Absorberen (kleuren) – Doorlaten (breking, lenzen) Spiegels (1) • Normaal = lijn loodrecht op spiegel • Hoek van inval = hoek tussen invallende lichtstraal en normaal • Hoek van terugkaatsing = hoek tussen teruggekaatste straal en normaal Spiegels (2) • Voorwerpspunt = snijpunt invallende lichtstralen • Beeldpunt = snijpunt teruggekaatste (gebroken) lichtstralen • Bij spiegel: v = b Breking (1) Bij niet-loodrechte inval op een grensvlak tussen 2 stoffen treedt breking op Daarbij geldt van A naar B: lichtsnelh eid A sin i n sin r lichtsnelh eid B Breking (2) Bij overgang van B naar A geldt: nB A 1 n A B Bv. nwater = 1,33 (lucht naar water) dan nwater naar lucht = 1/1,33 = 0,752 Breking (3) Bij breking van langzaam naar snel medium (bv. Glas naar lucht) kan totale terugkaatsing optreden: 1 sin g n Grenshoek = hoek van inval waarbij hoek van breking 900 is. Breking (4) Berekening: • 1) Loodrechte inval dus geen breking • 2) i = 90o – 40o = 50o en sin g = 1/1,50 = 0,67 g = 41,8o dus i>g totale terugkaatsing Breking (5) 3) Eerst i uitrekenen: i = 180-40-40-90 =10o sin 10 / sin r = 0,67 Dus r = 15o Lenzen (1) Holle (-) en bolle (+) lenzen Brandpunt F = snijpunt gebroken lichtstralen als invallende bundel evenwijdig is. Lenzen (2) Constructiestralen: • Straal door O gaat rechtdoor • Straal door F gaat evenwijdig aan hoofdas • Straal evenwijdig aan hoofdas gaat door F Lenzen (3) • • • • • Voorwerpsafstand v Beeldafstand b Brandpuntsafstand f Beeldgrootte BB’ Voorwerpsgrootte VV’ Lenzen (4) Lenzenformule: Vergroting: 1 1 1 v b f N BB ' b VV ' v 1 S f S in (dpt) als f in (m) Lenssterkte: Lenzen (5) • Virtuele beelden: Als v < f dan is het beeld virtueel en dan is b < 0 • Negatieve lenzen: Als de lens negatief is moet je f < 0 invullen. Lenzen (6) • Bij-as-constructie: • Teken bij-as door O evenwijdig aan lichtstraal • Vind het bij-brandpunt F* • Lichtstraal gaat door F* Biofysica (1) Het oog heeft accommodatievermogen: Mogelijkheid om de lenssterkte aan te passen door samentrekken kringspieren rond de ooglens. Biofysica (2) • Nabijheidspunt N: voorwerpspunt dat met maximale accommodatie scherp op het netvlies kan worden afgebeeld (normaal: ca 15 cm). • Vertepunt V: Voorwerpspunt dat in ongeaccommodeerde toestand scherp op het netvlies kan worden afgebeeld (normaal ) Biofysica (3) Oudziend: • Maximale accommodatie neemt af • N komt verder weg dan normaal • Leesbril (+) nodig voor dichtbij kijken • V blijft oneindig. Biofysica (4) • • • • Berekening sterkte: No = virtueel beeld Nb = voorwerp Lenzenformule toepassen Biofysica (5) Bijziend: • Ooglens ongeaccommodeerd te sterk of oogbol te groot • V komt dichterbij dan normaal • Negatieve bril nodig voor veraf kijken • N ligt ook te dichtbij (geen nadeel) Biofysica (6) Bijziend: fbril = -Vo Vb in oneindige (Nb komt ook verder weg) Biofysica (7) Verziend: • Ooglens ongeaccommodeerd te zwak of oogbol te kort • V komt verderaf dan normaal • Positieve bril nodig voor veraf kijken • N ligt ook te veraf (extra nadeel). Biofysica (8) Verziend: fbril = Vo Vb in oneindige (Nb komt ook dichterbij) Biofysica (9) Loep • Doel: on-geaccommodeerd kijken naar dichtbij gelegen voorwerp • Middel: Zet VV’ in brandpunt loep: