ONTWERPEN MET KLEUREN De keuze van kleuren, is een van de moeilijkste onderdelen bij het maken van een lichtontwerp. Naast het feit dat er rekening gehouden moet worden met de kleuren die reeds aanwezig zijn in de rest van het toneelbeeld zal ook rekening gehouden moeten worden met het feit dat het licht dat uit een spot komt van kleur verandert wanneer de lamp gedimd wordt. Naarmate de lamp minder fel gaat branden verandert de kleur van het licht geleidelijk van wit naar geliger, naar meer oranje, en tenslotte naar een meer roodachtige kleur. De kleursamenstelling van het licht verandert en de werking die een kleurfilter dan op het licht van de spot heeft kan dan heel anders zijn dan men verwacht. Met name het effect van lichtere filters kan nogal veranderen wanneer het licht gedimd gebruikt wordt. Hierdoor kunnen dan ongewenste kleurtint verschillen optreden. Bij het maken van het ontwerp zal daarom gestreefd moeten worden naar een zo goed mogelijke keuze van de te gebruiken spots, zodat zoveel mogelijk spots op het maximale vermogen gebruikt worden. Alleen dan kan men er zeker van zijn dat het gekozen kleurfilter ook het gewenste kleureffect oplevert. Door gebruik te maken van combinaties van kleuren is het weer mogelijk andere kleuren en kleurschakeringen te verkrijgen in het toneelbeeld. Het maken van een combinatie is op twee manieren mogelijk: ofwel door gebruik te maken van verschillende bundels gekleurd licht die op een zelfde plek of object vallen, ofwel door verschillende kleurfilters over elkaar heen te leggen en in één spot te doen. Een schema met een aantal resultaten van de eerste methode is al eerder getoond, deze methode om kleuren te mengen is vooral zinvol bij objecten die weinig of niet bewegen en in verschillende kleuren uitgelicht moeten worden. Het meest voorkomende voorbeeld daarvan is het horizondoek dat vaak aangelicht kan worden met een veelvoud van drie spots in de basiskleuren, zodat iedere gewenste kleur gemaakt kan worden op het doek. Deze methode van kleurmenging wordt wel de additieve kleurmenging genoemd, door toevoeging van bundels gekleurd licht worden de mogelijkheden voor het maken van de verschillende kleuren steeds verder uitgebreid. Bij deze methode geldt dat wanneer alle kleurcomponenten ingezet worden de kleur wit verkregen worden. De andere methode van kleurmenging is het subtractieve kleurmenging. Hier worden de mogelijkheden om kleuren te verkrijgen steeds verder beperkt bij het toevoegen van kleurcomponenten. Wanneer alle kleurcomponenten bij deze methode ingezet worden houdt men de kleur zwart over. In het geval van het gebruiken van verschillende kleurfilters over elkaar heen met alle kleurcomponenten er in, betekent dit dat er in het geheel geen licht meer doorgelaten wordt. Alle energie van de lamp zal dan omgezet worden in warmte. Deze methode van kleurmenging is sterk af te raden bij donkere kleuren, er blijft dan bijna geen licht meer over. Het gebruik van kleur in een ontwerp voor een voorstelling kan veel bewerkstelligen binnen het toneelbeeld en de betekenis ervan. Kleur kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een verandering van locatie weer te geven, een verandering van sfeer, tijdsverschillen, tegenstellingen tussen personen, gebeurtenissen of werkelijkheden. Een juist kleurgebruik kan betekenissen benadrukken, aanduiden, of juist teniet doen. Ook kan het ruimtelijk effect van de speelruimte vergroot, verkleind of geaccentueerd worden door een juist gebruik van kleur. Daarbij moet de keuze voor wit licht gezien worden als een keuze voor een bepaalde kleur, namelijk geen kleur. In wit licht komt de kleurschakering van decor en kostuums goed tot zijn recht, zonder dat deze direct veranderd wordt door een invloed van buitenaf, door een bepaalde kleur in de belichting. Door gebruik te maken van verschillen in intensiteit en invalshoeken kan er ook bij wit licht gebruik gemaakt worden van kleurschakeringen. Werken met verschillende kleuren in belichting en toneelbeeld is niet direct het eenvoudigste deel van het lichtontwerp, maar het is tegelijkertijd ook interessant en goedkoop, en het kan veel toevoegen aan het effect van de voorstelling. Het veranderen van de kleur van een decor kost direct veel geld en tijd, het verwisselen van kleurfilters is snel gedaan en kost vaak nauwelijks iets. Het gebruik van bepaalde kleuren voor bepaalde sferen of stemmingen is deels individueel, deels cultureel bepaald. Iedereen heeft wel zijn eigen voorkeur en associatie bij een bepaalde kleur, maar meer algemene opvattingen zijn er ook. In de Westerse samenleving is het ontstaan van deze cultureel bepaalde gevoelens en betekenissen terug te voeren op de christelijke samenleving zoals deze zich vooral gevormd heeft in de middeleeuwen. Ondanks het feit dat de christelijke kerk in onze huidige samenleving veel minder invloed dan in die tijd zijn de symbolische betekenissen grotendeels gelijk gebleven. Dat is natuurlijk niet zo verwonderlijk, ook de kerk is destijds uitgegaan van natuurlijke associaties en gevoelens die men had bij de verschillende kleuren. De kerk is daarbij wat verder gegaan in het institutionaliseren en benoemen van die betekenissen en gevoelens. Reeds in de vijftiende eeuw heeft Leonardo da Vinci een lijst opgesteld met algemene associaties die men heeft bij bepaalde kleuren. Ondanks het feit dat deze lijst nu al vijf eeuwen oud is, heeft deze toch nog steeds grote geldigheid. Ook nu nog mag men er vanuit gaan dat men in grote lijnen op kleuren zal reageren zoals in deze lijst aangegeven staat. Uiteraard is de context waarin deze kleuren gepresenteerd worden van belang voor de betekenis die daar door een toeschouwer aan toegekend wordt. Associaties met kleuren volgens Leonardo da Vinci (1452-1519) Blauw : Oneindigheid, de hemel, ruimte, reizen, geestelijke liefde, meditatie, eeuwigheid Bruin : Soliditeit, materie, geborgenheid, ondergang, naderend einde, herfst Geel : Tijd, zon, maan en sterren, zomer, rijpe oogst, goud, gewin, verstand Geel-Groen : Verdorvenheid, verloren zuiverheid, valsheid, haat, afgunst, ziekte, afzondering, verraad Grijs : Armoede, ontmoediging, ouderdom, theorie Groen : Kracht van ontkiemend zaad, lente, jeugd, onervarenheid, macht, vrede en welvaart, hoop, vredige rust, autonomie Groen-Blauw : Standvastigheid, duurzaamheid Oranje : Gezelligheid, gretigheid, weelde, feest Rood : Onrust, oorlog, revolutie, bloed, hartstocht, offer, ego, energie, beweging Violet : Waaierigheid, gezag, rouw, tweeslachtigheid, geheim, conflict, labiliteit Wit : Ongereptheid, volmaaktheid, goddelijke reinheid, onschuld, licht van geest, vrede en leegte Zwart : Macht van duisternis, dood, rouw, verderf, vernietiging In 1989 is er in Duitsland een onderzoek gedaan naar de voorkeuren die men had voor een bepaalde kleur, een onderzoek naar de zogenaamde lievelingskleur van de mensen. Een verschijnsel als de lievelingskleur is duidelijk aan mode onderhevig: in de jaren zestig en zeventig werd veel gekozen voor bruine en oranje kleuren, een verschuiving heeft daarna plaats gevonden naar meer wit en zwart en de primaire kleuren, om in de jaren negentig weer een verschuiving te zien naar de meer aarde-tinten. Ook voor deze kleuren geldt, dat het zien van een kleur die bevalt, of zelfs tot lievelingskleur maken, afhankelijk is van de context waarin deze kleur altijd gezien is en wordt. Een zeer negatieve of juist positieve associatie die ooit ervaren is in samenhang met een bepaalde kleur kan heel belangrijk worden in de keuze van de lievelingskleur. Dus de waarde van een dergelijke lijst van lievelingskleuren is heel dubieus. Toch kan ook een dergelijke lijst zijn waarde bepalen bij het maken van een ontwerp met kleuren. De eigen lievelingskleur kan afgezet worden tegenover de algemeen heersende smaak. Dit om te voorkomen dat een ontwerp gemaakt wordt vanuit de eigen, persoonlijke smaak, zonder dat er besef is van de meer algemeen bestaande opvatting over een bepaalde kleur. De eigen lievelingskleur kan duidelijk afwijken van de heersende opvatting, waardoor een beeld dat mooi bedoeld is juist door het publiek in het algemeen als lelijk ervaren kan worden. Bij het maken van een ontwerp, en zeker bij het gebruik van iets dat zo ongrijpbaar is en gevoelsmatig ligt als kleuren, is het goed rekening te houden met de effecten die bepaalde keuzes zullen hebben op de beleving van het publiek van het getoonde beeld. Bemmel, 14 juni 2004