Een uitgave van Nationaal MS Fonds Wagenstraat 25 3142 CR Maassluis [email protected] www.nationaalmsfonds.nl www.msyong.nl ISBN 978-90-812417-1-7 Ook kinderen kunnen ms krijgen Informatie voor ouders die een kind met MS hebben Als ouder zie je graag dat je kinderen gezond en gelukkig zijn en dat ze kunnen leven zonder ziekte en andere narigheid. Je wilt je kinderen beschermen en ongelukken voorkomen. Het feit dat je kind Multipele Sclerose (MS) krijgt, verandert daar niets aan. Je wilt nog steeds hetzelfde voor je kind. Het Nationaal MS Fonds wil u daarbij helpen. Ook kinderen kunnen ms krijgen Informatie voor ouders die een kind met MS hebben Ook kinderen kunnen ms krijgen Dit boek is een bewerking met aanpassingen naar de Nederlandse situatie van: Kids get MS too, a guide for parents whose child Tekst: drs. Bep Franke-Barendse Ook kinderen kunnen ms krijgen Grafische vormgeving: Dick Noordhuizen, Informatie voor ouders die een kind met MS hebben or teen has MS. A publication of the National Multiple Sclerose Society and the Multiple Sclerosis Society of Canada. Luna 3 Marketingcommunicatie Met speciale dank voor deskundige adviezen aan: dr. R. Hintzen, neuroloog, Rotterdams MS-centrum voor patiëntenzorg en onderzoek (ErasMS) Anita van der Zwan, moeder van Mikki (dochter met MS) Dhr. M. Heerings, Nurse Practitioner UMCG Een uitgave van Nationaal MS Fonds Wagenstraat 25 3142 CR Maassluis Telefoon: (010) 591 98 39 Fax: (010) 592 86 86 E-mail: [email protected] Internet: www.nationaalmsfonds.nl Jongerensite: www.msyoung.nl Actiegironr: 5057 ISBN 978-90-812417-1-7 INHOUDSOPGAVE Inleiding: horen dat je kind MS hebt, is niet gemakkelijk Wat is MS? Hoe ontstaat MS? Wie krijgt MS? Wat gaat er mis bij MS? Zijn er verschillende soorten MS Waarom krijgt mijn kind MS? Kan MS door behandeling genezen? Waaruit bestaat de behandeling? Wordt mijn kind ernstig invalide? Wat is het Nationaal MS Fonds? Wat doet het Nationaal MS Fonds voor kinderen? 1 2 2 3 3 5 5 6 7 7 7 1. Het stellen van de diagnose Criteria voor de diagnose MS Is het MS of toch iets anders? Wat vertel ik aan mijn kind? 9 12 13 2. Behandelen van beginnende MS Wie behandelt kinderen met MS? Behandelen bij aanvallen Wanneer behandelen? Hoe behandelen? Bijwerkingen van corticosteroïden Als corticosteroïden niet voldoende zijn Het ziekteproces vertragen Remmende medicijnen Hoe werken remmende medicijnen? Gebruik van remmende medicijnen bij kinderen Tabel 1. Remmende medicijnen Welke dosis? Bijwerkingen Controle Wat is het effect? Behandeling na de éérste aanval? Tabel 2. Remmende medicijnen Alternatieve behandelingen 15 16 16 16 16 16 18 18 18 19 19 20 22 22 22 22 23 25 i KINDEREN EN MS INHOUDSOPGAVE 3. Omgaan met chronische klachten Vermoeidheid Problemen met zien Gevoelsstoornissen Blaasklachten en problemen met de ontlasting Spasticiteit en spierstijfheid Depressie en verandering in emotionele gevoelens Cognitieve veranderingen 28 28 29 30 31 31 31 7. Wetten en regelingen voor kinderen met een beperking Wanneer heeft je kind een beperking? Financiële ondersteuning Extra hulp op school of speciaal onderwijs Professionele zorg en bijzondere voorzieningen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Persoonsgebonden budget (PGB) 4. Emotionele reacties op de diagnose MS Hoe reageren jonge kinderen op de diagnose MS? Hoe reageren oudere kinderen op de diagnose MS? Broertjes en zusjes Ouders hebben hun eigen gevoelens Goed nieuws 33 34 35 35 36 5. Leren omgaan met MS Het verhaal van Mikki Dokters, verpleegsters en andere medische hulpverleners Kinderen tot twaalf jaar Kinderen van twaalf jaar en ouder Reacties van oudere kinderen op MS Hoe peil je de reacties van een ouder kind? 39 42 43 43 44 47 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen Aandacht en informatieverwerking Geheugen Taal Ruimtelijk inzicht Motorische functies Antwoorden op veelgestelde vragen Hoe is het beloop van cognitieve symptomen? Krijgt mijn kind een neurospychologisch onderzoek? Wat kun je doen aan cognitieve stoornissen? 50 51 52 53 54 55 55 55 57 ii iii 62 62 62 65 66 66 66 Horen dat je kind KINDEREN EN MS Bij de meeste mensen met relapsingremitting MS verandert het beloop na verloop van tijd in secundair-progressief. Dan verergert de ziekte gestaag zonder aanvallen. Soms verergert de ziekte vanaf het begin geleidelijk zonder dat iemand aanvallen krijgt. Dit beloop noemt men primair-progressief. Als de MS geleidelijk verergert en er zijn ook enkele aanvallen, dan spreekt men van progressief-relapsing. Deze laatste twee vormen van beloop zijn heel zeldzaam op bij kinderen. MS krijgt. Onderzoek wijst wel uit dat de kans om MS te krijgen voor een deel afhangt van de plaats waar iemand woont in de kinderjaren. Met andere woorden: een kind dat genetisch gevoelig is voor MS komt in contact met een trigger in de omgeving tijdens zijn jeugd, maar krijgt meestal pas MS als volwassene. We weten niet waarom de ziekte soms al ontstaat bij jonge kinderen en adolescenten. MS heeft, is niet Onafhankelijk van de beloopsvorm worden de meeste mensen met MS niet ernstig invalide. Wanneer een kind MS krijgt, zoekt de arts samen met de ouders uit wat de beste behandeling is om de gevolgen van de MS te minimaliseren. Kan MS door behandeling genezen? Nee, MS kan niet genezen door een medische behandeling. Omdat niet bekend is wat nu precies de oorzaak is van de ziekte, is het moeilijk voor onderzoekers om het ontstaan van MS te verhinderen en om iets te vinden waardoor het weer verdwijnt. Voor de meeste mensen met MS is de levensverwachting bijna normaal. Meestal overlijden mensen met MS aan een natuurlijke doodsoorzaak (bijvoorbeeld hartziekten, beroertes of kanker), zoals ieder ander. gemakkelijk Waarom krijgt mijn kind MS? Het is niet bekend waarom de een wel en de ander geen MS krijgt. We weten wel dat MS niet is veroorzaakt door iets waarop de ouders of het kind controle had kunnen uitoefenen. Je kind krijgt geen MS omdat er iets verkeerd is gedaan en je kind had ook niets kunnen doen om het te verhinderen. Mensen kijken vaak terug naar recente gebeurtenissen om een verklaring te vinden voor het ontstaan van hun ziekte. Er is bijvoorbeeld een ongeluk gebeurd of er was veel stress. Er is geen bewijs dat iemand door dergelijke ingrijpende gebeurtenissen pagina De afgelopen tientallen jaren is er meer geleerd over het verloop van MS dan ooit daarvoor. Niemand kan beloven dat genezing nu binnen handbereik is, maar het onderzoek maakt nu sneller voortgang dan ooit in het verleden. Ieder jaar vinden de onderzoekers meer antwoorden en ieder jaar brengt ons dichter bij een geneesmiddel. Intussen hebben we wel al veel geleerd over hoe we het ziektebeloop bij MS kunnen vertragen, en hoe we mensen met MS kunnen ! INLEIDING A ls ouder zie je graag dat je kinderen gezond en gelukkig zijn en dat ze kunnen leven zonder ziekte en andere narigheid. Je wilt je kinderen beschermen en ongelukken voorkomen. Het feit dat je kind Multipele Sclerose (MS) krijgt, verandert daar niets aan. Je wilt nog steeds hetzelfde voor je kind. Het Nationaal MS Fonds wil u daarbij helpen. Het maakt niet uit of je kind pas kort symptomen heeft. Of dat je al een tijd op zoek bent naar een verklaring voor langer bestaande symptomen. Het is schrikken als je hoort dat je kind MS heeft. Belangrijk is om je te realiseren dat iedere persoon met MS — kind of volwassenen — verschillend is. Soms krijgt iemand meerdere symptomen, terwijl iemand anders er maar één of twee heeft en nooit ernstig invalide wordt. Kinderen met MS kunnen opgroeien tot volwassenen die een vol, prettig en productief leven leiden. Wat is MS? Men veronderstelt dat MS een autoimmuunziekte is die het centrale zenuwstelsel aantast. pagina pagina KINDEREN EN MS Het centrale zenuwstelsel bestaat uit hersenen, ruggenmerg en oogzenuwen. Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt ons tegen ziekmakende micro-organismen zoals bacteriën of virussen. Bij een auto-immuunziekte valt het immuunsysteem per abuis het eigen lichaamsweefsel aan in plaats van de ziekmakende micro-organismen. Bij MS is het doel van deze aanval de witte stof (myeline) in het centrale zenuwstelsel. De witte stof vormt een beschermende laag rond zenuwuitlopers. De zenuwcellen zelf kunnen ook beschadigd raken. De aanval op de witte stof veroorzaakt littekens (sclerose) op meerdere (multipele) plaatsen in het centrale zenuwstelsel. Aan deze littekens dankt de ziekte zijn naam. De littekens vertragen de geleiding van zenuwprikkels en dat veroorzaakt de symptomen van MS. Hoe ontstaat MS? Deze vraag kunnen we niet beantwoorden. We denken dat de ziekte ontstaat bij mensen die genetisch gevoelig zijn voor het ontwikkelen van MS. Bij hen ontstaat MS in een reactie op een infectie door een virus of bacterie. Dat betekent dat de ziekte niet genetisch bepaald (erfelijk) is op dezelfde manier zoals de kleur van je haren of je ogen. Het lijkt erop dat iemand met bepaalde genen of een combinatie van genen gevoeliger is voor bepaalde infecties dan iemand anders met andere genen. Hoewel verschillende virussen en bacteriën zijn onderzocht die mogelijk een rol spelen in MS, is de trigger voor pagina Inleiding de ziekte nog niet gevonden. We weten wel dat MS géén besmettelijke ziekte is. Wanneer je een kind met MS hebt, hoef je niet ongerust te zijn dat je kind andere familieleden, vrienden of klasgenoten zal besmetten. Wie krijgt MS? Naar schatting leven in Nederland ongeveer 16.000 mensen met MS. Dat betekent dat één per duizend Nederlanders MS heeft. De diagnose MS wordt het meest gesteld bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. De ziekte kan echter ook voorkomen bij kinderen en mensen boven de 65 jaar. MS bij kinderen is zeldzaam: in Nederland leven ongeveer twintig kinderen (tot 16 jaar) met MS. De verwachting is dat het aantal kinderen waarvan bekend is dat ze MS hebben, zal toenemen. Niet omdat meer kinderen MS krijgen, maar omdat sneller gedacht wordt aan MS bij kinderen en daardoor de diagnose vaker gesteld zal worden. MS komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Dit geldt voor de meeste auto-immuunziekten. MS komt ook vaker voor bij blanken (Kaukasiërs) dan bij Afrikanen, en is relatief zeldzaam bij Aziaten. Daarnaast is de woonplaats van belang. De ziekte komt vaker voor in gematigde streken, zoals Nederland, dan in (sub)tropische gebieden. De experts op dit gebied zeggen dat de schattingen van het genetische risico van MS vaak te eenvoudig worden voorgesteld en dat daardoor verkeerde conclusies worden getrokken. Het risico is het grootst voor mensen die meerdere familieleden hebben met MS. Bij alle andere mensen is het risico veel lager. Voor een willekeurige persoon uit de Nederlandse bevolking is het risico één op 750 (met andere woorden: gemiddeld krijgt één persoon per 750 mensen MS). Het risico voor een kind dat een ouder met MS heeft, stijgt naar één op 40. Dat laatste is weliswaar een duidelijke stijging in vergelijking met het risico van iemand in de algemene bevolking, maar toch nog laag. Mogelijke symptomen zijn: • moeheid • problemen met zien • spierzwakte en spasticiteit • stuurloosheid • gevoelsstoornissen zoals een doof gevoel, tintelingen en pijn • blaasklachten en/of problemen met de ontlasting of seksualiteit • emotionele veranderingen • problemen met spreken, denken en geheugen. Wat gaat er mis bij MS? De misleide afweercellen van het immuunsysteem gaan naar het centrale zenuwstelsel en veroorzaken ontstekingen in hersenen, ruggenmerg of oogzenuwen. Deze ontstekingen kunnen de beschermende witte stof beschadigen die rond de zenuwuitlopers zit. Er ontstaan littekens (ook wel plaques genoemd of laesies). Door de littekens vertraagt de geleiding van zenuwprikkels in de zenuwuitlopers. Veel littekens hebben geen merkbaar effect, maar sommigen leidden tot MS-symptomen. Welke symptomen iemand heeft, hangt af van de plaats van het litteken. Zijn er verschillende soorten MS? MS kan zich op verschillende manieren ontwikkelen (beloopsvormen): Er wordt veel onderzoek gedaan naar de rol van erfelijkheid (genetische aanleg) bij het ontstaan van MS. pagina Gelukkig krijgen de meeste mensen met MS maar enkele van deze symptomen in het verloop van hun ziekte. Meestal lukt het om ondanks de symptomen toch een gelukkig leven te leiden. • • • • Milde of benigne beloopsvorm Relapsing-remitting Secundair-progressief Primair progressief Hieronder volgt een verklaring voor deze termen. De milde beloopsvorm wordt ook wel de benigne beloopsvorm genoemd. De milde beloopsvorm kenmerkt zich doordat er sprake kan zijn van een of twee aanvallen waarna weer herstel optreedt. Daarna is er vaak vele jaren (soms wel tien of langer) geen sprake meer van een aanval. KINDEREN EN MS Inleiding Bij de meeste mensen — en bij bijna alle kinderen — begint de ziekte met een relapsing-remitting beloop. Dit verloop kenmerkt zich door aanvallen met symptomen, ook wel attacks, relaps, schubs of exacerbaties genoemd. Die symptomen verdwijnen weer vanzelf of na behandeling met medicijnen. In de periode tussen twee aanvallen ontstaan geen nieuwe symptomen en verergert de ziekte niet. Bij de meeste mensen met relapsingremitting MS verandert het beloop na verloop van tijd in secundair-progressief. Dan verergert de ziekte gestaag zonder aanvallen. Soms verergert de ziekte vanaf het begin geleidelijk zonder dat iemand aanvallen krijgt. Dit beloop noemt men primair-progressief. Als de MS geleidelijk verergert en er zijn ook enkele aanvallen, dan spreekt men van progressief-relapsing. Deze laatste twee vormen van beloop zijn heel zeldzaam bij kinderen. Onafhankelijk van de beloopsvorm worden de meeste mensen met MS niet ernstig invalide. Wanneer een kind MS krijgt, zoekt de arts samen met de ouders uit wat de beste behandeling is om de gevolgen van de MS te minimaliseren. Waarom krijgt mijn kind MS? Het is niet bekend waarom de een wel en de ander geen MS krijgt. We weten wel dat MS niet is veroorzaakt door pagina pagina iets waarop de ouders of het kind controle had kunnen uitoefenen. Je kind krijgt geen MS omdat er iets verkeerd is gedaan en je kind had ook niets kunnen doen om het te verhinderen. Mensen kijken vaak terug naar recente gebeurtenissen om een verklaring te vinden voor het ontstaan van hun ziekte. Er is bijvoorbeeld een ongeluk gebeurd of er was veel stress. Er is geen bewijs dat iemand door dergelijke ingrijpende gebeurtenissen MS krijgt. Onderzoek wijst wel uit dat de kans om MS te krijgen voor een deel afhangt van de plaats waar iemand woont in de kinderjaren. Met andere woorden: een kind dat genetisch gevoelig is voor MS komt in contact met een trigger in de omgeving tijdens zijn jeugd, maar krijgt meestal pas MS als volwassene. We weten niet waarom de ziekte soms al ontstaat bij jonge kinderen en adolescenten. Kan MS door behandeling genezen? Nee, MS kan niet genezen door een medische behandeling. Omdat niet bekend is wat nu precies de oorzaak is van de ziekte, is het moeilijk voor onderzoekers om het ontstaan van MS te verhinderen en om iets te vinden waardoor het weer verdwijnt. Voor de meeste mensen met MS is de levensverwachting bijna normaal. Meestal overlijden mensen met MS aan een natuurlijke doodsoorzaak (bijvoorbeeld hartziekten, beroertes of kanker), zoals ieder ander. De afgelopen tientallen jaren is er meer geleerd over het verloop van MS dan ooit daarvoor. KINDEREN EN MS Niemand kan beloven dat genezing nu binnen handbereik is, maar het onderzoek maakt nu sneller voortgang dan ooit in het verleden. Ieder jaar vinden de onderzoekers meer antwoorden en ieder jaar brengt ons dichter bij een geneesmiddel. Intussen hebben we wel al veel geleerd over hoe we het ziektebeloop bij MS kunnen vertragen, en hoe we mensen met MS kunnen ondersteunen bij het omgaan met hun symptomen. Waaruit bestaat de behandeling? Meestal denken we bij een medische behandeling aan een dokter die een medicijn voorschrijft om een ziekte te voorkomen of te genezen. Voor MS hebben we geen behandeling die ervoor zorgt dat iemand geen MS krijgt, of dat de ziekte weer weg gaat bij iemand die MS heeft. Er zijn wel medicijnen voor het behandelen van aanvallen, om het ziekteproces te vertragen en voor het verlichten van symptomen. Aanvallen De meeste mensen met MS krijgen te maken met aanvallen. Aanvallen treden vooral op in de beginfase van de ziekte. Ze hangen doorgaans samen met ontstekingen en afbraak van de witte stof in het centrale zenuwstelsel. Door die ontstekingen ontstaan nieuwe symptomen of verergeren bestaande symptomen. Artsen kunnen corticosteroïden (Methylprednisolon) geven om de ontstekingsreactie te pagina Inleiding beïnvloeden en daardoor de symptomen te verminderen. Vertragen van het ziekteproces Een opwindende nieuwe ontwikkeling was de komst van medicijnen die het ziekteproces vertragen. Hiervoor zijn op dit moment zes verschillende medicijnen geregistreerd. Het is aan te bevelen om zo snel mogelijk na het stellen van de diagnose te beginnen met het injecteren van één van de vier medicijnen: Avonex®, Betaferon®, Copaxone® of Rebif®. Het doel van de vroege behandeling is om het aantal en de ernst van aanvallen te verminderen. Daardoor daalt de kans op blijvende invaliditeit. Het vijfde medicijn voor het remmen van het ziekteproces, Tysabri®, is in 2006 geregistreerd. De werking van dit medicijn is bij kinderen niet onderzocht. Het zesde medicijn, Novantrone® (toegediend per infuus), is alleen beschikbaar voor het behandelen van volwassenen met MS die heel snel verslechteren. Symptomen Je kunt niet voorspellen wanneer en welke symptomen door de MS zullen ontstaan. Sommige symptomen ontstaan en verdwijnen weer, andere symptomen zijn blijvend. In eerste instantie ontstaan symptomen als gevolg van een ontsteking in het centrale zenuwstelsel. Ze verdwijnen weer als de ontsteking geneest. Wanneer door de ontsteking een litteken ontstaat en de witte stof wordt afgebroken, of de zenuwcel zelf raakt beschadigd, dan kunnen de symptomen blijvend zijn. In beide gevallen zijn er diverse medicijnen die de symptomen van MS kunnen verlichten. De verschillende behandelingen worden uitgebreid besproken in hoofdstuk 1: Diagnose en behandeling. Wordt mijn kind ernstig invalide? MS is een ziekte waarvan het verloop niet kan worden voorspeld. Het is dus ook niet mogelijk om te zeggen wat de gevolgen zijn van MS voor je kind op de lange termijn. Uit de statistieken blijkt dat twee van de drie mensen met MS zelfstandig kan blijven lopen (nooit een rolstoel nodig heeft). Sommige mensen moeten daarbij wel een stok of ander hulpmiddel gebruiken. Soms gebruiken mensen met MS een rolstoel of scootmobiel om energie te sparen. Anderen hebben een rolstoel nodig om zichzelf te verplaatsen. Niemand vindt het een prettig idee om een stok of ander hulpmiddel te moeten gaan gebruiken. Het kan wel helpen om erover te denken als nuttig gereedschap dat kan worden ingezet als dat nodig is. Zoals ander gereedschap, maken deze hulpmiddelen het leven makkelijker en stellen ze mensen in staat om hun doel te bereiken. Wat is het Nationaal MS Fonds? Het Nationaal MS Fonds is een patiëntenorganisatie voor mensen met MS of een andere verwante ziekte van de pagina witte stof in het centrale zenuwstelsel. De organisatie richt zich op: • • • • • • • • het ontwikkelen en ondersteunen van activiteiten en projecten voor mensen met MS het geven van voorlichting aan mensen met MS, hun partners en andere belanghebbenden het geven van voorlichting aan het algemene publiek het verbeteren van de rechtspositie van mensen met MS het verrichten van onderzoek naar onder meer de medische gevolgen, en maatschappelijke en juridische positie van mensen met MS en andere verwante aandoeningen het verstrekken van informatie over nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen het behartigen van de belangen van mensen met MS. Het uitvoeren en financiëren van onderzoek naar MS. Wat doet het Nationaal MS Fonds voor kinderen? Kinderen met MS vormen een bijzonder aandachtsgebied binnen het Nationaal MS Fonds. Voor kinderen met MS en hun ouders bestaat nog weinig of geen voorlichting. Het Nationaal MS Fonds brengt hierin verbetering, onder andere door het inrichten van een website (www.msyoung.nl) en de uitgave van dit boek en diverse brochures. KINDEREN EN MS 1.Het stellen van de diagnose O p dit moment is er geen verschil tussen volwassenen en kinderen in criteria voor het stellen van de diagnose van MS. Zowel bij volwassenen als bij kinderen moet de arts minstens twee van elkaar verschillende neurologische aanvallen (ook wel attacks, schubs, relaps of exacerbaties genoemd) kunnen aantonen. Tussen deze twee aanvallen moet minimaal één maand verlopen zijn, en de aanvallen moeten het gevolg zijn van afwijkingen in twee verschillende gebieden in de hersenen of het ruggenmerg. Daarnaast moet de arts ook alle andere mogelijke verklaringen voor de aanvallen, en de klachten die ze veroorzaken, uitsluiten. Criteria voor de diagnose MS De arts gebruikt verschillende manieren van onderzoek voor het stellen van de diagnose MS: • Anamnese (verhaal van de patiënt) in een gesprek vraagt de arts naar symptomen die het kind op dit moment heeft of in het verleden heeft gehad. pagina pagina pagina KINDEREN EN MS • De arts vraagt daarbij vooral naar symptomen die het gevolg kunnen zijn van een periode met een ontstekingsproces, of verlies van witte stof (demyelination), in de hersenen of in het ruggenmerg. • Neurologisch onderzoek — om neurologische afwijkingen op te sporen die passen bij MS, verricht de arts lichamelijk onderzoek. Hij zoekt daarbij onder andere naar: afwijkende reflexen, veranderingen in de oogzenuw, vermindering van kracht, coördinatie en gevoeligheid voor aanraken. De symptomen kunnen zo gering zijn dat ze niet zijn opgemerkt door het kind of de ouders. • Magnetic resonance imaging (MRIscan) op afbeeldingen die met deze techniek zijn gemaakt, kan de arts zien óf er in de hersenen of het ruggenmerg gebieden zijn met afwijkingen aan de witte stof, en wáár deze gebieden liggen. De MRI-scan kan na een paar maanden worden herhaald om aan te tonen of er verschillende perioden met ziekteactiviteit zijn. Herhaalde MRIscans zijn een waardevolle aanvulling om te kunnen voldoen aan de criteria voor de diagnose van MS. In de MS-criteria voor volwassenen is nauwkeurig omschreven hoeveel, welk type en op welke plaats afwijkingen zichtbaar moeten zijn op de MRI-afbeelding voor het stellen van de diagnose. Voor kinderen zijn geen aparte criteria vastgesteld. pagina 10 NATIONAAL MS FONDS • Laboratoriumonderzoek — soms kan aanvullend laboratoriumonderzoek aantonen dat er meer dan een aanval is geweest. Zelfs als het kind voor het eerst een aanval heeft, of maar één symptoom vertoont, kunnen afwijkende laboratoriumwaarden wijzen op een tweede gebied met afwijkingen van de witte stof in de hersenen of het ruggenmerg. Het laboratoriumonderzoek kan bestaan uit: • Onderzoek van het hersenvocht (liquor). Het hersenvocht wordt gemaakt in de hersenen. Een dun laagje van het hersenvocht bevindt zich aan de buitenkant van de hersenen — als een beschermend stootkussen — en in het ruggenmergkanaal. Onderzoek van het hersenvocht kan de diagnose van MS ondersteunen en mogelijke andere aandoeningen uitsluiten. In het hersenvocht kunnen afwijkingen zijn die vaak voorkomen bij MS. Deze afwijkingen worden echter ook gevonden bij andere aandoeningen. Alleen het hersenvocht onderzoeken, is daarom niet voldoende om de diagnose te stellen. • Evoked potentials (EP’s). Met evoked potentials meet de arts of zenuwprikkels (als elektrische stroompjes) zich op een normale manier verplaatsen door de zenuwbanen. Met een knipperend licht kan hij bijvoorbeeld de snelheid meten van de zenuwprikkels die de ogen sturen via de oogzenuw naar de hersenen (visual evoked potentials of VEP’s). pagina 11 KINDEREN EN MS Een geluid kan dienen voor het meten van de snelheid van de zenuwprikkels in de gehoorzenuw en de hersenstam (brainstam auditory evoked potential’s of BAEP’s). Wanneer in één van deze zenuwen de banen zijn beschadigd door aantasting van de isolerende witte stof, is de geleidingssnelheid van de zenuwprikkels gedaald. Is het MS of toch iets anders? Wanneer een kind één enkele periode doormaakt met neurologische symptomen die passen bij een aandoening van de witte stof in het centrale zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en oogzenuwen), dan is het de vraag of dit éénmalig is of het begin van MS. Kinderen kunnen bijvoorbeeld één periode doormaken met neurologische symptomen door een ziekte die bekend staat als Acute Disseminated Encephalomyelitis (ADEM). Deze aandoening ontstaat meestal na een virusinfectie (bijvoorbeeld na een griep of verkoudheid), of na vaccinatie (inenten tegen bijvoorbeeld mazelen, rode hond of bof), of als een complicatie bij het gebruik van medicijnen. Sommige neurologische symptomen komen zowel bij ADEM als MS voor, zoals slecht zien, problemen met het evenwicht, gevoelsstoornissen of krachtverlies. Andere symptomen komen wel voor bij ADEM, maar zijn zeldzaam bij MS, bijvoorbeeld koorts, hoofdpijn, misselijkheid of overgeven voor het begin van de symptomen. Kinderen met ADEM kunnen ook prikkelbaar pagina 12 1. Het stellen van de diagnose of slaperig zijn, of epilepsieaanvallen krijgen. Omdat een kind met ADEM meestal maar één periode doormaakt met symptomen, is behandelen met remmende medicijnen niet nodig. MS is in tegenstelling tot ADEM een chronische ziekte, waarvan het ziekteproces met remmende medicatie kan worden vertraagd. Het is daarom belangrijk om bij een aanval onderscheid te maken tussen ADEM en MS. Dat kan echter heel lastig zijn, ook omdat kinderen met ADEM soms toch terugkerende symptomen hebben die moeilijk te onderscheiden zijn van MS. Omdat artsen er onderling nog niet uit zijn wat betreft het terugkeren van symptomen bij ADEM, is meer onderzoek nodig om deze moeilijkheden bij het stellen van de diagnose op te lossen. Kinderartsen of (kinder)neurologen zijn terughoudend bij het stellen van de diagnose van MS bij kinderen. Daarvoor zijn verschillende redenen: • • • Bij kinderen komt ADEM vaker voor dan MS MS wordt traditioneel beschouwd als een ziekte voor volwassenen De meeste artsen zien zelden of nooit een kind met MS en herkennen daardoor de symptomen niet. Naarmate artsen meer leren over de symptomen van MS bij kinderen, zullen zij ook meer vertrouwd raken met het stellen van deze zeldzame diagnose. Wat vertel ik aan mijn kind? Ouders vragen zich af of zij niet beter kunnen wachten met het vertellen over de diagnose MS aan hun kind. Zij willen hun kind niet onnodig bang maken. Zij zien het liefst dat hun kind zo zorgeloos mogelijk en gelukkig opgroeit. Toch zijn er goede redenen om met je kind te praten over MS. • Je kind merkt dat het zichzelf niet goed voelt. Kinderen zijn ook gevoelig voor de stemming van hun ouders. Zonder een eerlijke uitleg over wat er aan de hand is, gaat je kind misschien zelf een verklaring zoeken. De verklaring die je kind bedenkt, kan angstiger zijn dan de waarheid. • Open en eerlijk in het gezin met elkaar praten, geeft een gevoel van onderling vertrouwen en voorkomt dat er geheimen voor elkaar zijn over de MS, of andere problemen die misschien nog komen. • Kinderen moeten betrokken worden bij de beslissingen over de behandeling van hun ziekte. Als kinderen hierover zelf meedenken, zullen ze ook eerder actief willen meewerken aan hun eigen behandeling. • Als ouders rustig kunnen praten over de diagnose, de behandeling en andere zaken die met de MS te maken hebben, voelen kinderen zich zekerder en minder angstig. Je kind weet dan dat vader, moeder en de dokters goed voor hem/haar zullen zorgen. pagina 13 • Kinderen met MS krijgen een langdurige relatie met diverse gezondheidsmedewerkers. De kinderen moeten zichzelf regelmatig medisch laten onderzoeken en krijgen diverse behandelingen. Wanneer je open en rustig hierover praat met de medische zorgverleners, en ervoor zorgt dat het gesprek is aangepast aan de leeftijd van je kind zodat je kind het ook kan begrijpen, bevordert dat het vertrouwen van je kind in de zorgverleners. Dat helpt ook om de angst voor medische onderzoeken en behandelingen bij je kind te verminderen. • Kinderen, vooral de jongere kinderen, hebben niet de woorden en de begrippen om hun zorgen kenbaar te maken of hun vragen te stellen. Als ouders met hun kinderen praten over MS, geven ze daarmee ook de woorden die de kinderen nodig hebben om te zeggen wat hun dwars zit, én de kans om het te zeggen. KINDEREN EN MS 2.Behandelen van beginnende MS hebben we wel al veel geleerd over hoe we het ziektebeloop bij MS kunnen vertragen, en hoe we mensen met MS kunnen ondersteunen bij het omgaan met hun symptomen. Waaruit bestaat de behandeling? Meestal denken we bij een medische behandeling aan een dokter die een medicijn voorschrijft om een ziekte te voorkomen of te genezen. Voor MS hebben we geen behandeling die ervoor zorgt dat iemand geen MS krijgt, of dat de ziekte weer weg gaat bij iemand die MS heeft. Er zijn wel medicijnen voor het behandelen van aanvallen, om het ziekteproces te vertragen en voor het verlichten van symptomen. Aanvallen De meeste mensen met MS krijgen te maken met aanvallen. Aanvallen treden vooral op in de beginfase van de ziekte. Ze hangen doorgaans samen met ontstekingen en afbraak van de witte stof in het centrale zenuwstelsel. Door die ontstekingen ontstaan nieuwe symptomen of verergeren bestaande symptomen. Artsen kunnen corticosteroïden (Methylprednisolon) geven om de ontstekingsreactie te beïnvloeden en daardoor de symptomen te verminderen. Vertragen van het ziekteproces Een opwindende nieuwe ontwikkeling was de komst van medicijnen die het ziekteproces vertragen. Hiervoor zijn op dit moment zes verschillende pagina 14 medicijnen geregistreerd. Het is aan te bevelen om zo snel mogelijk na het stellen van de diagnose te beginnen met het injecteren van één van de vier medicijnen: Avonex®, Betaferon®, Copaxone® of Rebif®. Het doel van de vroege behandeling is om het aantal en de ernst van aanvallen te verminderen. Daardoor daalt de kans op blijvende invaliditeit. Het vijfde medicijn voor het remmen van het ziekteproces, Tysabri®, is in 2006 geregistreerd. De werking van dit medicijn is bij kinderen niet onderzocht. Het zesde medicijn, Novantrone® (toegediend per infuus), is alleen beschikbaar voor het behandelen van volwassenen met MS die heel snel verslechteren. D e behandeling van MS kan, zowel bij kinderen als volwassenen, op verschillende manieren worden aangepakt. De aanpak kan bestaan uit: het behandelen van de symptomen tijdens een aanval, het remmen van het ziekteproces, het leren omgaan met en behandelen van chronische symptomen, en het helpen van de kinderen en hun familie in het omgaan met de gevolgen van de MS voor het dagelijkse leven. De medische behandelingen die in dit boek staan beschreven, zijn onderzocht bij volwassenen en niet bij kinderen onder de achttien jaar. De medicijnen die voorgeschreven worden, zijn geregistreerd voor het gebruik door volwassenen. Artsen moeten vertrouwen op hun ervaring bij het aanpassen van de behandeling aan jonge patiënten. Symptomen Je kunt niet voorspellen wanneer en welke symptomen door de MS zullen ontstaan. Sommige symptomen ontstaan en verdwijnen weer, andere symptomen zijn blijvend. In eerste instantie ontstaan symptomen als gevolg van een ontsteking in het centrale zenuwstelsel. Ze verdwijnen weer als de ontsteking geneest. Wanneer door de ontsteking een litteken ontstaat en de witte stof wordt afgebroken, of de zenuwcel zelf raakt beschadigd, dan kunnen de symptomen blijvend zijn. In beide gevallen zijn er diverse medicijnen die de symptomen van MS kunnen verlichten. Wie behandelt kinderen met MS? Kinderen met MS kunnen onder behandeling zijn bij een kinderarts of een (kinder)neuroloog die gespecialiseerd is in MS. Er zijn weinig artsen die veel ervaring hebben in de behandeling van kinderen met MS. De verschillende behandelingen worden uitgebreid besproken in hoofdstuk 1: Diagnose en behandeling. pagina 15 pagina 15 KINDEREN EN MS Het kan zijn dat er geen arts in de buurt is, die ervaring heeft met MS bij kinderen. In 2006 is binnen het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam een speciale polikliniek geopend voor kinderen met MS. Behandelen bij aanvallen Wanneer behandelen? Of de symptomen nu het gevolg zijn van een eerste aanval door een ziekteproces in de witte stof, of van een herhaalde aanval van MS, maakt voor de behandeling geen verschil. Voordat men besluit om bij een aanval te gaan behandelen, is het belangrijk om zich af te vragen of behandeling wel nodig is. Symptomen zoals slecht zien, gevoelsstoornissen, of een geringe spierzwakte, kunnen heel angstwekkend en verontrustend zijn, maar gaan meestal vanzelf weer over zonder het gebruik van medicijnen. Artsen schrijven alleen medicijnen voor als de symptomen het kind heel ernstig belemmeren in zijn doen en laten. Hoe behandelen? Een aanval wordt meestal behandeld met corticosteroïden (methylprednisolon) intraveneus (per infuus in een ader) gedurende drie tot vijf dagen. Het doel van de behandeling met corticosteroïden is om de symptomen te verlichten en het herstel te versnellen. Corticosteroïden hebben geen invloed op de mate van herstel na de aanval pagina 16 2. Behandelen van beginnende MS en op het verloop van MS op de lange termijn. Bijwerkingen van corticosteroïden Corticosteroïden kunnen ernstige bijwerkingen hebben, waaronder een verhoogd glucosegehalte in het bloed, verhoogde bloeddruk, botafbraak, verminderde weerstand tegen infecties, gewichtstoename, vertraagde of verminderde groei, prikkelbaarheid, en ernstige aantasting van het heupgewricht. Om deze ernstige bijwerkingen te vermijden, behandelt de arts alleen aanvallen die ernstige gevolgen hebben voor het functioneren van het kind, en gebruikt hij/zij de laagst mogelijke, nog effectieve, dosis. Kinderen die een kuur met methylprednisolon krijgen gedurende drie tot vijf dagen verdragen deze behandeling meestal goed. De meest voorkomende bijwerkingen zijn een lichte toename in gewicht, acne (jeugdpuistjes) , een geringe verandering in de stemming en slecht slapen. Het totale aantal behandelingen met corticosteroïden per jaar is belangrijk. Bij kinderen die meer dan twee kuren per jaar krijgen, moet de botdichtheid worden gecontroleerd. Als corticosteroïden niet voldoende zijn Kinderen die niet voldoende opknappen na een kuur met corticosteroïden, kunnen soms behandeld worden met immunoglobulinen (Gammaglobuline) intraveneus (per infuus). Immunoglobulinen zijn eiwitten die een rol spelen in het afweersysteem. Het is bewezen dat immunoglobulinen de symptomen bij ADEM vermindert. Immunoglobulinen kunnen ook het alternatief zijn voor kinderen met MS voor wie een behandeling met corticosteroïden niet veilig is, bijvoorbeeld kinderen die al een hoge bloeddruk hebben, of een afwijkend glucosegehalte, of broze botten. Immunoglobulinen kunnen gebruikt worden voor de behandeling van: • een kind met een aanval door het ziekteproces in de witte stof bij wie corticosteroïden niet leiden tot een aanzienlijke verbetering van de symptomen. • een kind bij wie de symptomen terugkomen zodra de corticosteroïden zijn gestopt. Helaas hebben sommige artsen langdurig corticosteroïden voorgeschreven aan kinderen, ondanks de risico’s van ernstige bijwerkingen. Langdurig gebruik (enkele maanden of langer) kan leiden tot afhankelijkheid van de corticosteroïden. Met immunoglobulinen — een keer per maand toegediend — kan deze afhankelijkheid langzaam weer verdwijnen. De dosis van Methylprednisolon kan geleidelijk verminderen en ten slotte kan met de medicatie worden gestopt. Als met de Methylprednisolon is gestopt, krijgt het kind nog drie keer immunoglobulinen met een tussenperiode van één maand, daarna drie keer met een tussenperiode van zes weken, pagina 17 gevolgd door drie behandeling met een tussenperiode van acht weken. Dit behandelschema maakt het mogelijk om te stoppen met corticosteroïden zonder terugkeer van de symptomen. Soms, heel zelden, behandelt men een ernstige aanval die niet reageert op de hierboven beschreven behandelingen met een techniek die plasmawisseling (of plasmaferese) wordt genoemd. Bij plasmawisseling krijgt het kind een katheter in een ader (zoals bij een infuus) om bloed af te nemen. Het afgenomen bloed wordt gescheiden in bloedplasma en bloedcellen. Men veronderstelt dat in het plasma de antistoffen zitten die bijdragen aan de afbraak van de witte stof. Het bloedplasma van het kind wordt vervangen door donorplasma of een andere vloeistof. Het kind krijgt de eigen bloedcellen met de vervanging door donorplasma of andere vloeistof weer terug. In theorie is hiermee het bloed ontdaan van schadelijke antistoffen. Het is bewezen dat plasmawisseling kan bijdragen aan het herstel bij sommige volwassenen met MS. Bij kinderen is deze techniek nog weinig gebruikt. KINDEREN EN MS 2. Behandelen van beginnende MS Het ziekteproces vertragen verder niet behandeld en wordt bij kinderen niet voorgeschreven. Op dit moment zijn er verschillende medicijnen beschikbaar voor het afremmen van het ziekteproces (immunomodulerende therapieën), die allemaal alleen onderzocht zijn in volwassenen met MS (zie tabel 1). Hoe werken remmende medicijnen? De interferonen (Avonex®, Rebif® en Betaferon®) werken anders dan glatirameer acetaat (Copaxone®). Ze onderdrukken alle vier de aanval van het immuunsysteem (of afweersysteem) op de witte stof. Interferonen onderdrukken het immuunsysteem op vier manieren: 1. door het beperken van het vermogen van het immuunsysteem om afweercellen te maken 2. door het verminderen van het vermogen van de afweercellen om schadelijke stoffen te maken (cytokinen) 3. door het bevorderen van het afsterven van de schadelijke afweercellen van het immuunsysteem 4. door de toegang van schadelijke afweercellen naar het centrale zenuwstelsel te blokkeren. Remmende medicijnen Vier medicijnen • Avonex® • Betaferon® • Copaxone® en • Rebif® zijn geregistreerd voor het vertragen van het ziektebeloop bij mensen met relasing-remitting MS (zie inleiding), de beloopsvorm die bij kinderen het meest voorkomt. De drie interferonen (Avonex®, Rebif® en Betaferon®) zijn geregistreerd voor alle relapsing beloopsvormen. Met andere woorden: deze medicijnen zijn ook goedgekeurd voor mensen bij wie de ziekte geleidelijk verergert zolang zij nog aanvallen hebben. Op dit moment zijn er geen medicijnen die invloed uitoefenen op het ziekteproces bij mensen met primair-progressieve MS. In 2006 is een nieuw medicijn toegelaten voor het remmen van het ziekteproces: Tysabri®. Dit medicijn mag alleen onder strikte voorwaarden worden voorgeschreven in verband met mogelijke bijwerkingen. Dit nieuwe medicijn wordt hieronder pagina 18 Gebruik van remmende medicijnen bij kinderen Het effect van remmende medicijnen is niet onderzocht in kinderen. Wel wordt steeds duidelijker dat het belangrijk is om zo vroeg mogelijk na het begin van de ziekte te starten met remmende medicijnen. Dit heeft geleid tot een stijgend gebruik bij jonge patiënten. Welk medicijn is het meest geschikt voor jouw kind? Een beslissing hierover maakt de (kinder)neuroloog in overleg met de ouders en het kind. Interferonen en glatirameer acetaat moeten worden toegediend per injectie in de spier (intramusculair) of onder de huid (subcutaan). Zowel kinderen als volwassenen vinden het moeilijk om te kiezen voor een langdurige behandeling met injecties. Als ouders schrik je van het idee dat je regelmatig een injectie moet geven aan je kind. Je hoeft echter niet te beginnen met injecties zonder uitgebreide supervisie en training. Van de MSverpleegkundigen leer je hoe je een injectie moet geven. Als aanvullende ondersteuning daarop heeft de farmaceutische industrie die de medicijnen produceert, hulpprogramma’s opgezet met verpleegkundigen die thuis op bezoek komen. De ervaring leert dat de meeste ouders en kinderen snel leren omgaan met het injecteren. merknaam stofnaam fabrikant voor de behandeling van Avonex® Interferon Biogen Idec Patiënten met een relapsing bèta-1a remitting MS, en voor de behandeling na een enkele aanval van MS in combinatie met MRIafwijkingen die passen bij MS Glatirameer acetaat bindt aan bepaalde cellen van het immuunsysteem en houdt daarmee het immuunsysteem als het ware ‘voor de gek’. Door deze binding veranderen de cellen van ‘slechte’ ontstekingsveroorzakende cellen in ‘goede’ cellen die de activiteit van de slechte cellen afremmen. Dus interferonen en glatirameer acetaat werken wel verschillend, maar het resultaat is toch hetzelfde. Zij kalmeren een overactief immuunsysteem. Betaferon® Interferon Schering bèta-1b Patiënten met een relapsing remitting MS en patiënten met progressief relapsing MS Rebif® Interferon Serono bèta-1a Copaxone® Glatirameer acetaat Patiënten met een relapsing remitting MS Teva Patiënten met een relapsing remitting MS Tabel 1. Remmende medicijnen: merknaam, stofnaam, fabrikant en indicatie (voor de behandeling van). pagina 19 KINDEREN EN MS NATIONAAL MS FONDS Oudere kinderen leren al snel om zichzelf een injectie te geven. Copaxone® en Rebif® zijn ook beschikbaar in een auto-injector. Een auto-injector is kant-en-klaar, inclusief naald. Een druk op de knop is voldoende om het medicijn in te spuiten. Oudere kinderen vinden de auto-injector vaak wel prettig, maar jonge kinderen zijn soms bang van het klikkende geluid van de auto-injector. Welke dosis? Er zijn geen richtlijnen gepubliceerd voor het gebruik van remmende medicijnen bij kinderen. Artsen verschillen soms in de dosis die ze voorschrijven. Oudere kinderen die de lengte en het gewicht van een volwassene benaderen, verdragen de interferonen meestal goed in een dosering die ook voor volwassenen geldt. Onder de 50 kilo kan de dosis beter iets lager zijn. Omdat interferonen in het begin griepachtige symptomen kunnen oproepen en soms de leverfuncties verstoort, begint men meestal met een lage dosis. Deze dosis wordt geleidelijk verhoogd als de bijwerking beperkt is, en de leverfuncties normaal blijven. Bij jonge kinderen wordt de dosis soms verhoogd tot de dosis voor volwassenen als ze vaak een aanval hebben, of veel door MS veroorzaakte afwijkingen op de MRI-afbeelding. Copaxone® veroorzaakt geen griepachtige symptomen of leverfunctiestoornissen. Het kan daarom meestal vanaf het begin gegeven worden in een dosis die ook geldt voor volwassenen. pagina 20 pagina 21 KINDEREN EN MS Bijwerkingen De meest voorkomende bijwerkingen staan in tabel 2. Hoewel de bijwerkingen soms zorgelijk zijn voor sommige MS-patiënten, verdragen de meeste kinderen de medicijnen heel goed. De griepachtige symptomen en hoofdpijn na een injectie met interferon, kunnen goed behandeld worden met het innemen van ibuprofen of acetaminophen (paracetamol) voordat men een nieuwe injectie neemt. Meestal verdwijnen deze symptomen na enkele maanden. Kinderen hebben, zoals ook de volwassenen, soms een kortdurende reactie na een injectie met Copaxone®. Deze reactie kan bestaan uit het krijgen van een blozend rood gezicht, pijn op de borst en hartkloppingen, angst en kortademigheid. De reactie is tijdelijk en wordt beschouwd als onschadelijk. Controle Om de veiligheid van de medicatie in de gaten te houden, zal de arts bloedonderzoek laten doen voordat het kind begint met de medicijnen en periodiek daarna. Dit om de leverfunctie te controleren en het aantal bloedcellen en bloedplaatjes te bepalen. De ene dokter zal wat vaker controleren dan de andere dokter. Het doel van de controle is vooral het in de gaten houden van de leverfuncties. Als de leverfuncties achteruit gaan, moet men soms stoppen met de medicatie of de dosis verminderen. Bij het gebruik van Copaxone® is deze controle niet nodig. pagina 22 2. Behandelen van beginnende MS Wat is het effect? Voor het gebruik van medicijnen moet je altijd een afweging maken tussen de voor- en nadelen. De vier medicijnen die gebruikt worden voor het afremmen van het ziekteproces bij mensen met MS, zijn uitgebreid onderzocht. Voor ieder van deze medicijnen zijn grote onderzoeken (trials) uitgevoerd met honderden MS-patiënten. Ieder medicijn heeft zijn eigen faam, berustend op de resultaten die behaald zijn in het onderzoek. Ze verminderen alle vier de kans op aanvallen met 30 tot 35%. Ze verminderen ook alle vier het aantal afwijkingen in hersenen en ruggenmerg op MRI. Van Avonex® en Rebif® is aangetoond dat het de tijd verlengd die verstrijkt voordat mensen blijvende lichamelijk handicaps krijgen door de MS. Het zijn dus geen wondermiddelen. Zij verhinderen niet álle aanvallen. Zij garanderen niet dat de aanval mild is. Het lijkt er echter wel op dat deze remmende medicijnen bijdragen aan een gezonder en productiever leven voor mensen met MS. Kinderen die een ernstige aanval krijgen terwijl ze onder behandeling zijn met remmende medicatie, kunnen behandeld worden met corticosteroïden, zoals beschreven in dit hoofdstuk onder ‘Behandelen bij aanvallen’. merknaam Avonex® frequentie / gebruikelijke toediening dosering 1 x per week / 30 microgram Grieperig gevoel na injectie, intramusculair (6 miljoen IE) vermindert meestal na verloop (in de spieren) bijwerkingen van tijd. Zeldzamer: depressie, milde bloedarmoede, gestoorde leverfunctie, allergische reacties. Betaferon® om de dag / 250 Grieperig gevoel na injectie, subcutaan microgram vermindert meestal na (onderhuids) (8 miljoen IE) verloop van tijd. Reacties op de injectieplaats (ongeveer 5% heeft medische aandacht nodig). Zeldzamer: allergische reacties, depressie, gestoorde leverfunctie, laag aantal witte bloedcellen. Rebif® 3 x per week / 22 microgram Grieperig gevoel na injectie, subcutaan (6 miljoen IE); vermindert meestal na verloop van (onderhuids) 44 microgram tijd. Reacties op de injectieplaats. (8 miljoen IE) Zeldzamer: depressie, allergische reacties, en lage aantallen rode en witte bloedcellen. Copaxone® dagelijks / 20 mg Reacties op de injectieplaats. subcutaan Zeldzamer: een reactie die (onderhuids) onmiddellijk na injectie optreedt met angst, pijn op de borst, hartkloppingen, kortademigheid, en blozend rood gezicht. Dit duurt 15 tot 20 minuten en heeft geen blijvende gevolgen. Ook verwijding Behandeling na de éérste aanval? Onder ‘Criteria voor de diagnose van MS’ staat beschreven dat iemand twee van elkaar verschillende aanvallen door ziekteactiviteit in de witte stof van de bloedvaten. Tabel 2. Remmende medicijnen: merknaam, frequentie van toedienen / toediening intramusculair (in de spier) of subcutaan (onder de huid), gebruikelijke dosering bij volwassenen en voornaamste bijwerkingen pagina 23 KINDEREN EN MS 2. Behandelen van beginnende MS van het centrale zenuwstelsel moet hebben gehad, met een tussentijd van minimaal één maand, voordat de diagnose MS kan worden gesteld. Onderzoek suggereert echter dat bij volwassenen die één aanval hebben gehad, en die daarnaast ook voor MS verdachte afwijkingen hebben op MRI, behandeling met interferonen de tweede aanval uitstelt en daarmee dus ook de ontwikkeling van MS. Het is de vraag of dit ook voor kinderen geldt. Het onderzoek met interferonen is niet uitgevoerd bij kinderen. We weten niet of de MRI-criteria voor volwassenen ook gelden voor kinderen, en zoals beschreven is onder ‘Is het MS of toch iets anders?’ hebben kinderen vaker één enkele aanval met neurologische symptomen als gevolg van de ziekte van ADEM. Hoewel het niet bewezen is, geloven veel MS-deskundigen dat vroeg beginnen met behandelen gunstig is voor de gevolgen op lange termijn. Met andere woorden: dat dit de kans op invaliditeit verlaagt. Als dat echt zo is, dan is het nodig om snel een manier te vinden om te voorspellen wie wel of geen MS krijgt na een eerste aanval. Kinderen die MS krijgen, kunnen dan al na de eerste aanval starten met een behandeling met remmende medicatie. Op dit moment is er helaas nog geen manier om kinderen daarvoor te selecteren. De meeste artsen vinden het daarom niet juist om al met behandeling te beginnen bij een kind pagina 24 pagina 25 dat niet voldoet aan de criteria voor de diagnose MS. Meer onderzoek hiernaar is dringend gewenst. Alternatieve behandelingen Veel ouders hebben vragen over kruiden, natuurgeneesmiddelen of andere alternatieve geneesmiddelen voor hun kind. Het advies is om over het gebruik van alternatieve geneesmiddelen te praten met de arts die je kind behandelt. Misschien leveren deze middelen een voordeel op, maar de effecten ervan en de veiligheid zijn nooit goed onderzocht. Ook natuurlijke producten kunnen giftige stoffen bevatten en bijwerkingen geven, en soms beïnvloeden ze de werking van andere medicijnen. Bij een ziekte zoals MS, waarvoor we geen effectief geneesmiddel hebben, kan het aantrekkelijk lijken om alternatieve geneesmiddelen uit te proberen waarvan beweerd wordt dat ze MS kunnen genezen. Het is belangrijk om zich te realiseren dat deze alternatieve geneesmiddelen niet op dezelfde manier gecontroleerd worden als medicijnen. Dat betekent dat de fabrikanten van deze middelen op hun verpakking kunnen schrijven wat ze willen, en de stoffen kunnen mengen met wat ze willen, zonder dat ze daarvoor in discussie hoeven te gaan met de autoriteiten die toezien op de registratie (goedkeuring) van geneesmiddelen. Het beste is om met de arts van je kind over álle behandelingen te overleggen. KINDEREN EN MS MS NATIONAAL MS FONDS 3.Omgaan met chronische klachten is een aandoening die ons confronteert met een grote variatie in symptomen die bovendien onvoorspelbaar zijn. Veranderingen in functioneren en gevoel kunnen optreden in bijna ieder deel van het lichaam. De symptomen — en de klachten die daardoor ontstaan — duiken op en verdwijnen zonder duidelijke reden. Mensen met MS zeggen vaak dat ze vandaag niet weten hoe ze zich morgen zullen voelen, of zelfs dat ze ’s morgens niet weten hoe ze zich ‘s avonds zullen voelen. Het is belangrijk om zich te herinneren dat bij MS veel verschillende symptomen kunnen optreden, maar dat de meeste kinderen en volwassenen klachten hebben van slechts enkele symptomen. Realiseer je ook dat, hoewel MS symptomen kan veroorzaken in veel delen van het lichaam, de ziekte niet de oorzaak is van álle klachten. Je kind krijgt dezelfde kinderziekten en de daarbij horende problemen als ieder ander kind. Door koorts of virusinfecties kunnen de symptomen van MS tijdelijk verergeren. pagina 26 Meestal gaat het weer beter als de koorts is gedaald. Je zoon of dochter zal mogelijk je hulp inroepen bij het maken van onderscheid tussen symptomen die wel of niet het gevolg zijn van MS. Vermoeidheid Vermoeidheid is voor volwassenen en kinderen met MS een klacht die vaak voorkomt. Bijna 30% van de kinderen klaagt over vermoeidheid die zo ernstig is dat het hen beperkt in hun dagelijkse activiteiten. De vermoeidheid die mensen voelen bij MS kan verschillende oorzaken hebben: MS is een aandoening die ons confronteert met een grote variatie in symptomen die bovendien onvoorspelbaar zijn. Veranderingen in functioneren en gevoel kunnen optreden in bijna ieder deel van het lichaam. De symptomen — en de klachten die daardoor ontstaan — duiken op en verdwijnen zonder duidelijke reden. Mensen met MS zeggen vaak dat ze vandaag niet weten hoe ze zich morgen zullen voelen, of zelfs dat ze ’s morgens niet weten hoe ze zich ‘s avonds zullen voelen. Het is belangrijk om zich te herinneren dat bij MS veel verschillende symptomen kunnen optreden, maar dat de meeste kinderen en volwassenen klachten hebben van slechts enkele symptomen. • ’s nachts slecht slapen (door emotionele problemen, blaasklachten of andere lichamelijke ongemakken) kan de oorzaak zijn van ernstige vermoeidheid overdag, • sommige medicijnen die gebruikt worden voor het behandelen van symptomen van MS veroorzaken vermoeidheid als bijwerking, • de extra inspanning die mogelijk nodig is om de dagelijkse activiteiten uit te voeren, kan resulteren in een gevoel van vermoeidheid, • de vermoeidheid kan één van de symptomen van MS zijn. Het is een gevolg van de slechte geleiding van zenuwprikkels. Deze vermoeidheid, waar veel mensen met MS dagelijks mee te maken hebben, kan plotseling opkomen en heeft de neiging om in de loop van de dag verergeren. Dit kan op ieder moment van de dag gebeuren, zelfs na een nacht goed slapen. Realiseer je ook dat, hoewel MS symptomen kan veroorzaken in veel delen van het lichaam, de ziekte niet de oorzaak is van álle klachten. Je kind krijgt dezelfde kinderziekten en de daarbij horende problemen als ieder ander kind. Door koorts of virusinfecties kunnen de symptomen van MS tijdelijk verergeren. pagina 27 pagina 27 KINDEREN EN MS Meestal gaat het weer beter als de koorts is gedaald. Je zoon of dochter zal mogelijk je hulp inroepen bij het maken van onderscheid tussen symptomen die wel of niet het gevolg zijn van MS. Vermoeidheid Vermoeidheid is voor volwassenen en kinderen met MS een klacht die vaak voorkomt. Bijna 30% van de kinderen klaagt over vermoeidheid die zo ernstig is dat het hen beperkt in hun dagelijkse activiteiten. De vermoeidheid die mensen voelen bij MS kan verschillende oorzaken hebben: • ’s nachts slecht slapen (door emotionele problemen, blaasklachten of andere lichamelijke ongemakken) kan de oorzaak zijn van ernstige vermoeidheid overdag, • sommige medicijnen die gebruikt worden voor het behandelen van symptomen van MS veroorzaken vermoeidheid als bijwerking, • de extra inspanning die mogelijk nodig is om de dagelijkse activiteiten uit te voeren, kan resulteren in een gevoel van vermoeidheid, • de vermoeidheid kan één van de symptomen van MS zijn. Het is een gevolg van de slechte geleiding van zenuwprikkels. Deze vermoeidheid, waar veel mensen met MS dagelijks mee te maken hebben, kan plotseling opkomen en heeft de neiging om in de loop van de dag verergeren. Dit kan op ieder moment van de dag gebeuren, zelfs na een nacht goed slapen. pagina 28 3. Omgaan met chronische klachten Wat kun je doen aan de vermoeidheid bij je kind? De eerste stap is nagaan wat de oorzaak is. De arts zal vragen naar symptomen die mogelijk de nachtrust van je kind verstoren. Zo nodig kan hij/zij veranderingen aanbrengen in de medicatie. Of je kind verwijzen naar een ergo- of fysiotherapeut die energiesparende strategieën kan aanbevelen voor op school of thuis. Wanneer de vermoeidheid één van de symptomen van MS is, dan kan deze vaak goed behandeld worden met medicijnen. Onderzoek met modafinil (Modiodal®) toonde aan dat dit medicijn de vermoeidheid bij volwassenen vermindert. Het medicijn is veilig en wordt goed verdragen. Ook van amantadine (Symmetrel®)is aangetoond dat het de vermoeidheid vermindert. De kinderen die met een van deze medicijnen zijn behandeld, reageerden daar goed op. Problemen met zien Problemen met zien komen frequent voor bij mensen met MS. De klachten over het zien zijn vaak het eerste symptoom van MS. In het verloop van de ziekte heeft 80% van de patiënten één of meer keer problemen met het zien. De problemen met het zien kunnen het gevolg zijn van: • een ontsteking aan de oogzenuw (neuritis optica). Deze ontsteking kan tijdelijk leiden tot vermindert zicht aan de kant van de ontstoken oogzenuw. Soms is een oog op het hoogtepunt van de klachten bijna blind, soms is er alleen maar verlies van contrast of kleur. Je kind kan ook klagen over pijn in het oog. Hoewel de klachten meestal overgaan zonder behandeling, kan een behandeling met een hoge dosis corticosteroïden nodig zijn, bijvoorbeeld als je kind door de problemen met het zien problemen krijgt op school. • dubbelzien. De klacht van alles twee keer zien, wordt veroorzaakt door zwakte of een slechte coördinatie van de oogspieren. Dubbelzien kan behandeld worden met een korte kuur met corticosteroïden. Dat is niet altijd nodig. Door een oog tijdelijk af te dekken, kan het dubbele beeld worden onderdrukt. Het is niet aan te bevelen om het oog voor lange tijd af te dekken, want dan kunnen de hersenen zich niet aanpassen aan de zwakte of slechte coördinatie van de oogspieren. Als de hersenen gewend zijn, wordt het dubbele beeld onderdrukt en zie je weer een enkel beeld. • nystagmus. Bij nystagmus heeft iemand snelle bewegingen van de oogbol (schudden, schokjes van de oogbol, soms alleen bij het kijken in een bepaalde richting). Deze oogbewegingen kunnen voorkomen zonder dat iemand daar veel klachten van heeft. De arts pagina 29 ontdekt ze dan bij neurologisch onderzoek. Als je kind nystagmus heeft die wel ernstige klachten geeft (zoals vaag zien en een onzeker gevoel), dan kan de arts clonazepam (Rivotril®) voorschrijven om de nystagmus te onderdrukken. Wanneer je kind slecht ziet of helemaal niets meer kan zien, kan je hulp zoeken bij instanties voor blinden en slechtzienden, zoals Visio, de Nederlandse Vereniging voor Blinden en Slechtzienden (NVBS) en Sensis Gevoelsstoornissen Gevoelsstoornissen die vaak voorkomen bij MS zijn: prikkelingen (vergelijkbaar met de prikkelingen in een slapende arm of been), tintelingen, een doof gevoel, of pijn. Hoewel deze gevoelens heel storend en onaangenaam kunnen zijn, leveren ze meestal minder problemen op dan andere MS-symptomen. De gevoelsstoornissen hebben de neiging om op te komen en weer te gaan, zonder duidelijk invloed uit te oefenen op iemands functioneren. Kinderen kunnen er wel angstig van worden en problemen hebben om ze te beschrijven. Voor de meeste van deze symptomen zijn geen medicijnen om ze te behandelen. Medicijnen die gewoonlijk gebruikt worden voor de behandeling van epilepsie, kunnen bij sommige gevoelsstoornissen de klachten verlichten. KINDEREN EN MS Blaasklachten en problemen met de ontlasting Blaasklachten en problemen met de ontlasting komen in het verloop van de ziekte MS voor. Ze zijn het gevolg van een aantasting van de witte stof in het ruggenmerg. De blaasklachten bestaan uit het niet goed kunnen opslaan van urine of het niet compleet legen van de blaas bij uitplassen. Dit leidt tot een gevoel van 3. Omgaan met chronische klachten urgency (vaak naar toilet moeten), problemen om te beginnen met plassen terwijl er wel aandrang wordt gevoeld, en vaak wakker worden ’s nachts om te gaan plassen. Er bestaan diverse medicijnen en gedragsstrategieën om deze klachten te verlichten. Wanneer urine achterblijft in de blaas na het plassen, stijgt de kans op een blaasontsteking. Het is belangrijk om een blaasontsteking te herkennen en te behandelen, want zoals bij alle andere infectieziekten kan een blaasontsteking leiden tot een tijdelijk opvlammen van MS-symptomen. De problemen met de ontlasting bestaan meestal uit obstipatie (verstopping). Klachten zijn een opgezette buik en last van borrelen in de buik. Diarree kan ook voorkomen. Een gebrek aan lichaamsbeweging (staan of lopen), mogelijk door minder mogelijkheden om te bewegen als gevolg van de MS, kan bijdragen aan de obstipatie. Blaasklachten en problemen met de ontlasting komen nogal eens tegelijk voor. Als je je kind dan minder laat drinken om het toiletbezoek voor plassen te verminderen, verergert dit de obstipatie. Spasticiteit en spierstijfheid Spasticiteit en spierstijfheid bij MS ontstaan door een onevenwichtige zenuwprikkeling van de spieren. Meestal ontstaan deze symptomen in de benen, maar het kan ook voorkomen in de armen. Lichte spasticiteit kan behandeld worden met strekoefeningen. Soms zijn er medicijnen nodig. Depressie en verandering in emotionele gevoelens Depressie en verandering in emotionele gevoelens zijn net zo belangrijk en ingewikkeld als de lichamelijke gevolgen van MS. Ze worden meer uitgebreid besproken in hoofdstuk 4. pagina 30 pagina 31 Ze komen zowel bij volwassenen als kinderen met MS frequent voor. In vergelijking met de algemene bevolking of met mensen met een andere chronische ziekte, is de kans op depressie bij mensen met MS groter. Het lijkt er dus op dat de depressie wordt veroorzaakt door de MS en niet alleen het gevolg is van een reactie op de ziekte. Dit geldt ook voor de verandering in emotionele gevoelens. De problemen kunnen het best worden aangepakt met een combinatie van training en medicijnen. Verdriet en angst zijn normale reacties als iemand hoort dat hij een chronische, mogelijk invaliderende, ziekte heeft. Wanneer je merkt dat je kind depressief is, of zich emotioneel duidelijk anders gedraagt, vertel dat dan aan de behandelende arts. De symptomen kunnen dan verder onderzocht en zonodig behandeld worden. Cognitieve veranderingen Cognitieve veranderingen komen – in meer of minder ernstige mate - voor bij ongeveer de helft van de volwassenen met MS. Onder cognitie verstaan we het vermogen om te denken, te redeneren en te onthouden. Meestal zijn de symptomen mild en kan de betreffende MS-patiënt goed met de symptomen omgaan. KINDEREN EN MS NATIONAAL MS FONDS 4.Emotionele reacties op de diagnose MS Bij een klein deel van de MS-patiënten zijn de symptomen ernstig en hebben ze wel grote invloed op het dagelijkse leven. Het lijkt erop dat dit ook voor kinderen met MS geldt. Belangrijk is om deze symptomen bij je kind op tijd te herkennen en aan te pakken, voordat ze leiden tot problemen op school. Hoofdstuk 6 gaat over de cognitieve veranderingen bij kinderen met MS. Cognitieve veranderingen Cognitieve veranderingen komen — in meer of minder ernstige mate — voor bij ongeveer de helft van de volwassenen met MS. Onder cognitie verstaan we het vermogen om te denken, te redeneren en te onthouden. Meestal zijn de symptomen mild en kan de betreffende MS-patiënt goed met de symptomen omgaan. Bij een klein deel van de MS-patiënten zijn de symptomen ernstig en hebben ze wel grote invloed op het dagelijkse leven. Het lijkt erop dat dit ook voor kinderen met MS geldt. Belangrijk is om deze symptomen bij je kind op tijd te herkennen en aan te pakken, voordat ze leiden tot problemen op school. Hoofdstuk 6 gaat over de cognitieve veranderingen bij kinderen met MS. H oren dat je kind MS hebt, is schrikken. Het chronische karakter van de aandoening en de onvoorspelbaarheid van het verloop, zijn in tegenspraak met wat we nu juist waarderen in onze maatschappij. Wij willen de zaak onder controle hebben, weten wat we kunnen verwachten en problemen snel oplossen. Soms zijn mensen in eerste instantie opgelucht als ze horen dat er een ziekte is die een verklaring vormt voor klachten die niet bij elkaar leken te horen. Toch krijgen ook zij en hun familieleden te maken met allerlei emoties als zij proberen om de gevolgen te overzien en zich aan te passen aan de aanwezigheid van MS in hun leven. Hoe reageren jonge kinderen op de diagnose MS? Hoe je kind reageert op de diagnose MS, hangt mede af van de leeftijd. Bijna alle kinderen kijken naar hun ouders. Als papa en mama bang zijn, zijn kinderen ook bang. Als papa en mama zich zorgen maken, zijn kinderen ook bezorgt. Kinderen hebben er behoefte aan om te weten dat zij het goed doen en dat wij voor hen zorgen. pagina 32 pagina 33 pagina 33 KINDEREN EN MS Jonge kinderen denken heel concreet: zij leven op dit moment en drukken meestal geen angst uit voor de toekomst. Je kunt je kind helpen bij het omgaan met MS door: • te vertellen over MS op een manier die voor je kind begrijpelijk is. Beantwoord de vragen van je kind op een praktische manier en vertel daarbij niet meer dan je kind op dat moment kan bevatten. • te letten op gedragsveranderingen waaruit blijkt dat je kind het moeilijk heeft: • je kind wil bijvoorbeeld niet meer naar school, kan zich niet concentreren, slaapt slecht of is ongewoon agressief. Dat zijn allemaal tekenen van stress die vragen om aandacht en begrip. • of je kind vertoont zogenaamd regressief gedrag, zoals duimzuigen, bedplassen en driftbuien. Als dit soort gedrag terugkeert bij een kind die dit al lang achter zich heeft gelaten, is het een teken van stress. Omdat kinderen zelf vaak niet weten hoe ze moeten omgaan met hun ziekte, soms zelfs niet weten hoe ze erover kunnen praten, hebben zij de hulp van ouders nodig om hun emoties te uiten en te verwerken. Luister zorgvuldig naar wat je kind zegt — en niet zegt — en zoek naar manieren om pagina 34 4. Emotionele reacties op de diagnose MS je kind te laten vertellen wat het voelt en denkt. De angst een stem geven, is een manier om minder bang te zijn, en helpt ervoor om te zorgen dat je kind zich veilig voelt. Hoe reageren oudere kinderen op de diagnose MS? De reacties van oudere kinderen lijken vaak op die van jongere kinderen. Ook oudere kinderen willen weten dat zij gewaardeerd worden en dat wij voor hen zullen zorgen. Ook zij hebben vaak niet door wat de gevolgen van MS zijn. Ook zij kunnen angstig zijn en wel of niet weten hoe ze hun angst moeten uiten. Oudere kinderen zullen beter begrijpen wat MS inhoud, maar daardoor stijgt mogelijk ook de angst voor de toekomst. Net zoals jongere kinderen, kijken oudere kinderen naar de reacties van hun ouders. Als ouders bang zijn, zijn zij het ook. Eerlijk met elkaar praten, je kind ondersteunen en liefhebben, helpt bij het omgaan met MS en schept vertrouwen bij je kind voor de toekomst. Oudere kinderen hebben er soms behoefte aan om zich terug te trekken. Let op tekenen van depressie wanneer je kind zich meer terugtrekt dan normaal. Depressie (zie ook hoofdstuk 3 onder Depressie en verandering in emotionele gevoelens) komt vaak voor bij mensen met MS. Bij volwassenen is het is soms moeilijk om een depressie te herkennen. Sommige van de symptomen voor depressie komen ook vaak voor bij MS, bijvoorbeeld vermoeid- heid, gebrek aan energie, geleidelijk slechter gaan slapen, niet goed kunnen denken, zich niet kunnen concentreren en zich nutteloos voelen. Bij oudere kinderen is het soms nog moeilijker om een depressie te herkennen dan bij volwassenen. Oudere kinderen kunnen hun gevoelens thuis en op school naar buiten brengen in plaats van zich terug te trekken of een verdrietige of neerslachtige indruk te maken. Broertjes en zusjes Een broertje of zusje van een kind dat de diagnose MS krijgt, kan — zoals alle andere familieleden — een reeks van emoties door zich heen voelen gaan, bijvoorbeeld: • Angst voor de toekomst — Wat gaat er met ons gezin gebeuren? Krijg ik ook MS? Hoe gaat het nu verder met mijn broertje (zusje)? • Boosheid — Waarom gebeurt dit nu juist bij ons? Waarom overkomt dat mij? Het is niet eerlijk …alles is hier veranderd … niemand heeft nog aandacht voor mij. Waarom zijn papa en mama zo van streek? • Verdriet — Zal alles ooit weer als vroeger worden? Mijn broertje (zusje) gaat niet meer met mij om zoals vroeger. Papa en mama zijn steeds zo verdrietig. • Schuld — Heb ik iets gedaan waardoor dit is gebeurd? Waarom ben ik zo boos? pagina 35 Een broertje of zusje kan zich verontwaardigd voelen omdat het minder aandacht krijgt van papa en mama, en zich schuldig voelen over deze verontwaardiging. Net zoals voor het kind dat gehoord heeft dat het MS heeft, bepalen ouders óók bij het broertje of zusje de emotionele toon. Het kan helpen om vragen van het broertje of zusje op een aan de leeftijd aangepaste manier te beantwoorden, en om hem of haar te betrekken in het gesprek over MS. Laten weten dat je zelf ook beseft dat je soms erg afgeleid bent en geen aandacht voor dit kind hebt, kan ook helpen. Het broertje of zusje is vaak heel zwijgzaam over zijn of haar gevoelens, terwijl het juist extra aandacht nodig heeft om zich te uiten. Probeer om — voor zover je dat kan opbrengen — extra tijd met het broertje of zusje door te brengen. Knuffel het eens extra en doe ook dingen (of praat over zaken) die helemaal niets te maken hebben met MS. Dat zal iedereen goed doen. Ouders hebben hun eigen gevoelens Ouders worden overspoeld met emoties. Die emoties komen overeen met die van hun kinderen. Hun gevoelens zijn echter intenser en gaan gepaard met een grotere kennis over MS en meer begrip voor de situatie. Angst, boosheid, verdriet, en zorg zijn emoties die bij iedere ouder bovenkomen als de gezondheid en veiligheid van hun kind in gevaar zijn. Veel ouders voelen zich ook schuldig en vragen zich af wat ze verkeerd hebben gedaan. KINDEREN EN MS Door onzekerheid over de oorzaak van MS kunnen de schuldgevoelens verergeren. Zij zoeken naar een fout of een verzuim als mogelijke verklaring voor de ziekte. Ouders voelen zich ook hulpeloos en zijn bang voor problemen die ze niet kunnen oplossen. Meestal is het voor het eerst dat er in het leven van hun kind iets gebeurd dat ze niet ‘weg kunnen kussen’. Ouders voelen zich vaak in de steek gelaten, vooral in hun contacten met de school en medische instellingen. Het gebrek aan kennis over MS bij kinderen bij het algemene publiek, verhoogt hun gevoel van geïsoleerdheid. Dat maakt het omgaan met de diagnose nog moeilijker. Liefhebbende en goedbedoelende familieleden (vooral grootouders) en vrienden maken het soms nog moeilijker als ze bij de ouders erop aan- pagina 36 4. Emotionele reacties op de diagnose MS dringen om iedere kans op ‘genezing’ te grijpen die wordt gepromoot in het nieuws of op internet. Laat hen weten welke hulp en ondersteuning je wel en niet nodig hebt — daar zijn zowel zij als jijzelf mee geholpen. Goed nieuws De menselijke geest is opmerkelijk veerkrachtig. Bij tegenslag kan het goed gaan met het gezin — de gezinsleden zetten hun mogelijkheden en die van de mensen in de omgeving op een rijtje. Voorbeelden van manieren waarop andere gezinnen het hoofd boden aan de problemen bij MS zijn: • hulp zoeken. Gezinnen die hulp zoeken en gebruiken, kunnen de dagelijkse problemen bij MS beter bestrijden dan gezinnen die dat niet doen. Dat geldt trouwens voor iedereen: mensen hebben meer succes als ze verbonden zijn met anderen die hen begrijpen en ondersteunen. • bevorderen van het open en eerlijk met elkaar omgaan. Dit houdt meer in dan niet liegen. Het gaat om praten over gevoelens die pijn doen, ook al is het hard. Het gaat om luisteren naar elkaar en niet alleen de woorden horen. Het gaat om toestaan dat gevoelens naar buiten komen en om het aanmoedigen tot blijven praten. • blijven hopen. Hoop doet leven is een uitdrukking die duidelijk maakt dat hoop ons de moed geeft om door te gaan. Als de wanhoop nabij is, kan hoop een reddingslijn zijn. Het fantastische van hoop is, dat het aanstekelijk werkt. pagina 37 Als je jezelf hopeloos voelt, zoek dan iemand die optimistisch is. • steun zoeken in het geloof. Geloof kan steun bieden in moeilijke situaties. Leven met een religieuze overtuiging versterkt andere positieve eigenschappen zoals: zich verbonden voelen met andere mensen, een positief zelfbeeld hebben, en optimistisch zijn voor de toekomst. Leven met MS is moeilijk, beangstigend, vermoeiend en teleurstellend. Maar toch, er is ook goed nieuws. Het onderzoek naar de oorzaken van MS en behandelingen is hoopvol. Bij het Nationaal MS Fonds vind je collega-ouders (lotgenoten) die zelf een kind hebben met MS. Zij kunnen jou en je kind ondersteunen in een leven met MS. KINDEREN EN MS NATIONAAL MS FONDS 5.Leren omgaan met MS W e beginnen dit hoofdstuk met een voorbeeld, waarin moeder Anita vertelt over haar zevenjarige dochter Mikki. Mikki kreeg klachten toen zij vier jaar oud was. De diagnose MS werd gesteld toen Mikki vijf was. Hoe gaat het met haar op school? Heeft ze vriendjes en vriendinnetjes en kan ze meedoen met de gymles? Het verhaal van Mikki MS betekent voor Mikki dat ze af en toe ‘ziek’ is, niet goed kan zien, geen lange afstanden kan lopen en soms incontinent is voor ontlasting. Ze is ook snel moe, maar daar wil ze zelf niets van weten. Ze wil gewoon meedoen met de andere kinderen. Haar ouders moeten af en toe ingrijpen om oververmoeidheid te voorkomen. Regelmatig zijn er perioden waarin haar symptomen tijdelijk verergeren. Maar als Mikki niet ‘ziek’ is, is het een vrolijk kind. Een beetje anders dan de anderen, want ze gebruikt bijvoorbeeld hulpmiddelen. Haar vriendinnen vinden dat heel gewoon. pagina 38 pagina 39 pagina 39 KINDEREN EN MS Vriendjes en vriendinnetjes “Wij hebben altijd zo veel mogelijk informatie verstrekt aan de school en de ouders van andere kinderen”, vertelt Mikki’s moeder Anita. We vinden het belangrijk dat iedereen weet waarom Mikki soms niet op school kan zijn en waarom er aanpassingen in de klas voor haar nodig zijn. We willen ook ‘indianenverhalen’ voorkomen. De één weet dit en de ander vertelt dat en voordat je het weet is er een verhaal ontstaan waarvan niets klopt. Mikki volgt nu speciaal onderwijs, maar hiervoor zat ze op de reguliere basisschool. We gaven aan het begin van elk schooljaar de ouders van de kinderen in haar groep een brief mee. Deze kinderen kwamen thuis met verhalen en vragen over Mikki. Wij vonden dat de ouders het beste konden bepalen wat hun kind aankon en op welke manier ze aan hun kind konden uitleggen wat er met Mikki aan de hand was. In die brief legden wij uit wat MS is, wat ze kunnen verwachten en waar ze rekening mee moeten houden als Mikki komt spelen, en waarvoor de aanpassingen in de klas dienen — Mikki heeft bijvoorbeeld een speciale schuine tafel en zij gebruikt een loep. Ook als de situatie veranderde, gaven wij dit door aan de ouders via een brief. Zo konden wij vertellen wat we kwijt wilden en door de openheid is het voor ouders ook eenvoudig om naar ons toe te komen met vragen. pagina 40 5. Leren omgaan met MS De betrokkenheid is groot. Dat laatste is vooral belangrijk als Mikki in het ziekenhuis ligt of thuis moet blijven omdat naar school gaan even niet gaat. Mikki krijgt altijd veel bezoek van kinderen uit haar klas die samen met hun ouders even langs komen. Voor Mikki zijn deze vriendschappen heel fijn. Omdat de kinderen haar ook zien als het minder met haar gaat, passen ze altijd goed op haar. Onze ervaring is dat hierdoor het begrip bij haar klasgenootjes heel groot is: Mikki is Mikki en haar hulpmiddelen horen er gewoon bij. Omdat Mikki een beperkt zicht heeft, hebben wij bij Visio (instituut voor Blinden en Slechtzienden) een speciale bril geleend. Als je die opzet, zie je hetzelfde als Mikki. Alle kinderen in haar groep hebben door deze bril gekeken en dat maakte diepe indruk.” Gymles “Wij hebben voor Mikki een ‘rugzakje’ aangevraagd (zie hoofdstuk 7: wetten en regelingen voor kinderen met een beperking). Met dit extra geld is een onderwijsassistente aangetrokken die met name voor Mikki bij de gymles van groot belang was. Omdat ze problemen heeft met haar evenwicht en maar beperkt zicht heeft, was bij de gymles een één op één situatie nodig. Ook is het belangrijk om bij het gymmen voor Mikki contrasten te gebruiken, bijvoorbeeld een felgekleurde bal bij een balspel, of verschillende kleuren banken en matten bij het uitzetten van een parcours. Ook goede gymschoenen zijn belangrijk — dus geen balletschoentjes — voor meer grip.” Het is echt niet nodig om te stoppen met sporten bij MS, zolang het kind hieraan plezier beleeft en geen pijn heeft. Het is juist goed om te bewegen en de sociale contacten zijn een groot bijkomend voordeel. Wel is het belangrijk om de sportvereniging/trainer goed op de hoogte te houden van ontwikkelingen: vergeet het niet om het te melden wanneer het slechter gaat met het kind. De trainer kan dan een extra oogje in het zeil houden. Speciaal onderwijs “Uiteindelijk hebben we toch gekozen voor speciaal onderwijs. Mikki had het ontzettend naar haar zin op de reguliere basisschool, maar het tempo werd te hoog. Mikki wilde alles af hebben, net als alle kinderen. Dat was zo vermoeiend voor haar, dat ze na school nauwelijks nog puf had om te spelen, en het hele weekend nodig had om bij te komen. Ook het feit dat ze ‘anders’ was dan de andere kinderen, was voor haarzelf — knap als je nog maar zeven jaar oud bent — een reden om naar een school te willen waarop allemaal ‘zieke’ kinderen zaten. Natuurlijk was het een moeilijke beslissing en mist ze de kinderen van haar oude school heel erg, maar de rust op haar nieuwe school is belangrijk. Het aantal kinderen in de groep is klein en ze volgt haar eigen programma. Ook fysiotherapie is mogelijk op school en pagina 41 hoeft dus niet meer na schooltijd. Als er één ding is waarvan we geleerd hebben dat het belangrijk is bij MS, dan is het wel dat we stress en vermoeidheid zoveel mogelijk buiten de deur moeten houden! Mikki speelt nog veel met de kinderen uit haar oude klas. Zij doet daar zelf ook veel moeite voor. Ze belt haar vriendinnetjes op om te vragen of ze willen komen spelen of ze gaat bij hen spelen. Ook als Mikki leuke uitnodigingen krijgt — omdat ze ziek is — nemen we vaak een vriendinnetje mee en die vinden dat natuurlijk ontzettend leuk. Mikki kreeg bijvoorbeeld een opkikkerdag aangeboden van stichting de Opkikker. Mikki mocht toen samen met haar hele klas pepernoten komen bakken bij de plaatselijke supermarkt die over een eigen bakkerij beschikt. Op die manier hadden de kinderen uit haar klas ook een leuke dag. Zo zijn er heel veel manieren te bedenken om klasgenoten/vriendinnetjes heel dicht betrokken te houden bij je kind.” Uit bovenstaand verhaal blijkt dat het dagelijkse leven met een kind dat MS heeft, soms moeilijk is. De problemen variëren en hangen samen met de leeftijd van je kind. Oudere en jongere kinderen verschillen van elkaar in hun relaties met de buitenwereld, in het niveau waarop ze zichzelf bewust zijn van hun ziekte, en in de eisen die hun opvoeding naar volwassenheid en het aanpassen aan de ziekte aan hen stelt. KINDEREN EN MS Doktors, verpleegsters en andere medische hulpverleners Leren om aangenaam te leven met MS hangt — in ieder geval voor een deel — af van een goede relatie met de medische hulpverleners die je kind behandelen. Jij en je kind moeten goed kunnen overleggen met hen. Afhankelijk van de leeftijd van je kind sta je als ouder voor de moeilijke taak om zowel de zorgverlener te helpen om te begrijpen wat er in je kind omgaat, als je kind te helpen om te begrijpen wat de hulpverlener zegt en doet. De meeste mensen voelen zich niet erg op hun gemak in de spreekkamer van een dokter. Jonge kinderen kunnen bang zijn voor medisch onderzoek omdat ze de dokters en verpleegsters niet vertrouwen. Als je zelf kalm en ontspannen blijft, ondanks de angst die je misschien voelt, dan helpt dat je kind om zich meer op zijn/haar gemak te voelen. Probeer zoveel mogelijk vooraf uit te zoeken wat er gaat gebeuren tijdens een afspraak op het spreekuur of een medisch onderzoek. Dan kun je er van te voren met je kind erover praten en te veel verrassingen voorkomen. Oudere kinderen kunnen ook bang zijn, maar toch zullen zij geleidelijk aan zelfstandig naar de dokter gaan. Vooral kinderen die een goede relatie met de dokter en/of verpleegster hebben ontwikkeld, willen misschien liever geen vader of moeder erbij hebben als ze onderzocht worden en praten met de hulpverlener. Het pagina 42 5. Leren omgaan met MS kan zijn dat je dit heel moeilijk vindt, omdat je bezorgd bent en graag alles wilt horen wat de zorgverlener vertelt. Je moet echter de wens voor privacy en onafhankelijkheid van je kind respecteren. Het beste is om afspraken te maken tussen jezelf, de dokter en je kind, met erkenning van de wens voor privacy en zelfstandigheid van je kind. Duidelijk moet zijn dat belangrijke medische beslissingen gezamenlijk (met zijn drieën) worden genomen. Bij jongeren van achttien jaar en ouder heeft de dokter in de eerste plaats een relatie met hen en niet met de ouders. Het is ook aan de jongere om te beslissen over medische ingrepen. De dokter zal de ouders er alleen bij halen als de jongere daarmee instemt. Oudere kinderen uiten soms hun zorgen over ouders, andere familieleden of vrienden. Zij maken zich vaak ongerust over belangrijke mensen in hun leven en willen hen niet tot last zijn. Ze zijn daarom niet eerlijk over dingen die hen dwars zitten of over lichamelijke ongemakken (bijvoorbeeld door nieuwe symptomen). Zorg ervoor dat je kind zonodig even alleen is met de medische hulpverlener. Je geeft het daarmee een kans om te praten over dingen die ze niet aan jou willen vertellen, omdat ze bang zijn dat jij je daarover zorgen gaat maken. Je kunt daarna weer terugkomen om samen met je kind en de hulpverlener de details van de visite en de plannen voor behandeling te bespreken. Kinderen tot twaalf jaar Kinderen ontwikkelen zich zowel sociaal en emotioneel als intellectueel. Als kleuters beginnen ze aan de basisschool, zij krijgen vriendjes, leren te geven en te nemen in groepsverband, en ontwikkelen hechte relaties met familieleden. De zelfdiscipline groeit, ze worden zelfstandiger en willen presteren. Bouwend op een stevige fundering van vertrouwen en met een natuurlijke neiging om anderen een plezier te doen, beginnen zij te zoeken naar een plaats in de ‘wijde’ wereld. Vrienden worden steeds belangrijker en beïnvloeden het zelfbeeld van het kind. ‘Erbij horen’ is belangrijk, vooral voor oudere kinderen, maar ook al voor jongeren onder de twaalf jaar. Kinderen onder de twaalf jaar beginnen al begrip te krijgen voor culturele waarden en, hoewel in mindere mate dan de kinderen boven de twaalf jaar, zich zorgen te maken over wat de maatschappij als wenselijk beschouwt. Je kind helpen met het geven van een plaats in zijn leven aan de indringer MS, betekent je kind helpen: • om te begrijpen wat er gebeurt • om zijn/haar emoties, zorgen en vragen te uiten • en om door te gaan met zijn ontwikkeling. Alles wat mogelijk is, moet worden ingezet om te zorgen dat het normale ‘werk’ voor het kind kan doorgaan met zo min mogelijk onderbrekingen. Een goede samenwerking tussen ouders, pagina 43 school en medische hulpverleners kan daarbij helpen. Kinderen van twaalf jaar en ouder Leren leven met MS kan voor oudere kinderen nog ingewikkelder zijn dan voor jongere kinderen. Zij zijn bezig om zich los te maken van hun familie. Ze maken een proces door waarbij zij steeds meer op zichzelf vertrouwen. Zij worden onafhankelijk en vormen hun eigen persoonlijkheid. Ze winnen aan vermogen om na te denken over kansen, en om weloverwogen beslissingen te nemen. Voor kinderen die bezig zijn naar de rand van het ouderlijke nest te gaan, wordt het ontdekken van zichzelf een belangrijke taak. Wie ben ik? Wat denk ik? Wat vind ik? Waar wil ik naar toe? En de belangrijkste vraag: waar hoor ik thuis? Horen dat je MS hebt, maakt het beantwoorden van dergelijke vragen extra ingewikkeld. De wens voor onafhankelijkheid botst met de kans op afhankelijkheid door de MS. De jaren tussen twaalf en twintig kunnen we onderverdelen in vroeg (12 tot 15 jaar), midden (15 tot 17 jaar), en laat (17 tot 20 jaar). Ieder kind is natuurlijk uniek, maar er zijn gemeenschappelijke kwesties die te maken hebben met de ontwikkeling in deze leeftijdsgroepen. KINDEREN EN MS • Vroeg (12 tot 15 jaar) De groei naar onafhankelijkheid begint. De invloed van leeftijdsgenoten stijgt naarmate het kind zich minder afhankelijk maakt van de familie, en steun zoekt bij vrienden om zichzelf te bevestigen. Voor kinderen in deze leeftijdsgroep geldt dat ze zich goed voelen als ze mee kunnen doen. Hun zelfbeeld berust op de mate waarin zij passen bij de culturele boodschappen. Deze leeftijdsgroep is heel gevoelig voor reclame over wat ‘cool’ is en wat niet. ‘Erbij horen’ wordt steeds belangrijker. • Midden (15 tot 17 jaar) Op hun weg naar onafhankelijkheid ontrekken de kinderen zich steeds meer aan de invloed van hun ouders. Zij idealiseren hun ouders niet meer. Ze krijgen een meer realistisch beeld van zowel ouders als andere volwassenen. In de groei naar zelfstandigheid kunnen conflicten ontstaan; ze zijn kwetsbaar voor de druk van leeftijdsgenoten en culturele boodschappen. Hun zelfbeeld ontwikkelt zich verder door na te denken over de manier waarop ze ‘meedoen’ en de indruk die ze maken op anderen. Kinderen in deze leeftijdgroep willen beslist niet ‘anders’ zijn. Vaak maken zij zich zorgen om hun seksuele aantrekkingskracht als de interesse in afspraakjes met het andere geslacht groeit. Het concrete denken neemt af als het vermogen om abstract te redeneren stijgt. • Laat (17 tot 20 jaar) Zelfstandig worden, blijft het belangrijkste doel. pagina 44 NATIONAAL MS FONDS De vorming van de eigen persoonlijkheid gaat door. De jongeren in deze leeftijdsgroep hebben vaak al een zelfbeeld ontwikkeld dat zich minder eenvoudig laat beïnvloeden door de cultuur. Zij weten beter wie ze zijn en wat ze willen. Leeftijdsgenoten blijven belangrijk. Velen beleven hun eerste serieuze relatie. Hun hersenen zijn verder ontwikkeld. Daardoor kunnen jongeren in deze leeftijdsgroep beter hun impulsen controleren, beloningen uitstellen, zien waar kansen zijn, en plannen maken voor de toekomst. Terugkijkend op hun leven van de middelbare school, voelen ze vaak een mix van opwinding en angst. Oude twijfels over zichzelf komen soms tijdelijk weer aan de oppervlakte, maar kunnen ze meestal ook zelf hanteren. De reis naar volwassenheid is er een van uitproberen van nieuwe identiteiten. De ‘ik’ van nu is slechts een van de mogelijke ‘ikken ’die er zijn. Het is de tijd waarin alles nog kan. Die tijd kan verwarrend of beangstigd zijn, relatief glad of turbulent verlopen. Met de belofte van zelfstandigheid in het verschiet, is de dreiging van afhankelijkheid door een chronische zieke erg hard. Reacties van oudere kinderen op MS Oudere kinderen willen meestal zijn zoals hun leeftijdgenoten. De diagnose MS brengt die wens in gevaar. Van nature zijn ze geneigd om te geloven dat ze onoverwinnelijk zijn. pagina 45 KINDEREN EN MS 5. Leren omgaan met MS Het is moeilijk voor een ouder kind met MS om de grenzen van het lichaam te accepteren. De vermoeidheid kan enorm zijn en is vaak onvoorspelbaar. Urenlang studeren of uitgaan met vrienden kan een prijs vergen in de daaropvolgende dagen. In de laatste jaren van hun middelbare schooltijd kunnen zij zich bezorgd voelen over hun toekomst. Kan ik naar het hoger onderwijs, de universiteit, of een beroepsopleiding volgen? Kan ik een zelfstandig leven leiden? Vragen die we ons allemaal op die leeftijd stellen, maar die voor jongeren met MS zeer moeilijk kunnen zijn. Oudere kinderen onttrekken zich aan hun ouders en praten minder over wat er gebeurd. Dit kan nog extra gelden voor oudere kinderen met MS. Om zich geliefd te voelen en te zijn zoals iedereen, kan het op de korte termijn zin hebben om MS te ontkennen. Oudere kinderen voelen zich vaak aangetrokken tot mensen die zijn zoals zijzelf zouden willen zijn. Ze weigeren om ook maar aan iemand te vertellen dat ze MS hebben. Door deze begrijpelijke angst, en een gevoel van bedrogen te zijn door het leven, kunnen zij zich terugtrekken van vrienden en familie en depressief worden. In hoeverre oudere kinderen hun emoties kunnen verwoorden, is afhankelijk van de leeftijd. Twaalf- tot vijftienjarigen zijn zich nog onvoldoende bewust van hun gevoelens en hebben hulp nodig om te praten over wat hen dwars zit. Vijftien- tot zeventienjarigen pagina 46 pagina 47 drukken hun gevoelens al beter uit, maar kunnen terughoudend zijn in de gesprekken met hun ouders. Hoe peil je de reacties van een ouder kind? Het is niet eenvoudig, maar wel mogelijk, om typisch ‘pubergedrag’ te onderscheiden van reacties op MS. Luister zorgvuldig naar wat je kind vertelt. Let op tekenen van depressie, zoals zich hopeloos voelen, nergens plezier in hebben, nergens belangstelling voor tonen, of iedere nacht slecht slapen. Ook problemen met het concentreren, het nemen van beslissingen, gewichtsverlies of juist dikker worden, en het gevoel waardeloos te zijn, zijn tekenen waarop je moet letten. Help je kind om te praten over die gevoelens. Vaak ontstaan gesprekken hierover in de auto, als je ergens lang moet wachten, een moment dat je kind geneigd is meer te praten. Een favoriete leraar op school, een pastoor of dominee, kunnen ook een bron van steun zijn voor je opgroeiende puber. Of misschien vind je kind via het Nationaal MS Fonds een maatje met MS. KINDEREN EN MS NATIONAAL MS FONDS 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen B ij cognitie gaat het over de zogenoemde ‘hogere’ functies van de menselijke hersenen. Met hogere functies bedoelen we de intellectuele taken zoals: • • • • • • taal begrijpen en gebruiken ruimtelijk inzicht rekenen zich concentreren en zonodig de aandacht verdelen over meerdere taken (informatie verwerken) leren en informatie onthouden (geheugen) ingewikkelde taken uitvoeren zoals organiseren, plannen maken, besluiten nemen en problemen oplossen (uitvoerende en leidinggevende taken). Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de volwassenen met MS last heeft van lichte of meer ernstige cognitieve veranderingen. Cognitieve veranderingen kunnen ook zo gering zijn dat ze in het dagelijkse leven niet worden opgemerkt. Daardoor duurt het soms lang voordat de patiënt zelf, de familieleden of de medische zorgverleners de cognitieve veranderingen opmerken. pagina 48 pagina 49 pagina 49 KINDEREN EN MS 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen Meestal leiden cognitieve veranderingen tot problemen met het geheugen, de aandacht, de denksnelheid (informatieverwerking) of het spreken. Soms zijn het redeneren, het vermogen om plannen te maken of het ruimtelijke inzicht ook afgenomen. gen bij kinderen even vaak voorkomen als bij volwassenen. Het is niet zo dat alle kinderen en volwassenen cognitieve problemen ondervinden. Sommige kinderen en volwassenen hebben nooit cognitieve problemen, andere wel. De ernst varieert van licht tot ernstig. Op dit moment is er nog weinig bekend over cognitieve veranderingen bij kinderen. Gelukkig wordt hiernaar wel onderzoek gedaan, want het is belangrijk om hier meer van te begrijpen. Sommige doktoren veronderstellen dat kinderen heel kwetsbaar zijn voor cognitieve veranderingen. Hun hersenen zijn nog in ontwikkeling. De ontwikkeling van de beschermende laag witte stof (myeline) rondom de zenuwuitlopers begint al voor de geboorte. Die ontwikkeling gaat door tot in de volwassenheid. MS veroorzaakt ontstekingen in de witte stof, verbreekt de bloed-hersenbarrière en breekt de witte stof af. (Nb: De bloedhersenbarrière verhindert dat schadelijke stoffen vanuit het bloed naar de hersenen gaan). MS kan de normale ontwikkeling van de beschermende laag onderbreken. Kinderen met MS zouden hierdoor gevoeliger zijn voor cognitieve veranderingen dan volwassenen. Andere doktoren denken juist dat cognitieve veranderingen minder ernstig zijn bij kinderen. Toekomstig onderzoek zal ons helpen om deze kwestie op te lossen. De ernst van de cognitieve problemen is slechts in geringe mate gerelateerd aan de ernst van de lichamelijke handicaps. Met andere woorden: iemand met ernstige cognitieve stoornissen hoeft geen lichamelijke handicaps te hebben, en iemand zonder of met lichte cognitieve stoornissen kan ernstig lichamelijk gehandicapt zijn. Cognitieve stoornissen kunnen ook het éérste symptoom van MS zijn. Tot nu toe blijkt uit de ervaringen van de doktoren dat cognitieve veranderinpagina 50 Aandacht en informatieverwerking De aandacht houden bij eenvoudige taken, zoals het even onthouden van een telefoonnummer, vormt geen probleem voor kinderen of volwassenen met cognitieve veranderingen die door MS zijn veroorzaakt. Als de taak ingewikkelder wordt, kunnen wel problemen ontstaan. Je merkt bijvoorbeeld niets van verlies van aandacht als je met het kind een gesprek voert in een rustige kamer. Helaas is de wereld meestal ingewikkelder. In de klas is het vaak druk en zijn er veel zaken die de aandacht afleiden. Kinderen met MS kunnen in problemen komen als ze hun aandacht ergens bij moeten houden in een drukke omgeving. Bij die problemen kunnen ook problemen met het werkgeheugen een rol spelen. In het werkgeheugen zit de informatie die nodig is voor de taak waarmee je op dat moment bezig bent. Het werkgeheugen gebruik je bijvoorbeeld bij het rekenen als je even een getal moet onthouden. Je hebt het werkgeheugen vooral nodig bij taken waarbij je verschillende dingen tegelijk of in de juiste volgorde moet doen. Soms is ook de snelheid van het verwerken van informatie vertraagd. Iemand moet dan langer nadenken voor een antwoord. MS-patiënten kunnen snel vermoeid raken (zowel lichamelijk als geestelijk) als ze taken moeten uitvoeren die veel vergen. Door deze vermoeidheid kan het extra moeilijk zijn om de aandacht erbij te houden. Ook andere cognitieve stoornissen kunnen verergeren bij vermoeidheid. Geheugen De meest voorkomende klacht bij kinderen met cognitieve veranderingen zijn problemen met het geheugen. Dat komt enerzijds omdat geheugenproblemen snel opvallen. Anderzijds komt een kind met geheugenproblemen ook snel in moeilijkheden. Deze kinderen vinden het bijvoorbeeld moeilijk om te onthouden waarover een gesprek ging. Ze vergeten om huishoudelijke karweitjes te doen. Ze kunnen zich niet meer herinneren waarover de les op school ging. Ze vergeten hun huiswerk te maken. Het is belangrijk om op te merken dat aandacht hierbij ook een belangrijke rol speelt. Kinderen die hun aandacht er niet bij kunnen houden, leren slecht en hebben problemen pagina 51 met het opslaan van informatie. Ze zeggen dan dat ze het niet kunnen onthouden (dus geheugenproblemen hebben). Neuropsychologen zijn specialisten op het gebied van cognitie. Zij beschouwen leren als een proces dat kan worden opgedeeld in drie stappen: • • • opnemen en verwerken van informatie opslaan van informatie in het geheugen om het later weer te kunnen gebruiken. ophalen van informatie uit het geheugen op een later tijdstip. Kinderen met geheugenproblemen kunnen één, twee of alle drie de stappen niet goed uitvoeren. Ze kunnen dus problemen hebben met het opnemen en verwerken van informatie (leren), en/of er minder van onthouden als leeftijdsgenoten, en/of moeten bij het ophalen van informatie uit hun geheugen altijd gebruik maken van geheugensteuntjes (ezelsbruggetjes). Kinderen kunnen zowel verbale als visuele geheugenproblemen hebben. Bij verbale geheugenproblemen kunnen ze niet onthouden wat er gezegd is, bijvoorbeeld wat er in de les op school verteld is. Bij visuele geheugenproblemen vergeten ze wat ze gezien hebben. Ze weten bijvoorbeeld niet meer waar ze hun schoolboeken hebben neergelegd, of ze verdwalen heel snel, vooral als ze in een onbekend gebied zijn. KINDEREN EN MS Met dit laatste moet je bijvoorbeeld rekening houden bij oudere kinderen die hun rijbewijs gaan halen. Taal Taalproblemen zijn zowel bij kinderen als volwassenen met MS meestal gering. Als er problemen zijn, gaan ze vaak samen met een daling in de snelheid van informatieverwerking. Het gaat dan vooral om een trage spreeksnelheid. Het kind spreekt langzamer dan vroeger. Soms zijn er ook woordvindingsproblemen. Een pagina 52 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen woord ligt als het ware op ‘het puntje van de tong’, maar toch lukt het niet om het te gebruiken. Kinderen en volwassenen die hiermee problemen hebben, zijn geneigd om (foute) woorden te gebruiken die op een of andere manier horen bij het gezochte woord, bijvoorbeeld broer in plaats van zus. Een andere oplossing die mensen met woordvindingsproblemen gebruiken, is eromheen draaien door de betekenis van het gezochte woord te omschrijven. Ze gebruiken dan veel woorden om iets te vertellen wat in een of twee woorden gezegd kan worden. Dit taalgebruik kan verwarring en irritatie opwekken bij anderen. Ruimtelijk inzicht Met ruimtelijk inzicht wordt niet bedoeld dat je iets goed ziet (stoornissen van het zien kan je eventueel corrigeren met een bril). Bij ruimtelijk inzicht hebben we het over het verwerken van wat je ziet in je hersenen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het schat- pagina 53 ten van hoeken en afstanden, over het begrijpen of voorwerpen wel of niet bij elkaar horen, of hoe ze met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Wanneer het aan ruimtelijk inzicht ontbreekt, heb je problemen met het lezen van kaarten, tekenen, en/of iets bouwen. Naar ruimtelijk inzicht bij kinderen is geen uitgebreid onderzoek gedaan. KINDEREN EN MS Motorische functies De motorische functies vallen niet onder de cognitieve stoornissen. Onder de motorisch functies valt alles wat met het bewegen te maken heeft. Als iemand door MS slecht gaat lopen, dan is dat duidelijk. Minder opvallend zijn echter de afwijkingen die MS kan veroorzaken in de fijne motoriek (kleine bewegingen). De fijne motoriek kan bijvoorbeeld heel langzaam worden, of het kind krijgt last van tremoren (beven). Daardoor kan het kind problemen krijgen met het uitvoeren van bepaalde taken. Het handschrift gaat achteruit. Er kunnen ook problemen ontstaan met hobby’s, zoals modelbouwen, en bij sporten waarbij de fijne motoriek wordt gebruikt. 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen Het is belangrijk om in gedachten te houden dat hoewel iedereen met MS (kind of volwassen) één of meer van de hierboven beschreven cognitieve veranderen kan krijgen, de meeste MS-patiënten er helemaal niets van merken, of ze hebben slechts geringe klachten op een of twee gebieden. De sleutel in het omgaan met cognitieve stoornissen is het herkennen van de veranderingen zodra ze optreden, en vervolgens ervoor zorgen dat ze het dagelijkse leven zo min mogelijk beïnvloeden. Antwoorden op veelgestelde vragen Hoe is het beloop van cognitieve symptomen? Cognitieve symptomen kunnen net zoals andere MS-symptomen fluctueren. Ze verergeren tijdens een aanval. Na de aanval treedt meestal weer herstel op. Soms is er geen herstel en blijven de cognitieve symptomen bestaan. Het is bekend dat een behandeling met corticosteroïden tijdens een aanval de cognitie kan beïnvloeden. Problemen met de concentratie en het geheugen komen bijvoorbeeld vaak voor tijdens een behandeling met corticosteroïden. Wees echter gerust, deze problemen zijn een tijdelijke bijwerking van de behandeling. Ze nemen weer af zodra de behandeling is gestopt. Helaas is op dit moment nog niet duidelijk in hoeverre cognitieve symptomen progressief verlopen (geleidelijk verergeren). Er zijn wel patiënten bekend bij wie in korte tijd (minder dan één jaar) de cognitieve symptomen progressief verergerden. Meestal hangt de progressie van MS-symptomen samen met een aantal omstandigheden, zoals de tijd die verstreken is na de diagnose en de ernst van de MS. De ernst van MS wordt bepaald door het aantal aanvallen dat iemand heeft gehad en de snelheid waarmee aanvallen terugkeren, het aantal door MS veroorzaak- pagina 54 pagina 55 te afwijkingen op MRI, en de plaatsen in het centrale zenuwstelsel waar de afwijkingen zich bevinden. De beste manier om verslechtering van symptomen — inclusief cognitieve symptomen — te verhinderen, is zorgen dat er zo min mogelijk aanvallen zijn. De hiervoor beschikbare remmende medicijnen zijn beschreven in hoofdstuk 2 onder ‘Het ziekteproces vertragen’. Krijgt mijn kind een neuropsychogisch onderzoek? Bij aanwijzingen voor cognitieve veranderingen is het aan te raden om je kind neuropsychologisch te laten onderzoeken. Kinderen en volwassenen zijn zelf vaak niet in staat om hun cognitieve mogelijkheden en beperkingen in te schatten. Vaak zijn het de leerkrachten op school of de ouders die de cognitieve veranderingen bij het kind het eerst opmerken. Het kind zelf merkt ze dan nog niet op. Ook als de leerkracht van je kind — of iemand anders uit de omgeving die het kind goed kent — merkt dat er cognitieve veranderingen zijn, kan een verwijzing naar een neuropsycholoog nuttig zijn. Als er inderdaad cognitieve veranderingen zijn, dan zal de neuropsycholoog behandeladviezen geven, aangepast aan je kind. KINDEREN EN MS 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen Het doel van deze adviezen, soms bestaand uit een training, is om de beperkingen die door de cognitieve klachten ontstaan, te verminderen. Er kunnen verschillende redenen zijn om een neuropsychologisch onderzoek bij je kind te laten doen, ook al heb je geen aanwijzingen voor cognitieve veranderingen: • cognitieve veranderingen zijn vaak gering. Ze verergeren heel langzaam. Het kan heel moeilijk zijn om deze veranderingen bij je kind op te merken. Een neuropsychologisch onderzoek is gevoeliger hiervoor dan je eigen observatie. Een neuropsychologisch onderzoek kan geringe veranderingen al aantonen. • de testresultaten van het neuropsychologisch onderzoek van je kind worden vergeleken met die van leeftijdsgenoten. Hierdoor kan het moeilijk zijn om een kind te beoordelen dat beter presteert dan gemiddeld door leeftijdsgenoten. Met andere woorden: een kind dat een ijzersterk geheugen had, beter dan leeftijdsgenootjes, presteert nog steeds gemiddeld als het in feite achteruit is gegaan. Een neuropsychologisch onderzoek kan als basis dienen voor toekomstig onderzoek. Het is dus te overwegen om je kind neuropsychologisch te laten onderzoeken, onafhankelijk van het wel of niet hebben van cognitieve symptomen. pagina 56 pagina 57 Wat kun je doen aan cognitieve stoornissen? Alleen weten wat de aard van de cognitieve stoornis bij je kind is, biedt geen oplossing. Het is wel de eerste belangrijke stap voor maatregelen om de invloed van de cognitieve problemen te beperken. Maatregelen die genomen kunnen worden, zijn: • aanpassingen op school. De aanpassingen op school kunnen bestaan uit een verandering in het leerprogramma van het kind, het aanpassen van de omgeving op school, of het inschakelen van extra (gespecialiseerde) hulp. In hoeverre een school tegemoet kan komen aan de aanpassingen die nodig zijn voor je kind, hangt af van de aard en de ernst van de cognitieve stoornissen. Wanneer je kind moeite heeft om zijn aandacht bij het werk te houden, dan kan een simpele maatregel als het kind een andere plaats in de klas geven, al helpen. Het kind kan bijvoorbeeld vooraan zitten, dicht bij de leerkracht. Dat heeft twee voordelen. Ten eerste is er minder afleiding. Het kind hoeft niet langs andere kinderen te kijken om de leerkracht te zien. Ten tweede kan de leerkracht beter in de gaten houden of het kind wel oplet en meedoet. Zonodig kan de onderwijzer het kind weer ‘bij de les halen’ . Bij problemen met de concentratie en de snelheid van informatieverwerking kan het nodig zijn om proefwerken en tentamens aan te passen. KINDEREN EN MS Een kind met MS presteert misschien beter als het een test kan maken in een rustige omgeving. De beperking die ontstaat door een trage snelheid van informatieverwerking, kan verholpen worden door het kind meer tijd te geven. Meer tijd geven, helpt ook om de lichamelijke inspanning te verminderen die het kind moet leveren voor het maken van de test. Daardoor krijgt het kind toch de kans om te laten zien wat het kan. Deze maatregelen moeten niet alleen genomen worden bij routineproefwerken in de klas, maar ook bij officiële examens. Het achteruitgaan van het geheugen heeft ernstige gevolgen voor het leren. Vaak hebben kinderen waarbij het geheugen achteruitgaat, problemen met het ophalen van informatie uit het geheugen. Hierbij helpt het om extra herkenningspunten aan te bieden. Een proefwerk of tentamen met meerkeuzevragen kan voor deze kinderen een oplossing zijn om toch te kunnen laten zien wat ze hebben geleerd. Deze aanpassing kan ook geschikt zijn voor kinderen met andere geheugenproblemen. Voor kinderen met gebrek aan ruimtelijk inzicht of motorische problemen wordt vaak ergotherapie aanbevolen. Dit gebeurt meestal niet op school. Een ergotherapeut kan wel aanbevelingen maken voor aanpassingen op school. pagina 58 6. Omgaan met cognitieve stoornissen bij kinderen • cognitieve revalidatie. Cognitieve revalidatie richt zich op het veranderen van gedrag. Door gedragsverandering probeert men het cognitief functioneren te verbeteren. Er zijn ruwweg twee manieren voor gedragsverandering: versterken van gedrag, en compenseren voor gedrag dat niet meer kan worden uitgevoerd. Een van de manieren om gedrag te versterken, is het herhalen van gedrag (oefenen). Compenseren betekent nieuw gedrag leren om te compenseren voor de verloren functie, bijvoorbeeld leren om een agenda bij te houden om te zorgen dat je afspraken niet vergeet. Ook het leren van manieren om het geheugen te ondersteunen met geheugensteuntjes, is een vorm van compenseren. Er zijn verschillende revalidatiecentra waar men een programma voor cognitieve revalidatie kan doorlopen. Er is weinig onderzoek gedaan naar het effect van cognitieve revalidatie bij volwassenen. Bij kinderen is helemaal geen onderzoek gedaan. Men denkt dat deze trainingen helpen als ze zich richten op het cognitieve probleem en als het geleerde gedrag past bij de ‘echte’ wereld. Als ouder kan je in de situatie komen dat je voor je kind moet pleiten, bijvoorbeeld voor aanpassingen op school. Samen met de medische professionals die je kind behandelen, heb je dan de taak om de leerkrachten op school te helpen je kind te begrijpen en tegemoet te komen met aanpassingen. Bedenk daarbij dat het voor leerkrachten — zoals voor de meeste mensen — makkelijk is om te reageren op symptomen die duidelijk te zien zijn, bijvoorbeeld problemen met lopen, evenwichtstoornissen of beven. Het is veel moeilijker om begrip te hebben voor onzichtbare symptomen zoals vermoeidheid en cognitieve veranderingen. Hoe meer je zelf begrijpt van de symptomen bij je kind, hoe beter je anderen kan helpen om het kind te begrijpen. Aarzel daarom niet om vragen te stellen aan deskundigen. In de brochure ‘Leven met Multipele Sclerose: omgaan met cognitieve stoornissen’ van het Nationaal MS Fonds kun je meer informatie vinden over cognitieve stoornissen. Daarnaast is het Nationaal MS Fonds een grootschalig onderzoek opgestart naar de cognitiestoornissen bij MS in samenwerking met MS neuroloog dr. L.Visser, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg en met dr. R.Ruimschotel, psychiater en verbonden aan het Delta Psychiatrisch Ziekenhuis te Rotterdam. pagina 59 7. Wetten en KINDEREN EN MS Bij de meeste mensen met relapsingremitting MS verandert het beloop na verloop van tijd in secundair-progressief. Dan verergert de ziekte gestaag zonder aanvallen. MS krijgt. Onderzoek wijst wel uit dat de kans om MS te krijgen voor een deel afhangt van de plaats waar iemand woont in de kinderjaren. Met andere woorden: een kind dat genetisch gevoelig is voor MS komt in contact met een trigger in de omgeving tijdens zijn jeugd, maar krijgt meestal pas MS als volwassene. We weten niet waarom de ziekte soms al ontstaat bij jonge kinderen en adolescenten. NATIONAAL MS FONDS TOG regelingen voor Soms verergert de ziekte vanaf het begin geleidelijk zonder dat iemand aanvallen krijgt. Dit beloop noemt men primair-progressief. Als de MS geleidelijk verergert en er zijn ook enkele aanvallen, dan spreekt men van progressief-relapsing. Deze laatste twee vormen van beloop zijn heel zeldzaam op bij kinderen. Wmo Onafhankelijk van de beloopsvorm worden de meeste mensen met MS niet ernstig invalide. Wanneer een kind MS krijgt, zoekt de arts samen met de ouders uit wat de beste behandeling is om de gevolgen van de MS te minimaliseren. AWBZ Kan MS door behandeling genezen? Nee, MS kan niet genezen door een medische behandeling. Omdat niet bekend is wat nu precies de oorzaak is van de ziekte, is het moeilijk voor onderzoekers om het ontstaan van MS te verhinderen en om iets te vinden waardoor het weer verdwijnt. Voor de meeste mensen met MS is de levensverwachting bijna normaal. Meestal overlijden mensen met MS aan een natuurlijke doodsoorzaak (bijvoorbeeld hartziekten, beroertes of kanker), zoals ieder ander. lgf-wet kinderen met een beperking Waarom krijgt mijn kind MS? Het is niet bekend waarom de een wel en de ander geen MS krijgt. We weten wel dat MS niet is veroorzaakt door iets waarop de ouders of het kind controle had kunnen uitoefenen. Je kind krijgt geen MS omdat er iets verkeerd is gedaan en je kind had ook niets kunnen doen om het te verhinderen. Mensen kijken vaak terug naar recente gebeurtenissen om een verklaring te vinden voor het ontstaan van hun ziekte. Er is bijvoorbeeld een ongeluk gebeurd of er was veel stress. Er is geen bewijs dat iemand door dergelijke ingrijpende gebeurtenissen PGB pagina 60 De afgelopen tientallen jaren is er meer geleerd over het verloop van MS dan ooit daarvoor. Niemand kan beloven dat genezing nu binnen handbereik is, maar het onderzoek maakt nu sneller voortgang dan ooit in het verleden. Ieder jaar vinden de onderzoekers meer antwoorden en ieder jaar brengt ons dichter bij een geneesmiddel. Intussen hebben we wel al veel geleerd over hoe we het ziektebeloop bij MS kunnen vertragen, en hoe we mensen met MS kunnen pagina 61 CIZ H oe MS bij je kind gaat verlopen, wordt soms pas jaren na het optreden van de eerste verschijnselen duidelijk. De ziekte zorgt daardoor voor veel onzekerheid. Intussen is je kind wel bezig om volwassen te worden. In hoeverre je kind daarbij problemen ondervindt, is mede afhankelijk van het verloop van de aandoening. Wanneer je kind door de MS beperkingen ondervindt, kan het in aanmerking komen voor extra zorg of voorzieningen. Als ouders van een kind met een beperking kan je financiële ondersteuning ontvangen. Belangrijke wetten en regelingen hiervoor zijn: • Tegemoetkoming onderhoudskosten gehandicapte kinderen (TOG) • Rugzak of leerlinggebonden financiering (lgf-wet) • Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) • Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Persoonsgebonden budget (PGB) pagina 61 KINDEREN EN MS 7. Wetten en regelingen voor kinderen met een beperking Wanneer heeft je kind een beperking? Moet je iedere keer bewijzen dat je kind wel of niet een beperking heeft? Het is moeilijk om op deze vraag een antwoord te geven. De wetten en regelingen voor mensen met een handicap of chronische ziekte worden uitgevoerd door verschillende instanties. In elke regeling staan andere normen om te bepalen wie wel of niet in aanmerking komt voor bepaalde vergoedingen of voorzieningen. Het kan dus zijn dat je kind voor de ene regeling wel in aanmerking komt en voor een andere niet. Bovendien worden de wetten uitgevoerd door verschillende instanties. Elke instantie vraagt opnieuw om een medische keuring of om het overleggen van bewijsmateriaal waaruit blijkt dat je kind recht heeft op ondersteuning voor de vergoedingen of voorzieningen. Als je voor een voorziening in aanmerking komt en je wilt ook een andere voorziening aanvragen, dan moet je vaak opnieuw bewijzen dat je kind beperkingen heeft. Het is geen vergoeding voor de extra onkosten die je maakt voor het kind, maar een tegemoetkoming. Voor deze tegemoetkoming kan je in aanmerking komen als je een kind met beperkingen verzorgt in de leeftijd van 3 tot 18 jaar. Je moet zelf een aanvraag indienen voor de TOG bij de Sociale Verzekeringsbank. Hiervoor kan je een aanmeldingsformulier downloaden van de website van de Sociale Verzekeringsbank (www.svb. nl). Om te bepalen of je in aanmerking komt voor de vergoeding, bepaalt ClientFirst eerst in hoeverre je kind hulp nodig heeft, en wat het kind allemaal wel of niet kan in vergelijking met leeftijdsgenootjes. ClientFirst is de instantie die op verzoek van de Sociale Verzekeringsbank een advies uitbrengt over het wel of niet uitkeren van de tegemoetkoming. De toekenning van een Persoonsgebonden Budget is niet van invloed op het wel of niet krijgen van de TOG. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank kan je meer informatie vinden over de TOG. Financiële ondersteuning Het verzorgen van een kind met een beperking kost vaak meer dan het verzorgen van een gezond kind. Wanneer dat zo is, dan kan je in aanmerking komen voor de Tegemoetkoming onderhoudskosten gehandicapte kinderen (TOG). Deze regeling biedt een tegemoetkoming van ongeveer € 200, — per kwartaal voor het verzorgen van een kind met een beperking. Extra hulp op school of speciaal onderwijs Het liefst wil je dat je kind naar een gewone school gaat. Soms lukt het volgen van gewoon onderwijs alleen met extra voorzieningen, bijvoorbeeld een leerkracht die extra aandacht besteed aan je kind of speciale hulpmiddelen om te kunnen lezen of schrijven. pagina 62 Soms is het beter voor het kind om naar een school met speciaal onderwijs te gaan, bijvoorbeeld een school voor blinden of slechtzienden voor een kind met MS en ernstige oogklachten. Als er problemen ontstaan op school, dan zal de schoolleiding contact zoeken met de ouders van het kind om samen te zoeken naar een oplossing. De wet leerlinggebonden financiering (lgf-wet) geeft ouders van een kind met een beperking de mogelijkheid om die school te kiezen voor hun kind die ze het meest geschikt vinden. Dat kan zowel een gewone (reguliere) school zijn als een school voor speciaal onderwijs. Deze wet wordt ook wel de Rugzakwet genoemd. Als je voor een gewone school kiest, dan krijgt je kind als het ware een rugzak met een budget waaruit de school extra hulp of speciale voorzieningen kan betalen. De wet geldt zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Voor de Rugzak of het volgen van speciaal onderwijs moet eerst worden beoordeeld of je kind daar volgens de wet recht op heeft. Dat heet indicatiestelling. Een indicatiestelling voor de leerlinggebonden financiering kun je aanvragen bij het Regionaal Expertisecentrum (REC) in de regio waar je woont. Het REC helpt de ouders bij het samenstellen van het dossier voor de Commissie voor de Indicatiestelling (CvI). pagina 63 KINDEREN EN MS 7. Wetten en regelingen voor kinderen met een beperking Als ouders al een compleet dossier hebben, kunnen zij hun kind direct aanmelden bij de CvI. Ouders van kinderen die blind of slechtziend zijn, kunnen hun kind direct aanmelden bij de school voor visueel beperkte kinderen. Zij hoeven dus niet eerst naar een REC of CvI. De school voor visueel beperkte kinderen ondersteunt ouders eventueel bij het plaatsen op een gewone school. Wanneer je kind een indicatie heeft, dan kunnen ouders advies inwinnen bij het REC over de school waar het kind het beste tot haar of zijn recht komt. Kan het kind naar de gewone school of is een speciale school beter? Wat kun je van de school verwachten? Wat voor begeleiding biedt de school? Welke extra voorzieningen kan de school treffen? Welke hulp schakelt de school in? Met dit soort vragen kunnen ouders terecht bij het REC. Een gewone school is niet verplicht een kind met een Rugzak aan te nemen. De school kan weigeren als zij van mening is dat zij, ondanks de extra middelen uit de Rugzak, geen goed onderwijs kan geven aan het kind. Voor iedere leerling met een leerlinggebonden financiering wordt een handelingsplan opgesteld met afspraken over het onderwijs voor de betreffende leerling. De ouders moeten instemmen met het handelingsplan. Ieder jaar wordt gekeken of de afspraken in het handelingsplan zijn uitgevoerd. Zonodig wordt het plan pagina 64 pagina 65 bijgesteld. Over de leerlinggebonden financiering of Rugzak kan je meer informatie vinden op de website van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: www.minocw.nl/rugzakje. Professionele zorg en bijzondere voorzieningen Om te bepalen of je kind in aanmerking komt voor professionele zorg, moet je een indicatiestelling aanvragen bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het CIZ verzorgt de indicatiestelling voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Wanneer je een beroep doet op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heb je te maken met de gemeente waar je woont. Gemeenten kunnen het CIZ om advies vragen voordat ze een besluit nemen. Als dat in jouw gemeente het geval is, dan krijg je dus ook met het CIZ te maken bij een beroep op de Wmo. Meer informatie over de indicatiestelling vind je op: www.ciz.nl Gemeenten kunnen ook besluiten tot een andere procedure. De meeste gemeenten hebben een aanspreekpunt voor de Wmo ingericht. Ook kun je vaak hierover informatie vinden op de website van de gemeente. KINDEREN EN MS Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) De AWBZ is bestemd voor mensen met een zeer ernstige en langdurige zorgvraag die particulier niet te verzekeren is. De AWBZ vergoedt de kosten voor: • • • • • opname in ziekenhuis of revalidatie centrum langer dan een jaar verzorging en verpleging, bijvoorbeeld in verpleeghuizen of verzorgingstehuizen psychiatrische hulp zorg voor zintuiglijk of verstandelijk gehandicapten preventieve zorg, bijvoorbeeld vaccinaties. Wanneer je kind volgens de indicatiestelling van het CIZ recht heeft op bovenstaande zorg , ga je naar het zorgkantoor in je regio (zie www. zorgkantoor.nl). Het zorgkantoor regelt vervolgens dat jouw kind de zorg krijgt waar het recht op heeft. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wmo is op 1 januari 2007 van start gegaan. De gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering op het terrein van maatschappelijke ondersteuning. Het doel van de maatschappelijke ondersteuning is om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk burgers in staat worden gesteld om in hun eigen leefomgeving te blijven en actief mee te doen in de maatschappij, ondanks beperkingen. Het eerste jaar is een overgangsjaar, pagina 66 AANTEKENINGEN waarin het voor gemeenten nog zoeken is naar de beste instrumenten, een optimale werkwijze en betrouwbare samenwerkingspartners. Onder maatschappelijke ondersteuning vallen voorzieningen zoals huishoudelijke hulp, aanpassen van de woning om er met je kind te kunnen blijven wonen, aanvragen van scootmobiel of rolstoel. Persoonsgebonden budget (PGB) Nadat het CIZ heeft vastgesteld dat je kind een indicatiestelling heeft voor zorg, kan je via het zorgkantoor zorg krijgen in natura of de zorg zelf regelen. Wanneer je ervoor kiest om de zorg voor je kind zelf te regelen, kan je een budget aanvragen: een zogeheten Persoonsgebonden budget (PGB). Het zorgkantoor stelt het budget vast. Met dit budget kun je zelf bepalen door wie, wanneer, waar en hoe de benodigde zorg voor je kind wordt verleend. Je bent dus onafhankelijk van het zorgaanbod. Je kunt zelf personeel werven en afspraken maken. Daar staat tegenover dat je ook zelf de administratie moet bijhouden en verantwoording moet afleggen over de gemaakte kosten. pagina 67 AANTEKENINGEN pagina 68