DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING HEBREEUWSE TAAL EN CULTUUR FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Hardheidsclausule 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Algemene eindtermen Artikel 2.3 Opleidingsspecifieke eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing Nederlands Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevak Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren Artikel 5.2 Keuzevakken 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 6.2 Overgangsregeling Artikel 6.3 Bekendmaking Artikel 6.4 Inwerkingtreding Bijlage 1: overzicht verplichte onderwijseenheden Bijlage 2: overzicht opleidingsgebonden keuzevakken Pagina 2 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen a. basisvak: een verplicht vak uit de postpropedeutische fase; b. feedback: terugkoppeling door de docent op een studieprestatie, die de student inzicht verschaft in de mate waarin hij zich de juiste kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt; c. major: een als zodanig aangeboden samenhangend pakket van postpropedeutische vakken met een gezamenlijke studielast van 84 studiepunten; d. minor: een als zodanig aangeboden samenhangend pakket van vakken met een gezamenlijke studielast van 24 of 30 studiepunten; e. opleidingsgebonden keuzevak: keuzevak dat door de opleiding als zodanig is aangewezen en dat inhoudelijk op de opleiding aansluit. Het kan, maar hoeft niet noodzakelijkerwijs te worden verzorgd door docenten van de eigen opleiding; f. postpropedeuse: de fase van de bacheloropleiding die volgt op de propedeutische fase; g. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, zoals bedoeld in artikel 7.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); h. Regels en richtlijnen van de examencommissie: het reglement van de examencommissie dat jaarlijks door de examencommissie wordt vastgesteld en gepubliceerd en dat een aanvulling vormt op de onderwijs- en examenregeling; i. semester: een aaneensluitend gedeelte van het studiejaar dat, na aftrek van eventuele vakantieperioden in dat gedeelte van het jaar, twintig weken omvat; j. specialistische minor: een in artikel 5.1, lid 6, als zodanig aangewezen minor; k. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de examens van de opleiding; l. studiehandleiding: de handleiding met alle informatie die relevant is voor het onderwijs en de toetsing van het vak. De studiehandleiding is uiterlijk twee weken voor aanvang van het vak beschikbaar; m. tutor: een docent die belast is met de taak om de academische vorming en keuzes van de student met betrekking tot het programma en de studievoortgang met de student te evalueren. n. voertaal: de taal die wordt gebruikt in het onderwijs en bij de tentaminering van een vak. De voertaal van de opleiding is vermeld in artikel 1.2, lid 1. Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Hebreeuwse taal en cultuur, CROHO-nummer 50901 wordt in voltijdse vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd, behalve de major Middle Eastern studies, die in het Engels wordt uitgevoerd.. 1a. De opleiding kan ook in deeltijd worden gevolgd. De deeltijdse vorm heeft een nominale studieduur van 4,5 jaar. 2. De opleiding kent de volgende afstudeerrichtingen: - Hebreeuwse taal en cultuur (voor studenten die vóór het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding zijn begonnen) - Joodse studies en Hebreeuws (voor studenten die in het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding beginnen) - Middle Eastern studies (voor studenten die in het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding beginnen) Pagina 3 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 1.3 Hardheidsclausule De examencommissie van het College of Humanities is bevoegd in uitzonderlijke gevallen bij gemotiveerd besluit van hiernavolgende bepalingen af te wijken. Betreft het een afwijking die gevolgen heeft voor meer dan 10 studenten, dan doet de examencommissie voordat zij het besluit neemt, van het voornemen daartoe mededeling aan de decaan en de opleidingscommissie. 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis en vaardigheden en een zodanig inzicht bij te brengen op het gebied van de opleiding dat de afgestudeerde gekwalificeerd is voor een vervolgopleiding op masterniveau en in staat is tot het uitoefenen van een beroep waarvoor academische kennis en vaardigheden vereist zijn. Artikel 2.2 Algemene eindtermen 1. De student heeft kennis van en inzicht in algemeen wetenschapsfilosofische achtergronden van geesteswetenschappelijk onderzoek en is in staat deze kennis en inzichten toe te passen op het vakgebied van de opleiding en zich een oordeel te vormen over de plaats van dit vakgebied als onderdeel van geesteswetenschappelijke disciplines en ten opzichte van andere verwante disciplines. 2. De student is in staat om (vooral op het vakgebied van de opleiding) op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke en - voor zover van toepassing – sociaal-maatschappelijke en/of ethische aspecten. 3. De student is in staat om op een academisch niveau in schriftelijke en mondelinge vorm informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek van aankomende specialisten op het vakgebied van de opleiding. 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een ander vakgebied dan het vakgebied van de opleiding, waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen. De student is in staat om op dit vakgebied op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke aspecten. 5. De student heeft kennis van en inzicht in enkele specialistische onderdelen van het vakgebied van de opleiding en/of onderdelen van (andere) vakgebieden. 6. De student is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen op vakspecifieke vraagstukken, dat dit een professionele benadering van de aan de opleiding gerelateerde werkvelden/beroepen laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en het oplossen van problemen op het vakgebied van de opleiding. 7. De student is in staat om publicaties op het vakgebied van de opleiding die zijn opgesteld in het Nederlands, Engels of de doeltaal van de opleiding correct te interpreteren en in zijn/haar oordeelsvorming te betrekken. 8. De student bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. 9. De student heeft ervaring opgedaan met het werken in groepsverband en is op basis daarvan in staat over het eigen functioneren in een groep te reflecteren. 10. De student heeft er blijk van gegeven de leer- en planningsvaardigheden te bezitten die noodzakelijk zijn om vakken en de opdrachten die daarvan deel uitmaken binnen de daarvoor gestelde termijn af te ronden. Pagina 4 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 11. De student is in staat om relevante ontwikkelingen in het vakgebied te verbinden aan een eigen onderzoeksopzet en kan een beperkt aantal analysetechnieken en onderzoeksmethoden zelfstandig toepassen. Artikel 2.3a Opleidingsspecifieke eindtermen van de afstudeerrichting Hebreeuwse taal en cultuur (voor studenten die vóór het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding zijn begonnen) 1. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen; de student beschikt meer in het bijzonder over de kennis en inzichten die hieronder omschreven zijn. 2. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de grondbeginselen van de belangrijkste vakgebieden/disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur, te weten Hebreeuwse taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. Vakken op het gebied van letterkunde: • Drieduizend jaar Hebreeuwse literatuur en inleiding literatuurwetenschap • Israëlisch Hebreeuws 1 • Israëlische literatuur en workshop Hebreeuws • Rabbijnse teksten: Mishnah • Rabbijns Hebreeuws: Midrash en workshop Hebreeuws Vakken op het gebied van taalkunde: • Inleiding Hebreeuwse taalkunde en inleiding taalwetenschap Vakken op het gebied van cultuurkunde: • Out of the ghetto: inleiding moderne joodse geschiedenis • Van Mozes tot Spinoza: inleiding premoderne joodse geschiedenis 3. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofische achtergronden van onderzoek binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur. Vak: • Wetenschapsfilosofie Hebreeuws 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in belangrijke thema's in de wetenschapsbeoefening en/of het wetenschappelijke debat binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur. Vakken: • Out of the ghetto: inleiding moderne joodse geschiedenis • Van Mozes tot Spinoza: inleiding premoderne joodse geschiedenis • Drieduizend jaar Hebreeuwse literatuur en inleiding literatuurwetenschap • Inleiding Hebreeuwse taalkunde en inleiding taalwetenschap • Rabbijnse teksten: Mishnah • Rabbijns Hebreeuws: Midrash en workshop Hebreeuws • Israëlische literatuur en workshop Hebreeuws • Wetenschapsfilosofie Hebreeuws • Bijbel en Koran 5. De student heeft aantoonbare kennis van het begrippenapparaat en de belangrijkste onderzoeksmethoden en -technieken binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur. Vakken: • Drieduizend jaar Hebreeuwse literatuur en inleiding literatuurwetenschap • Inleiding Hebreeuwse taalkunde en inleiding taalwetenschap • Rabbijnse teksten: Mishnah Pagina 5 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 • • Rabbijns Hebreeuws: Midrash en workshop Hebreeuws Israëlische literatuur en workshop Hebreeuws 6. De student is in staat om de tijdens de opleiding verworven kennis (praktisch) toe te passen in een context die typisch is voor de vakgebieden/disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur. Vak: • Bachelorscriptie Hebreeuwse taal en cultuur 7. De student beschikt over aantoonbare vaardigheden die essentieel zijn voor de beoefening van de vakgebieden / disciplines van de opleiding Hebreeuwse taal en cultuur, te weten onderzoeksvaardigheden, productieve en receptieve beheersing van de Hebreeuwse taal op het hieronder genoemde Common European Framework of Reference (CEFR) niveau. Ook geeft de student er blijk van in correct schriftelijk en mondeling Nederlands verslag te kunnen leggen van deze leerresultaten. Common European Framework of Reference (CEFR)* luisteren lezen gesprek gesprek interactie productie B1 B2 B1 B1 schrijven B1 Vakken: • Drieduizend jaar Hebreeuwse literatuur en inleiding literatuurwetenschap • Inleiding Hebreeuwse taalkunde en inleiding taalwetenschap • Taalvaardigheid Hebreeuws 1: Modern Hebreeuws • Taalvaardigheid Hebreeuws 2: Modern Hebreeuws • Taalvaardigheid Hebreeuws 3: Modern Hebreeuws • Taalvaardigheid Hebreeuws 4: Modern Hebreeuws • Israëlisch Hebreeuws 1 • Israëlische literatuur en workshop Hebreeuws • Hebreeuwse literatuur: capita selecta Artikel 2.3b Opleidingsspecifieke eindtermen van de afstudeerrichting Joodse studies en Hebreeuws (voor studenten die in het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding beginnen) 1. 2. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen; de student beschikt meer in het bijzonder over de kennis en inzichten die hieronder omschreven zijn. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de grondbeginselen van de belangrijkste vakgebieden/disciplines van de opleiding, te weten joodse (cultuur)geschiedenis, joods denken, Hebreeuwse literatuur. Vakken op het gebied van joodse geschiedenis en cultuur: - Van Mozes tot Spinoza: Inleiding premoderne joodse cultuur - Cultuur en Maatschappij in het Midden-Oosten - Drieduizend jaar joodse literatuur in context - Nations and their literatures in the Modern Middle East - Israeli literature and society - Zion: Politics and religion in Judaism and Israel - Sharia and halakhah and the modernization of religious law - Migration, diaspora and minorities across and beyond the Mediterranean - Messiah: the politics of expectation - Bijbel (+ bronteksten) Pagina 6 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Vakken op het gebied van Hebreeuwse literatuur: - Drieduizend jaar joodse literatuur in context - Israëlisch Hebreeuws - Hebreeuwse literatuur: religieuze teksten - Nations and their literatures in the Modern Middle East - Israeli literature and society - Reading group rabbinic texts - Bijbel (+ bronteksten) Vakken op het gebied van joods denken: Van Mozes tot Spinoza: Inleiding premoderne joodse cultuur Sharia and halakhah and the modernization of religious law Reading group rabbinic texts Messiah: the politics of expectation Rede en religie in het joodse denken 3. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofische achtergronden van onderzoek binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vak: De wereld van de mens: inleiding in de geesteswetenschappen De wereld in delen: Inleiding regiostudies Wetenschapsfilosofie 2de jaar 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in belangrijke thema's in de wetenschapsbeoefening en/of het wetenschappelijke debat binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: Alle vakken behalve de Taalverwervingsvakken 5. De student heeft aantoonbare kennis van het begrippenapparaat en de belangrijkste onderzoeksmethoden en -technieken binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: - Alle vakken behalve de Taalverwervingsvakken 6. De student is in staat om de tijdens de opleiding verworven kennis (praktisch) toe te passen in een context die typisch is voor de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: - Bachelorscriptie Joodse Studies en Hebreeuws 7. De student beschikt over aantoonbare vaardigheden die essentieel zijn voor de beoefening van de vakgebieden / disciplines van de opleiding, te weten onderzoeksvaardigheden, voor talenopleidingen: productieve en receptieve beheersing van de Hebreeuwse taal op het hieronder genoemde Common European Framework of Reference (CEFR) niveau. Ook geeft de student er blijk van in correct schriftelijk en mondeling Nederlands verslag te kunnen leggen van deze leerresultaten. Common European Framework of Reference (CEFR) luisteren lezen gesprek gesprek interactie productie B1 B2 B1 B1 Vakken: - Taalverwerving 1 t/m 4 - Israëlisch Hebreeuws - Hebreeuwse literatuur: religieuze teksten Pagina 7 schrijven B1 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 - Israeli literature and society Reading group rabbinic texts Bijbel (+ bronteksten) Geloof en rede in het joodse denken Bachelorscriptie Joodse Studies en Hebreeuws Artikel 2.3c Opleidingsspecifieke eindtermen van de afstudeerrichting Middle Eastern studies (voor studenten die in het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding beginnen) LET OP, DIT IS IDENTIEK AAN WAT DE OER VAN ARABISCHE T&C VERMELDT ONDER HETZELFDE ARTIKEL. VAKTITELS ZIJN INDICATIEF.EINDTERMEN WORDEN IN EEN LATER STADIUM HERZIEN MET HET OOG OP DE AANKOMENDE CONVERSIE NAAR EEN NIEUW LABEL. 1. 2. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen; de student beschikt meer in het bijzonder over de kennis en inzichten die hieronder omschreven zijn. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de grondbeginselen van de belangrijkste vakgebieden/disciplines van de opleiding, te weten cultuur en geschiedenis van het MiddenOosten, taal & literatuur van het moderne Midden-Oosten, politiek en maatschappij van het moderne Midden-Oosten. Vakken op het gebied van cultuur en geschiedenis van het Midden-Oosten: - Arabische cultuur, islamitische beschaving of Van Mozes tot Spinoza: Inleiding premoderne joodse cultuur - Cultuur en maatschappij van het moderne Midden-Oosten - Bible and Koran Vakken op het gebied van taal & literatuur van het moderne Midden-Oosten: - Arabisch in context of Drieduizend jaar joodse literatuur in context - Nations and their Literatures in the Modern Middle East - Middle Eastern Literature and Society Vakken op het gebied van politiek en maatschappij van het moderne Midden-Oosten: - Cultuur en maatschappij van het moderne Midden-Oosten - Political Economy of the Middle East - Foreign Policies in the Middle East - Zion: Religion and Politics in Judaism and Israel - Jihad: Political Islam from the Muslim Brotherhood to IS - Migration, diaspora and minorities across and beyond the mediterranean - Messiah: the politics of expectation - Sharia and Halakha and the modernization of Religious Law - Cultural Transfer across the Mediterranean 3. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofische achtergronden van onderzoek binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vak: De wereld van de mens: inleiding in de geesteswetenschappen De wereld in delen: Inleiding regiostudies Wetenschapsfilosofie 2de jaar 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in belangrijke thema's in de wetenschapsbeoefening en/of het wetenschappelijke debat binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: Alle vakken behalve de taalverwervingsvakken Pagina 8 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 5. De student heeft aantoonbare kennis van het begrippenapparaat en de belangrijkste onderzoeksmethoden en -technieken binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: De wereld van de mens: inleiding in de geesteswetenschappen De wereld in delen: Inleiding regiostudies 6. De student is in staat om de tijdens de opleiding verworven kennis (praktisch) toe te passen in een context die typisch is voor de vakgebieden/disciplines van de opleiding. Vakken: - Middle East: Seminar - Final research project 7. De student beschikt over elementaire receptieve beheersing van de Arabische of Hebreeuwse taal op het hieronder genoemde Common European Framework of Reference (CEFR) niveau. Common European Framework of Reference (CEFR) luisteren lezen gesprek gesprek interactie productie Arabisch: A2 Arabisch: A2 Arabisch: A2 Arabisch: A2 Hebreeuws: A2 Hebreeuws: A2 Hebreeuws: A2 Hebreeuws: A2 schrijven Arabisch: A1 Hebreeuws: A2 Vakken: - Taalverwerving 1 t/m 4 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Degene die niet voldoet aan de vooropleidingseisen zoals vermeld in Deel A, artikel 2.1 en 2.2 van deze Onderwijs- en examenregeling, maar wel het propedeutisch examen van een hogere beroepsopleiding heeft behaald, verkrijgt toelating tot de opleiding. Artikel 3.2 Colloquium doctum 1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: • • • Engels Frans of Duits Geschiedenis 2. Nadere bepalingen ten aanzien van het toelatingsonderzoek zijn opgenomen in het Colloquium doctum reglement van de faculteit. Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands De student die zijn/haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij/zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); of - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; of - door UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. Pagina 9 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma’s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld uit de onderwijseenheden die door de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student zorgt er voor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. Hij/zij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4. Om in aanmerking te komen voor de bachelorgraad dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden: a. de bachelorscriptie (12 studiepunten) is in het vrije programma opgenomen; b. het vrije programma bevat tenminste 108 studiepunten op postpropedeutisch niveau; c. het vrije programma bevat in ieder geval de vakken waarin het voor alle studenten verplichte vaardighedenonderwijs (onderzoeksvaardigheden en Wetenschappelijk schrijven) in een van zijn varianten is geïntegreerd, alsmede het vak Wetenschapsfilosofie in een van zijn varianten. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1.a. Samenstelling opleiding (voor studenten die vóór het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding zijn begonnen) De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. Propedeuse (60 studiepunten) b. Basisvakken (42 studiepunten) c. Wetenschapsfilosofie (12 studiepunten) d. Opleidingsgebonden keuzevakken (12 studiepunten) e. Keuzeruimte (42 studiepunten) f. Bachelorscriptie (12 studiepunten) Artikel 4.1.b. Samenstelling opleiding (voor studenten die in 2016-2017 aan de opleiding beginnen) De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. Propedeuse (60 studiepunten) b. Major (84 studiepunten, waarvan 12 studiepunten bachelorscriptie) c. Minor (30 studiepunten) d. Algemeen vormend vak op het gebied van wetenschapsfilosofie (6 studiepunten) Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: a. Wetenschapsfilosofie b. Wetenschappelijk schrijven c. Onderzoeksvaardigheden Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing Nederlands 1. Iedere student van een Nederlandstalige bacheloropleiding legt bij aanvang van zijn eerste studiejaar aan de faculteit de diagnostische taaltoets Nederlands af. 2. De student die geen voldoende behaalt voor deze toets, wordt eenmalig kosteloos een remediëringscursus aan het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies van de UvA aangeboden. Bij een bezwaar tegen een negatief bindend studieadvies op grond van studiegeschiktheid kan de uitslag van de diagnostische toets schrijfvaardigheid en het al dan niet gevolgd hebben van de remediëringscursus door de examencommissie worden meegewogen. Pagina 10 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden 1. De verplichte onderwijseenheden van de opleiding staan vermeld in Bijlage 1 bij dit Deel B van de OER. 2. In het studiejaar 2016-2017 wordt een vernieuwd propedeuseprogramma aangeboden. De verplichte onderwijseenheden van het propedeuseprogramma staan vermeld in Bijlage 1 bij dit Deel B van de OER. 3. Voor studenten die vóór september 2016 aan de opleiding zijn begonnen en nog niet alle onderdelen van de propedeuse hebben behaald wordt op individuele basis een overgangsregeling vastgesteld. Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevak (voor studenten die vóór het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding zijn begonnen) De opleidingsgebonden keuzevakken die de opleiding aanbiedt, staan vermeld in Bijlage 2 bij dit Deel B van de OER. Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse 1. Voor alle postpropedeutische onderdelen geldt als ingangseis dat ten minste 48 EC van de propedeuse moet zijn behaald. Eventuele aanvullende ingangseisen worden vermeld in de studiegids. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in het eerste lid of in de studiegids genoemde volgorde. Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling De volgende onderwijseenheden zijn uitgezonderd van de mogelijkheid tot vrijstelling, zoals vermeld in Deel A, artikel 4.9.1: - Bachelorscriptie Hebreeuwse taal en cultuur/Bachelorscriptie Joodse studies en Hebreeuws/ Final research project 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren 1. Binnen de keuzeruimte kan een minor worden gevolgd. De minor kan worden gekozen uit het totale minoraanbod van de Universiteit van Amsterdam. 2. Voor toelating tot een minoronderdeel gelden de ingangseisen van het betreffende vak. Een student kan pas aan het minoronderdeel beginnen, als hij/zij aan deze ingangseisen voldoet. 3. Indien een verplichte onderwijseenheid van de eigen opleiding onderdeel uitmaakt van de gevolgde minor, dan dient ter compensatie een ander vak gevolgd te worden. De student dient de examencommissie hier vooraf toestemming voor te vragen. 4. De student die de minor Educatie Geesteswetenschappen met goed gevolg heeft afgelegd (vast te stellen door de examencommissie), ontvangt bij voltooiing van de bacheloropleiding een beperkte lesbevoegdheid van de Interfacultaire Lerarenopleidingen (ILO) van de Universiteit van Amsterdam. Als de student een andere educatieve minor (van de Universiteit van Amsterdam of een andere universiteit) met goed gevolg heeft afgelegd, besluit de examencommissie of hem/haar de beperkte lesbevoegdheid kan worden toegekend door de ILO. 5. Het aanbod minoren van het College of Humanities is te vinden in de studiegids. 6. De volgende minoren gelden voor studenten van deze bacheloropleiding als specialistische minor: • Midden-Oosten studies (30EC) • Contemporary Literature (24 EC) • Arabisch (24 EC, uitsluitend voor studenten Hebreeuws) • Linguistics (24/30 EC) Pagina 11 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 5.2 Keuzevakken (voor studenten die vóór het studiejaar 2016-2017 aan de opleiding zijn begonnen) 1. Voor de invulling van de opleidingsgebonden keuzevakken is per opleiding een limitatieve lijst van keuzemogelijkheden opgenomen in Bijlage 2. 2. Voor de invulling van de overige keuzeruimte kan gekozen worden uit het aanbod van vakken van universiteiten, zowel binnen als buiten Nederland. Voor vakken die worden aangeboden door een andere instelling dan de Universiteit van Amsterdam dient toestemming verleend te worden door de Examencommissie. 3. Ten hoogste 12 studiepunten van de keuzeruimte mogen gevolgd worden op niveau 1 (propedeuseniveau). 4. Indien de student een erkende minor van de Universiteit van Amsterdam volgt die meer studiepunten op propedeuseniveau bevat of indien de student taalverwervingsvakken volgt waarvan alle 24 studiepunten in het eerste jaar aangeboden worden, mogen ten hoogste 24 studiepunten van de keuzeruimte worden gevolgd op niveau 1 (propedeuseniveau). 5. Ten minste 24 studiepunten van de keuzeruimte moeten worden ingevuld met vakken buiten de opleiding. In afwijking hiervan geldt dat indien een student een specialistische minor (zoals aangewezen in Deel B, artikel 5.1) volgt, hij/zij ten minste 12 studiepunten van de keuzeruimte dient in te vullen met vakken buiten de opleiding. 6. Talencursussen aan een buitenlandse universiteit die geen onderdeel zijn van een wetenschappelijke opleiding maar die zich richten op het verbeteren van de taalvaardigheid van de (uitwisselings)student kunnen niet als keuzevak gevolgd worden. 7. De keuzeruimte kan (gedeeltelijk) worden gebruikt voor het volgen van maximaal één stage van ten hoogste 12 studiepunten. Stages worden gerekend tot vakken buiten de opleiding. De procedure voor het volgen van een stage is beschreven in het Stagereglement van de faculteit. 8. Het aanbod van keuzevakken van het College of Humanities wordt jaarlijks gepubliceerd in de studiegids. 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire medezeggenschap op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g , alsmede het vierde lid WHW betreffen. Onderdelen die onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid, onder v bevatten dienen ter advisering voorgelegd te worden aan de facultaire medezeggenschap. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 6.2 Overgangsregeling voor studenten die met de opleiding gestart zijn vóór 1 september 2012 1. Geldigheidsduur resultaten (Deel A, artikel 4.11) • Tentamens van de postpropedeuse behaald vóór 1 september 2012 hebben een geldigheidsduur van tien jaar. 2. In individuele gevallen, waarbij de toepassing van de overgangsregelingen tot onbillijke situaties zou kunnen leiden, kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. De examencommissie beslist of het beroep gegrond is. Pagina 12 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Hebreeuwse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 6.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deel A en B van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2016. Aldus vastgesteld door de decaan op 30 augustus 2016. Advies opleidingscommissie, d.d. 29 februari 2016. Advies bevoegd medezeggenschapsorgaan, d.d. 11 augustus en 23 augustus 2016. Pagina 13 Bijlage 1 - Verplichte onderwijseenheden Naam onderwijseenheid Opleiding Hebreeuwse taal en cultuur Aantal studiepunten Periode Niveau Het Jodendom van Mozes tot Spinoza 6 1,1 propedeuse Taalverwerving Hebreeuws 1 (Israëlisch-Hebreeuws) 6 1,1 propedeuse Taalverwerving Hebreeuws 2 (Israëlisch-Hebreeuws) 6 1,2 Propedeuse Taalverwerving Hebreeuws 3 (Israëlisch-Hebreeuws) 6 2,1 propedeuse Taalverwerving Hebreeuws 4 (Israëlisch-Hebreeuws) 6 2,2 propedeuse De wereld van de mens: inleiding in de geesteswetenschapp12 1,2-3 propedeuse De wereld in delen: Inleiding regiostudies 6 2,1 propedeuse Cultuur & Maatschappij in het Moderne Midden-Oosten 6 2,2 propedeuse Drieduizend jaar joodse literatuur in context 6 2,3 propedeuse Postpropedeutisch programma in 2016-2017 (wordt daarna in twee jaar vervangen door nieuwe majorprogrammering) Israëlisch Hebreeuws 6 1,1 postpropedeuse Rabbijns Hebreeuws: Midrash + workshop Hebreeuws 12 1,2-3 postpropedeuse Rabbijnse teksten: Mishnah 6 2,1 postpropedeuse Israëlische literatuur + workshop Hebreeuws 12 2,2-3 postpropedeuse Wetenschapsfilosofie + wetenschapsfilosofie Hebreeuws 12 1,1-2 postpropedeuse Bijbel en Koran 12 1,2-3 postpropedeuse Hebreeuwse literatuur: capita selecta 6 2,1 postpropedeuse Bachelorscriptie Hebreeuwse taal en cultuur 12 2,2-3 BA-scriptie Bijlage 2 - Opleidingsgebonden keuzevakken Naam onderwijseenheid Hebreeuwse taal en cultuur Bijbel en Koran Aantal studiepunten 6 of 12 Periode 1,2/1,2-3 Niveau postpropedeuse