De hipste buurt van Nederland?!? De Bijlmer wordt op dit moment druk vertimmerd. Eén van Amsterdams (en Nederlands) beruchtste stedenbouwkundige experimenten wordt in korte tijd volledig overhoop gehaald. In de planvorming voor de vernieuwde Bijlmer blijkt een angst voor totaalvisioenen: de vernieuwing is zowel organisatorisch als ruimtelijk gesplitst in vrijwel onafhankelijke actiegebieden. In de huidige plannen voor de Bijlmer staat de differentiatie van het woonprogramma centraal. Meer dan de helft van de bestaande flats wordt gesloopt en vervangen door laagbouwwijkjes met eengezinswoningen. In hoeverre komt in de nieuwe Bijlmer de doelstelling om een gedifferentieerde woonwijk te maken tot uitdrukking? Op welk schaalnivo werkt differentiatie als oplossing voor de problemen van de Bijlmer? Wat moeten we in Nederland met andere naoorlogse woongebieden, die over vijftien jaar totaal niet meer van deze tijd zullen zijn? In hoeverre begaan we met de Vierde en Vijfde Nota dezelfde fout, met de grootschalige implementatie van huidige visies? De vijfde discussieavond, die plaatsvond op donderdag 23 februari 2000, werd ingeleid met een planpresentatie van het ontwerp van ANA architecten voor de Bijlmerflat Geldershoofd. Verder werd een korte inleiding gehouden door Evert van Voskuilen, die als projectleider van Ganzenhoef bij de Bijlmerhervorming betrokken is. De avond werd voorgezeten door Maarten Kloos. Maarten Kloos stelde het direct heel scherp: wanneer in een stad een ramp plaatsvindt is dit direct aanleiding voor heroriëntatie, zowel binnen als buiten de professies die zich met de totstandkoming van deze stedelijke omgeving bezig houden. De recent opgevoerde Bijlmeropera schetste een heel zwart en eenzijdig beeld: de Bijlmer is failliet, op. Dit grootse experiment is jammerlijk aan zijn einde gekomen... Op dit moment lijkt de vernieuwingswoede in de Bijlmer net zo grootschalig te gaan worden als de oorspronkelijke planvorming was. We lijken weer net zo goed te weten hoe het moet! In een themanummer van Archis van maart 1997 bleek dat er uiteenlopende beelden bestaan over hoe de Bijlmer er over enkele decennia uit moet zien. Terwijl de in deze Archis besproken vraagstukken nog altijd even actueel zijn is er in de planvorming een heleboel veranderd, met wellicht als belangrijkste punt dat in de huidige plannen al wordt uitgegaan van 80 % sloop, tegen 50 % een aantal jaar terug). Evert van Voskuilen gaf een beeld van de huidige stand van zaken. Ganzenhoef is nog steeds bijna volledig monofunctioneel (wonen). Bij sloop van flats moet 110 % van de woningen worden teruggebouwd. Op één punt is de herstructurering vrij eensluidend: kruisingen op gelijk niveau zijn beter dan verkeersscheiding; sociale veiligheid is belangrijker dan verkeersveiligheid. Het zogenoemde Bijlmermuseum is een deel van de Bijlmer, waarin bewoners op eigen initiatief hun woningen hebben gekocht. De woningen zijn nu in eigen beheer. Doel van de bewoners is de oorspronkelijke structuur en het karakter van de Bijlmer behouden. Het parkeren in de Bijlmer is oorspronkelijk berekend op 1,3 parkeerplaats per woning. In werkelijkheid komt het autobezit op 0,3 parkeerplaats neer. In de planvorming wordt gesproken over 'verbijzonderd openbaar gebied'. Dit neigt naar privatisering van openbare ruimte. Marcel van der Lubbe van ANA architecten gaf een toelichting op hun plan voor Geldershoofd. Een eerste analyse van de flat leidde tot de volgende conclusies: de flat is heel anoniem, heeft hoge borstweringen; de plint grenst aan de ene kant aan parkeerplaatsen, en aan de andere kant een betonnen goot; de hele flat heeft vier portieken op zeshonderd woningen, die sterk vervuild en verwaarloosd zijn. Samengevat kan gesteld worden dat het probleem van Geldershoofd zit in de spanning tussen openbaar en privé. ANA heeft voorgesteld het budget niet over alle woningen uit te smeren, maar te gebruiken voor omvangrijker ingrepen op plaatsen waar ze het hardst nodig zijn, om zo een imagoverandering te bewerkstelligen. Getracht is het bestaande gebouw wel in z'n waarde te laten. De "compacte ingrepen op strategische plekken" zijn ook op groter schaalniveau van belang: sommige beïnvloeden bijvoorbeeld het beeld van de flat dat je krijgt vanaf snelweg of Bijlmerdreef. Naast de ingrepen in de clusters zal ook de rest van de woningen opgeknapt worden. De galerijen worden verkort door het invoegen van extra ontsluitingen. Er komt een dek aansluitend op de flat, waarop een collectief buitengebied ontstaat. Onder het dek kan geparkeerd worden. Met een van de clusteringrepen wordt een van de bestaande poorten in de flat verhoogd. Uit de twee inleidingen bleek dat 'overgangen' en 'samenhang' belangrijke thema's zijn in de Bijlmerhervorming. We mogen de oorspronkelijke ontwerpers dankbaar zijn voor de radicaliteit van hun plannen, die nu een enorm voorzichtige dosering van overgangen mogelijk maakt. De woningen zelf zijn in feite het beste dat de Bijlmer te bieden heeft. Problemen spelen juist in de overgangsgebieden tussen privé en openbaar. In principe is het de vraag hoe je ruimtelijke condities kunt creëren die zorgen dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving (hun eigen stoep vegen). De zogenaamde 'passtukken' lijken ingezet te worden als een soort buffers, ruimtelijk, sociaal en anderszins, tussen de oude hoogbouw en de nieuwe laagbouw. Een groot probleem in de huidige ontwikkeling is de schaal van de ingrepen. Praktisch de hele Bijlmer wordt in een keer aangepakt, dus er bestaat een risico dat alles over twintig jaar verouderd is. Vraag is in hoeverre er bij de plannen nu wordt nagedacht over de situatie over twintig jaar. Zal herbestemming dan nog mogelijk zijn? De Bijlmer heeft de potentie om een 'stad als casco' te zijn. Steden lijken zich alleen te kunnen ontwikkelen van monotonie (monofunctionaliteit) naar diversiteit (vgl. Almere-Haven). De avond over de Bijlmer was de vijfde in een serie tweemaandelijkse discussiecafees voor beginnende architecten en andere leken. Doel van de avonden is het vormen van een platform voor discussie over recente maatschappelijke ontwikkelingen en hun invloed op de gebouwde omgeving. Centraal staat de uitwisseling van ideeën en ervaringen. Voor meer informatie: Ma architecten Derde Kostverlorenkade 35, 1054 TS Amsterdam tel/fax: 020-4120908 e-mail: [email protected]