De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie Feike Sijbesma, CEO Royal DSM In de loop der tijd is het effect van bedrijven op de maatschappij enorm veranderd. Vijftig tot honderd jaar geleden was de zakenwereld heel anders dan vandaag de dag. Er waren weinig tot geen (echt) mondiale bedrijven. Het effect dat de meeste bedrijven hadden, was beperkt en plaatselijk en slechts in enkele gevallen regionaal. Vandaag de dag zijn er veel bedrijven die een mondiaal effect hebben. Ze beschikken over belangrijke technologieën en in sommige gevallen zelfs over (delen van) oplossingen voor enkele van de belangrijkste actuele uitdagingen, zoals klimaatverandering, materiaalschaarste enz. Sommige mondiale multinationals zijn zo groot, dat ze over meer geld beschikken of meer omzet maken dan (het BNP van) sommige kleine of middelgrote landen. Een van de logische gevolgen van het feit dat bedrijven meer macht of invloed hebben is dat ze grotere verantwoordelijkheid tonen. Het is gevaarlijk als deze twee factoren - invloed en verantwoordelijkheid - niet met elkaar in evenwicht zijn. Met het oog op de verantwoordelijkheid en de macht die ze hebben, moeten bedrijven daarom de doelen die ze willen bereiken, opnieuw definiëren. De vraagstukken waarmee de wereld wordt geconfronteerd (gezondheid en voeding voor iedereen, klimaatverandering, alternatieve energieën, het gebruik en de verdeling van grondstoffen enz.) zijn te ingewikkeld om te kunnen worden opgelost door één enkele (of zelfs een gezamenlijke) regering, onderneming, NGO of academische instelling. Dit betekent dat bedrijven en regeringen moeten samenwerken en hun focus moeten uitbreiden, met name nu de race om duurzame oplossingen te vinden voor de meest dringende uitdagingen op economisch, maatschappelijk en ecologisch vlak steeds intensiever wordt. Vroeger was de manier waarop de wereld functioneerde eenvoudiger. Bedrijven deden hun zaken en focusten op economische groei en het scheppen van banen – de nadruk lag sterk op individuele belangen. Regeringen namen onze gezamenlijke belangen waar, waaronder zaken als onderwijs, veiligheid en gezondheid. Internationale instellingen hielden zich met supranationale kwesties bezig. De wereld waar we nu in leven is een stuk ingewikkelder en de verdeling van verantwoordelijkheden is minder duidelijk. Nu bedrijven meer invloed hebben en daarmee ook meer verantwoordelijkheid, hebben ze in feite ook een soort maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar als we willen doen wat er daadwerkelijk gedaan moet worden, moeten we een manier vinden om niet-financiële zaken op dezelfde manier te kunnen meten als financiële zaken. Dit betekent dat bedrijven hun hoofddoelen moeten uitbreiden. Dat wil zeggen dat ze niet alleen op hun economische prestatie moeten focussen door te kijken naar Profits, maar zich ook moeten bezighouden met hun ecologische voetafdruk door te kijken naar Planet (waaronder oplossingen die een effect hebben buiten het bedrijf zelf) en hun invloed en verantwoordelijkheid met betrekking tot de maatschappij nemen door te kijken naar People. Bij DSM noemen we dit: waarde scheppen in drie dimensies tegelijk: People - Planet – Profit. We beschouwen alle drie als hoofddoelen voor onze onderneming. Dit betekent per definitie dat bedrijven voor alle belanghebbenden moeten werken - dus niet alleen maar voor de aandeelhouders, maar ook de klanten, de medewerkers en de maatschappij als zodanig: kortom voor huidige en toekomstige generaties. Hierdoor wordt het maken van winst en bereiken van economische groei automatisch in een context geplaatst, namelijk dat economische groei een middel is, maar niet het doel. We moeten ons realiseren - en dat zijn we misschien de laatste paar decennia uit het oog verloren - dat onze economie een middel, een manier is om ervoor te zorgen dat 7 miljard (en binnenkort 9 miljard) mensen een gelukkig leven op deze planeet kunnen leiden. Bij DSM, het bedrijf waaraan ik inmiddels bijna zeven jaar leiding heb mogen geven, heeft duurzaamheid zich niet alleen ontwikkeld tot een belangrijke business driver, maar is ook een van onze kernwaardes en -verantwoordelijkheden geworden. We hebben een manier gevonden om het effect dat wij op deze planeet hebben, d.w.z. buiten ons energieverbruik en onze CO2-emissies, te meten. De verkoop van onze serie ECO+ solutions, die de klanten vergeleken met standaardproducten en –oplossingen duidelijke ecologische voordelen biedt, stijgt sneller en levert meer winst op dan die van onze andere producten. ECO+ vormt inmiddels 45 procent van de totale verkoop van DSM en meer dan 90 procent van onze innovatiepijplijn. We zijn inmiddels begonnen met het ontwikkelen van een vergelijkbare People+-strategie, waarbij de manier wordt gemeten waarop producten de levens van mensen verbeteren. Hierdoor hopen we om, naast het Planet-element, ook het People-element van People, Planet and Profit tastbaar, transparant en vergelijkbaar te maken. Een volgende stap zou kunnen zijn om ons niet alleen met People and Planet bezig te houden en niet alleen oplossingen te ontwikkelen, maar om de waardeschepping in deze dimensies op te nemen in de algehele waardering van een onderneming, die momenteel nog voornamelijk wordt gebaseerd op de economische prestaties. Diverse bedrijven zijn er inmiddels mee begonnen om hun ecologische voetafdruk en hun verbruik, inclusief externaliteiten, beter zichtbaar te maken. Een verdere stap om een concrete waarde toe te kennen aan de bijdrage van de dimensies People en Planet, zou kunnen zijn om bedrijven die goed presteren met betrekking tot de dimensies People en Planet te belonen en misschien zelfs om bedrijven die niet goed presteren te bestraffen. Een voor de hand liggende oplossing zou belasting (met al zijn voor- en nadelen) zijn. Ik wil echter niet suggereren dat we een economie op basis van stimulansen, of erger nog subsidies, zouden moeten opbouwen. Wat ik wel wil voorstellen is, dat we erover na zouden moeten denken om alle drie dimensies van waardeschepping op te nemen in de bepaling van de echte waarde van bedrijven. Alleen op deze manier kan daadwerkelijke innovatie van ons economische systeem plaatsvinden, zodat het niet alleen maar van enkele bedrijven afhangt die hun verantwoordelijkheid nemen, hoewel dat belangrijk en essentieel blijft. We moeten oplossingen zoeken waarbij alle drie dimensies van waardeschepping (People-Planet-Profit) worden opgenomen in de waardebepaling van een onderneming. Ik denk dat huidige en toekomstige generaties hiervan zouden profiteren. Als we belonings- en belastingsystemen gaan hervormen, zullen we er snel achterkomen dat het belasten van werk de hoofdbron van inkomsten voor regeringen vormt en het gebruik van (vaak schaarse) grondstoffen veel minder belast wordt. Dat werpt de vraag op of de focus in dit geval wel correct is. Willen we inderdaad zo veel belasting heffen op arbeid en werk en niet op het verbruik van schaarse grondstoffen en materialen? Of als je nog een stap verder wilt gaan: zou het niet verstandig zijn om het basisprincipe van een circulaire economie toe te passen door de manier waarop we grondstoffen gebruiken te veranderen: van consumptie naar gebruik (en hergebruik). Met name gezien het feit dat er bijna geen moleculen onze planeet verlaten. Als we een ander systeem en een andere aanpak zouden kiezen, zouden we niet langer kunnen zeggen dat grondstoffen schaars zijn, maar zouden we moeten erkennen dat wij ze schaars hebben gemaakt. Momenteel verbruiken de rijkste 1 miljard mensen ca. 40-45% van alle hulpbronnen op aarde en produceren ca. 45% van de wereldwijde afval. Als één miljard mensen bijna de helft gebruiken, moet de andere helft door 6 miljard mensen worden gedeeld, en hiervan leven al 2-3 miljard onder de armoedegrens. Deze verdeling van de welvaart is per definitie geen duurzaam scenario. We kunnen en moeten dit veranderen. Door over het bovenstaande na te denken, zouden we ons economische systeem kunnen omvormen tot een systeem dat gefocust is op multidimensionele waardeschepping: People - Planet - Profit. We kunnen niet succesvol zijn en onszelf ook niet als succesvol beschouwen in een falende maatschappij en daarom moeten we een duurzame waarde toekennen aan al deze dimensies om ervoor te zorgen dat huidige en toekomstige generaties een gelukkiger leven kunnen leiden.