Schakelen op hoogspanning Woensdag 28 april 2004 J. Peuteman 1 Schakelen op hoogspanning • • • • Hoofdstuk 1: Waarom hoogspanning? Hoofdstuk 2: Schakelaars Hoofdstuk 3: Het schakelen Hoofdstuk 4: Elektrische veiligheid 2 Waarom Hoogspanning? • Windenergiepark op de Thorntonbank • 60 windturbines van 3,6 MW tot 5 MW • generatorspanning optransformeren tot 33 kV 3 Waarom hoogspanning? • Windturbines verbonden via 33 kV netwerk • transformatorplatform welke 33 kV transformeert naar 150 kV 4 Waarom hoogspanning? • 150 kV zeekabel van 38 km lengte • transporteert energie alle windturbines samen • komt toe in “Slijkens” te Bredene 5 Waarom hoogspanning? • Tenslotte de 150 kV terug naar beneden transformeren om verbruikers te voeden. • Laagspanningsnet 400 V / 230 V • Waarom hoogspanning? • Beperken joule verliezen tijdens energietransport 6 Waarom hoogspanning? • Rekenvoorbeeld: • • • • P = 240 MW en lijnspanning van 150 kV. Koperen kabels met sectie 625 mm2 Jouleverlies = 2,7 MW, ongeveer 1%. AANVAARDBAAR 7 Waarom hoogspanning? • Rekenvoorbeeld: • Alle gegevens blijven dezelfde, maar 33 kV • Jouleverlies = 56 MW • ONAANVAARDBAAR!! 8 Waarom hoogspanning? • Inderdaad: • P=UI • hoe hoger U, hoe lager I • hoe lager jouleverliezen 9 Waarom hoogspanning? • Natuurlijke reflex: • spanning zo hoog mogelijk • Is foute reflex! Waarom? • veiligheid • isolatie en andere apparatuur is duurder 10 Waarom hoogspanning? • P ~ U2 11 Waarom hoogspanning? • HS-net: AC of DC? • Meestal AC dankzij transformatoren • Soms DC 12 Waarom hoogspanning? • HVDC • High Voltage Direct Current 13 Waarom hoogspanning? • DC-transmissie: HVDC • Voor zelfde hoeveelheid koper, zelfde isolatieniveau en zelfde hoeveelheid getransporteerd vermogen • minder jouleverlies 14 Waarom hoogspanning? • Voor zelfde hoeveelheid getransporteerd vermogen en zelfde jouleverlies • minder koper nodig = besparing • Rendeert enkel bij lange afstanden (> 750 km) want er is behoefte aan dure • gelijkrichter • wisselrichter 15 Waarom hoogspanning • HVDC • grote vermogens transporteren over lange afstand • koppelen 50 Hz en 60 Hz net • koppelen niet gesynchroniseerde netten 16 Schakelen op hoogspanning • • • • Hoofdstuk 1: Waarom hoogspanning? Hoofdstuk 2: Schakelaars Hoofdstuk 3: Het schakelen Hoofdstuk 4: Elektrische veiligheid 17 Schakelaars • Belangrijk onderscheid tussen • vermogenschakelaar • lastschakelaar • scheidingsschakelaar 18 Schakelaars • Vermogenschakelaar kan kortsluitstromen onderbreken • Lastschakelaar kan belastingsstromen onderbreken • Scheidingsschakelaar enkel stroomloos bediend • m 19 Schakelaars 20 Schakelaars • Bij openen stroomvoerende kring: • eerst openen vermogenschakelaar • dan openen scheidingsschakelaars • Bij sluiten kring: • eerst sluiten scheidingsschakelaars • daarna sluiten vermogenschakelaar 21 Schakelaars • Nut scheidingsschakelaar? • Nadat vermogenschakelaar of lastschakelaar geopend is, zorgt de scheidingschakelaar voor zichtbare onderbreking. • Als je aan installatie werkt wil je ZIEN dat deze spanningsloos is. 22 Schakelaars • Uitvoeringsvormen • Openbouwinstallaties • Gasdicht-metaalomsloten installaties • Omsloten installaties 23 Schakelaars • Openbouwinstallaties • voor hoge spanningen • snelle montage, bereikbaarheid en uitbreiding • relatief goedkoop 24 Schakelaars 25 Schakelaars • Gasdicht-metaalomsloten installaties • isolatie via perslucht of SF6 • veiligheid en weinig onderhoud • neemt weinig plaats in 26 Schakelaars • Omsloten installaties • elektrische en mechanische afscherming • niet gasdicht • enkel MS en LS, geen HS 27 Schakelaars • Technologische uitvoering schakelaars • SF6-schakelaars • Persluchtschakelaars • Vacuümschakelaars 28 Schakelaars • SF6-schakelaars – bij hoogspanning en middenspanning – kan hoge kortsluitstromen onderbreken – SF6 heeft goede isolerende eigenschappen – geen SF6-lekken toegelaten 29 Schakelaars • SF6-schakelaars: eendrukschakelaars 30 Schakelaars • figuur A: bewegend en vaststaand contact zijn op elkaar gedrukt • figuur B: openen contacten vormt boog en bewegend zwart stuk comprimeert SF6 • figuur C: eenmaal boog gedoofd via nuldoorgang stroom, ontsnapt de SF6. Verse SF6 voorkomt herontsteken 31 Schakelaars • SF6-schakelaars: zelfblusschakelaars 32 Schakelaars • figuur A: bewegend en vaststaand contact zijn op elkaar gedrukt • figuur B: openen contacten vormt boog en boog levert energie om drukverschil op te bouwen • figuur C: eenmaal boog gedoofd via nuldoorgang stroom, ontsnapt de SF6. Verse SF6 voorkomt herontsteken 33 Schakelaars • Technologische uitvoering schakelaars • SF6-schakelaars • Persluchtschakelaars • Vacuümschakelaars 34 Schakelaars • Persluchtschakelaars – bruikbaar tot hoogste spanningen (765 kV) – persluchtlek is onschadelijk voor milieu – veel lawaai 35 Schakelaars • Persluchtschakelaars 36 Schakelaars • Bij openen contacten ontstaat een boog • Toevoer van perslucht ververst het medium tussen de contacten, heeft dus isolerende eigenschappen 37 Schakelaars • Technologische uitvoering schakelaars • SF6-schakelaars • Persluchtschakelaars • Vacuümschakelaars 38 Schakelaars • Vacuümschakelaars – weinig onderhoud – geen brand of explosiegevaar – geruisloos – bovengrens op uit te schakelen spanning 39 Schakelaars • Vacuümschakelaars 40 Schakelaars • Bij openen contacten ontstaat een boog • Verdampen metaaldeeltjes doch ook neerslag metaaldeeltjes op de wand • De boog dooft bij nuldoorgang, productie metaaldamp stopt maar neerslag gaat nog tijdje door • Terug een echt vacuüm tussen de contacten 41 Schakelen op hoogspanning • • • • Hoofdstuk 1: Waarom hoogspanning? Hoofdstuk 2: Schakelaars Hoofdstuk 3: Het schakelen Hoofdstuk 4: Elektrische veiligheid 42 Het schakelen • Ohmse kring: R1 = net, R2= belasting • R1 << R2 43 Het schakelen • Bij kortsluiting wordt de stroom enkel beperkt door R1 • Grote kortsluitstroom welke gedurende meerdere netperiodes vloeit • Openen kring op t = t0 en ontstaan boog • Boog dooft bij nuldoorgang op t = t1 • Boog mag niet heropkomen 44 Het schakelen 45 Het schakelen • Inductieve kring: L1 = net, L2 = belasting • L1 << L2, parasitaire C 46 Het schakelen • Bij kortsluiting wordt de stroom enkel beperkt door L1, stroom ijlt na op spanning • Grote kortsluitstroom welke gedurende meerdere netperiodes vloeit • Openen kring op t = t0 en ontstaan boog • Boog dooft bij nuldoorgang op t = t1 • Boog mag niet heropkomen 47 Het schakelen • Spanning over schakelaar S verandert vanaf t = t1 niet ogenblikkelijk, maar wel snel. • Spanning over S is de netspanning met een hoogfrequent overgangsverschijnsel er op gesuperponeerd. • Spanning over S stijgt snel en wordt groot, er mag geen nieuwe boog gevormd worden. 48 Het schakelen 49 Het schakelen • Conclusie: – het onderbreken van een inductieve kring is veel moeilijker dan het onderbreken van een ohmse kring. 50 Het schakelen • Ohms-inductieve kring: – er ontstaat een gedempt overgangsverschijnsel na doven boog op t = t1 51 Het schakelen • Tot nu toe: boogdoving bij natuurlijke nuldoorgang • Alternatief: stroomafrukking • Voorbeeld: onderbreken primaire onbelaste transformator (inductief) 52 Het schakelen • Stroomafrukking 53 Het schakelen • Op het ogenblik van de stroomafrukking: – energie in L1 en parasitaire C1 – als energie uit L1 in C1 komt, wordt spanning over C1 erg hoog zodat boog herontstaat – via nieuwe boog afvoer ladingen van C1, spanning daalt terug – verdere omzetting energie uit L1 naar C1 – alles herhaalt zich een aantal keer 54 Schakelen op hoogspanning • • • • Hoofdstuk 1: Waarom hoogspanning? Hoofdstuk 2: Schakelaars Hoofdstuk 3: Het schakelen Hoofdstuk 4: Elektrische veiligheid 55 Elektrische veiligheid • Bij het uitvoeren van schakelingen zijn de vitale vijf erg belangrijk. • DE VITALE VIJF – – – – – vrijschakelen vergrendelen meten aarden afbakenen 56 Elektrische veiligheid • Vrijschakelen – stroom onderbreken via vermogenschakelaar (lastschakelaar) en daarna via scheidingsschakelaar 57 Elektrische veiligheid • Vergrendelen – beveiligt de werkplaats tegen herinschakelen tijdens uitvoeren werken – via hangsloten herinschakelen vermijden – signalisatieborden 58 Elektrische veiligheid • Meten – controleren of het elektrisch onderdeel effectief spanningsloos is. – Ondubbelzinnig meettoestel 59 Elektrische veiligheid • Aarden – Elektrische installatie verbinden met de aarde – Aarden via geleiders met gepaste sectie die stevig bevestigd zijn 60 Elektrische veiligheid • Afbakenen – afbakenen gebied waarin gewerkt wordt – via platen (+signalisatie) contact vermijden met andere installaties die nog onder spanning staan 61 Schakelen op hoogspanning • Bedankt voor uw aandacht • zie: http://www.khbo.be/~peuteman/schakelenHS.htm 62