Het probleem van de vergrijzing is overdreven

advertisement
Robin Rotman was aanwezig 19 december bij Solidariteit tussen Jong en Oud en heeft
Paul Schnabel horen spreken.
maandag 31 december 2007: VOORPAGINA
Probleem vergrijzing is overdreven
Door ROBIN ROTMAN
DEN HAAG - De vergrijzing is een veel minder groot probleem dan politici en media doen
vermoeden. Veel geld voor de pensioenen van de vergrijzende babyboomers is namelijk al
opzij gezet of belegd.
Daarbij neemt de arbeidsparticipatie van ouderen en de groep 20- tot 65-jarigen alleen maar
toe, waardoor er meer geld vrijkomt om de vergrijzing te bekostigen.
Dat zeggen Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), en
Alexander van de Kerkhof, directeur van de 50PlusBeurs. „Politici en media noemen gevaren
die met de vergrijzing te maken hebben. Allemaal onzin. Het mag best eens gezegd worden
dat Nederland nu, op Ierland na, het minst vergrijsde land van Europa is,’’ zegt Schnabel.
In 2020 gaan we de gevolgen van de gepensioneerde babyboomgeneratie merken, stelt
Schnabel. „Maar het zal meevallen. In Duitsland bijvoorbeeld moet een belangrijk deel van de
pensioenen dan uit belastinggeld worden betaald. Dat hebben wij beter geregeld door daar al
voor te sparen en te beleggen.’’ Daarbij, zegt Schnabel, werken ouderen langer door,
waardoor ze later met pensioen gaan en langer premies betalen. Het enige probleem dat hij
wél ziet, is de stijging van de zorgkosten. „Daar moet de politiek nog goed over nadenken,’’
vindt hij.
Van de Kerkhof noemt louter pluspunten als het over de groeiende groep ouderen gaat.
„Ouderen zijn dé vrijwilligers van Nederland die sportverenigingen, goede doelen en
wijkcentra laten draaien.’’
Verder wijst hij erop dat ouderen relatief veel spaargeld hebben en vaak een eigen huis met
veel overwaarde bezitten. „Dat geld gaan ze allemaal een keer uitgeven en dat is goed voor de
economie. Tegelijk zie je dat mensen steeds vaker na hun 65ste als zelfstandige aan de slag
gaan of blijven doorwerken bij hun werkgever.’’
Schnabel stelt dat er in de politiek en media meer aandacht moet komen voor jongeren.
,,Bijvoorbeeld voor de 300.000 kinderen die in armoede opgroeien. Of het probleem van de
jongerenhuisvesting. Voor de ouderen is het meeste intussen prima geregeld.’’
VERGRIJZING
Nederland telt momenteel 2,4 miljoen 65-plussers. Dat aantal neemt in de periode 2008-2013
met bijna 400.000 toe. De totale bevolking groeit met ruim 200.000 tot 16,6 miljoen. De
potentiële beroepsbevolking (mensen tussen de 15 en 65 jaar) is nu 68 procent; in 2030 zal die
nog maar 56 procent zijn.
Het blijven werken van ouderen is sinds 2002 aantrekkelijker gemaakt door de invoering van
de arbeidskorting voor ouderen. De korting is hoger naarmate de leeftijd oploopt.
Bedrijven en branches kunnen bij het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid
aanvragen doen voor projecten en experimenten die het gemakkelijker maken voor
werknemers om op een hogere leeftijd te blijven werken.
Paul Schnabel: „Men vergeet doorbraken die er wel degelijk zijn, zoals de hoge
arbeidsparticipatie.” | © FOTO ANP
Hieraan ging vooraf: Trouw 29/12/2007
Het tijdperk van de ontevreden massa
SCP-directeur: Er gaat zoveel goed in Nederland, maar niemand wil het horen
Seada Nourhussen en Dorien Pels
In het somberen over de multiculturele samenleving, het onderwijs en de zorg, worden
volgens SCP-directeur Paul Schnabel de feiten te vaak genegeerd. „We moeten leren van de
Amerikanen.”
De Nederlander is de afgelopen jaren steeds meer gaan doemdenken. Als het aan socioloog en
SCP-directeur Paul Schnabel ligt kunnen we een voorbeeld nemen aan de veel optimistischer
houding van de Amerikanen. „Hoewel zij het vaak weer overdrijven, hebben ze wel een
houding van: je kunt zelf dingen veranderen. Daar kunnen wij nog wat van leren.”
Goed nieuws wil Nederlanders vaak niet bereiken, meent Schnabel. „In onze onlangs
gepubliceerde Armoedemonitor stellen we dat 65-plussers geen risicogroep meer zijn voor
armoede. Dat is een fantastische prestatie die je uit zou moeten dragen. Dat zouden
Amerikanen ongetwijfeld doen. Maar hier moet je zoiets honderd keer herhalen voor het tot
Nederlanders doordringt. Het zit in het hoofd van mensen dat oud en arm bij elkaar hoort”,
zegt de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Schnabel ziet het als taak van het SCP om Nederland uit te leggen aan de Nederlanders.
Opdrachten komen van de ministeries; de onderzoeken halen vaak het nieuws.
Het SCP kreeg dit jaar wel eens het verwijt wat al te positief te zijn. In de tweejaarlijkse
uitgave ’ de Sociale Staat van Nederland’, die in september verscheen, was een belangrijk
gegeven dat 82 procent van de Nederlanders gelukkig is. Het haalde voorpagina’s.
Schnabel: „Wij verzinnen dat niet, dat is wat mensen antwoorden op vragen in een enquête.
We zijn geen reclamebureau, we wijzen mensen alleen op de feiten. Wel hebben we dat
nieuws bewust benadrukt.”
Hoewel mensen gelukkig zijn, is het vertrouwen in de overheid nog steeds laag, schrijft het
SCP in hetzelfde rapport. Het historisch dieptepunt lag in 2002, na de moord op Fortuyn.
Nergens anders in Europa was men zo zwartgallig over de toekomst van hun land. Niemand,
ook het SCP niet, zag de katalyserende werking aankomen die Fortuyn op de ontevredenheid
had, zegt Schnabel.
„Het hielp niet voor de sfeer dat alle media van schrik op zoek gingen naar de gemiddelde
Nederlander. Journalisten gingen massaal de wijken in om het gekanker bij de friettent op te
tekenen”, zegt SCP-collega Joep de Hart.
Het was ook een totale omslag ten opzichte van de jaren negentig. „Onder de kabinetten Kok I
en Kok II maten we een grote tevredenheid onder de bevolking. Het poldermodel was een
voorbeeld voor de hele wereld, iedereen kwam kijken hoe wij het deden. Blair en Clinton
namen een voorbeeld aan Kok.”
De kritiek op die periode kwam pas achteraf. Net als nu, lag Nederland er economisch gezien
rooskleurig bij. Alleen was toen ook de stemming optimistisch. „Die ontevredenheid van nu
heeft ook te maken met de toonzetting van het maatschappelijk debat. Na Fortuyn moest
ineens alles gezegd worden. Ook media doen daaraan mee. Maar het duurt ondertussen wel
erg lang dat alles gezegd moet worden. Ik weet het wel zo’n beetje.”
Veel bestaande beelden kloppen ook gewoon niet, zegt Schnabel. Hij somt op: „De
vergrijzing is in Nederland niet dramatisch vergeleken met andere landen. Het geboortecijfer
is niet drastisch gedaald. Neem de arbeidsparticipatie: die is nergens zo hoog. In Nederland
roept iedereen dan meteen: ’ja, maar dat telt niet, want het is allemaal deeltijdwerk’. Zo kan je
er ook tegenaan kijken. Maar het geeft weinig energie. Wij gingen dit jaar met die nadruk op
positieve feiten bewust een keer tegen de stroom in.”
Ook als het de multiculturele samenleving betreft vergeten veel mensen te letten op grote
doorbraken die er wel degelijk zijn, zegt Schnabel. „Niemand lijkt te horen dat er steeds meer
allochtone jongeren hoger onderwijs volgen. Of dat Turken en Marokkanen veel minder
huwelijkspartners uit het buitenland halen. Of dat het geboortecijfer onder allochtonen
spectaculair daalt – er is daar echt een demografische revolutie gaande.”
Hieropvolgend , Trouw 29-12-2007
Nederlander klaagt, ook al gaat het goed
’Veel aannames zijn niet waar’
Seada Nourhussen en Dorien Pels
Nederland mag best wat trotser zijn op wat er goed gaat. Dat zegt Paul Schnabel, directeur
van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Nederland moet ophouden met doemdenken. We moeten ons ook concentreren op wat er
allemaal goed gaat, vindt SCP-directeur Paul Schnabel. „Doemdenken maakt mensen
fatalistisch en ontevreden.” Hij is wel eens jaloers op het ongebreidelde optimisme van de
Amerikanen. „Daar kunnen wij nog wat van leren.”
Schnabel is nu ruim tien jaar directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het
wetenschappelijk instituut dat adviezen uitbrengt aan de regering is er volgens Schnabel ook
om aannames te doorbreken. „We gaan niet eerder met pensioen. Turken zijn niet beter
geïntegreerd dan Marokkanen, we hebben alleen minder last van ze. Zo zijn er meer
vooronderstellingen die helemaal niet kloppen. Wij willen bijdragen aan een feitelijk en
rationeel debat.”
Schnabel ziet de nadruk op het negatieve bevestigd in de manier waarop er met
onderzoeksresultaten van het SCP wordt omgegaan. „Uit een onderzoek naar
verzorgingshuizen bleek dit jaar dat bewoners best tevreden zijn. Maar wat pikken sommige
media eruit? Dat veel bewoners nooit buiten komen. Terwijl dat niet zo gek is als je negentig
bent en vrij zwak. Het idee bestaat dat bewoners van verzorgingshuizen zo eind zestig zijn.”
Eind 2006 besloot het SCP dat het, na dertig jaar rapporteren over alles wat fout is in
Nederland, tijd werd om te benadrukken wat er allemaal goed gaat. In het rapport ’ Investeren
in vermogen’ zocht het SCP naar inspirerende voorbeelden en kansrijke perspectieven. Het
rapport meldde onder meer dat het aandeel niet-westerse studenten in het hoger onderwijs is
verdubbeld, van 6 procent in 1995 tot 12 procent in 2005. En dat het aantal voltijd werkende
moeders is gestegen van 136.000 in 1996 tot 180.000 in 2005.
In de tweejaarlijkse SCP-uitgave ’ de Sociale Staat van Nederland’ stond onlangs dat 82
procent van de Nederlanders gelukkig is. De uitkomst oogstte kritiek omdat het te positief
geladen zou zijn. „We schrokken van de haat en agressie die uit sommige e-mails sprak”, zegt
Schnabel daar nu over.
„Maar we gingen met ’de Sociale Staat’ en ook ’Investeren in vermogen’ bewust een keer
tegen de stroom in. Niet om een trend te zetten, maar om te laten zien hoe het werkelijk zit.”
Download