University of Groningen Seks en sekse Vennix, Paulus Arnoldus Maria

advertisement
University of Groningen
Seks en sekse
Vennix, Paulus Arnoldus Maria
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to
cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:
1989
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Vennix, P. A. M. (1989). Seks en sekse: verschillen in betekenisgeving tussen vrouwen en mannen s.n.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the
author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the
number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Download date: 18-07-2017
SAME}\IVATTING
Het centralethema van deze studie betreft de verschillentussenvrouwen en mannen
(3) perceptievan
in (1) betekenisgevingaan seksualiteit;(2) seksualiteitsbeleving;en
'vrouwelijkheid' en 'mannelijkheid' bij vrouwen en mannen.
Begin jaren zeventigvoerde het NISSO (NederlandsInstituut voor SociaalSexuologisch Onderzoek)een survey-studieuit onder een random steekproefvan 500 gehuw'
den (middle class;18-55years).Als voorstudiewerden hierover door mij secundaire
analysesverricht.
Eind 1981vond voor deze studie het hoofdonderzoekplaats onder een vergelijkbare
steekproef (266 mannen; 282 vrouwen). Hoewel in de in dit onderzoek gebruikte
vragenlijst voor een deel weer dezelfdeitems waren opgenomen,bestond het overgrote deel van de vragenlijstuit nieuwe items, waaruit o.a. nieuwe seksualiteitsbelevingsschalenwerden geconstrueerd.
In hoofdstuk
en vrouwen n
welijke'blijkt
'
lijkheid' en
opvattingen t
In hoofdstuk
In het bijzon
'mannenbero
delijk werk.
De hoofdstu
Hoofdstu
zoek ontwikl
theorie van
Hoofdstu
de data uit I
op:
-
In hoofdstuk I wordt gespeculeerdover de invloed van concepten die naar onze
geslachtsorganen
verwijzen op de betekenisgevingaan seksualiteit.
Hoofdstuk 2 geeft de belangrijksteresultatenvan de voorstudie.Vrouwen bleken
in de jaren zeventigtijdens het vrijen gericht op zowel intimiteit, als sensualiteiten
Iust. Zij haddenmeer zin om te vrijen naarmatede kwaliteit van de relatie beterwas.
Hetzelfde gold voor ongeveèrde helft van de mannen.Veel mannen waren daarentegen geneigdintimiteit af te 'trerentijdens het vrijen. Deze mannen 'hielden afstand'
tijdens het vrijen en waren vrijwel uitsluitend gericht op klaarkomen.Deze afstandelijkheid bleek de belangrijksteoorzaakvan seksueleonvrede in heteroseksuele
relaties.
In hoofdstuk 3 verklaar ik dezeafstandelijkheiden de angst die veel mannenvoor
intimiteit hebbenvanuit een collectieveminachtingvoor vrouwen en voor het 'vrou.
welijke'. Tevens wordt een toenaderings-vermijdingsconflictvan mannen ten aanzien
van vrouwen en het 'vrouwelijke' beschreven.Tegelijk wordt hiermede een verklaring
aangereiktvoor de seksuelegeobsedeerdheid
van veel mannen.Daarnaastwordt bij
mannen de relatie tussen angst voor het 'vrouwelijke' en homofobie geëxploreerd.
In hoofdstuk 4 tlm 7 wordt aan de hand van de literatuur nagegaanin hoeverreer
sinds begin zeventigerjaren veranderingenhebben plaatsgevondenin de waardering
van'mannelijkheid'en'vrouwelijkheid'.
In hoofdstuk 4 wordt het androgyniemodelnader beschouwd.Kritische kanttekenin.
gen worden geplaatstbij operationalisatiesvan 'mannelijk' en 'vrouwelijk'. Tegelijk
wordt nagegaanin welke mate 'mannelijkheid'en 'vrouwelijkheid'voor beideseksen
bijdragen tot psychischwelbevinden.
In hoofdstuk 5 wordt nagegaanof een rond 1970 in diverse studies geconstateerde
seksistischebias ook in latere studiesnog aantoonbaaris. In de meestestudiesblijkt
deze bias niet meer waarneembaar.
264
-
het se
geword
clitoral
het vri
vrourw
het be
vrouw(
minde:
deem
In hoofdstu
seksualiteit
gedraginger
bij heterost
willekeurig
niet op hel
opwinding.
Uit hoo
geving aan
onvrede vc
tijdens het
procent va:
echt tegen
In hooJ
suele wens
op gedrag
beleving k
Mannen s
belevinger
llentussenvrouwenen mannen
itsbeleving;en
(3) perceptievan
lannen.
Instituutvoor SociaalSeruoloJomsteekproef
van 500 gehuwn hieroverdoor mij secundaire
plaatsondereen vergelijkbare
le in dit onderzoekgebruikte
opgenomen,
bestondhet overrt o.a.nieuweseksualiteitsbele-
van conceptendie naar onze
r seksualiteit.
le voorstudie.Vrouwen bleken
: l i n t i m i t e i ta, t s s e n s u a l i t e iet n
aliteitvan de relatiebeter was.
r. Veel mannenwaren daarenDezemannen'hieldenafstand'
,p klaarkomen.
Deze afstandervredein heteroseksuele
relale angstdie veel mannenvoor
rr vrouwenen voor het 'vrour f l i c tv a n m a n n e nt e n a a n z i e n
tordthiermedeeen verklaring
mannen.Daarnaastwordt bij
en homofobiegeëxploreerd.
:uur nagegaanin hoeverre er
tsgevonden
in de waardering
ouwd.Kritischekanttekeninlijk' en 'vrouwelijk'.Tegelijk
velijkheid'voor beide seksen
versestudiesgeconstateerde
;. In de meestestudiesblijkt
In hoofdstuk6 wordt de perceptievan 'mannelijkheid'en 'vrouwelijkheid'in mannen
en vrouwennaderbestudeerd.
Een collectieveminachtingvoor vrouwenen het 'vrouwelijke'blijkt niet meer aantoonbaar.
ondanks een gelijkerewaarderingvan 'manne'vrouwelijkheid'
lijkheid' en
zijn mannen nog steedstraditionelerin hun sekserolopvattingenen minder geneigdtot sekseroldoorbrekend
gedrag.
In hoofdstuk7 ligt het accentop de beroepensegregatie
tussenmannenen vrouwen.
In het bijzonderwordt ingegaanop de problemendie vrouwenervarenin traditionele
'mannenberoepen'en
op de onbereidheicl
van mannentot het verrichtenvan huishoudelijkwerk.
De hoofdstukken8 t/m 15 geveneen beschrijvingvan het hoofdonderzoek.
Hoofdstuk8 beschrijftde steekproefen geefteen overzichtvan de voor dit onderzoekonfwikkeldeoperationalisaties,
waarbijgebruikis gemaaktvan de SocialeLeertheorievan Rotter.
Hoofdstuk9 geeftde belangrijkste
bevindingen
van een vergelijkendeanalyseover
de datauit begin zeventigerjaren en begin tachtigerjaren. Hierbij valt het volgende
0p:
-
'
-
het seksuelegedragsrepertoire
is uitgebreid,waardoor het vrijen wat meer is
gewordendan recht-op-en-neer.
Mannen zijn nu bovendiensterker gericht op
c l i t o r a l es t i m u l a t i e :
het vrijen is nu voor vooral voor mannen,maar mogelijk ook enigszinsvoor
vrouwen,wat opwindender;
het belangdat men aan klaarkomentoekent is wat afgenomen;
vrouwenkomen nu wat meer op voor hun seksuelewensenen zien sekswat
minder vaak als huwelijksplicht;
de emotionelebetrokkenheidvan mannentijdenshet vrijen is wat toegenomen.
In hoofdstuk10 komen de geconstateerde
sekseverschillen
in betekenisgeving
aan
seksualiteit
aan bod. Het accentligt hierbij op met lust en intimiteit geassocieerde
gedragingen
en belevingentijdenshet vrijen.De betekenisgeving
aan seksualiteitblijkt
bij heteroseksuele
paren niet of nauwelijksbeter op elkaar afgestemddan tussen
willekeurig
gekozenvrouwen en mannen.vijftig procent van de paren vindt elkaar
nletop het terrein van de intimiteit en veertig procent niet op het terrein van de
opwinding.
Uit hoofdstuk11 blijkt dat verschillentussenheteroseksuele
partnersin betekenisgevlng
aan seksualiteitnog steedseen belangrijkebron van seksueleen relationele
onvrede
vormen.Bijna de helft van de vrouwenen een kwart van de mannenheeft
tijdens
het vrijen regelmatighet gevoeldat het voor hen eigenlijkniet hoeft. TWintig
plocent
van de vrouwentegenvier procentvan de mannenstaathet vrijen regelmatig
echttegen.
In hoofdstuk1.2wordenseksueleproblemenopgevatals discrepanties
tussenseksuele
wensen werkelijkheid.Hierbij wordt onderscheidgemaakttussendiscrepanties
opgedragsen op belevingsniveau.
Niet optredenvan gewenstgedragen gewenste
beleving
komt vakervoor dan optredenvan ongewenst
gedragen ongewenste
beleving.
Mannenslagener over het geheelgenomenveel beter dan vrouwen in gewenste
belevingen
te realiseren.Bij vrouwen blijkt daarentegencle mate waarin bepaalcle
265
belevingen optreden nauwelijks te worden beïnvloed door de rvaardering van deze
belevingen.
Op gedragsniveauliggen de problemen van mannen niet zozeer in het niet realiseren
van eigen gedrag, als wel in het uitblijven van bepaald gedrag van de partner. Vrourven
ervaÍen het daarentegenvaker als een probleem dat er tijdens het vrijen teveel gedrag
plaatsvindt: zij hebben vaak meer behoefte aan 'samen ziin' dan aan 'samen doen'.
In hoofdstuk 13 komen factoren aan de orde die een remmende invloed hebbenop
de seksuele motivatie.
Lichametijke vermoeidheid, zorgen en neerslachtigheidremmen bij ongeveer de helfl
van de vrouwen en een kwart van de mannen regelmatig de seksuele motivatte.Btj
vrouwen drukken deze factoren, in tegenstelling tot bi.j mannen, tevens in belangrijke
mate de seksuele satisfactie.Een negatieve perceptie van de partner en een negatrel
beeld van zichzelf als seksuele partner remmen minder v:rak de seksuele motivatie,
Indien deze negatieve percepties echter optreden tlrukken zij de seksucle satisfactie
aanzienlijk.
In hoofdstuk 14 wordt ingegaan op de betekenis die mannen en vrouwen aan
geslachtsgemeenschaptoekennen:
-
de discrepantie tussen gewenste en werkelijke coïtushouding blijkt bij mrnnen
groter dan bij vrouwen;
Inl
schi
sek:
Een
1
n2ti,
rnan
wen
vind
ema
relal
b e la
moe
\
mannen en Vrouwen blijken Vaak om verschillende redenen een voorkeur voor
een bepaalde coitushouding te hebben;
beide seksen geven de voorkeur aan een coïtaal orgasme boven klaarkomen
buiten geslachtsgemeenschap;
adequate stimulatie is voor mannen voldoende om klaar te komen tijdens
geslachtsgemeenschap.
De orgasticiteit tijdens geslachtsgemeenschap
neemtb1j
vrouwen daarentegen toe naarmate de kwaliteit van de relatie beter is. Voor
klaarkomen buiten geslachtsgemeenschap
is ook voor vrouwen adequatestimu.
latie voldoende.
In hoofdstuk 15 worden door middel van een hiërarchische clusteranalvsevier probleemgroepen onderscheiden:
-
de gedevitaliseerde relatie (8Vo van de steekproeQ: overwegentJ Iangdurig
gehuwd, laag opteidingsniveau en hoge sekserolrigiditeit. Vooral bi.j vrouwen
r e l a t i o n e l e e n s e k s u e l eo n v r e d e . H e t v r i j e n i s h i e r k o r t d u r e n d e . l r c , r c r l uuitr h
vaak tot geslachtsgemeenschap.
-
de ontevreden idealistische man (12%): beide partners overwegend langdurig
gehuwd, hoger opleidingsniveau,onkerkelijk, lage sekserolrigicliteit.Alleen bil
mannen een lagere relationele en seksueleonvrede, gekoppeld aan een negatief
beeld van zrchzelf als seksuelepartner. Een te sterk verantwoordelijkheidsgevoel
voor het seksuele plezier van de partner maakt het deze mannen moeilijkzelf
van het vrijen te genieten.
de seksueelconflictueuze relatie (87o): kortdurende relaties van geèmancipeerd
-
denkende vrouwen. Seksueleen relationele onvrede bij beide partners waarbijde
seksuele motivatie van de mannen intact blijft. Veel conflict over wel of niet
vrijen. Vaak verkrachting binnen het huwelijk. Het vrijen is gevoelsarm,kort266
Zee:
sam
tijde
neel
lins
gen(
s le c l
andr
zich
loor de waarderingvan deze
t z o z e e ri n h e t n i e t r e a l i s e r e n
drag van de partner. Vrouwen
ijdenshet vrijen teveel gedrag
t zijn' dan aan 'samen doen'.
remmendeinvloed hebben op
remmen bij ongeveer de helft
tig de seksuelemotivatie. Bii
mannen,tevens in belangrijke
ln de partner en een negatief
r vaak de seksuele motivatie.
ken zij de seksuele satisfactie
dte mannen en vÍouwen aan
Í t u s h o u d i n gb l i j k t b i j m a n n e n
e r e d e n e ne e n v o o r k e u r v o o r
orgasme boven klaarkomen
om klaar te komen tijdens
lachtsgemeenschap
neemt bij
'an de relatie beter is. Voor
)or vrouwenadequatestimu-
sche clusteranalysevier pro-
:el): overwegend langdurig
;iditeit. Vooral bij vrouwen
kortdurend en beperkt zich
Iners overwegend langdurig
; e k s e r o l r i g i d i t e i tA. I l e e n b i j
gekoppeld aan een negatief
'erantwoordelijkheid sgevoel
d e z em a n n e n m o e i t i j k z e l f
relatiesvan geëmancipeerd
ij beide partners waarbij de
I conflict over wel of niet
v r i j e n i s g e v o e l s a r m ,k o r t -
durend en betreft vaak alleen geslachtsgemeenschap.
het madonna-hoercomplex(55% van de steekproef):kerkelijk en conservatief.
Bij mannenremt hier lustangstenlof het onvermogende partner (ook) als een
seksueelwezen te zien in het bijzonderhun gerichtheidop opwinding.
In hoofdstuk16 vindt men een zeer uitgebreidesamenvatting,
alsmedeenige maatschappelijke
implicatiesvan deze studieen suggesties
ten aanzienvan preventievan
seksuele
problemen.
paar
Een
aspectendie onvoldoendein deze korte samenvattingaan de orde zijn
gekomenwil ik er hier uitlichten.
Doordatmannengemiddeldveel traditionelerzijn in hun opvattingenover emancipatie,is er nu een duidelijk overschotaan feministischevrouwen en conservatieve
mannenbij een tekort aan geëmancipeerde
mannenen traditioneeldenkendevrouwen. Veel heteroseksuele
feministischevrouwen slagener niet in een partner te
vindenen indien het hun wel lukt blijkt vaak dat de partner traditionelerdenkt over
emancipatie,
wat zoalsblijkt uit hoofdstukXV, meestaltot conflictueuzeen instabiele
relatiesleidt. Het niet kunnen vinden van een geschiktepartner, lijkt een van de
belangrijkste
prijzendie veel heteroseksueel
gerichtefeministische
vrouwenvoorlopig
moetenbetalen.
Veel voorkomendeseksueleproblemenzijn of worden veroorzaaktdoor:
-
te coïtaal gericht vrijen (vooral bij mannen);
te prestatiegericht
vrijen (vooral bij mannen);
te sterke gerichtheid op en te sterk verantwoordelijkheidsgevoel
voor de
seksueleopwindingvan de partneÍ (vooral bij mannen);
te weinigtijd nemenvoor het vrijen doordatmannenvaak,nadatzij (te snel)zijn
klaargekomen,het vrijen beêindigen;
zin in seks (vooral bij mannen);
verkeerdeinschattingvan de seksueleverlangensvan de partner (vooral bij
mannen);
gemisaan emotionelebetrokkenheid(vooral bij vrouwen);
te weinig richting gevenaan het vrijen (vooral bij vrouwen);
verkrachtingbinnen het huwelijk;
verkeerdepartnerkeuze;
relatieproblemen;
'
lustangst;
- ' m a d o n n a - h o e r ' - c o m p l e (xa l l e e nb i j m a n n e n ) .
Zeerruw geschatheeft al met al 8 tot ongeveerl57o van de gehuwdeof met een man
samenwonende
vrouwenvrij regelmatighet gevoelmin of meer verkrachtte worden
tijdens
het vrijen.Dezegevoelens
tredenvakerop naarmatede vrouw minder traditioneelis in haar sekserolopvattingen.
Van belangis hierbij dat bij mannen,in tegenstellingtot hun zin om te vrijen,hun motivatietot geslachtsgemeenschap
over het geheel
genomen
niet samenhangt
met de kwaliteitvan de relatie.Dit betekentdat juist in wat
slechtere
relatiesde seksuelemotivatievan mannenslechtsafneemtvoor zover het
andergedragdan geslachtsgemeenschap
betreft. De motivatievan mannen verengt
zichdantot zin in geslachtsgemeenschap.
Bij vrouwenhangtde kwaliteitvan de relatie
zo/
samen met zowel de zin om te vrijen als de motivatie
tot geslachtsgemeenschap.
Bij
een slechte relatie wordt bij hen derhalve de totale
seksuele motivatre mrnder. Dil
alles heeft tot gevolg dat in wat mindere relaties
het vrijen vaak een gevoelsarmcoïtaal
'vluggertje'
wordt, wat de seksuele motivatie van vrouwen nog
verder onclermijnt.
Aan het slot van het rapport vindt men enige suggesties
voor verder onderzoek,
SUMN
The cer
(1) givi
'feminir
At the
logical l
people
myself
At the
compar
cluded
consist€
scales l
In chap
sex org
Chapter
appeare
during i
relation
the con
clistanc
'distanc
men an
In chap'
in terms
approac
describe
of many
homoph
In chap
exlent c
'masculi
Lr chap
placed i
investig
psycholc
?68
Download