ORTHO - Jicht Tijdens de aanval is er in 30% van de gevallen een normaal UZ gehalte in het bloed. *Acute vorm: (sub)acute hevige gewrichtsontsteking meestal MTP-1 als mono- of deel van oligo-of polyarthritis Hevige pijn in rust en bij beweging. Plots ontstaan, bewegingsbeperking. *Gecompliceerde vorm: 3 acute aanvallen binnen één jaar. tophi of uraatstenen. Gewrichtsklachten continu *Andere vormen: calciumpyrofosfaatartropathie. (monoartritis van knie, pols, elleboog of schouder) Anamnese: Gewrichtspijn (rust en beweging), gewrichtszwelling, warmte of roodheid en bewegingsbeperking . Localisatie van pijn? Ernst? Duur en beloop? Tophi? Urolithiase? Nefrolithiase? Risicofactoren: 1/ Familiaal? 2/ alcoholgebruik? 3/ medicatie? (diuretica, asa, ciclosporine, levodopa, pyrazinamide of ethambutol) 4/ Recent gewrichtstrauma of HK ingreep? 5/ Verminderde nierfunctie? 6/ Soortgelijke aanvallen: lokalisatie? Duur & beloop? Klachten tussen de aanvallen *Andere vormen van arthritis: Recente infectie: LWI? GI infecties? UWI? Chronische aandoeningen: Psoriasis, Bechterew, ziekte van Crohn, Colitis ulcerosa. Artrose en RA Bacteriële artritis: Verminderde weerstand, hoge leeftijd, DM, gewrichtsaandoeningen, infecties elders. Klinisch onderzoek: 1. gewricht(en): t, r, c, d, pijn bij passieve bewegingen, bewegingsbeperking. 2. tophi: krijtwitte lijnen met doorschemerende vaste knobbels thv: flexiezijde vingers/tenen, oorschelp, ulnaire zijde onderarm, achillespees, bursa olecrani/prepatellaris. DD/: Huidinfecties: gewrichtsfunctie normaal, algemene malaise. Bursitis: pijn bij bewegen. Geen pijn bij rust Soms in combinatie met een hallux valgus. Chronische huid- of darmaandoeningen afhankelijk van voorgeschiedenis: gericht onderzoek. Technisch onderzoek: * Acute jicht: Geen. * Vermoeden van gecompliceerde jicht: Bepalen van UZ in bloed 4 weken na acute aanval: pos > 0, 38 mmol/l, punctie bij volgende aanval. bevestiging: creatklearing. UZ 4 weken na aanvang onderhoudsbehandeling voor evaluatie effect * Pseudo-jicht: RX van beide knieën, polsen en symphyse: Afwezigheid van chondrocalcinosis sluit pseudojicht uit. * Bacteriële artritis: Bepaal sed. BEHANDELING & NAZORG Vervang diuretica 4 weken na de aanval door thiazide (25mg) of triamtereen. Vermijd purinerijke voedsel (vlees, vis, nieren, wild en gevogelte) en alcohol. Tophi verdwijnen doorgaans binnen 6 tot 12 maanden. Pseudojicht geen onderhoudstherapie. Medicatie: *Acute jicht/Pseudo-jicht: -Eerste keus: NSAID (Ibuprofen 4dd 600mg waarna 3dd 400mg of Diclofenac eenmalig 100mg waarna 3dd 50mg) /selectieve cox-2-remmer. Effect na 2-3 dagen. -Tweede keus: colchicine, start met 1 mg, dan 0,5 mg 2-3 dd tot pijn verdwenen is of GE klachten. Bij geen verbetering na 2 à 3 dagen: heroverweeg diagnose, ga over op derde keus. -Derde keus: corticosteroïden. Bij monoartritis intra-articulaire injectie, bijvoorbeeld triamcinolon: kleine gewrichten (MTP-1) 5-10 mg, grote (knie) 20-60 mg; meestal <24 uur afname pijn en is één injectie voldoende. Bij oligo-artritis of bezwaren voor intra-articulaire injectie: prednison oraal 1 dd 30 mg gedurende 10 dagen of i.m. 50 mg triamcinolon eenmalig, effect binnen 2 dagen. *Gecompliceerde jicht: -Start onderhoudsther vier weken na acute aanval. Indien instellen of ophogen van de onderhoudsbehandeling acute jicht uitlokt: aanvallen behandelen, onderhoudsther. doorgeven. -Streef naar UZ <0,38 mmol/l (slechte nierfunctie: 0,42) co elke 4 wkn, dosis aanpassen indien nodig -Streven naar 2 liter vochtinname/dag. -Start met allopurinol 100 mg 1 dd, tot maximaal 700 mg (max. 300 mg/gift), lagere max. dosis bij slechte nierfunctie -2e lijn: benzbromaron: van de markt gehaald wegens risico op ernstige hepatitis. Enkel nog gebruikt bij onvoldoende effect van, contra-indicatie voor, of nevenwerkingen door allopurinol. Folia pharmacotherapeutica dec 2002: hepatotoxiciteit: leverfunctie controleren voor starten en regelmatig in de eerste 6 mnd na het starten -Bij ernstig beeld: naast onderhoudsbehandeling max 6 maanden colchicine 0,5 mg 2 dd of NSAID Controles & Doorverwijzing: Bij aanval indien geen beterschap na 3 d. Na de behandeling enkel controle nodig indien recidief. Bij allopurinol jaarlijks creatinineklaring en serum UZ gehalte. Reumatoloog bij: -vermoeden van bacteriële artritis. -aanhoudende hevige pijn en ontstekingsverschijnselen ondanks aanvalsmedicatie. -acute jicht bij mannen < 30 jaar of bij vrouwen vóór de menopauze. -twijfel over de diagnose gecompliceerde jicht voor gewrichtspunctie -bij gecompliceerde jicht als de patiënt met allopurinol niet goed behandelbaar is. -progressieve oligo-artritis op basis van (vermoedelijk) chronische calciumpyrofosfaatartropathie (CPA) bij patiënten jonger dan 60 jaar voor gewrichtspunctie en eventueel metabool onderzoek.