Het KNGF in verbondenheid met haar leden Eind jaren negentig was het tijd voor een andere structuur binnen het KNGF. Het werd tijd om de gelederen te sluiten. De VVF de LVFD gingen samen op in het KNGF en de regionale structuur was nodig om het beleid afgestemd te krijgen op de lokale zorgverzekeraars en herkenbaar te blijven naar de leden. Dat heeft onder andere geleid tot de structuur waar we tot dit jaar inzitten. Inmiddels een structuur van 20 jaar oud. Een structuur die lange tijd haar meerwaarde heeft bewezen maar door de tijd heen niet meer aansluit op de actuele zaken en problematiek. Door het fusietraject van zorgverzekeraars is de nadruk meer op het landelijk niveau komen te liggen. Hiermee is een van de basispunten van de vorige structuur komen te vervallen, hetgeen zich ook vertaald in opkomsten bij regionale ledenvergaderingen. Vergaderingen waar het algemene beleid centraal staan hebben weinig aantrekkingskracht op leden. De huidige slagvaardigheid in koersveranderingen, inspelen op veranderingen is te traag in deze tijd. Formeel hebben we voor fundamentele veranderingen circa negen maanden nodig om de gehele verenigingsdemocratie te doorlopen. In vele gevallen is het moment van reageren dan al voorbij en lijkt het beleid van het KNGF achter de feiten aan te lopen. Dat moet dus anders! Door aanscherping van wetgeving en komst van partijen als NZA is het speelveld van het KNGF veranderd waardoor ze niet meer dezelfde rol kan spelen als in de tijd van de vorige structuurverandering. Het onderzoek en het rapport van het kader op de werkwijze rondom Kwalify en contracteren 2011/2012 heeft aangegeven dat leden onvoldoende zijn aangehaakt op het KNGF, het KNGF niet meer is aangehaakt op de vragen van leden en min of meer leefde in haar eigen werkelijkheid. Waarbij de planning- en controlcyclus onvoldoende was geborgd en taken en verantwoordelijkheden diffuus belegd waren hetgeen de procesgang en resultaatgerichtheid niet ten goede kwamen. Dit kwam ook doordat de huidige structuur dit min of meer stimuleerde. Dat heeft geleid tot een project waarin het bestuur, het kader en kantoor een project zijn gestart waarbij het doel was het KNGF meer in contact met haar leden te laten treden zodat zij meer aangehaakt zijn op het beleid en daar ook meer directe invloed op uit kunnen oefenen. De belangrijkste conclusie was immers dat leden zich niet meer verbonden voelen met het KNGF omdat de afstand te groot is tussen de organisatie en het individuele lid. Het kader heeft zich daarin verenigd om daarin het KNGF een betere positie te geven ten opzichte van haar leden. Daar zijn we immers voor! Hiervoor zijn door bestuur de heer Huizenga en mevrouw Kroesse ingehuurd (twee deskundigen op dit terrein). Zij zijn aan de gang gegaan met een brede analyse van de huidige structuur en de vraag van de leden en kader voor een mogelijk nieuwe structuur. Deze analyse is opgebouwd vanuit informatierondes door alle geledingen van het KNGF en kantoor. Dat heeft geleid tot een rapport wat aan ons is voorgelegd in de vorm van de houtkoolschetsen. De houtkoolschetsen zijn de basis geweest voor de dialoog met leden, kader en kantoor. Deze dialoog is breed in de vereniging gevoerd met als uitkomst de aanpassingen in de houtkoolschetsen die verder uitgewerkt zijn in de structuur die inmiddels door de leden is goed gekeurd. Nu staan we aan de vooravond van de ledenvergaderingen waarin de statuten centraal staan. Hierop is door een aantal leden al actie op ondernomen. Die actie is door het bestuur opgepakt en hebben geleid tot aanpassingen van de statuten. Alle informatie-rondes waar inspraak van de leden centraal heeft gestaan, hebben hun invloed op de statuten gehad die nu worden voorgelegd. Daarin zijn al vele zaken aangepast op basis van de input van de leden. De inspraakrondes liggen achter ons, de aanpassingen zijn doorgevoerd, de voorwaarden tot instemming grotendeels overgenomen en met het huishoudelijk regelement is de laatste stap gezet. Het is dus tijd voor het besluit. Onze rol als bestuurslid van een RGF of SV is hierin opvallend gezien de macht van ons naar de leden verschuift. Een opmerkelijke zet zou je zeggen. Zeker in de beeldspraak die ons veel wordt verweten dat wij graag op het pluche willen blijven zitten. Maar past dat nog in de tijd waarin we nu leven? Niet meer dus! Leden willen meer directe invloed en krijgen dat ook in deze structuur en met deze statuten. Dat heeft zich ook in andere verenigingen zoals de onze bewezen. Sterker nog daarin zijn minder maatregelen opgenomen in de statuten dan wij binnen het KNGF hebben belegd. Zaken waarin elementen die positief hebben gewerkt in de oude structuur zijn overgenomen. Juist door invloed van de RGF besturen en input van leden. Er komt nu een structuur die heel duidelijk uitgaat van eenduidigheid in het beleid. Waar gesproken wordt van centraal en decentraal die op elkaar afgestemd zijn en naar leden duidelijk moet zijn. De motivatie om dit traject in te gaan: Zie bovenstaande tekst. Het proces wat is verlopen. Inspraak momenten, veranderingen die zijn doorgevoerd op basis van input van leden, kader enz. Redenen voor deze structuur: Slagvaardige organisatie en structuur Directe invloed van leden op beleid Meer betrokkenheid van leden in een open dialoog Informatie van leden en kader is leidend in het tot stand komen van het beleid. Er wordt dus beleid opgesteld in samenspraak met leden via verschillende kanalen (digitaal, live, congres, social media enz). Pas dan wordt beleid gemaakt en wederom aan alle leden voorgelegd. Ieder lid heeft daarbij directe invloed op bijsturen, aanvullen enz. Het draagvlak voor beleid wordt dus opgebouwd in het samen opstellen met leden, input van leden, controle van leden. Besluitvorming in ledenraad is dus meer een toets van bekwaamheid of het proces aan de voorkant goed is doorlopen. Zonder draagvlak (gepolst via meerdere kanalen) geen positief besluit. Zonder positief besluit geen doorgang van beleid. Cultuuromslag die we gezamenlijk moeten maken: Los komen van de huidige structuur waar besluitvorming leidend is! Overgaan naar een cultuur waar leden centraal staan in het tot stand komen van beleid waarbij de ledenraad de toets vanuit leden op het proces en draagvlak van voorgenomen beleid is. Daar past het wantrouwen of complotdenken niet meer in zoals die vaak in discussies op linkedin en fysionetwerken wordt gevoerd. Gaan voor het collectief belang en eenduidigheid. Gezamenlijke verantwoordelijkheid gaan dragen. Niet meer leunen tegen Amersfoort maar Amersfoort ben je zelf met andere leden. Participeren wordt daarin een recht maar ook een plicht van leden. Een kantoor dat in dienst staat van leden en bestuur. Geen eigen agenda’s meer maar een full servicebureau dat competent is op de taak die van haar gevraagd is en per definitie dienend is aan bestuur en leden. Los komen van de informele en formele machtspelletjes van deze structuur. Los laten van de informele overleggen die verstorend werken op het centrale doel. Niet alleen binnen het kader maar ook vanuit de leden. Inhoud van het vak centraal stellen, de vraag van de leden vertalen en verankeren in het beleid. Leden staan centraal en worden optimaal betrokken in het tot stand komen van het beleid. Besturen op strategie, planmatig en projectmatig werken van kantoor met een duidelijk planning- en controlcyclus. De keuze voor deze statuten: Uitwerking van de keuze van structuur. In samenspraak met leden en kader opgesteld. Eerst halen van informatie en wensen pas daarna zijn de statuten opgemaakt. Daar staan wij als kader achter. Op zich een opmerkelijk standpunt want wij als kaderleden verliezen immers in de nieuwe structuur de macht die we nu wel hebben. Daar spreekt een stevig vertrouwen uit in de keuze voor de nieuwe structuur. Corrigerend referendum zien als absolute noodrem. Want als deze nodig is, is het proces van invloed van leden, ledenraad, opstelling bestuur en kantoor niet gelopen conform de statuten. Welke positieve punten blijven vanuit de huidige structuur bestaan? Regionale invloed via de regionale adviesraad. Regiokantoren met regio-adviseur die de taak heeft regionale punten te verankeren in centraal en decentraal beleid. Regiokantoren blijven het ondersteuningspunt voor leden. Regiogelden blijven bewaard voor regionale projecten die door de regionale adviesraad ingevuld kunnen worden. De regio invloed vanuit leden blijft naast de directe invloed lijn dus ook bestaan. De NFP blijft haar bevoegdheden houden en kan daarin haar taak om de belangen van de psychosomatisch fysiotherapeuten en psychosomatisch fysiotherapie maximaal behartigen.