CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE | HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE EEN LOOPBAAN BIJ DE RECHTERLIJKE MACHT Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage 2015-2016 Infosessie 10 november 2015 Ria Mortier, voorzitter BAC HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage Examen bestaat uit twee delen: • Schriftelijk deel – De oplossing van een casus in de door de kandidaat gekozen materie – Psychologische proeven • Mondeling deel Schriftelijk deel: casus • burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht • strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht Voor de casusanalyse heeft u 5 uur tijd. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Keuze uit twee materies: Enkel het gebruik van (geannoteerde) wetboeken en van de stukken van het dossier is toegelaten geen rechtsleer! Casus: peilen naar juridisch denkvermogen HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Op basis van een juridisch vraagstuk wordt gepeild naar de volgende vermogens: • (casus)analyse, juridisch denkvermogen en redactie (structuur/grammatica/zinsbouw/spelling) • het vermogen om de gekozen juridische oplossing te verantwoorden Van de kandidaat wordt verwacht dat hij bij het formuleren van de juridische oplossing optimaal rekening houdt met de eigenheid van de feiten en met de specifieke en breed- maatschappelijke context die de casus kenmerkt. U werkt in drie fases: HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: eerste fase • In een eerste fase geeft u een omschrijving van het 'maatschappelijk' probleem van de voorgelegde casus. • Aan de kandidaten wordt een lijst van vijf actoren ter beschikking gesteld. De kandidaten dienen de onderliggende affectoren van de actoren, m.a.w. de 'beweeg'-redenen van deze partijen, op te sommen en te hiërarchiseren. • Waarom nemen de opgegeven vijf partijen (actoren) een bepaalde positie in en blijven ze die aanhouden? Hoe kunnen deze affectoren elkaar beïnvloeden en vooral, hoe verhouden ze zich tot elkaar? Maar ook: hebben partijen voldoende inzicht in mogelijke (andere) determinanten, die hun positie kunnen beïnvloeden, en in hun (onderlinge) evolutie? Eerste fase: eenvoudig voorbeeld ter illustratie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Louis en Jos wonen reeds vanaf hun jeugd in de rustige en landelijke gemeente Brussegem. Zij bewonen beiden hun ouderlijke woning en zijn reeds vanaf hun kindertijd buren (en jeugdvrienden). Nu de kinderen van Louis het huis uit zijn zou Raymonde, zijn echtgenote, graag de oude veranda van hun woning ombouwen tot een grote living met aanpalende lounge- en dansruimte. De werken omvatten de volledige afbraak van de veranda, die in de 70’er jaren in strijd met de bouwkundige voorschriften eigenhandig werd gezet door Louis ’vader, de uitbreiding daarvan (met 25m²) en het verhogen van de bestaande constructie met anderhalve meter. Eén en ander is in strijd met de huidige bouwkundige voorschriften, aangezien het verboden is bestaande constructies aan de achterzijde van woningen op te trekken en het niet toegestaan is meer dan 12 meter vanaf de rooilijn te bouwen (de constructie zou 16 meter diep komen). Louis zou evenwel geen vergunning aanvragen en heeft aan Jos gevraagd om aan de aanpassingen geen ruchtbaarheid te geven, nu deze, behalve van in hun tuinen, toch niet zichtbaar zijn. Hij rekent ook op enige clementie vanwege zijn kameraad, die een tiental jaar geleden zelf een illegale constructie heeft opgetrokken aan de achterzijde van zijn woning. Jos zit bijzonder verveeld met deze kwestie. Zijn echtgenote Kate beklaagt zich over de geluidsoverlast die zou kunnen gepaard gaan met de danszaal (die weliswaar enkel voor familiefeesten zou gebruikt worden). Zij is ook van mening dat het optrekken van de achtergevel afbreuk zal doen aan het uitzicht. Zij wil dat haar echtgenoot de nodige stappen onderneemt om de werken (die vorige week gestart zijn) stil te leggen. Jos denkt aan zijn vriendschap met Louis en vreest dat in het kader van een onderzoek/procedure zijn illegale veranda aan het licht zal komen. Uiteindelijk beslissen Jos en Kate om naar de gemeente te stappen teneinde de werken te laten stilleggen. De stedenbouwkundige ambtenaar komt ter plaatse en beveelt, overeenkomstig artikel 6.1.47 van de VCRO, de onmiddellijke staking van de werken. Louis en Raymonde vorderen in kort geding de opheffing van deze maatregel bij de rechtbank van eerste aanleg te Brusville. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Actoren? • • • • • Louis Jos Raymonde Kate de gemeente De voor de casus meest relevante actoren worden u aangereikt als onderdeel van de opdracht Som op welke affectoren bepalend zijn voor de door hen ingenomen posities Affectoren HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Vb. Louis: • Houdt rekening met het standpunt van zijn jeugdvriend, Jos en diens echtgenote (geluidsoverlast, uitzicht) • Neemt in overweging dat de buren zelf een illegale constructie opgetrokken hebben • Houdt rekening met het standpunt van Raymonde, zijn echtgenote • Wenst zelf zijn veranda te verbouwen • Neemt in overweging dat de stedenbouwkundige voorschriften aan zijn plannen in de weg staan, maar legt dit naast zich neer (hij weegt de risico’s hiervan af tegen de voordelen) -> Wees zo volledig mogelijk bij de opsomming van de affectoren en plaats deze in een hiërarchisch verband HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: tweede fase In een tweede fase dienen de kandidaten op te geven welke de verschillende mogelijke juridische oplossingen zijn, dienen zij hieronder één juridische oplossing te kiezen en deze uit te werken. Hierbij zijn zowel het materieel recht als de procedurele aspecten van belang. Deze centrale fase is de meest klassieke. Zij is erop gericht te kunnen vaststellen op welke wijze de kandidaat omgaat met de wettelijke bepalingen/juridische beginselen (bv. rechtsmisbruik). Men moet zich bij het uitwerken van die juridische oplossing baseren op de gegevens van de casus, maar tegelijk moet deze ook al gericht zijn op de volgende fase HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Casus: derde fase In een derde fase dient men de gekozen juridische oplossing te toetsen aan het 'maatschappelijk’ probleem: met andere woorden, ga na hoezeer de door u uitgewerkte juridische oplossing aan de determinerende factoren van de voorgelegde casus beantwoordt. Ga na in hoeverre de gekozen juridische oplossing ook een maatschappelijk effectieve oplossing is. De kandidaat dient de gekozen oplossing te kunnen verantwoorden in het licht van de relevantie van de onderlinge affectoren: de kandidaat geeft een hiërarchie van affectoren (zie fase 1) verantwoordt waarom hij, rekening houdend met de belangrijkste affectoren, de door hem naar voor geschoven oplossing heeft weerhouden. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Oplossing casus: belangrijke aspecten • Iedere kandidaat dient elke fase volledig uit te werken: verdeel uw aandacht over de verschillende fases en zorg dat u niet in tijdsnood komt naar het einde toe • De juridische fase (tweede fase), weegt qua puntentoekenning minstens even zwaar door als de beide andere fases • Van een (kandidaat-)magistraat mag verwacht worden dat hij/zij zich in geschriften vlot, correct, genuanceerd en to-thepoint weet uit te drukken: vergeet niet de nodige aandacht te besteden aan zinsbouw, (juridisch) taalgebruik en aan de coherentie van uw tekst • Het is, op straffe van uitsluiting, verboden uw naam te vermelden op uw examenkopij, dan wel in uw tekst eender welke vermelding op te nemen die de jury toelaat uw identiteit te achterhalen: elk jaar worden kandidaten uitgesloten! HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Schriftelijk deel • De kandidaten die ten minste 60% van de punten hebben behaald op de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef. • Deze kandidaten moeten bovendien de psychologische proeven (cognitief analytische test/persoonlijkheidstest en interview) hebben afgelegd om te mogen deelnemen aan de mondelinge proef. Schriftelijk deel: psychologische proeven HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE 1. Cognitief-analytische test 1. Test logisch denkvermogen 2. Verbale intelligentietest = toetsen van 9 aan de rechterlijke macht gekoppelde basisvaardigheden men écrit 1 Besluitvaardigheid 2 Integriteit 3 Aanpassingsvermogen 4 Vermogen tot plannen en organiseren / vermogen tot stellen van prioriteiten 5 a) Empathie b) Sociabiliteit 6 Stressbestendigheid 7 a) Samenwerking b) Collegialiteit 8 Dominantie (adequaat omgaan met macht) 9 Zelfreflectie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE 2. Persoonlijkheidstest & interview met een psycholoog Mondeling deel HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE • Een verdere bespreking van de schriftelijke proef • In voorkomend geval, een gedachtewisseling over: – andere juridische vragen van algemene aard – de rechterlijke organisatie en de werking ervan – de motivatie en de competenties van de kandidaat (met name: omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren) – de resultaten van de psychologische proeven • Gebruik van geannoteerde wetboeken (zonder rechtsleer) is toegelaten HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Mondelinge deel De kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald, zijn geslaagd. HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE | CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE Te noteren data • Eerste schriftelijke proef 22 november 2015 van 9u tot 14u (deliberatie nader te bepalen) • Psychologische proeven januari 2016 – 1ste helft februari 2016 • Mondeling gedeelte 2de helft februari 2016 • Geen uitstel mogelijk! • Veel succes…