Herstel na een operatie aan de slokdarm Deze folder geeft informatie over de gevolgen van een operatie aan de slokdarm met een zogenaamde buismaagreconstructie na ontslag uit het ziekenhuis. Voeding Na de operatie aan de slokdarm is de ‘normale’ bouw van het lichaam veranderd. De slokdarm is namelijk verwijderd en van de maag is een buis gemaakt. Door deze operatie is de onderste sluitspier van de slokdarm afwezig. Hierdoor bestaat de kans dat maag- of dunne darminhoud terugstroomt en in de keel of longen terechtkomt. Dit kan met name tijdens het liggen gebeuren. Om dit te voorkomen is het aan te bevelen om tijdens het slapen het hoofd hoger te leggen. De capaciteit is sterk verminderd, omdat de buismaag die tijdens de operatie gemaakt is een kleinere inhoud heeft dan de maaginhoud voor de operatie had. Zeker in de eerste periode na de operatie is het nodig om vaak kleine beetjes te eten. Met drie keer per dag een maaltijd eten lukt het vaak niet om op gewicht te blijven. Omdat het voedsel snel in de dunne darm terecht kan komen, kunnen er sterke schommelingen in het bloedsuikergehalte optreden. Hierdoor kunnen klachten als duizeligheid, misselijkheid en een onaangenaam gevoel optreden. Dit verschijnsel heet ‘dumping’. U zal in uw dagelijks leven enige aanpassingen moeten doorvoeren en u zult merken dat vooral de eerste periode na ontslag uit het ziekenhuis in het teken zal staan van het aanleren van een nieuw eetpatroon. In de folder Voedingsadviezen na een slokdarmresectie met buismaagreconstructie vindt u alle informatie met betrekking tot eten. Soms treden er na de operatie weer passageklachten op, waardoor u merkt dat het voedsel niet goed zakt. Meestal is er in dat geval een vernauwing ontstaan door de genezing van de nieuwe verbinding. Die vernauwing noemen we een stenose. Bij passageklachten is het nodig om dit te onderzoeken via een gastroscopie. Tijdens de gastroscopie kan direct een behandeling plaatsvinden. Dan wordt de vernauwing opgerekt door de MDL-arts. Dit gebeurt terwijl er een slaapmiddel toegediend wordt (roesje). Het oprekken (dilateren) is soms meerdere keren noodzakelijk. Activiteiten Het herstel na de operatie verloopt voor iedereen verschillend. De meeste mensen hebben tijd nodig om weer de dingen te kunnen doen die u voorheen ook deed. Voor de één is dat een half jaar, voor anderen een jaar. 2 Bij veel mensen speelt vermoeidheid een grote rol. Dat heeft meerdere oorzaken. Vermoeidheid kan een gevolg zijn van de chemotherapie en radiotherapie die u voor de operatie ontvangen heeft. Maar ook de balans die het lichaam probeert te hervinden tussen energie-inname via de voeding en energieverbruik kan vermoeidheid geven. Daarnaast speelt ook mee dat de verwerking van de diagnose kanker en het hele behandeltraject pas aan de orde komt als de behandeling achter de rug is. Er zijn via internet verschillende e-health programma’s te volgen om te leren omgaan met de vermoeidheid. Bespreek de vermoeidheid echter wel met uw arts, zodat lichamelijke oorzaken onderzocht kunnen worden. Het is goed om balans te zoeken in activiteiten en rust. In beweging blijven is belangrijk. Maak dagelijks een wandeling als u geen andere mogelijkheden heeft, zoals revalideren bij een fysiotherapeut. U kunt er ook voor kiezen om deel te nemen aan het revalidatieprogramma van Herstel en Balans, waarbij revalidatie gecombineerd wordt met psychosociale begeleiding. Voordat u zich aanmeldt, is het raadzaam om uw verzekering te raadplegen over mogelijkheid tot vergoeding. De eerste weken na de operatie is zwaar tillen af te raden. Verwerking Het moment van de diagnose tot het einde van de medische behandeling vormt een zeer intensieve periode. Na de behandeling is het tijd voor herstel. Hiervoor is het ook nodig om hetgeen wat gebeurd is te verwerken. Wanneer het niet lukt om alles een plekje te geven, bestaat de mogelijkheid om hulp te krijgen. U kunt bijvoorbeeld terecht bij maatschappelijk werk. U kunt uw zorgen of problemen ook bij de verpleegkundig specialist of arts kwijt wanneer u de polikliniek bezoekt. Door de confrontatie met kanker ontstaat er vaak onzekerheid. Gevoelens van angst (Komt de ziekte weer terug?) kunnen een grote rol spelen in het dagelijks leven. Probeer hier met uw naaste(n) over te praten. Ook voor de partner of degenen die dicht bij u staan, heeft het behandeltraject een belangrijke impact. Het is goed om hierin open naar elkaar te zijn. Vanuit het ziekenhuis kan geregeld worden dat er een continuïteitsverpleegkundige bij u thuis langskomt. Dit is een oncologieverpleegkundige die met u in gesprek gaat om te kijken of u nog ergens ondersteuning bij nodig heeft. Zij kan op allerlei gebieden advies geven. 3 Werk Degenen die nog werkzaam zijn in de periode dat de diagnose gesteld werd, komen op een gegeven moment op het punt te staan dat de vraag over terugkeer naar het werk naar voren komt. Ervaringen hierover zijn wisselend. Wat helpt is om open over ziekte en de gevolgen van de behandeling te spreken, zodat er begrip voor uw situatie komt. Als u advies nodig heeft omtrent re-integratie, dan kunt u de website raadplegen van onder andere re-turn (www.re-turn.nl). Zij kunnen u advies geven. Follow up De follow up (de nacontrole) wordt gedaan op de polikliniek. Dat betekent dat u vijf jaar nog onder controle blijft bij de chirurg en verpleegkundig specialist. Het eerste jaar na de operatie ongeveer zes keer per jaar, in het tweede en derde jaar na de operatie twee keer per jaar en in het vierde en vijfde jaar één keer per jaar. Dit gaat altijd in overleg met u. Als u behoefte heeft om vaker langs te komen, is dat ook mogelijk. Tijdens de follow up zult u afwisselend de chirurg en de verpleegkundig specialist zien. In deze periode van nacontrole worden er geen standaard onderzoeken (zoals een CT-scan) uitgevoerd Mocht u ergens ongerust over zijn, kunt u dit bespreken met de chirurg of verpleegkundig specialist. Contactgegevens e-mail: [email protected] verpleegkundig specialist (020) 444 4444 (tracer 6604) 406073 Websites www.herstelenbalans.nl www.re-turn.nl www.careforcancer.nl www.mindermoebijkanker.nl www.spks.nl VUmc© oktober 2014 www.VUmc.nl 4