De Vergeten Lijst van Charles Messier Peter De Schrijver Werkgroep Kometen Een van de eerste dingen waarmee iedere beginnende amateur-astronoom wordt geconfronteerd, is de beroemde lijst van Messier objecten: 109 deepsky objecten die een prachtige staalkaart bieden van welke diversiteit er aan de nachtelijke hemel valt te ontdekken. Zowat elk type astronomisch object is erin vertegenwoordigd en de Messier-objecten zijn ook veruit de meest gefotografeerde dingen, zowel door amateurs als professionelen, zodat als je ergens een foto ziet van een sterrenkundig object de kans zeer groot is, dat het uit deze lijst komt. Bovendien vormt de lijst een subliem waarnemingsprogramma om het observeren echt goed onder te knie te krijgen: gaande van blote oog objecten, zoals M42, M44 en M45, over heldere verrekijker-doelen (M3, M5,..) tot – zeker in onze lichtvervuilde contreien – uitdagende en obscure nevelachtige vlekjes (M….). Als je de lijst volledig hebt afgewerkt zonder moderne GoTo-toestanden, dan mag je het predikaat ‘beginnend’ wel achterwege laten. De naam Messier is dus voor de meeste amateurs onlosmakelijk verbonden met deepsky waarnemingen. Nochtans was het initiële opzet van Messier niet om een catalogus te maken van deepsky-objecten an sich. De bedoeling was voornamelijk om een ‘geen-komeet’ inventaris te maken: Messier was immers in de eerste plaats een komeetjager en zijn lijst van ‘geen-kometen’ moest hem helpen om vergissingen te vermijden: door een cataloog te maken van alle komeetachtige objecten die hij observeerde tijdens het zoeken naar kometen, maar die geen kometen bleken te zijn, kon hij die later als referentie gebruiken. Als komeetjager was Messier (mede-)ontdekker van maar liefst 20 kometen en observeerde hij er 44. In tijden zonder planetariumprogramma’s of internet én met een naar moderne maatstaven rudimentair instrumentarium is dat een ongelofelijke prestatie. Ironisch genoeg werd deze uitgebreide lijst van kometen, de ware liefde van Messier, echter volledig in de schaduw geplaatst van zijn ‘geen-kometen-lijstje’ en zijn maar zeer weinig amateurs op de hoogte van welke kometen Messier heeft waargenomen of ontdekt. Over deze vergeten lijst van Messier gaat dit artikel… Figuur 1: Charles Messier (1730-1817) Het begin In 1751 begon Messier zijn sterrenkundige loopbaan als klerk op het Observatoire de la Marine in het Hôtel de Cluny in Parijs. Zijn jacht op kometen begon enkele jaren daarna en was van meet af aan ambitieus: 46 jaar eerder had Edmund Halley de historische voorspelling gedaan dat de grote komeet van 1682 zou terugkeren in 1758 en Messier wilde als eerste deze hypothese observationeel bevestigen. Hij begon zijn zoektocht reeds medio 1757, maar had lange tijd geen succes. De reden bleek eenvoudig: hij baseerde zich op door zijn overste Joseph Deslile gemaakte baanberekeningen, welke achteraf een fout bleken te bevatten, zodat Messier steevast op de verkeerde plaats naar Halley zat te speuren ! De eerste komeet die Messier observeerde was dan ook niet de komeet van Halley maar een andere: 1 C/1758 K1 (De la Nux), op 20 mei van dat jaar ontdekt werd door de Fransman De la Nux en welke Messier observeerde gedurende 31 dagen tussen 14 augustus en 2 november 1758. Het was tijdens het observeren van deze komeet, in de ochtend van 28 augustus, dat Messier een komeetachtig object identificeerde dat echter, bij gebrek aan een eigen beweging, geen komeet bleek te zijn: ‘een wazig vlekje net boven de zuidelijke hoorn van de stier, zonder sterren, wit en uitgerokken zoals een kaarsvlam’, noteerde Messier. De stilstaande nevelvlek inspireerde hem tot het bijhouden van een lijst van alle komeetachtige objecten waarop hij tijdens zijn jacht op kometen stootte en ze zou het eerste object worden in de latere Messier-cataloog en bekend worden als M1 of de Krabnevel1. Op de verschijning van de komeet van Halley moest Messier wachten tot 21 januari 1759: bijna 2 jaar nadat hij de zoektocht begonnen was, kon hij de komeet observeren in het sterrenbeeld Pisces (Vissen). Gedurende weken leefde Messier met de gelukkige gedachte dat hij als eerste observationeel aangetoond had dat kometen rond de zon draaiden en dus periodiek konden verschijnen, en zijn teleurstelling moet dan ook groot geweest zijn, toen hij vernam dat een Duitse amateur-astronoom uit Dresden, Georg Palitzsch, de komeet reeds had waargenomen op kerstavond 1757, dus bijna een volledige maand vóór Messier ! Messier kon de komeet van Halley, die haar perihelium bereikte op 13 maart 1759, waarnemen tot 1 mei van dat jaar. Voor elke komeet die Messier ontdekte, publiceerde hij een kaart met het traject langsheen de sterrenhemel in de Mémoires de l’Académie des Sciences. Deze uiterst fraaie kaarten (zie figuur 2) getuigen van Messiers cartografisch talent en tekenkunst - iets wat trouwens een belangrijke rol speelde bij zijn initiële aanstelling op de sterrenwacht – en behoren dan ook tot de beste van zijn tijd. Op deze kaarten voegde Messier telkens ook zijn tot dan toe ontdekte ‘deepsky’ objecten uit zijn cataloog in wording toe. Figuur 2: Afbeelding van de kaart die Messier tekende naar aanleiding van de doortocht van de komeet van Halley in 1759. Aan de achterzijde van het hoofd van de Waterman, tekende Messier de ‘Belle Nebuleuse’ die hij waarnam en die naderhand als M2 in zijn catalogus kwam. Ook bij de derde komeet die Messier onafhankelijk ontdekte, de ‘Grote komeet van 1760’ (C/1760 A1 Chevalier), werd hij verslagen, zij het zeer nipt, door een andere astronoom. Messier nam ze voor het eerste waar met het blote oog in Orion op 8 januari 1760, slechts 1 dag nadat de eerste waarneming gebeurd was vanuit Lissabon door Chevalier. Op de dag dat Messier deze ‘Grote komeet’ waarnam, scheerde ze langs de aarde op slechts 0.06 AE (Astronomische Eenheden) en Messier schatte haar magnitude op 2.0. Lang hoefde Messier daarna echter niet te wachten op zijn komeet, want amper 14 dagen daarna, op 26 januari 1760, ontdekte hij en deze keer wel als eerste, een komeetje in de buurt van het sterrenbeeld Hydra (Waterslang). Daarmee was de eerste komeet met de naam Messier (C/1760 B1) een feit ! Opmerkelijk hierbij is dat deze komeet rakelings voorbij NGC2903 bewoog rond 11 februari, maar dat Messier dit sterrenstelsel, zichtbaar als een ovaal vlekje van magnitude 9.5, blijkbaar over het hoofd zag om op te nemen in zijn cataloog. Figuur 3: Traject van de eerste komeet die Messier op zijn naam mocht schrijven: C/1760 B1. Messier kon ze waarnemen van 26 januari tot 18 maart 1760. 1 De officiêle ontdekker van M1 is de Engelsman John Bevis die de nevel observeerde in 1731. 2 Een soap van hoog niveau: De Messiers Instrumenten Ontdekte kometen Waargenomen kometen De link met de Messier-catalogus Wie zich afvraagt waarom bepaalde objecten juist wel en andere dan weer niet in de Messier-cataloog voorkomen, kent dus nu het antwoord: de cataloog is eigenlijk een afspiegeling van Messiers vergeten lijst, nl. de objecten die hij tegenkwam tijdens het observeren van zijn kometen… 3 4 De la Nux P/Halley Great comet Messier Klinkenberg Messier Messier Messier P/Helfenzrieder Messier P/Lexell Great comet Messier P/Biela Messier Montaigne Bode Messier Méchain Méchain P/Pigott Great comet Messier-Méchain Méchain P/Encke Herschel Méchain Messier P/Herschel-Rigollet Herschel P/Tuttle Herschel Herschel Gregory Perny Messier Bouvard-Herschel-Lee Messier Bouvard Méchain Méchain Pons + Pons Pons C/1758 K1 1P/1758 Y1 C/1760 A1 C/1760 B1 C/1762 K1 C/1763 S1 C/1764 A1 C/1766 E1 D/1766 G1 C/1769 P1 D/1770 L1 C/1771 A1 C/1771 G1 3D/1772 E1 C/1773 T1 C/1774 P1 C/1779 A1 C/1780 U2 C/1781 M1 C/1781 T1 D/1783 W1 C/1783 X1 C/1785 A1 C/1785 E1 2P/1786 B1 C/1786 P1 C/1787 G1 C/1788 W1 35P/1788 Y1 C/1790 A1 8P/1790 A2 C/1790 H1 C/1791 X1 C/1793 A1 C/1793 S1 C/1793 S2 C/1797 P1 C/1798 G1 C/1798 X1 C/1799 P1 C/1799 Y1 C/1801 N1 C/1802 Q1 C/1804 E1 14-Aug-1758 21-Jan-1759 08-Jan-1760 26-Jan-1760 28-May-1762 28-Sep-1763 03-Jan-1764 08-Mar-1766 08-Apr-1766 08-Aug-1769 14-Jun-1770 10-Jan-1771 01-Apr-1771 26-Mar-1772 12-Oct-1773 18-Aug-1774 19-Jan-1779 27-Oct-1780 30-Jun-1781 10-Oct-1781 27-Nov-1783 03-Feb-1784 07-Jan-1785 13-Mar-1785 19-Jan-1786 01-Aug-1786 11-Apr-1787 25-Nov-1788 03-Jan-1789 19-Jan-1790 10-Jan-1790 01-May-1790 26-Dec-1791 01-Feb-1793 27-Sep-1793 27-Sep-1793 16-Aug-1797 12-Apr-1798 07-Dec-1798 10-Aug-1799 28-Dec-1799 12-Jul-1801 30-Aug-1802 11-Mar-1804 02-Nov-1958 01-May-1759 30-Jan-1760 18-Mar-1760 05-Jul-1762 24-Nov-1763 11-Feb-1764 15-Mar-1766 12-Apr-1766 01-Dec-1769 03-Oct-1770 20-Jan-1771 15-Jun-1771 03-Apr-1772 14-Apr-1774 25-Oct-1774 19-May-1779 28-Nov-1780 16-Jul-1781 05-Nov-1781 21-Dec-1783 25-May-1784 16-Jan-1785 16-Apr-1785 26 Oct 1786 20-May-1787 29-Dec-1788 06-Jan-1789 09-Jun-1790 28-Jan-1792 14-Feb-1793 08-Dec-1793 07-Jan-1794 30-Aug-1797 24-May-1798 12-Dec-1798 25-Oct-1799 06-Jan-1800 21-Jul-1801 05-Sep-1802 17-Mar-1804 31 47 6 22 20 29 16 8 5 42 47 4 48 4 71 41 63 13 14 12 13 13 6 14 1 43 6 20 2 1 7 45 12 6 25 c c c ! ! ! ! c ! ! c ! ! c ! ! ! ! 13 27 ! 4 44 5 5 c 7 6 26-May-1758 25-Dec-1758 07-Jan-1760 26-Jan-1760 17-May-1762 28-Sep-1763 03-Jan-1764 08-Mar-1766 08-Apr-1766 08-Aug-1769 14-Jun-1770 10-Jan-1771 01-Apr-1771 08-Mar-1772 12-Oct-1773 11-Aug-1774 06-Jan-1779 27-Oct-1780 28-Jun-1781 09-Oct-1781 19-Nov-1783 24-Jan-1784 07-Jan-1785 11-Mar-1785 17-Jan-1786 10-Apr-1787 25-Nov-1788 21-Dec-1788 07-Jan-1790 09-Jan-1790 17-Apr-1790 15-Dec-1791 10-Jan-1793 24-Sep-1793 27-Sep-1793 14-Aug-1797 12-Apr-1798 06-Dec-1798 07-Aug-1799 26-Dec-1799 12-Jul-1801 26-Aug-1802 07-Mar-1804 De la Nux Palitzsch -many- (Chevalier) Messier Klinkenberg Messier Messier Messier Helfenzrieder Messier Messier -many- (incl. Messier) Messier Montaigne Messier Montaigne Bode Messier Méchain Méchain Pigott -many- (Cassini) Messier Méchain Méchain C.Herschel Méchain Messier C.Herschel C.Herschel Méchain C.Herschel C.Herschel Gregory, Méchain Perny Messier Bouvard Messier Bouvard Méchain Méchain Pons, Messier, Méchain, Bouvard Pons Pons 5 6 Referenties 1. 7