maartensmagazine - Internetbladeren

advertisement
maartensmagazine
herfst 2014
Revalideren
in virtuele
­omgeving
De erfenis
van polio
IN BEELD Su Dang
Die arm houdt
mij niet tegen
Negen jaar geleden werd Su geboren in
China, vertellen haar ouders Milko en
Henriëtte. “Waarschijnlijk zijn tijdens de
bevalling zenuwbanen in haar nek bekneld
geraakt en daardoor beschadigd. Toen wij
Su adopteerden, was het te laat om nog iets
te kunnen herstellen. Ze was destijds bijna
drie jaar. Haar rechterarm en -hand groeien
nu niet optimaal mee, ook heeft ze moeite
om die te gebruiken.”
“Twee keer heeft Su een ULA-screening
gehad in de Sint Maartenskliniek. Daar
deden ze allemaal testjes om te kijken hoe
ze functioneerde met haar beperking en om
te bepalen welke hulpmiddelen, oefeningen
en adviezen zouden kunnen helpen. Zo is
haar fietsstuur aangepast en kreeg ze
het advies om een leesboekensteun te
gebruiken. En sinds kort heeft ze ook een
nachtspalk om te zorgen dat de arm minder
gebogen staat. Su heeft bovendien ADHD.
Dat werkt echter in haar voordeel. Ze heeft
daardoor veel energie en ze durft veel.”
Su laat zich niet afremmen door haar
rechterarm. “Ik doe alles wat anderen ook
doen”, zegt ze. “Ik heb mijn zwemdiploma’s
A en B gehaald en ik zit op tennisles. De
loom-armbandjes om mijn pols heb ik zelf
gemaakt en met gym kan ik over de bok.
Laatst hadden we een judoles op school en
toen zeiden ze dat ik de sterkste van de klas
was. Ook houd ik van fietsen en tekenen.
Ik teken vaak bloemen, vlinders en jurken.
Misschien wil ik later wel ontwerpster
worden. Of dierenarts. Ik ben gewend om
dit te hebben. Het is alleen wel lastig als ik
bijvoorbeeld een paardenstaart wil maken.”
INHOUD
8
20
Nieuwe loopsimulator GRAIL
Met de GRAIL breiden wij onze mogelijkheden
voor loopexpertise uit. Revalidanten leren op
de loopsimulator sneller veilig lopen. In een
uit­dagende virtuele wereld…
10
Veel mensen hebben wel eens gehoord van jicht,
maar wat is het precies en hoe kan het behandeld
worden? Reumatoloog Nicole van der Laan geeft
uitleg.
24
Wat levert onze zorg écht op?
Wij willen topzorg leveren, maar maken we dat
ook waar? Via MaartensFacts willen we meer
inzicht krijgen en geven in wat de behandelingen
concreet hebben opgeleverd voor onze ­patiënten.
8
Tien vragen over jicht
20
Postpoliosyndroom
Francien van Doremalen leerde prima leven met
de restverschijnselen van haar polio. Totdat ze
vanaf haar veertigste steeds meer klachten kreeg.
12
10
Colofon
Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en
actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd
ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling
Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail: [email protected].
Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
COLUMN
raad van bestuur
24
Sterk merk
De Sint Maartenskliniek is wat we noemen ‘een sterk
merk’. Toen ik in de afgelopen maanden in gesprekken
mocht laten weten dat ik hier zou gaan werken, kreeg
ik veel positieve reacties: bijna iedereen kende op een
bepaalde manier de Maartenskliniek. Van velen was
wel eens een familielid, kennis of collega hier behandeld. En naar volle tevredenheid, werd mij daarbij
bijna altijd verzekerd. Toch wisten maar weinig
mensen wat er in de Sint Maartenskliniek allemaal
gebeurt. Velen kenden een klein deel, maar weinigen
het grote geheel.
28
Verder…
7 Uit de oude doos
12Patiëntervaring
14 Nieuwe typen knieprothese
15 Dokter! Dokter!
16 In beeld: Patiëntgericht
22 Brief van een patiënt
23 Spreekuur Sportradiologie
26 Studie pijnstilling voet/enkel
27 App voor Bechterew-patiënten
28 Selfies
30 Het apparaat
31 Contactinformatie
Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Tjerk Romkema, Wouter van der
Meer, Rian Grutters Fotografie Dennis Vloedmans (cover, 2, 9, 12, 23, 26, 30),
Inge Hondebrink (16), Bart van Dieken (25), Nationaal Archief/Spaarnestad
Photo/Wiel van der Randen (7), jicht.nl (21) Vorm­geving Wunderbar Visuele
Communicatie, Nijmegen Druk Van Eck & Oosterink communicatie­regisseurs,
Dodewaard
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
In de afgelopen weken heb ik met veel genoegen wél
kennis mogen maken met dat brede geheel van al
onze activiteiten in de kliniek. Wij hebben vier grote
kernwaarden: patiëntgericht, excellent, innovatief
en ondernemend. Dus daar let je dan ook op tijdens
alle kennismakingen. Ik heb gezien hoe in de Sint
Maartenskliniek vanuit deze kernwaarden gewerkt
wordt aan het optimaliseren van houding en beweging van onze patiënten. In dit MaartensMagazine
ziet u hier ook weer diverse voorbeelden van.
Voorop lopen in optimale zorg, innovatief zijn; dat
kost geld. Aan ons de taak om ook in tijden van
bezuinigingen te laten zien dat onze zorg het waard
is. Dat betekent dat we onze excellentie elke dag aan
onze patiënten moeten laten zien. Dat betekent dat
we onze patiënt in het middelpunt zetten, bij alles
wat we doen. En ik nodig u hierbij uit om ons daarbij
te helpen, want het kan altijd nog beter. Geef ons
feedback, want een excellente organisatie durft ook
te leren, elke dag weer. Het zal ons als Sint Maartenskliniek nog sterker maken.
Gert van Enk,
raad van bestuur
6 mm herfst 2014
KORT NIEUWS
Handbiken op een gletsjer in Oostenrijk
Op 26 juni gingen ruim negentig (oud-)
revalidanten en paralympiërs uit Nederland, Oostenrijk en Noorwegen met een
handbike de strijd aan met elkaar,
zichzelf en de Kaunertalergletsjer in
Oostenrijk. Er deed ook een team van
de Sint Maartenskliniek mee: de
MaartensMasters. Zij hadden zich in de
heuvelachtige omgeving van Nijmegen
intensief voorbereid op de wedstrijd.
Teamleider en bewegingsagoog Freek
Raaijman vond vooraf het erepodium het
minst belangrijk: “De ervaring van het
boven komen en de overwinning op jezelf
en de berg, dat is de prestatie waar het
om draait.” Toch haalden de Maartens­
Masters uiteindelijk wel het podium,
ze werden knap derde in het klassement.
Oefenen in de omgeving van Nijmegen
Facebookspreekuur voor
hardloopwedstrijd
Op 30 augustus vond de hardloopwedstrijd de ‘5 van Wijchen’ plaats. De voorbereiding op deze wedstrijd begon echter
veel eerder en de Sint Maartenskliniek
was hierbij betrokken. Op 10 juli was er
namelijk een Facebookspreekuur, waarbij hardlopers via de Facebookpagina van
de 5 van Wijchen vragen konden stellen
over hun voorbereiding op de wedstrijd
of over (het voorkomen van) pijntjes/
blessures. Sportarts Els van den Eede
van het Sport Medisch Centrum
Maartenskliniek, fysiotherapeut Léon
de Baat van Fysiotherapie Baat en
topatleet Jesper van der Wielen ver­
zorgden de antwoorden.
Tim Klinkhamer van de organisatie van
de 5 van Wijchen: “We zien steeds meer
mensen die voor het eerst gaan hard­
lopen. Een goede voorbereiding en
aandacht voor de preventie van blessures
is dan essentieel. Vanuit die gedachte is
het Facebookspreekuur ontstaan.”
Sportarts Els van den Eede voegt toe:
“Bij zeer complexe vragen of ernstige
klachten moeten we mensen natuurlijk
persoonlijk zien, maar de ervaring leert
dat we de meeste vragen tijdens dit soort
spreekuren kunnen beantwoorden.”
Net als de hardloopwedstrijd was ook
het Facebookspreekuur een groot succes.
Els, Léon en Jesper hebben verschillende
mensen kunnen helpen met hun vragen.
En het bericht op Facebook waaronder
de vragen werden gesteld, bereikte ruim
4000 personen.
Veelgestelde
vragen
financiële
aspecten
behandeling
Het komt steeds vaker voor dat patiënten vragen hebben over de financiële
aspecten van de behandeling in de
Sint Maartenskliniek. Verschillende
afdelingen van het ziekenhuis hebben
de krachten gebundeld om een aantal
veelgestelde vragen te verzamelen en
te beantwoorden. Zoals: ‘Ik ben in het
buitenland verzekerd. Hoe werkt het
dan?’ en ‘Ik krijg meer dan één rekening
voor de zorg die ik heb ontvangen, klopt
dat wel?’. De informatie is van toepassing op alle afdelingen en locaties van
de Sint Maartenskliniek en wordt
voortdurend up-to-date gehouden.
Deze informatie is bovendien toegevoegd aan onze website, als onderdeel
van al onze informatie over tarieven
en vergoedingen.
mm herfst 2014 UIT DE OUDE DOOS Solar-Simplex B
Niet te lang bakken
De patiënt heeft de ogen gesloten en lijkt wel te genieten.
De zuster daarentegen kijkt vanonder haar kap enigszins
verontrust naar de patiënt. Heeft dat met de behandeling
in de cabine, de zogeheten Solar-Simplex B, te maken?
Deze foto is genomen in 1936
in de Sint Maartenskliniek. De
patiënt krijgt een behandeling
met ultraviolet B licht (UVB).
Een behandeling die nu nog
steeds bestaat, alleen dan met
modernere apparatuur en niet
in ons ziekenhuis. Zo’n UVBbehandeling kan worden
in­gezet bij verschillende
huidaandoeningen, zoals
psoriasis, eczeem en jeuk. In de
cabine zitten lampen die UVB
uitstralen. Die straling beïnvloedt de celgroei en daarmee
de ontsteking van de huid.
Je moet er echter niet te lang
in zitten en de therapie goed
opbouwen. Anders kun je
verbranden. Dat zou de zorgelijke blik van de zuster kunnen
verklaren. •
7
8 mm herfst 2014
INNOVATIE Nieuwe loopsimulator GRAIL
Na beroerte sneller weer leren
lopen in virtuele wereld
Jaarlijks krijgen 40.000 mensen in Nederland een
beroerte, ook wel CVA genoemd. De lichamelijke en
geestelijke gevolgen hiervan zijn vaak groot. Lopen is
één van de vaardigheden die men meestal opnieuw
moet aanleren. Oefenen en nog eens oefenen is dan
het devies, want wie weer fatsoenlijk kan lopen,
krijgt daar zelfvertrouwen, waardigheid en sociale
participatie voor terug. De mogelijkheden binnen
de Sint Maartenskliniek voor looptraining en het in
kaart brengen van loopproblematiek worden vanaf
oktober 2014 uitgebreid met de GRAIL, een loop­
simulator die revalidanten sneller veilig leert lopen.
Niet op straat of in een oefenlokaal, maar in een
uitdagende virtuele wereld…
De GRAIL (Gait Real-time Analysis Interactive Lab)
bestaat uit een loopplatform met twee loopbanden,
met daar omheen een groot gebogen scherm en
drie camera’s die de bewegingen van de revalidant
registreren. Op het scherm kunnen verschillende
virtuele omgevingen getoond worden die met het
lopen meebewegen. Hierdoor lijkt het alsof de
revalidant werkelijk door bijvoorbeeld een stad of
het bos loopt. Het loopplatform kan hellingen en
oneffenheden simuleren én gecontroleerde situaties
creëren waarin de revalidant aan het wankelen
wordt gebracht. Een harnas zorgt ervoor dat de
revalidant niet kan vallen. “Dit soort situaties zijn in
Spreiding over Nederland
Vier revalidatiecentra hebben, met ondersteuning
van het Revalidatiefonds en MRC Aardenburg, de
GRAIL aangeschaft: de Sint Maartenskliniek, RMC
Groot Klimmendaal in Arnhem, Revant in Breda en
UMCG Centrum voor Revalidatie Beatrixoord in
Haren. Door het aanschaffen van de vier GRAIL’s bij
diverse centra in Nederland ontstaat een zodanige
spreiding, dat deze nieuwe manier van revalideren
voor meer mensen bereikbaar is.
een andere oefensetting moeilijk te evenaren door
de intensiteit en de onvoorspelbaarheid voor de
revalidanten, zij worden daardoor extra uitgedaagd”, legt revalidatiearts Bertjo Renzenbrink uit.
Een stap te ver
“Onderzoek naar revalidatie heeft aangetoond dat
het goed werkt om in korte tijd zoveel mogelijk te
oefenen en deze oefeningen in wisselende omstandigheden te doen. Dit leidt tot snellere en betere
resultaten”, aldus Renzenbrink. Fysiotherapeut
Willem Hellebrand voegt daaraan toe: “Voor veel
revalidanten is de overgang van revalideren bij de
fysiotherapeut naar het echt uitvoeren in de praktijk
thuis of op straat soms letterlijk en figuurlijk een stap
te ver. De GRAIL kan die stap vergemakkelijken.”
Dit nieuwe systeem maakt het in de nabije toekomst
bovendien mogelijk om looppatronen direct te
analyseren of later terug te kijken. Hellebrand:
“Hierdoor krijgen revalidanten meteen feedback op
hun looppatroon of op hun reactie op gesimuleerde
situaties. Deze kennis zorgt voor meer begrip van de
problematiek bij de revalidant én maakt het mogelijk
oefeningen aan te passen op specifieke loopproblematiek.”
Proefkonijnen
Binnen de Sint Maartenskliniek wordt de GRAIL in
eerste instantie ingezet als behandelmethode bij
CVA-revalidanten die al enigszins zelfstandig kunnen lopen binnenshuis. We verwachten in 2015 onze
loopexpertise verder uit te breiden en de loopsimulator ook in te zetten voor andere aandoeningen.
Twee CVA-revalidanten van de Sint Maartenskliniek
die reeds in mei 2014 de mogelijkheden van de
GRAIL konden ervaren, zijn Willy Aarsse (59 jaar)
en Cor ten Haaf (51 jaar). Samen met Hellebrand,
fysiotherapeut Fanny Schils en een andere reva­
lidant reden zij zes keer naar Doorn om op de GRAIL
van het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg te
oefenen.
Serieus aangepakt
“Willem gaf uitleg over de GRAIL en wij moesten
actief oefenen”, vertelt Ten Haaf. “Van tevoren
mm herfst 2014 Cor ten Haaf op de GRAIL
­ oesten we ook leerdoelen opstellen; ze hadden het
m
serieus aangepakt. Voor hen was het natuurlijk ook
een test. Ik deed hier vooral aan mee omdat ik het
leuk vind om nieuwe dingen te proberen. En omdat
er misschien nog wel iets voor me in zat, want mijn
herstel ging steeds minder snel.” Aarsse herkent dat
wel. Zij had bovendien nog een reden om ‘ja’ te
zeggen tegen de proef in Doorn. “Ik wilde iets terug
doen voor de therapeuten die mij zo goed geholpen
hadden”, zegt ze.
In looppas
Wat vonden zij van de GRAIL? Aarsse: “Het apparaat
heeft veel mogelijkheden, veel meer dan bijvoorbeeld een loopband. Ik heb veel geoefend op tempo
lopen, regelmatig lopen en obstakels ontwijken op
mijn pad. Dat waren goede oefeningen en ik ben
dankzij de GRAIL sterk verbeterd.” Ten Haaf geeft
aan dat hij ook zeker baat heeft gehad bij het oefe-
nen op het apparaat. “Onder andere door het terugkijken van filmpjes. Ik kon dan zien hoe ik liep.
Het was een leerzame ervaring en ook ik ben vooruitgegaan. Ik ben nu twintig tot dertig procent
sneller dan voorheen.” Willy Aarsse weet wel waardoor dat komt: “Omdat je vastzit in het apparaat.
De angst om te vallen verdwijnt daardoor en dan
durf je sneller te gaan. Ik ben zelfs in looppas
gegaan!”
Niet op gerekend
Saai vonden ze het oefenen op de GRAIL zeker niet,
er was telkens wat te zien. Maar eenvoudig was het
lang niet altijd. Aarsse: “Op een gegeven moment
moest ik sommen maken tijdens het lopen. Omdat je
daarmee bezig bent, let je niet meer op het lopen en
gaat dat automatisch. Dat was schrikken! En lastig,
want door de CVA heb ik ook meer moeite met
rekenen.” •
9
10 mm herfst 2014
PUBLICATIE MaartensFacts 2014
Wat levert onze zorg nou
De Sint Maartenskliniek publiceerde onlangs een
boek met behandeluitkomsten van verschillende
behandelingen. Via deze zogenoemde ‘MaartensFacts’ willen we meer inzicht krijgen en geven in
wat de behandelingen nu concreet hebben opge­
leverd voor onze patiënten.
Een ziekenhuis is er om mensen beter te maken,
maar tegenwoordig wordt er in de zorg vooral
gesproken over effectiviteit en efficiency. Zieken­
huizen moeten steeds meer laten zien wat ze hebben
gedaan. De kernvraag komt echter vaak niet aan de
orde: ‘Heeft de behandeling ook de juiste resultaten
opgeleverd voor de patiënt en waar is ruimte voor
verbetering?’ Om die vraag te kunnen beantwoorden, zijn behandelresultaten noodzakelijk. In de
Sint Maartenskliniek zijn die – op initiatief van de
artsen – verzameld en zijn de medische uitkomsten
van circa twintig verschillende behandelingen die
wij uitvoeren, gebundeld in de publicatie MaartensFacts.
Bewuste keuze
Voorzitter van de MaartensFacts-raad prof. dr.
Marinus de Kleuver: “Wij willen met MaartensFacts
open zijn naar patiënten, verwijzers en zorgverzekeraars over hoe wij onze zorg leveren en over de
resultaten die wij hiermee behalen. Intern gebruiken wij MaartensFacts om voortdurend onze zorg
te optimaliseren. Als gespecialiseerde kliniek willen
we immers topzorg leveren, maar maken we dat
ook waar? De behandelresultaten worden onder
andere in onze patiëntenvoorlichting verwerkt,
want we willen natuurlijk ook dat patiënten op
basis van die resultaten bewust voor ons ziekenhuis
kiezen.”
Gericht op de patiënt
Om de gegevens te verzamelen, vullen patiënten
structureel vóór en (meerdere malen) tijdens en na
de behandeling vragenlijsten in. De verbetering die
de patiënt ervaart in ‘functioneren’, ‘pijn’ en ‘kwaliteit van leven’ staat daarbij centraal. “De resultaten
zijn daarmee veel meer gericht op de patiënt dan de
procesmetingen die in het algemeen binnen de zorg
mm herfst 2014 écht op?
worden verzameld, zoals het aantal behandelde
patiënten en de ligduur”, aldus De Kleuver. “Wat
uiteindelijk echt telt, zijn de uitkomsten. Je wilt
bijvoorbeeld weten hoeveel pijn een patiënt heeft
één jaar na het plaatsen van een nieuwe heup.
Naast het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van
onze zorg dienen de vragenlijsten ook nog een
ander doel. De behandelend arts kan de ingevulde
vragenlijsten namelijk oproepen in de spreekkamer
en gebruiken om de voortgang van de individuele
patiënt te bespreken.”
Kwetsbaar opstellen
Het is overigens niet makkelijk om behandeluitkomsten goed en degelijk te verzamelen. We stellen
veel vragen aan onze patiënten, ook na afronden
van de behandeling. En logistiek moet het goed
worden ingericht. De Kleuver: “Door uitkomsten te
presenteren, stel je je bovendien kwetsbaar op als
ziekenhuis. Er is namelijk altijd ruimte voor verbetering en dat laat je zien. We hopen dat er een discussie ontstaat over onze resultaten. En dat andere
ziekenhuizen ons voorbeeld volgen, wat vervolgens
leidt tot een nog betere informatieverzameling.
Op die manier kunnen we namelijk de zorg voor
patiënten verder verbeteren.” •
De MaartensFacts zijn gebundeld in een boek van
100 pagina’s, bestemd voor mensen in en rond de
zorg (patiënten, zorgverzekeraars, artsen et cetera).
Dit boek wordt onder andere als pdf beschikbaar
gesteld via de website van de Sint Maartenskliniek.
Volop in ontwikkeling
De onlangs verschenen eerste publicatie van
MaartensFacts is het resultaat van meer dan drie
jaar werk. Toch is het nog steeds ‘werk in uitvoering’.
Nog niet voor al onze behandelingen en patiëntengroepen hebben we resultaten voorhanden, maar
we zijn dat wel volop aan het ontwikkelen. De
komende jaren zullen dan ook veel completere
data beschikbaar komen.
11
12 mm herfst 2014
De neuromodulator
De neuromodulator is een apparaat dat pijn­
signalen onderdrukt voor patiënten met chroni­
sche specifieke rug- of beenpijn. Beschadigde
zenuwen zenden continu een chronisch pijn­
signaal via het ruggenmerg naar de hersenen.
Neuromodulatie kan dit signaal blokkeren.
De neuromodulator bestaat uit een oplaadbare
en programmeerbare batterij met daaraan een
geïsoleerd kabeltje. Dit kabeltje eindigt in een
elektrode met acht ongeïsoleerde punten.
De elektrode wordt tussen de zesde en tiende
borstwervel in het vlies rond het ruggenmerg
geplaatst. De batterij ter grootte van een
sjoelschijf wordt onder de huid – in de bil of
buik – geïmplanteerd.
mm herfst 2014 PATIËNTERVARING Neuromodulatie
“Ik was kerngezond en ineens
was dat over”
Na jarenlange onduidelijkheid over wat
zijn klachten veroorzaakte, onderging Ton
Eijben (52 jaar) uit Wijdewormer in 2010
een neuromodulatiebehandeling in de Sint
Maartenskliniek. Ton: “Ik ben niet pijnvrij,
maar de scherpe randjes zijn er vanaf.”
“De eerste klachten begonnen eind 2004. Ik bukte
voorover om iets op te rapen en kon niet meer overeind komen vanwege de pijn in mijn rug”, begint Ton
zijn verhaal. In de tijd daarna nam de pijn verder toe.
Zijn fysiotherapeut dacht aan een hernia. Ton werd
daarom verwezen naar een neurochirurg die hem
onderzocht. Ton: “Dat onderzoek leverde niets op,
maar er moest iets zijn, ik kon namelijk niet lopen
van de pijn.” Ook een MRI-onderzoek leverde niets
op. De pijn nam toe en na verloop van tijd had hij
geen reflexen meer in één van zijn benen. “Het was
een lange tijd van onzekerheid. Iedere keer was het
weer een teleurstelling als een arts vertelde dat er
niets aan de hand was, terwijl mijn lichamelijke
klachten met de dag verergerden”, zegt Ton.
Uitbehandeld
Ondanks de onduidelijkheid werd Ton toch geopereerd. Tijdens de operatie werd geen hernia ontdekt,
maar kleine bloedvaatjes op zijn zenuw die de pijn
zouden veroorzaken. De bloedvaatjes werden verwijderd. Na de operatie had Ton wederom pijnklachten
die overeen kwamen met de klachten van vóór de
operatie. Er werd opnieuw een MRI-scan gemaakt.
“Dat leverde weer niets op en de artsen besloten dat
ik bij hen was uitbehandeld”, vertelt Ton.
Kans op een klapbeen
Op aanraden van een kennis koos Ton voor een
second opinion bij de Sint Maartenskliniek. Omdat
een pijnbehandeling niet het beoogde resultaat
opleverde, werd er ook daar een MRI-scan gemaakt.
Ton: “Dat gebeurde in een apparaat waarin ik moest
zitten in plaats van liggen. Uit de beelden bleek dat
ik toch een hernia had. Kort daarna werd ik geopereerd. Helaas bleken er ook vergroeiingen aan de
rugwervels te zitten die de zenuwen beknelden.
De orthopeed durfde die niet weg te halen, door het
risico op het raken van een zenuw en daarmee de
kans op een klapbeen.” De pijn was nog steeds
niet weg, daarom bezocht Ton een pijndokter in de
Sint Maartenskliniek. Na het doorlopen van een pijnbehandelingstraject kwam de optie neuromodu­latie
ter sprake. Ton twijfelde of dat succesvol zou zijn,
aangezien eerdere operaties niets opleverden.
“De pijndokter zei dat ik er niet op moest rekenen
dat ik na de behandeling volledig pijnvrij zou zijn.
Maar ik wist ook dat dit de enige behandeling was
die de pijn enigszins zou kunnen verminderen.
Na een jaar besloot ik ervoor te gaan,” aldus Ton.
Enige tijd later werd de neuromodulator geplaatst.
Niet kunnen accepteren
“Voordat de klachten begonnen, werkte ik als slager.
Dat is nu te zwaar werk. Het accepteren dat ik dat niet
meer kan, vond ik het moeilijkste. En al het andere
dat ik voorheen met gemak deed en nu niet meer kan
overigens ook. Negen jaar lang heb ik het niet kunnen
accepteren, maar inmiddels gaat dat beter. Vroeger
was ik altijd gezond en sportte ik veel. Zomaar ineens
was dat over,” vertelt Ton. De dingen die Ton graag
deed, hebben een andere invulling gekregen. Zo houdt
hij van koken en overdag staat hij graag – weliswaar
niet lang – in de keuken. Ook is hij nog steeds ver­
bonden aan de voetbalclub van zijn zoons, maar
dan op een andere manier dan voorheen. “Ik doe
nu de administratieve handelingen in plaats van
het coachen,” zegt hij.
Creatieve oplossing
“Ik ben nu niet pijnvrij, maar door de neuromodulator
zijn de scherpe randjes ervan af en is de pijn draagbaar. Ik kan kleine stukjes lopen en fietsen en als ik
dan even rust neem, gaat het wel weer. Vóór de
neuro­modulatie kon ik dat niet,” legt Ton uit. Hij
heeft bovendien een oplossing gevonden om de pijn
te verminderen. Ton: “Door aan een stang in de schuur
te hangen, rek ik mezelf als het ware uit en krijg ik
ruimte in mijn rug. Daardoor wordt de pijn minder.”
Beschadigd door val
Een paar jaar geleden viel Ton op de neuromodulator.
Hierdoor raakte het apparaat zo beschadigd dat het
niet meer functioneerde. Ton: “Er werd besloten om
een nieuwe neuromodulator te plaatsen. In de weken
dat het ‘oude’ apparaat niet meer werkte, besefte ik
pas hoeveel pijn ik had en hoeveel pijn de neuromodulator wegneemt. Ik kan gewoon niet meer zonder.” •
13
14 mm herfst 2014
ONDERZOEK Nieuwe typen knieprothese
Kan knieprothese de natuurlijke
functie van de knie evenaren?
Een knieprothese is een vervanging van het kniegewricht bij slijtage.
Er bestaat echter nog geen prothese die de normale functie van het
kniegewricht precies kopieert. Eén op de vijf patiënten met een knie­
prothese geeft aan dat die anders voelt dan de eigen knie. Door tech­no­logische ontwikkelingen kunnen protheseproducenten wel steeds
beter de normale beweging van de knie benaderen. Recent verschenen
de protheses Journey II en Vanguard XP op de Nederlandse markt.
De Sint Maartens­kliniek start als enige Nederlandse ziekenhuis twee
wetenschappelijke onderzoeken naar beide protheses.
Voordat de Sint Maartenskliniek
een nieuw type prothese bij al haar
patiënten gebruikt, onderzoeken
onze orthopeden en wetenschappers
eerst bij een kleine groep patiënten
of het nieuwe type een verbetering is.
“Innovatie is belangrijk, maar deze
moet wel veilig en bewezen zijn
voordat wij deze breed doorvoeren”,
leggen de betrokken orthopeden Gijs
van Hellemondt en Koen Defoort uit.
Kruisbanden
Bij alle standaard protheses worden
de voorste en vaak ook de achterste
kruisbanden verwijderd om ruimte te
maken voor het plaatsen van de knie-
Vanguard XP
prothese. Producent Biomet heeft een
nieuw type prothese ontwikkeld (de
Vanguard XP) met een andere vorm,
waardoor de beide kruisbanden
behouden kunnen blijven. Ervaring in
het buitenland en computermodellen
laten zien dat deze knieprothese de
natuurlijke buiging van de knie beter
benadert dan de veelgebruikte standaard protheses.
Verbeterde versie
De Journey II knieprothese is de
opvolger van de Journey I, die eveneens meer buiging beloofde. Tussen
2010 en 2012 namen 124 patiënten
van de Sint Maartenskliniek deel aan
ons onderzoek naar de effectiviteit van
de Journey I prothese. Bij 62 van hen
werd deze prothese geplaatst. Na een
jaar bleek echter dat deze prothese
niet significant meer buiging bood dan
andere knieprotheses, maar wel tot
meer complicaties leidde. Vergelijkbare internationale onderzoeken
hadden dezelfde resultaten. “Deze
prothese is daarom niet in het behandelaanbod van de Maartens­kliniek
opgenomen”, zegt Defoort. Producent
Smith & Nephew heeft naar aanleiding
van deze en andere wetenschappelijke
resultaten inter­nationaal gesproken
met orthopeden, ook van de Sint
Maartenskliniek. Deze onderzoeken
hebben geleid tot een knieprothese
Journey II
die een natuurlijke functie van de knie
een stap dichterbij belooft te brengen.
Effectiviteit onderzocht
Beide protheses zijn in de Verenigde
Staten al langer op de markt. De eerste
ervaringen van orthopeden in Amerika
zijn positief. Daarom hebben onze
orthopeden besloten om voor deze
protheses de effectiviteit wetenschappelijk te onderzoeken. Binnenkort
worden hiervoor patiënten geselecteerd en benaderd. Zelf aanmelden
voor onderzoek is in verband met
de onderzoeksopzet niet mogelijk.
Orthopeden en wetenschappers van
de Maartenskliniek volgen de patiënten de komende twee jaar. De eerste
resultaten worden begin 2016 verwacht. •
mm herfst 2014 VRAAG EN ANTWOORD
De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van
patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie,
over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding.
In Dokter! Dokter! beantwoorden onze specialisten de meestgestelde vragen.
Dokter! Dokter!
Mijn grote tenen staan erg scheef.
Wat kan ik hieraan doen?
Als de scheefstand beperkt is en de pijn nog dragelijk,
dan wordt geadviseerd te wachten met een operatie.
De klachten van de scheefstand bestaan meestal uit
pijn en irritatie aan de zogeheten knok, vooral tijdens
het dragen van strak zittende schoenen. Soms is er pijn
in de voorvoet, veroorzaakt door een minder optimale
afwikkeling door de scheefstand. Daardoor ontstaat
overbelasting van de andere tenen. Hamertenen of
klauwtenen kunnen dan het gevolg zijn.
In de beginfase kunnen de klachten meestal worden
opgevangen door het dragen van een voldoende
brede schoen van zacht leer zonder naden ter hoogte
van de knok. Bij pijn onder de voorvoet kan een steunzool helpen. Een operatie is aangewezen bij een
vergevorderde scheefstand, wanneer de pijn te hevig
wordt en de klachten je beperken in je activiteiten. De
scheefstand kan met verschillende operatietechnieken
worden gecorrigeerd. Dit is afhankelijk van de ernst
van de scheefstand. Vraag je orthopedisch
chirurg naar de geschikte behandel­mogelijkheden voor jou.
Anthranilla Leeuwesteijn,
orthopedisch chirurg
Kun je na een zware hersenkneuzing ooit
nog werken?
Dat hangt van veel factoren af. Door een zware
hersenkneuzing kun je beperkingen overhouden
in het bewegen van armen en benen, problemen
hebben met het praten of begrijpen, problemen
hebben in het denken (cognitie) zoals concentratie­
problemen, geheugenproblemen, een vertraagd
tempo van informatieverwerking of problemen met de
planning en uitvoering van taken. Afhankelijk van het
soort werk dat uitgevoerd moet worden, kunnen
aanpassingen noodzakelijk zijn. Zoals het gebruiken
van hulpmiddelen op de werkplek, meer tijd krijgen
om een taak af te ronden of een rustige omgeving
creëren om te werken. Na een zware hersenkneuzing
moet vaak gezocht worden naar andere werkzaam­
heden of een alternatieve dagbesteding.
Het revalidatieteam kan hierover
adviezen geven.
Nanny Steinmeijer,
revalidatiearts
Sinds een half jaar gebruik ik een
biological tegen mijn reumatoïde artritis.
Is het verstandig om de griepspuit te
halen als je een biological gebruikt?
Het antwoord is met volle overtuiging ‘ja’. Als u een
biological (zoals Enbrel®, Remicade®, Humira®,
Mabthera®, Roactembra®, Orencia®) gebruikt, is
het sterk aan te bevelen om het griepvaccin te
laten toedienen. Biologicals kunnen er namelijk
voor zorgen dat u makkelijker een infectie krijgt.
Door de griepprik verkleint u echter de kans op een
griepinfectie. Mocht u ondanks de prik toch griep
krijgen, dan zijn de griepklachten doorgaans een
stuk milder. In het algemeen voorkomt de griepprik
jaarlijks in Nederland 5400 sterftegevallen.
Ook zorgt de griepprik voor 48 procent
minder ziekenhuisopnamen.
Mieke Gijzels,
apotheker
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar [email protected]
en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
15
16 mm herfst 2014
IN BEELD Patiëntgericht
Een zorgzaam gebaar
Patiëntgerichtheid is één van de vier kernwaarden van de
Sint Maartenskliniek. Wij willen zorg aanbieden en leveren
die aansluit op de behoeften en wensen van onze patiënten.
Zorg met persoonlijke aandacht en betrokkenheid. Samen
met onze patiënten streven wij ernaar dat zij beter kunnen
bewegen, functioneren en participeren in hun dagelijks
leven. Wij laten ons daarbij graag inspireren door de zorgzaamheid van de naamgever van onze kliniek: Sint Maarten. Deze
Romeinse legionair (Martinus van Tours) scheurde zijn mantel
in tweeën en gaf de helft aan een zwerver. Dat hij daarmee de
eerste regels van zijn heiligverklaring schreef, kon hij toen niet
vermoeden. Hij maakte simpelweg een zorgzaam gebaar. •
mm herfst 2014 17
18 mm herfst 2014
KORT NIEUWS
Landelijk netwerk moet kennis vergroten
over zeldzame systeemaandoeningen
De patiëntenvereniging NVLE kondigde
half juli de start van een nieuw landelijk
netwerk aan, waar de Sint Maartenskliniek
een belangrijke rol in heeft gespeeld:
NVLE connect. Dit netwerk gaat een extra
impuls geven aan het verbeteren van de
deskundigheid van paramedici rond de
behandeling van de zeldzame en ernstige
systemische auto-immuunaandoeningen
lupus, APS (antifosfolipiden syndroom),
sclerodermie en MCTD (Mixed Connective
Tissue Disease). Aanleiding was de bijzondere gift van twee ouders nadat hun
dochter te maken kreeg met één van deze
aandoeningen. Het gebrek aan kennis
over de oorzaak én de behandeling zonder
medicijnen van deze systeemaandoe­
ningen leidde tot een landelijke oproep
aan onderzoekers en behandelaars. Het
resultaat was een uitgebreide verkenning
van wetenschappelijk onderzoek en het
initiatief om kennis en ervaring te bundelen en verbeteren via www.nvleconnect.nl.
raken. Joep Welling, voorzitter van de
NVLE: “We zien vaak een grote terug­
houdendheid bij behandelaren. Vanwege
de onbekendheid met deze aandoeningen
wil men vermoedelijk ook niet het risico
nemen dat de patiënt wordt overbelast.
Maar in de praktijk kunnen de patiënten
vaak veel meer aan dan meestal wordt
gedacht.”
De auto-immuunaandoeningen lupus,
APS, sclerodermie en MCTD kunnen veel
verschillende symptomen teweegbrengen,
zoals extreme vermoeidheid, gewrichtsen spierklachten, nierfalen en ernstige
huidafwijkingen. Kenmerkend voor deze
aandoeningen is dat ze het hele lichaam
NVLE connect is bedoeld om de bestaande
kennis en ervaring bij behandelaren in de
niet-medicamenteuze zorg te bundelen en
verder landelijk te verspreiden. De nieuwe
website www.nvleconnect.nl speelt daarin
volgens Welling een belangrijke rol:
“Afgezien van het feit dat behandelaren
zich kunnen verzamelen via deze site en zo
kennis en ervaring uitwisselen, zal het ook
leiden tot nieuwe initiatieven om de zorg
te verbeteren. Uiteindelijk moet dit netwerk de toegankelijkheid van kwalitatief
goede zorg flink vergroten voor patiënten.
Om een voorbeeld te noemen, ik ken
momenteel maar acht specialisten en
ongeveer dertig fysiotherapeuten die
bekend zijn met de behandeling van
mensen met een systeemaandoening.
Dat is echt te weinig. Ook als men maar
één patiënt heeft gezien, dan kan dat
een waardevolle aanvulling zijn. En juist
ook die behandelaren willen we aan­
moedigen om hun ervaringen te delen
via www.nvleconnect.nl.”
RealHealth op
ZorgkaartNederland
Dwarslaesie-netwerk en
TÜV-certificaat
Op www.zorgkaartnederland.nl kunnen patiënten
sinds eind april ook een waardering plaatsen over de
zorg die ze hebben ontvangen bij onze behandeling/
locatie RealHealth in Berg en Dal. In die korte tijd
plaatsten al ruim 120 mensen een waardering op deze
website. Met een gemiddeld tevredenheidscijfer (op de
gebieden accommodatie, afspraken, behandeling,
informatie, luisteren en medewerkers) van een 8,6 een
mooi resultaat.
Het EMSCI-netwerk (European
Multicenter study about Spinal
Cord Injury) bestaat uit gerenommeerde centra uit Duitsland,
Zwitserland, Italië, Oostenrijk,
Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië,
Tsjechië en Nederland. Dit netwerk
doet onderzoek naar diverse
aspecten bij dwarslaesiepatiënten
en bouwt hiervoor een internationale database op met diverse
gegevens, vastgelegd tijdens het
eerste jaar na het ontstaan van
de dwarslaesie. De Sint Maartenskliniek en het Radboudumc
werken samen op dit gebied.
Dit samenwerkingsverband heeft
als enige in Nederland het zogeheten TÜV-certificaat gekregen
voor het invoeren en vastleggen
van deze gegevens bij dwars­
laesiepatiënten.
mm herfst 2014 19
COLUMN
Over pillen enzo
Vezels, vitaminen,
mineralen!
Nieuwe methode levering
geneesmiddelen
Begin augustus startte de verpleegafdeling Orthopedie C1 met een
proef rondom de distributie van medicijnen. Voor de proef levert
de apotheek de medicatie kant-en-klaar aan in zakjes. Deze zakjes
worden gevuld door de medicijnrobot die we al enkele jaren
­gebruiken binnen de instellingsapotheek. Met deze werkwijze
voegen we een extra kwaliteitscontrole toe in de distributie van
de geneesmiddelen.
Voor de patiënt betekent dit dat dezelfde medicatie nu anders wordt
aangeleverd, namelijk in een doorzichtig zakje in plaats van in een
stripverpakking. In de robot zitten geen combinatiemiddelen
­(tabletten die twee of meer werkzame stoffen ­bevatten). Dit betekent
dat ze worden opgesplitst in twee tabletten met per tablet dezelfde
werkzame stoffen. Deze medicatie werkt hetzelfde en is gelijkwaardig aan de medicatie die de patiënt gewend is.
De proef op de verpleegafdeling loopt tot begin oktober, daarna
vindt een evaluatie plaats. Afhankelijk van de resultaten volgt dan
even­tueel de invoering van deze nieuwe werkwijze op de overige
verpleeg­afdelingen.
WINNAAR Oog voor detail zomer 2014
De afbeelding is een detail van het kunstwerk
mee-eter. Dit is een collage die bestaat uit
kartonnen vellen over elkaar heen, waarmee je
het werk steeds kunt aanpassen. De naam van
de kunstenaar is helaas niet bekend. ­Mee-eter
hangt in het trappenhuis achter in het ziekenhuis bij het Revalidatiecentrum, tussen de eerste
en tweede verdieping. Meerdere mensen zonden
het goede antwoord in. En de winnaar is:
­Hermien Duijmelinck uit Nuenen. Gefeliciteerd!
Deze spreuk bestaat al een tijdje, maar klopt nog
steeds. Vitaminen, mineralen en vezels zijn hard
nodig voor de gezondheid, ontwikkeling en groei.
Gelukkig heeft de natuur deze stofjes lekker verpakt:
in fruit, eieren, groenten, vis, vlees, noten en aard­
appelen. Gezond eten is dan ook de beste manier om
een goede conditie en weerstand op te bouwen tegen
ziektes. Beter nog dan een vitaminepil. Maar wanneer
is een vitaminepil dan wel nodig? Bij een evenwichtig
eetpatroon is de hoeveelheid vitaminen en mineralen
in de voeding voldoende. Alleen kinderen tot vier jaar,
vrouwen rondom de zwangerschap en borstvoeding
en senioren moeten extra vitaminen en/of mineralen
slikken. Daarnaast is er bij ziekte en langdurig
medicijn­gebruik soms sprake van een verhoogde
behoefte aan bepaalde vitaminen en mineralen.
Dan is een supplement wenselijk.
Binnen de reumatologie nemen foliumzuur (vitamine
B11) en vitamine D een bijzondere plek in. Foliumzuur
verlaagt de kans op bijwerkingen bij mensen die het
reumageneesmiddel methotrexaat gebruiken.
Daarom krijgen betreffende patiënten ook foliumzuur voorgeschreven. Een tekort aan vitamine D kan
leiden tot botontkalking (osteoporose), een verminderde afweer en zwakkere spieren. Om die reden
raden we vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf
70 jaar aan om vitamine D te gebruiken.
Wilt u toch een voedingssupplement slikken? Neem
dan een multivitaminepreparaat met als dosering
eenmaal de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
(ADH). Informatie daarover moet op de verpakking
vermeld zijn. Belangrijk, want te grote hoeveelheden
van bepaalde vitaminen kunnen schadelijk zijn voor
het lichaam.
Bart van den Bemt,
apotheker
20 mm herfst 2014
KENNIS Heftige pijn en vreemde knobbels
Tien vragen over
jicht
Jicht is een reumatische aandoening die doorgaans
zeer pijnlijk is. Veel mensen hebben wel eens gehoord
van jicht, maar wat is het precies en hoe kan het
behandeld worden? De huisarts kan een jichtaanval
goed behandelen. Als de diagnose echter moeilijk
te stellen is of als de jicht vaker terugkomt, is ver­
wijzing naar en behandeling door een reumatoloog
verstandig. Reumatoloog Nicole van der Laan beantwoordt tien vragen over jicht.
Wat kunt u zelf doen om klachten te
verminderen?
Een gezonde leefstijl kan bijdragen aan het voor­
komen van jicht. De reumatoloog of reumaverpleegkundige kan aangeven welke factoren u zelf kunt
beïnvloeden. Bij een jichtaanval is het van belang om
genoeg water te drinken en het aangedane gewricht
te koelen. Daarnaast is uiteraard het consequent
slikken van voorgeschreven medicatie nodig om de
klachten tot het minimum te beperken.
Wat is jicht?
Van der Laan: “Bij jicht is er een ontstekingsreactie
ontstaan in één of meerdere gewrichten nadat
daarin urinezuurkristallen zijn opgehoopt. Dit zorgt
voor een vaak heftige en pijnlijke gewrichtsontsteking: een jichtaanval. De urinezuurkristallen kunnen ook neerslaan in de huid en onderhuidse weefsels waardoor ophopingen van ingekapselde
kristallen ontstaan. Dit noemt men jichtknobbels of
tophi. Deze komen vaak voor als gele/witte doorschijnende bobbels op tenen, vingers, oorschelpen
en ellebogen. Daarnaast kunnen urinezuurkristallen
neerslaan in de nieren en daar nierstenen vormen.”
Het urinezuur lost niet meer volledig op in het
bloed en slaat neer in de vorm van kristallen. Dit
kan bijvoorbeeld voorkomen bij overgewicht, nierfunctiestoornissen, overmatig alcoholgebruik en
gebruik van plasmedicatie. Andere risicofactoren
zijn consumptie van orgaanvlees, rood vlees, schaaldieren, veel frisdrank en vruchtensappen. Ook kan
erfelijkheid een rol spelen. Dat is soms het geval
bij patiënten met een verhoogde bloeddruk, suikerziekte en een verhoogd cholesterol.”
Wat zijn mogelijke oorzaken?
Van der Laan: “Het risico op jicht is groter bij een
verhoogde urinezuurconcentratie in het bloed.
Wat zijn de klachten?
Van der Laan: “Meestal ontstaat jicht plotseling
in de nacht. Er is veel pijn en zwelling van het aan­
gedane gewricht. Vaak is de huid rood en warm
en er kan hoge koorts ontstaan. De duur van een
aanval varieert van minder dan een dag tot meer
dan een week. Soms blijft zeurende pijn aanwezig
als de hevige aanval over is.”
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Reumatoloog
Nicole van der Laan
Van der Laan: “Bij verdenking van jicht is het nuttig
de diagnose door microscopisch onderzoek te bevestigen. De arts zuigt met een naald vocht uit het
ontstoken gewricht of een jichtknobbel en bekijkt
dat met een speciale microscoop. Als de typische
urinezuurkristallen gevonden worden, is er sprake
van jicht. Een verhoogd urinezuur in het bloed is
echter geen bewijs voor jicht.”
mm herfst 2014 Hoe verloopt het ziekteproces?
Van der Laan: “75 procent krijgt een eerste jicht­
aanval in de grote teen. Jicht kan mild verlopen met
incidenteel een aanval. De aandoening kan dan
overgaan als de patiënt bijvoorbeeld het dieet aanpast, stopt met alcohol of – geleidelijk – de nodige
kilo’s kwijtraakt. Als er sprake is van uitgebreide
jicht met jichtknobbels en hart- en/of nierfalen,
dan is het instellen van medicatie vaak moeilijk.
De jichtknobbels kunnen openbarsten, waarbij
wit tandpasta-achtig materiaal tevoorschijn komt.
Soms genezen deze wondjes moeizaam of ontstaat
een nieuwe infectie met een bacterie.”
Hoe kan jicht behandeld worden?
Van der Laan: “Een jichtaanval kan behandeld
worden met twee à drie maal daags een tablet
colchicine. Dit medicijn vermindert de ontstekingsreactie in het gewricht. Als alternatief kunnen
andere ontstekingsremmers worden voorgeschreven
of in sommige gevallen een prednisonkuur. Door
het gewricht regelmatig te koelen kan de pijn
afnemen. Als jicht niet wordt behandeld, kan de
frequentie van jichtaanvallen toenemen en leiden
tot chronische jicht. Bij drie of meer aanvallen per
jaar of bij het bestaan van jichtknobbels wordt
met medicatie het urinezuur in het bloed verlaagd
om schade aan gewrichten te voorkomen en jichtaanvallen te verminderen.”
Wat is het verschil tussen reumatoïde artritis
en jicht?
Van der Laan: “Reumatoïde artritis (RA) heeft een
andere oorzaak dan jicht. RA is een chronische
ontsteking van meerdere gewrichten die niet
veroorzaakt wordt door kristallen. Bij RA komen
de gewrichtsontstekingen vaak symmetrisch voor,
bijvoorbeeld zowel in de linkerhand als in de rechter.
Jicht en RA worden ook met andere medicijnen
behandeld.”
Komt jicht vaker voor bij mannen of vrouwen?
Van der Laan: “Bij mannen komt een acute jicht­
aanval ongeveer acht keer vaker voor dan bij
vrouwen. Bij vrouwen treedt jicht later in het
leven op. Dit komt doordat vrouwelijke hormonen
voor de overgang beschermen tegen jicht. Zowel
bij mannen als vrouwen neemt de kans op jicht toe
naarmate ze ouder worden.”
Heeft het weer invloed op jicht?
Van der Laan: “Nee, in principe niet. Er zijn wel
patiënten die op warme zomerdagen te weinig
drinken en enigszins uitdrogen. Dat verhoogt het
risico op een jichtaanval, zeker als men dan alcohol
gaat drinken.”
Wat zijn de gevolgen voor het dagelijks leven?
Van der Laan: “Aangezien een jichtaanval heel
pijnlijk is, heeft het zeker gevolgen voor het dagelijks leven. De patiënt slaapt slecht door de pijn
en heeft mogelijk hulp nodig bij douchen en aan­
kleden. Werkzaamheden kunnen vaak niet worden
uitgevoerd. Een jichtaanval is dermate pijnlijk dat
bewegen en sporten vaak niet goed gaat.” •
21
22 mm herfst 2014
BRIEF VAN EEN PATIËNT Ervaring na een enkeloperatie – Deel 2*
Geachte lezer,
rden naar
erens. Toen we van Leeuwa
uw
Lo
.
dr
bij
t
es
we
ge
le
g eens doorEind juli op contro
r en ik het hele proces no
te
Pe
r
ne
rt
pa
jn
mi
en
bb
ecties en
Nijmegen reden, he
lusie. Bovendien: geen inf
nc
co
de
s
wa
t
da
t,
luk
ge
bose prima
genomen. Alles is
edienen, hebben de trom
to
t
es
mo
lf
ze
g
da
e
er
Zij zijn
de prikjes die ik ied
en van de gipskamer niet.
ns
me
de
we
en
at
rg
ve
lijk
ch zo’n zeven
voorkomen. Natuur
in het hele proces dat to
l
ke
ha
sc
e
ijk
gr
lan
be
er
k rechtuiteindelijk een ze
mensen gehad. Je kunt oo
ze
de
n
aa
n
eu
st
el
ve
b
he
te keer in de
maanden duurt. Ik
ze je dan prima. De laats
n
lpe
he
d
an
st
af
op
n,
lle
mocht ik met
streeks met ze be
weggehaald. Na controle
ips
pg
loo
t
he
rd
we
k
nie
Sint Maartenskli
huis.
een spalk erom weer naar
vol goede
De foto’s laten maken en
le.
ro
nt
co
de
ar
na
n
ke
uk
beurd: we
Ik ging zonder kr
t nog niet eerder was ge
Wa
li.
po
de
ar
na
us
rve
ne
zegd begon
moed en een tikje
holpen werden. Eerlijk ge
ge
we
t
da
or
vo
n
te
ch
wa
e voorgaande
moesten een uur
zijn ook niets gewend; all
we
ja,
ar
Ma
n.
re
ite
irr
de beurt waren,
het me wel wat te
r weer klaar. Toen we aan
uu
alf
rh
de
an
n
ne
bin
we
Ze waren
controles waren
h voor het lange wachten.
zic
g
din
lei
op
in
ts
ar
de
e
n het bot
verontschuldigd
ed uit. Ook de aangroei va
go
er
n
ge
za
’s
to
fo
De
j.
bli
dat ik zonder
beiden helemaal
blijken hoe fijn hij het vond
t
lie
s
en
er
uw
Lo
.
Dr
n.
pe
was super verlo
n afspraak
roken om volgend jaar ee
sp
ge
af
en
bb
he
We
n.
ko
en andere
pijn weer verder
of alle zestien schroefjes
en
ler
ro
nt
co
te
ns
ee
g
te plannen om no
goed hun werk doen.
plaatjes (zie foto’s) nog
loperatie in de
mogelijk is, doe een enke
t
he
s
Al
j.
mi
n
va
s
tip
t
Tot slot nog wa
liggen. En… niet
gips ook zoveel mogelijk
lig
t
me
n
de
an
ma
ee
tw
beurt, gelooft
winter. Blijf de
oet in de hete zon. Dit ge
sv
gip
je
t
me
t
nie
r
ke
ze
roken in de tuin,
uus aan de enkel
ee patiënten met een inf
tw
ik
g
za
ek
zo
be
te
ts
altijd op mij
u mij. Bij mijn laa
ve oude oma (die vroeger
lie
jn
Mi
n.
ke
ro
n
te
zit
n
zo
et houden, het
in de gloeiende
eerde enkel lekker fris mo
er
op
ge
t
ne
’n
zo
je
t
da
j
paste) leerde mi
En ik volg haar
e lucht was haar motto.
iss
Fr
el.
ch
ka
de
bij
ht
liefst niet te dic
t nog kon lezen.
raad op. Ik wou dat ze da
Met vriendelijke groet,
Jan Bleijinga
stond in
* Deel 1 van mijn verhaal
ine
gaz
Ma
ens
art
Ma
het vorige
mm herfst 2014 23
BEHANDELING Radiologen en sportartsen slaan de handen ineen
Snellere en betere behandeling
van sporters
Sporters vormen een aparte doelgroep binnen de Sint Maartens­
kliniek. Een groep met andere
klachten en andere belangen dan
de gemiddelde patiënt van ons
ziekenhuis. “Hoe snel kan ik weer
terug het veld op?” en “Wanneer
kan ik weer voluit gaan?” zijn de
belangrijkste vragen. Om deze
doelgroep nog beter te kunnen
helpen, hebben de radiologen en
sportartsen begin 2014 het spreekuur ‘Sportradiologie’ opgestart.
“Het gaat om een spreekuur waarbij de
radioloog en de sportarts gezamenlijk
de patiënt zien”, legt radioloog Marc
Romijn uit. “We kijken dan specifiek
naar overbelasting van pezen, scheurtjes of verkalkingen. Het gaat vaak om
kleine afwijkingen, die – zeker op basis
van lichamelijk onderzoek – moeilijk
te ontdekken zijn, maar die tot veel
klachten kunnen leiden.” Romijn is erg
te spreken over de hechte samenwerking tussen de twee specialismen. “De
radioloog en sportarts vullen elkaar
goed aan. Het leidt tot een snellere en
betere behandeling van deze specifieke doelgroep en daarmee ook tot
een hoge patiënttevredenheid.”
Andere insteek
Het spreekuur Sportradiologie is
bedoeld voor alle doelgroepen van
het sportmedisch centrum (SMC)
Maartenskliniek. Dus niet alleen voor
topsporters, maar ook voor amateurs/
recreanten. “Er is een duidelijk verschil met de meeste patiënten die we
hier zien bij Radiologie”, verklaart
Romijn. “Ze hebben andere belangen
Commissies, richtlijnen en research
“Door het succes van de samenwerking hebben we inmiddels een landelijke
commissie Sportradiologie opgericht, onder voorzitterschap van de Sint Maartenskliniek”, aldus Romijn. “De focus ligt daarbij onder andere op research en
opleiding. We doen ook zelf research samen met de sportartsen. Zo gaan we bij­voorbeeld onderzoeken of het injecteren van bloedplaatjes in een pees, de zoge­
heten PRP-injectie, goed werkt bij patiënten met een chronisch pees­probleem.
Daarnaast proberen we landelijke richtlijnen te maken voor sportradiologie, zijn
we allemaal lid geworden van de Vereniging voor Sportgeneeskunde, en zijn we
vertegenwoordigd in de Europese Commissie Sportgeneeskunde.”
dan mensen die een nieuw gewricht
nodig hebben. Sporters – zeker pro­
fessionele sporters – presenteren zich
bovendien op een andere manier.
Ze zijn snel verontrust en willen
daardoor liever gisteren dan vandaag
geholpen worden.”
Niet overal toepasbaar
Dat radiologen en sportartsen de handen ineen slaan met een dergelijk
spreekuur is uniek in Nederland. Volgens Romijn is de belangrijkste reden
daarvoor dat alle radiologen in de Sint
Maartenskliniek gespecialiseerd zijn in
houding en beweging. Romijn: “Ik vind
dat een spreekuur Sportradiologie
alleen thuishoort in een gespecialiseerde kliniek, anders is de meerwaarde een
stuk kleiner. Wij hebben de juiste kennis, vaardigheden en apparatuur in huis
voor deze doelgroep. En dat de radiologen allemaal sportgek zijn, speelt
natuurlijk ook een rol!” •
24 mm herfst 2014
PATIËNTERVARING Postpoliosyndroom: nieuwe klachten door oude ziekte
“Ik hoefde me niet meer
te verontschuldigen dat
ik dingen niet kon”
Tot en met 1956 waren er in Nederland veel poliogevallen, ook
wel kinderverlamming genoemd. Ook het baby’tje Francien uit
Boxtel raakte besmet. In het begin was ze zelfs tot aan haar
nek verlamd. Gelukkig herstelden de verlammingen grotendeels in de eerste twee jaar na de ziekte. Uiteindelijk bleek ze
met name restverlammingen in haar linkerbeen te hebben.
Daar leerde de inmiddels 58-jarige Francien van Doremalen
prima mee leven. Totdat ze vanaf haar veertigste geconfronteerd werd met steeds meer klachten, zoals spierkrachtverlies
en pijn. De diagnose: het postpoliosyndroom.
“Ik heb als klein kind veel getraind
om weer te kunnen lopen”, vertelt
­Francien. “Op een gegeven moment
liep ik zelfs met de andere kinderen
mee naar school. Vier keer per dag
anderhalve kilometer, want tussen de
middag gingen we naar huis.” Ook
hielp ze mee op het boerenbedrijf van
haar ouders. Ze voerde de kippen en
raapte eieren en aardappelen.
­Francien: “Al die dingen hebben me
sterker gemaakt. Toch hield ik wel een
aantal restverschijnselen over. Omdat
ik de spier aan de voorkant van mijn
linkerbovenbeen nauwelijks kon
gebruiken, kon ik bijvoorbeeld niet
hoogspringen en rennen. Ook was ik
sneller moe dan de meeste kinderen.”
Stunten op de kermis
De beperkingen weerhielden haar er
niet van om als twaalfjarige op dansles
te gaan. Ze vond het geweldig.
­Francien: “Ik kreeg de smaak te pakken en ging op beatballet. Ondanks
mijn polioverleden kon ik gewoon
meedoen! Ik heb zelfs in een showballet gezeten en opgetreden. Eigenlijk
deed ik de dingen die iedereen deed,
zoals motorrijden en stunts uitvoeren
op de kermis.” Ze ontdekte ook het
fitnessen. En dat doet ze nog steeds.
“Als je de spieren sterk houdt, blijf je
langer overeind”, verklaart ze.
Hevige rugpijn
Elf jaar werkte ze in de thuiszorg in
Boxtel. Dat ging goed, ook al deden
haar linkerheup en -been steeds meer
pijn. Totdat ze rond haar veertigste
veel last kreeg van haar rug. “Ik kon
niet meer bewegen zonder pijn.
­Fietsen, zitten, liggen of lopen: het
ging niet meer. Ik bleek een hernia te
hebben. Ze durfden me echter niet te
opereren, vanwege het verhoogde
risico op complicaties”, zegt Francien.
Na enkele jaren oefeningen doen bij
een fysiotherapeut ging het gelukkig
weer beter met haar rug. Toen ze 48
jaar was, constateerde de neuroloog
het postpoliosyndroom (PPS) bij haar.
Een deel van de mensen die vroeger
polio heeft gehad, krijgt last van PPS.
Zij ontwikkelen na lange tijd (minimaal tien jaar, maar soms na meer dan
veertig jaar) verschijnselen van toenemende zwakte en vermoeidheid, en
afnemend functioneren. Dit wordt
veroorzaakt door veroudering van
cellen in het zenuwstelsel die de
spieren aansturen. Deze veroudering
kan anders verlopen als iemand op
jonge leeftijd polio heeft gehad.
Goede fysiotherapeut
De neuroloog verwees Francien naar
revalidatiearts Viola Altmann van de
Sint Maartenskliniek, die enkele
hon­derden PPS-patiënten onder
controle heeft. “Wat me al snel opviel,
is dat zij het snapte”, zegt Francien.
“Ik hoefde me niet te verontschuldigen
dat ik dingen niet kon. Dat was fijn.”
Na de intake met de arts werd haar
problematiek met aanvullende onderzoeken (waaronder een scan van de
spieren en een gangbeeldanalyse) in
kaart gebracht. Vervolgens maakten
de instrumentmakers een beenor­
these, waarmee ze nog maanden heeft
geoefend in de ortheseloopgroep van
de Sint Maartenskliniek. Francien:
“Na de loopgroep ging ik over naar de
fysiotherapeut in Boxtel, die mij tot nu
toe fantastisch heeft geholpen. Ze
verdiepte zich voor mij in PPS, want ze
had nog nooit iemand geholpen die
dat had. Ook had ze geregeld contact
met dokter Altmann en stuurt ze vier
keer per jaar een rapport naar de
revalidatiearts, zodat die mijn fysieke
toestand in de gaten kan houden.”
Geen pijn
“Door de orthese heb ik geen pijn meer
door overbelasting”, vertelt ze opge­
togen. “De spierafname is groter
mm herfst 2014 Beenorthese
“Als je niet zelf het spierkrachtverlies
kunt compenseren, dan helpt een
orthese”, legt revalidatiearts Viola
Altmann uit. “In de Sint Maartens­
kliniek verstrekken we alleen een
orthese met een training erbij. Van
tevoren doen we bovendien een
uitgebreide analyse van de klachten
en de stoornissen die deze klachten
veroorzaken. Het samenspel van de
stoornissen, zoals spierkrachtverlies
of vergroeiingen, kan namelijk per
patiënt verschillen. Doel is om een op
maat gemaakte behandeling te
kunnen aanbieden. In het begin is de
behandeling dus zeer intensief,
daarna komen revalidanten meestal
nog maar één keer per jaar op
­controle.”
Dokter Altmann werkte mee aan het
onlangs verschenen boek ‘Beenor­
thesen bij neuromusculaire aandoeningen’. Dit boek ondersteunt zorgprofessionals bij het – op een
uniforme manier – toepassen van
beenorthesen als onderdeel van de
behandeling van mensen die door
spierzwakte problemen ervaren bij
het lopen. Zeer nuttig, want er
­bestaan veel verschillende beenor­
thesen met uiteenlopende resultaten,
die vaak ook nog op maat gemaakt
moeten worden. Altmann: “Dankzij
het boek kunnen zorgverleners veel
sneller en doelmatiger de juiste
orthese voorschrijven. En dat is veel
fijner voor de patiënt, omdat die in
één keer de juiste orthesebehandeling krijgt.”
geworden, maar met de orthese kan ik
veel meer. Die neemt de functie van de
spieren over, waardoor het been
minder moe wordt. Zo liep ik vorig
jaar met de orthese de Akropolis in
Athene op en af. Ik heb dokter
­Altmann daar nog een foto van
ge­stuurd, anders had ze me misschien
niet geloofd!” •
25
26 mm herfst 2014
STUDIE Eerder naar huis met pompje pijnstillers
Pijnstilling voor voet en enkel
in eigen hand
Binnen de Sint Maartenskliniek worden door­
lopend studies en onderzoeken uitgevoerd
om bestaande behandelingen te verbeteren
en nieuwe methodes te ontwikkelen. Eén van
deze studies is de ‘Popcath’-studie, dat staat
voor poplitea catheter. Poplitea is de Latijnse
naam voor de knieholte en zenuw die wordt
verdoofd bij voet- en enkeloperaties. En de
catheter is het kleine slangetje dat wordt
ingebracht om de pijnstillers te kunnen
toe­dienen. Met deze studie onderzoekt de
afdeling Anesthe­siologie of patiënten na
een voet- of enkeloperatie thuis kunnen
herstellen door zelf enkele dagen hun
eigen pijn­stillers toe te dienen.
Jaarlijks worden binnen de Sint
Maartenskliniek ongeveer 1400 ope­
raties aan de voet en enkel uitgevoerd.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het
plaatsen van een gewrichtsprothese,
het rechtzetten van het gewricht of
een kijkoperatie. Na de operatie blijft
de patiënt meestal drie tot vier dagen
in het ziekenhuis, onder andere om
de pijn na de operatie te behandelen.
Vervolgens gaat men naar huis om
twee tot drie weken later terug op
controle te komen. Met de Popcathstudie wordt onderzocht of patiënten
al de eerste ochtend na de operatie
naar huis kunnen met een speciaal
pompje met pijnstillers, zodat men
thuis in de eigen omgeving verder
kan herstellen.
Met een druk op de knop
Arts-onderzoeker Maaike Fenten van
de afdeling Anesthesiologie, coördineert deze studie: “Na een uitgebreide
literatuurstudie zijn we het pompje
nu aan het testen bij patiënten thuis.
Het is bijna hetzelfde pompje als
patiënten op onze verpleegafdelingen
al krijgen. Het enige verschil is dat het
pompje thuis een pneumatische knop
heeft in plaats van een elektrische
bediening. Het is een compleet beveiligd systeem. Je kunt zo vaak drukken als je wilt, maar er wordt nooit
te veel pijnstilling afgegeven. Na een
dag of drie is het niet meer nodig en
kan de catheter worden verwijderd
en het lege pompje worden weggegooid. De eerste reacties van patiënten zijn positief. Ze vinden het
natuurlijk fijn om sneller naar huis te
kunnen, maar het is ook een prettig
gevoel dat ze zelf de controle hebben
over de pijnstilling.”
Altijd paraat
De verwachting is dat de studie dit
najaar wordt afgerond. “Als alle resul­
taten positief zijn, dan kunnen we deze
manier van pijnstilling thuis standaard
aanbieden voor patiënten bij voet- en
enkeloperaties. Een belangrijke voorwaarde is natuurlijk dat de eerste nacht
na de operatie goed verloopt. Daarvoor
hebben we nu al binnen het behandelteam en met de patiënt nauw overleg.
Daarnaast hebben we ervoor gezorgd
dat er 24 uur per dag een anesthesioloog paraat staat om eventuele vragen
van patiënten thuis te kunnen beantwoorden”, aldus Maaike Fenten.
•
mm herfst 2014 27
INNOVATIE App voor Bechterew-patiënten
Oefeningen op de
smartphone
De Sint Maartenskliniek heeft samen met farmaceut Pfizer een
app ontwikkeld voor patiënten met de ziekte van Bechterew:
‘Bewegen met Bechterew’. Met deze beweeg-app kunnen
patiënten waar en wanneer zij dat zelf willen oefeningen doen
ter bevordering van hun behandeling.
Patiënten met de ziekte van Bechterew komen
regelmatig voor controle en behandeling naar de
Sint Maartenskliniek. Binnen de behandeling is
fysiotherapie een belangrijk onderdeel. Willemijn
Noort, reumatoloog en medisch hoofd: “Voor
patiënten met de ziekte van Bechterew is het belangrijk om dagelijks oefeningen te doen om
zo de wervelkolom soepel te houden, en de spierkracht en conditie te verbeteren.” De beweeg-app
maakt het mogelijk dat patiënten zelf – in hun eigen
omgeving – met een smartphone of tablet hun
oefeningen eenvoudig en op de juiste manier kunnen uitvoeren, naast de fysiotherapie die zij in de
Sint Maartenskliniek krijgen. De oefeningen in de
app zijn met zorg geselecteerd door fysiotherapeuten en reumatologen van de Sint Maartenskliniek.
Idee van een patiënt
“Het idee voor de ontwikkeling van de app kwam
van mijn echtgenoot”, zegt Willemijn Noort.
De ziekte van Bechterew
De ziekte van Bechterew is een
chronische ontsteking van de gewrichten van het bekken en de
wervelkolom die gepaard gaat met
een geleidelijke verstijving van het
ontstoken gewricht. Hierbij wordt
het gewrichtskapsel en kraakbeen
vervangen door bot. Het aangedane
gewricht verstijft dan helemaal. Ook
kan zich een ontsteking voordoen in
andere gewrichten, zoals heupen,
knieën, enkels en schouders. Er zijn
in Nederland ruim 12.000 patiënten
met de ziekte van Bechterew.
“Hij heeft zelf de ziekte van Bechterew. Er bestaan
al apps met rugoefeningen, maar die zijn niet Nederlandstalig en ook niet specifiek voor de ziekte van
Bechterew. Met de ontwikkeling van de beweeg-app
spelen we in op de behoeften van Bechterew-patiënten en maken we het mogelijk dat zij zelf verantwoord kunnen oefenen.”
Werking van de app
In de app worden de oefeningen getoond aan de
hand van filmpjes, waarin een model de oefeningen
stapsgewijs voordoet. Een voice-over ondersteunt
hierbij. Voordat een patiënt de app kan gebruiken,
overlegt hij/zij eerst met de fysiotherapeut over
welke oefeningen in de app geschikt zijn voor de
patiënt en hoe vaak hij/zij de oefeningen kan her­
halen. Vervolgens kan de patiënt zelf oefenen met
de beweeg-app. Door oefeningen vast te leggen in
de app kan afwisseling aangebracht worden in het
oefenschema. Willemijn Noort: “De app is duidelijk
en ziet er mooi uit. De eerste tests onder patiënten
waren erg bemoedigend. Ik ben benieuwd hoe het
zal aanslaan bij al onze patiënten. We verwachten
dat de app een nuttig hulpmiddel is die de huidige
fysiotherapeutische behandeling kan verbeteren en
toegankelijker kan maken voor patiënten.” •
28 mm herfst 2014
SELFIES De werkdag van de gipsverbandmeester
Gipsverbandmeester Chiel van Onna werkt
op de gipskamer van de Sint Maartenskliniek
in Nijmegen. Hij schetst hij één van zijn
werk­dagen met behulp van ‘selfies’*.
Iedere dag beginnen we met
een bakje koffie en een kort
werkoverleg.
Voorafgaand aan
iedere behandeling
lees ik me in en bekijk
ik de patiëntgegevens.
*Bij sommige behandelingen had Chiel zijn beide handen nodig
voor de behandeling, iemand anders heeft dan de foto gemaakt. Met de patiënt van de
verpleegafdeling naar
de gipskamer. Daar
vervang ik de onderbeenspalk, omdat het
operatiegips ververst
moet worden.
Zojuist een kleurig
onderbeenloopgips
aangelegd. De jonge
patiënte had zelf de
kleur uitgekozen.
mm herfst 2014 Onderbeengips verwijderen met
een oscillerende gipszaag. Door het
trillende zaagblad kan ik op een
veilige manier het gips verwijderen.
Opnieuw instellen van een dynamische handorthese. De patiënt
is geopereerd aan haar hand.
De handspalk ondersteunt in het
genezingsproces.
Na het werk stap
ik op de fiets
richting huis.
De gipskamer
Op de operatiekamer leg ik direct na
de operatie het onderbeengips aan.
De patiënt is nog verdoofd waardoor
dit pijnloos gebeurt.
De gipsafdeling van de Sint Maartenskliniek is met
dertien medewerkers één van de grootste van het
land, vooral op het gebied van orthopedie. De gips­
kamer is het werkterrein van de gipsverbandmeesters.
Hier worden patiënten behandeld die afwijkingen,
ziekten of letsels hebben aan het ‘steun- en bewegingsapparaat’. Het aangedane lichaamsdeel wordt
zodanig onbeweeglijk gemaakt, gecorrigeerd of
ondersteund dat de patiënt zo min mogelijk hinder
ondervindt in het dagelijks functioneren. De behandelingen gebeuren veelal op de gipskamer, maar soms
ook direct op de operatieafdeling.
29
30 mm herfst 2014
HET APPARAAT DEXA-meter
Botdichtheid in kaart gebracht
Een botbreuk na een relatief lichte val of als je ouder bent dan vijftig
jaar, osteoporose in de familie, gebruik van medicatie die de botdichtheid beïnvloedt, aandoeningen zoals reumatoïde artritis,
artritis psoriatica en de ziekte van Bechterew: allemaal factoren
die de kans op het ondergaan van een DEXA-meting vergroten.
De DEXA-meter meet al ruim tien jaar de botdichtheid van patiënten
op de polikliniek Reumatologie van de Sint Maartenskliniek.
DEXA staat voor Dual Energy X-ray
Absorpiometry en met dit apparaat
wordt een soort röntgenonderzoek
gedaan. De DEXA-meter is een ligbed
met een scanner die boven het bed
beweegt. De scanner schuift over de
patiënt heen en maakt een serie
foto’s van beide heupen en de onderste vier rugwervels. Daarbij wordt
een zeer minieme hoeveelheid
straling gebruikt; zo weinig dat zelfs
de medewerkers die er dagelijks mee
werken geen beschermende kleding
nodig hebben. Tijdens het scannen
wordt precies gemeten hoeveel
straling het bot tegenhoudt. De
meting duurt tussen de twintig en
dertig minuten en er worden gemiddeld vijftien mensen per week onderzocht op deze manier. De meting
zelf is volledig pijnloos en kent geen
bijwerkingen.
Waarom deze meting?
Het hoofddoel van het onderzoek is
om in kaart te brengen of de patiënt
een verhoogd risico op botbreuken
heeft. Het gebeurt vaak dat huisartsen
of specialisten van andere ziekenhuizen patiënten direct doorverwijzen
voor een DEXA-meting binnen de
Sint Maartenskliniek. De scans van
de DEXA-meting bestaan uit een soort
röntgenfoto’s en cijfers die samen
een beeld geven van de botdichtheid.
De cijfers geven aan in hoeverre de
botdichtheid van de patiënt afwijkt
van de gemiddelde waarden van
jongvolwassenen van hetzelfde
geslacht. De resultaten worden ver­
volgens geïnterpreteerd aan de hand
van de situatie van de patiënt. Wat is
de medische voorgeschiedenis, welke
medicatie gebruikt de patiënt, hoe groot
is het valrisico en wat zijn de voedingsen bewegingsgewoonten?
Botdichtheid verbeteren
Indien nodig kunnen we een behandeling
inzetten om de botdichtheid te verbeteren en het risico op botbreuken te verminderen. Een dergelijke behandeling
is gericht op de lange termijn, het kan
vijf jaar duren, en bestaat uit twee
hoofd­onderdelen. Speciale medicatie
kan worden voorgeschreven die de
botafbraak beïnvloedt. Daarnaast speelt
leefstijl een belangrijk rol. Behalve niet
roken en beperkt alcoholgebruik, kunnen
gezonde en volledige voeding met voldoende zuivel én actief bewegen goed
helpen om de botaanmaak te stimuleren.
Als een patiënt ook een verhoogd risico
op vallen heeft, dan kan een speciale
valpreventietraining uitkomst bieden.
Met dank aan Elly Eeren (doktersassistent),
Regina Jongkind (verpleegkundig specialist) en Karen Bevers (reumatoloog).
mm herfst 2014 31
CONTACTINFORMATIE
De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland
volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten
kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige
tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie,
reumatologie en revalidatie­geneeskunde.
Reumatologie
Polikliniek Nijmegen
Verwijzing
Afgezien van het sportmedisch centrum Maartenskliniek geldt voor elke
aanvraag voor een afspraak, dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts
of specialist.
Telefoon (024) 365 94 09
(ma - vrij, 08.30 -16.30 uur)
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Leidsche Rijn
Orthopedie
Voor het aanvragen van een
afspraak op de locaties in Nijmegen
en Woerden kunt u ook het
formulier op onze website invullen:
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen second
opinion orthopedie
Polikliniek Mijdrecht
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer
Acute zorgpoli
Met acute letsels (kneuzingen,
verstuikingen, snijwonden en
botbreuken, uitgezonderd breuken
aan het hoofd) kunt u 24 uur per
dag terecht bij de Acute zorgpoli.
Telefoonnummer (024) 365 93 91
Telefoon (0485) 84 53 82
Polikliniek Panningen
Telefoon (024) 365 94 09
Revalidatiegeneeskunde
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 53 50
Second opinion orthopedie
Voor een aanvraag moeten zowel
patiënt als verwijzer het registratieformulier invullen via onze website:
Pijnbehandelcentrum Nijmegen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59
(ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur).
Website: www.maartenskliniek.nl
behandelingen pijnbehandelingen
Telefoon (024) 365 94 00
(ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur)
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 52 55
RealHealth
Telefoon (024) 684 16 40
Website: www.realhealth.nl
Polikliniek CWZ
Telefoon (024) 365 87 68
Polikliniek Tiel
Sportmedisch centrum Maartenskliniek
Telefoon (0344) 67 38 80
ZOOM-IN
Patiënten kunnen met en zonder
verwijzing terecht bij de sportarts voor
een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde
pakket worden de kosten hiervoor
al dan niet vergoed. Voor het aan­
vragen van een afspraak kunt u ook
het formulier op onze website invullen: www.smcmaartenskliniek.nl
afspraak maken
Locatie Nijmegen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
Telefoon (024) 327 27 17
Website: zoom-in.maartenskliniek.nl
Patiëntenadviesraad
Locatie Beuningen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
E-mail PAR Nijmegen:
[email protected]
E-mail PAR Woerden:
[email protected]
Volg de Maartenskliniek op twitter!
www.twitter.com/maartenskliniek
OOG
VOOR DETAIL
Dit moet wel een afvoerputje zijn.
Toch? Of misschien een soort bel.
Nee, ook niet? Weet u misschien om
welk detail het gaat en waar het zich
bevindt? Mail dan uw antwoord naar
[email protected] o.v.v.
uw naam en adres. Onder de juiste
inzendingen verloten we een prijs.
Download