Arbeidsplaatsen – Elektrische installaties – Risicoanalyse

advertisement
Arbeidsplaatsen –
Elektrische installaties –
Risicoanalyse en
preventiemaatregelen
Infodocument
ARBEIDSPLAATSEN – ELEKTRISCHE INSTALLATIES – RISICOANALYSE EN PREVENTIEMAATREGELEN | INFODOCUMENT
Arbeidsplaatsen – Elektrische installaties –
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Sinds december 2012 geldt er wetgeving inzake veiligheid voor alle elektrische installaties op
arbeidsplaatsen. (1)
Alhoewel de werkgever sowieso een risicoanalyse moet uitvoeren omwille van andere wetgevingen
(2) (3), moet hij voor de elektrische installatie waarvan hij de houder is, bepaalde risico’s opsporen
en evalueren, daarbij rekening houdend met specifieke parameters. Daaropvolgend moet hij alle
nodige preventiemaatregelen treffen ter bescherming van de werknemers.
Voor de ‘oude’ elektrische installaties moet hij dat uitvoeren tegen 31.12.2014. (4)
Voor de andere, reeds aanwezige, elektrische installaties zal hij zijn bestaande risicoanalyse en de te
nemen preventiemaatregelen moeten afstemmen op de vereisten van de nieuwe wetgeving.
Bij toekomstige installaties moet hij in zijn uit te voeren risicoanalyse (2) (3) onmiddellijk die
bijkomende bepalingen in acht nemen.
1 Risicoanalyse
De werkgever voert, overeenkomstig artikel 8 van het KB van 27.03.1998 betreffende het beleid
inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, een risicoanalyse uit van elke
elektrische installatie waarvan hij de houder is.

Risico’s opsporen en evalueren:
De werkgever spoort tenminste (dus niet-limitatief) de volgende risico’s op en evalueert ze:
 de risico’s voor elektrische schokken door rechtstreekse aanraking,
 de risico’s voor elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking,
 de risico’s te wijten aan ontladingen en lichtbogen,
 de risico’s te wijten aan potentiaalspreiding,
 de risico’s te wijten aan ophoping van energie, zoals in condensatoren,
 de risico’s te wijten aan overspanningen ten gevolge van inzonderheid, fouten die kunnen
ontstaan tussen actieve delen op kringen op verschillende spanning, van het schakelen en van
atmosferische ontladingen,
 de risico’s voor oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing, veroorzaakt door de
elektrische uitrusting,
 de risico’s te wijten aan overstromen,
 de risico’s te wijten aan een spanningsdaling en het weder opkomen van de spanning,
 de risico’s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan
elektrische installaties,
 de niet elektrische risico’s die te wijten kunnen zijn aan een fout of een slecht functioneren van
een elektrische uitrustingscomponent, zoals stuurorganen of stuurstroombanen.
201308/Provikmo-I-1977
[email protected] · provikmo.be
2
ARBEIDSPLAATSEN – ELEKTRISCHE INSTALLATIES – RISICOANALYSE EN PREVENTIEMAATREGELEN | INFODOCUMENT

Parameters bij de evaluatie:
Bij de evaluatie houdt hij tenminste (dus niet-limitatief) rekening met de volgende parameters:
 de spanningsgebieden,
 de absolute conventionele grensspanning en de relatieve conventionele grensspanning,
 het systeem van de aardverbindingen,
 de uitwendige invloeden,
 de eventuele inplanting van de elektrische installatie in een exclusieve ruimte van de elektrische
dienst in de zin zoals bedoeld door het AREI,
 de eventueel aanwezige andere factoren die de ernst van de risico’s kunnen beïnvloeden,
inzonderheid de aanwezigheid van andere elektrische of niet elektrische installaties en vreemde
geleidende delen.
2 Preventiemaatregelen
De werkgever:
treft op grond van de risicoanalyse alle nodige preventiemaatregelen ter bescherming van de
werknemers tegen deze risico’s, waarbij hij inzonderheid rekening houdt met de parameters,
 toont aan dat de elektrische installatie zodanig is uitgevoerd, zodanig wordt uitgebaat en in
stand gehouden dat de werknemers doeltreffend beschermd zijn tegen de risico’s verbonden
aan elektriciteit,
 houdt eveneens rekening met de bepalingen betreffende de arbeidsmiddelen. (3)

3 Andere verplichtingen dan het AREI en de
wetgeving over de elektrische installaties
Een elektrische installatie is een arbeidsmiddel en valt onder de toepassing van die wetgeving. (2)
(3) Sinds 2012 zijn er basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten voldoen en enkele bepalingen
gelden voor de elektrische installatie (5):
 de elektrische installatie moet zodanig zijn ontworpen en uitgevoerd dat zij geen brand- en
ontploffingsgevaar oplevert en dat personen op afdoende wijze worden beschermd tegen
ongevallenrisico’s die uit directe of indirecte aanraking kunnen voortvloeien,
 bij het ontwerp, de uitvoering en de keuze van het materiaal en de beschermingsvoorzieningen
moet rekening worden gehouden met de spanning, de externe invloeden en de deskundigheid
van de personen die toegang hebben tot delen van de installatie.
4 Referenties
(1) Koninklijk besluit (KB) van 04.12.2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid
van elektrische installaties op arbeidsplaatsen.
(2) KB van 27.03.1998 over het welzijnsbeleid.
(3) KB van 04.05.1999 over het gebruik van arbeidsmiddelen.
201308/Provikmo-I-1977
[email protected] · provikmo.be
3
ARBEIDSPLAATSEN – ELEKTRISCHE INSTALLATIES – RISICOANALYSE EN PREVENTIEMAATREGELEN | INFODOCUMENT
(4) Nieuwe elektrische installaties vallen sinds de jaren 1981/1983 onder het AREI (Algemeen
Reglement op de Elektrische Installaties). Elektrische installaties van vóór die tijd worden hier
‘oude’ installaties genoemd.
(5) KB van 10.10.2012 over de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten
beantwoorden.
© Provikmo, 2013
Provikmo geeft u deze informatie op vrijwillige basis. Daarbij streven we er steeds naar om dit op een
zeer zorgvuldige manier te doen. Gelet op deze middelenverbintenis, kan op basis van deze
informatie nooit de aansprakelijkheid van Provikmo vzw ingeroepen worden.
201308/Provikmo-I-1977
[email protected] · provikmo.be
4
Download