KIES, M A C B E T H ‘The Scottish Play’ SCHOOLMAP Macbeth is één van de vier grote tragedies die William Shakespeare schreef in het begin van de 17de eeuw. In chronologische volgorde zijn dat: Hamlet (ca. 1601),Othello (ca. 1604), King Lear en Macbeth (beiden ca. 1605-06). Thema’s Een thema dat een belangrijke constante vormt in die grote tragedies van Shakespeare is het eeuwige conflict tussen orde en chaos, een conflict dat sterk verbonden is met de tegenstelling tussen rede en hartstocht. De Elizabethanen beschouwden de rede als de belangrijkste karaktertrek van de mens en het middel bij uitstek om zijn lagere hartstochten te beheersen. Immers, zodra die hartstochten de bovenhand krijgen en de heerschappij van de rede wordt omver geworpen, wordt de mens de slaaf van zijn lagere instincten en is rampspoed het resultaat. Met dit gedachtegoed in ons achterhoofd is het niet moeilijk om de tragedie van Macbeth als een morele tragedie te zien. Of is het misschien een tragedie over ambitie met Macbeth als slachtoffer van zijn grenzeloze lust naar macht? Het werk heeft echter meer lagen dan dat. Het Kwaad beperkt zich niet tot Macbeth (en zijn vrouw) maar is ook voelbaar in de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt: het is gedrenkt in een donkere, vreesaanjagende atmosfeer vol bloedvergieten, overschaduwd door de terreur van een burgeroorlog en tirannieke leiders en verder op smaak gebracht door het boven- en onnatuurlijke, verraad, oneerlijkheid en gebrek aan geloof en vertrouwen in de medemens. De strijd tussen goed en kwaad, tussen rede en hartstocht wordt dus niet alleen getoond in Macbeth, maar wordt vooral gepresenteerd door het contrast tussen de wereld van het licht en de wereld van de duisternis. Het licht dat is de rechtmatige vorst Duncan en zijn erfgenamen Malcolm en Donalbain. De wereld van het duister is uiteraard die van Macbeth en zijn Lady; Waar aanvankelijk de duisternis de bovenhand haalt is het zo dat hoe verder het verhaal vordert hoe meer het goede zijn achterstand goedmaakt om uiteindelijk de orde hersteld te zien. Schotland wordt opnieuw een gelukkige en vooral stabiele natie. Het Kwaad heeft zichzelf opgebruikt, voornamelijk gesymboliseerd door het feit dat de Macbeths kinderloos sterven. Die idee dat de geschiedenis altijd chaos weer tot orde ziet komen, noemen de Engelsen “The Grand Mechanism”. In Macbeth gaat dit zo: de generaal onderdrukt een opstand en wordt zo een stap dichter bij de troon gebracht. Hij kan koning worden, dus moet hij koning worden; hij doodt de rechtmatige soeverein; daarna moet hij de getuigen van deze misdaad doden en diegenen die een vermoeden hebben wie het kan gedaan hebben; hij moet dan de zonen en vrienden doden van diegenen die hij gedood heeft; tenslotte moet hij iedereen ombrengen, want iedereen is tegen hem. Uiteindelijk wordt hij zelf gedood. Hij heeft de trap der geschiedenis helemaal van boven tot beneden afgelopen! Maar in Macbeth is de geschiedenis een nachtmerrie, wat maakt dat het niet dat onvermijdelijke heeft wat de geschiedenis als mechanisme wel bezit, maar dat het gezien wordt als een individuele, persoonlijke ervaring, én als een kwestie van keuze en eigen beslissing. Men is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn daden en de moord moet dan ook eigenhandig gebeuren. Macbeth vermoordt Duncan zelf! Velen hebben Macbeth een tragedie over ambitie genoemd, anderen een tragedie over terreur. Niks is minder waar: eigenlijk is het gewoonweg een tragedie over moord. De geschiedenis wordt teruggebracht tot zijn meest gesimplifieerde vorm, tot één beeld en één verdeling: die tussen wie doodt en wie wordt gedood. Ambitie is hier de bedoeling tot en het plannen van moord. Terreur betekent hier de herinnering aan reeds gepleegde wandaden en de angst voor de wandaden die zeker nog zullen volgen. De ware en grootse moord, waarmee de geschiedenis begint, is de moord op een koning. Maar in Macbeth is wat in gang wordt gezet niet zo maar een mechanisme, nee, het krijgt de volheid en de impact van een nachtmerrie! Het is een nachtmerrie waar iedereen verdacht wordt, een vijand wordt, waar iedere geluid gevaar inhoudt, achter iedere hoek gevaar schuilt. Het is op den duur ook vooral de tragedie van het geweten. Banquo moet er aan geloven, maar komt spoken tijdens het banket. Lady Macbeth die medeverantwoordelijk is voor het opstarten van alles, verliest uiteindelijk haar verstand en gaat als eerste ten onder. Het geweten begint zijn rol te vervullen en maakt de nachtmerrie compleet. Macbeth ziet de geest van Banquo KARAKTERS De focus van het stuk ligt natuurlijk bij de titelrol en zijn boze geest, nl. zijn vrouw. Wat Shakespeare ons laat zien is hoe een dappere soldaat en trouwe onderdaan van zijn koning, een liefhebbende echtgenoot en eerzame leider moreel wordt vernietigd. Oorzaken van die vernietiging zijn enerzijds de destructieve invloed van zijn vrouw en anderzijds de mysterieuze machten van het Kwaad die worden gesymboliseerd door de heksen. In La Condition Humaine van Malraux zegt één van de personages : « Een man die nooit gemoord heeft is een maagd.” Moorden is dus kennis; de daad zelve kan ook niet gecommuniceerd worden, je moet het eerst zelf hebben ervaren om te weten wat het is. Maar dit ene zinnetje betekent ook dat een moord plegen de persoon verandert die de daad heeft gesteld. Hij is nu een andere man die leeft in een andere wereld. Hij weet nu immers dat moord bestaat! Het probleem dat zich dan opwerpt is dat Macbeth, die heeft gemoord uit noodzaak, de Macbeth die gemoord heeft niet kan accepteren. De moordende Macbeth heeft namelijk een nachtmerrie in het leven geroepen: de noodzaak om te moorden is de nachtmerrie!! Macbeth gaat wel niet ten onder zonder slag of stoot, aangezien hij er nooit in slaagt om de stem van zijn geweten het zwijgen op te leggen. Hij blijft zichzelf in vraag stellen. Hij kan zichzelf immers niet aanvaarden, aangezien dat zou betekenen dat de nachtmerrie ook een realiteit is, dat er alleen maar nachtmerrie is en dat de nacht niet gevolgd wordt door de dag. Macbeth droomt van het einde van de nachtmerrie, alles vergeten en vergeven, en toch zinkt hij er dieper in weg. De verschijning van Banquo als geest wijst hem er op dat men aan de nachtmerrie niet kan ontkomen, dat dit juist het lot is van de mens, dat de dood niks veranderd, niks kan veranderen, dat het even absurd is als het leven. Vanaf dat moment is Macbeth dan ook niet bang meer. In zoverre dat op het eind van het stuk de resolute soldaat die in hem schuilt weer op de voorgrond treedt: Macbeth trekt zijn harnas aan en gaat een eervolle dood tegemoet. Lady Macbeth probeert harder te zijn dan welke man ook en jaagt voortdurend haar man op op zijn pad naar meer bloedvergieten. Eigenlijk belichaamt zij een mannenrol: zij eist een moord van Macbeth als een bewijs van zijn mannelijkheid, bijna als een bewijs van zijn liefde. En ze doet dat zonder enige verbeelding, m.a.w. ze aanvaardt zichzelf zoals ze is en stelt zich ook geen vragen over zichzelf. Daarom kan ze uiteindelijk ook niet aan zichzelf ontsnappen: ook zij gaat ten onder: haar sterke geest breekt en ze wordt gek. Zelfs deze vrouwelijke Duivel zonder scrupules wordt overwonnen. Diametraal tegenover de Macbeths staat Koning Duncan, symbool voor goedheid en geluk, een man die zijn onderdanen overlaadt met giften en gunsten. Ook na zijn dood blijft de invloed van deze grote vorst voelbaar. Hij is de deugdzame leider die zijn volk beschermt tegen de krachten van het duister en tegen de chaos, net die elementen waar Macbeth door ten onder gaat. De verdere entourage van Duncan bestaat ook uit onkreukbaren. Banquo is de rechtschapenheid zelve, zij het dan ook in de gedaante van een koele killer, een ware soldaat. Hij voelt op een gegeven moment wel dat er iets niet pluis is, maar zijn besluiteloosheid, ingegeven door de overtuiging dat de mensen die hem het naast staan, geen enkele schuld treft, maken dat hij, ongewild, zijn gewelddadig einde tegemoet gaat. Hij gelooft in het goede van de mens tot het tegendeel is bewezen. Voor hem komt het bewijs te laat. Lord Macduff is van het iets wantrouwiger type. Eveneens een hondstrouwe vazal van zijn vorst en van diens zoon, is hij tegelijk nuchter genoeg om te erkennen dat er iets niet klopt én, mogelijk door het feit dat hij in vriendschap niet zo dicht bij Macbeth staat als Banquo, vlugger gealarmeerd en bijtijds weg uit Schotland. Zijn vlucht betekent wel het einde van zijn vrouw en al zijn kinderen. Een zinloze wraakactie van een losgeslagen Macbeth. In een scène met de toekomstige vorst Malcolm leren we heel duidelijk hoe hoog Macduff eerlijkheid en rechtschapenheid in zijn vaandel draagt. Geen beter kandidaat om uiteindelijk Macbeth een halt toe te roepen. Malcolm ten slotte is een verdund exemplaar van zijn vader. Geen echte vechter, geen avonturier, geen echte man onder de mannen, voor sommigen zelfs een zwak surrogaat voor zijn vader, maar voor anderen dan weer het enige alternatief voor Macbeth. Intelligent genoeg om te vluchten wanneer het nog kan, is hij wel sterk genoeg om een leger rond zich te verzamelen en Schotland te bevrijden. Wel voel je constant dat dit meer te maken heeft met het feit dat hij de zoon van zijn vader is dan dat ze hem volgen om zijn eigen kwaliteiten. Essentieel in de relatie tussen de belangrijkste personages is het onvoorwaardelijke vertrouwen dat Duncan stelt in Macbeth, en dientengevolge ook in diens vrouw, en de vriendschap van Banquo die ook hem blind maakt voor wat er staat te gebeuren. In al de jaren dat Macbeth onder hem heeft gediend is er nog nooit één aanleiding geweest om aan de trouw van zijn officier te twijfelen. Macbeth is voor Duncan dan ook een rots waar hij op kan bouwen. Het is dan ook zonder aarzelen dat Duncan voorstelt om de nacht door te brengen in het kasteel van de Macbeths, iets wat in die tijd een absoluut bewijs van appreciatie was en een eerbetoon dat kon tellen. Onwetend begeeft de vorst zich dus in het hol van de leeuw. Probleem is uiteraard dat hij de leeuwin die er huist minder goed kent, zij is immers maar het ‘aanhangsel’ van zijn loyale soldaat-held, maar desalniettemin evenzeer te vertrouwen en te eren. En daar loopt het fout: Macbeth is in ons ogen inderdaad een onbesproken soldaat, trouw en gesteld op zijn eer, maar zoals elke soldaat-krijger ook ambitieus. En die ambitie is een klein waakvlammetje dat evenwel –mits de juiste benadering- in een laaiend vuur kan worden omgetoverd. En in onze visie heeft Lady Macbeth alles wat nodig is om dat vuur aan te wakkeren. En dat alles is voornamelijk haar sex-appeal! We zien een oudere soldaat, gehuwd met een mooie jonge deerne. Zij wordt aangetrokken door zijn brute militaire kantje gecombineerd met zijn vaderlijke charme. Hij wordt aangetrokken door haar jeugd, haar schoonheid, haar vuur en vooral haar niet te stillen passie. Breng dit alles samen in een reageerbuisje en het wordt vuurwerk. Macbeth is op een leeftijd gekomen dat hij aan de top van zijn macht en eigenlijk al een beetje over de top van zijn kunnen staat. Zodra hij evenwel de heks(en) ontmoet en daar een toekomst in zijn oor gedruppeld krijgt dat de top van zijn macht nog een paar trapjes hoger plaatst, is er niet veel nodig om de top van zijn kunnen ook wat verder te stretchen. Lady Macbeth, geïnformeerd over de voorspelling van de ‘rare dame’ brengt al haar kwaliteiten in het spel om van haar deugdzame echtgenoot een waar moordwapen te maken. Ze windt hem simpelweg rond haar vinger door in te spelen op zijn zwaktes, nl. aan de ene kant zijn liefde voor en verlangen naar haar en aan de andere kant zijn toch wel nog latent aanwezige en sluimerende ambitie. Sex en ambitie! Vuurwerk!! Het enige wat hij in feite moet doen is dat waar hij heel goed in is: doden! En dat doet hij, in stijgende lijn! Daarmee bedoelen we dat de spil waarrond het stuk draait de moord op Duncan is. Maar er volgen nog twee andere moorden en telkenmale zijn de motieven van een steeds groter wordende morele ontaarding. Duncan wordt vermoord uit ambitie, Banquo uit angst en de familie van Macduff eigenlijk enkel uit wrok. De enige oplossing die Shakespeare hiervoor kan bieden is het herstellen van de orde en dat door de dood van Macbeth. Waarom “KIES, MACBETH” Onze versie van “Macbeth” is uiteraard een adaptatie. Centraal daarbij is de rol van de heks. In de Elizabethaanse tijd vormden zo een soort wezens een realiteit binnen de denk- en leefwereld van de mensen. Geesten, duivels, heksen, men kon te op elke hoek van de straat tegen het lijf lopen. Vandaag de dag is daar minder kans toe. Maar wat doet die heks daar dan? Zij zet het mechanisme dat leidt tot de dood van Duncan en alle andere gruweldaden van Macbeth en zijn Lady, en dat uiteindelijk culmineert in de ondergang van de aanvankelijke held, in gang. En dan? Manipuleert zij de protagonisten alsof ze speelballen van het lot zijn, pionnen in één of ander duivels spel? Neen. Het machientje is in gang gezet maar de enigen die bepalen wat er verder met die machinerie gebeurt, de enigen die zelfbeslissingsrecht hebben over hun doen en laten en over hun lot, zijn Macbeth en zijn Lady. Sartre zei dat het leven een aaneenschakeling is van keuzes en dat de mens, als redelijk wezens, zelf moet kiezen, die keuze niet mag overlaten een ander (goddelijk wezen?) en dat die mens ook verantwoordelijkheid draagt voor die keuzes. Vandaar: “Kies, Macbeth”. De heks installeert misschien wel het wormpje in zijn brein, en in dat van zijn gemalin, maar of hij dat wormpje heelkundig laat verwijderen of het integendeel voedert en grootbrengt, is absoluut zijn/hun keuze. De heks wordt op dat moment enkel nog observator: ze bestudeert, evalueert, becommentarieert, geeft aanvullende informatie, maar komt in wezen niet meer tussen. De hoofdpersonen bepalen zelf wanneer ze zich ‘bevuilen’ en wanneer niet. Ze bepalen bvb ook zelf hoe ze bepaalde informatie interpreteren. Macbeth gelooft niet dat het woud van Birnam naar Dunsinane kan komen. Maar wanneer hij een muur van takken ziet naderen gelooft hij het toch. Ziet hij dan niet dat het soldaten zijn die zich camoufleren? Hij kiest voor ‘zijn’ interpretatie van de feiten en die sluit aan bij de heks. Hij weet dat elke man uit een vrouw is geboren, maar als Macduff hem meldt dat hij met keizersnede is ter wereld gebracht, gelooft Macbeth weer dat de voorspelling van de heks uitkomt. Ben je niet uit een vrouw gekomen als je via keizersnede wordt verlost? Alweer de keuze van Macbeth om het zo te interpreteren. Geen enkel andere macht bepaalt wat Macbeth en zijn Lady wel of niet moeten doen. Zij bepalen dat zelf. De ambitie die aan de grondslag ligt van hun tragedie is er niet ingeplant door de heks. Neen, die is er altijd al geweest. Die ambitie is wel een interessante voedingsbodem om haar voorspellingen op uit te proberen. En met succes. Die ambitie, bij beiden, die mekaar stimuleert en aanmoedigt, is de absolute oorzaak van alles wat volgt. De heks reikt hen de keuze aan, duwt het hen onder de neus, maar vanaf dan zijn zij het zelf die hun handen bevuilen of wassen. Gelukkig kiezen ze voor het eerste. Of we hadden geen absoluut meesterwerk als “Macbeth” op de boekenplank staan. Orson Welles als Macbeth KIES, M A C B E T H is een productie van Teaterensemble Le Mal du Siècle in een regie van Walter De Groote en met Heidi De Grauwe als Lady Macbeth, Wanda Joosten als Heks, Marc Coessens als Koning Duncan & Macduff, Hans De Munter als Macbeth, Christophe Stienlet als Banquo & Portier en Wim Peters als Malcolm