lOMoARcPSD Samenvatting Lineaire Algebra, periode 4 Hoofdstuk 5, Eigenwaarden en eigenvectoren 5.1; Eigenvectoren en eigenwaarden Definitie: Een eigenvector van een n x n matrix A is een niet nulvector x zodat Ax = λx voor een scalar λ. Een scalar λ wordt een eigenwaarde van A genoemd. Als er een niet trivale oplossing x is voor Ax = λx; zo’n x heet dan een eigenvector van λ. lOMoARcPSD Theorema 5.1 De eigenwaarden van een driehoeks matrix zijn gelijk aan de waarden op de diagonaal. Theorema 5.2 Als v1, … , vr eigenvectors zijn die corresponderen met een zelfde aantal eigenwaarden λ1, …, λr van een n x n matrix A, dan is de set { v1, … , vr} lineair onafhankelijk. lOMoARcPSD 5.2 Karakteristieke vergelijking Inverteerbare matrix theorie a. A is een inverteerbare Matrix b. A is rij equivalent met de n x n identiteitsmatrix c. A heeft n pivot posities d. De vergelijking Ax = 0 heeft alleen de triviale oplossing e. De kolommen van A zijn lineair onafhankelijk f. De lineaire transformatie x Ax is 1-op-1 g. De vergelijking Ax = b heeft op zijn minst 1 oplossing voor elke b in ℝn h. De kolommen van A spannen ℝn i. De lineaire vergelijking x Ax beeld ℝn af in ℝn j. Er is een n x n matrix C zodat CA = I k. Er is een n x n matrix D zodat AD = I l. AT is een inverteerbare matrix m. De kolommen van A vormen een basis voor ℝn n. Col A = ℝn o. dim Col A = n p. rank A = n q. Nul A = {0} r. dim Nul A = 0 s. het getal 0 is geen eigenwaarde van A t. de determinant van A is niet 0 lOMoARcPSD Theorema 5.3 Eigenschappen van determinanten A en B zijn n x n matrices a. b. c. d. A is alleen inverteerbaar als det A ≠ 0 Det AB = (det A)*(det B) Det AT = det A Als A driehoekig is, dan is det A het product van de waarden op de diagonaal van A e. Een rij reductie op matrix A veranderd de determinant niet. Het verwisselen van een rij veranderd het teken. En schaling van een rij zorgt voor de zelfde schaling van de determinant Karakteristieke vergelijking Een scalar λ is alleen een eigenwaarde van een n x n matrix A als λ voldoet aan de volgende karakteristieke vergelijking − = Theorema 5.4 Als n x n matrixen A en B soortgelijk zijn, dan hebben ze dezelfde karakteristieke polynoom en daarom de zelfde eigenwaarden, met dezelfde multipliciteiten. lOMoARcPSD 5.3 Diagonalisatie Theorema 5.5 De diagonalisatie theorie Een n x n matrix A is alleen diagonalizeerbaar als A n lineair onafhankelijke eigenvectoren heeft. In feite, A = PDP-1 met D een diagonale matrix, alleen als de kolommen van P n lineair onafhankelijke eigenvectoren zijn van A. zodat de diagonale waarden van D de corresponderende eigenwaarden zijn van A Stappenplan voor diagonalizeren A is een 3 x 3 matrix Stap 1 vindt de eigenwaarden van A, d.m.v. de karakteristieke vergelijking Stap 2 vindt de drie lineair onafhankelijke eigenvectoren van A Stap 3 vorm P met de vectoren van stap 2 Stap 4 vorm D met de corresponderende eigenwaarden lOMoARcPSD Theorema 5.6 Als een n x n matrix met n verschillende eigenwaarden dan is de matrix diagonalizeerbaar. (dit is geen vereiste) Theorema 5.7 A is een n x n matrix met verschillende eigenwaarden λ1, …, λp a. Voor 1 ≤ k ≤ p, de dimensie van de eigenruimte van λk is minder dan of gelijk aan de multipliciteit van λk b. De matrix A is diagonalizeerbaar als de som van de dimensies van de verschillende eigenruimtes gelijk is aan n. dit kan alleen als de dimensie van de eigenruimte van λk voor elke λk gelijk is aan de multipliciteit van λk c. Als A diagonalizeerbaar is en βk is een basis voor de eigenruimte corresponderend met λk voor elke k, dan vormt de totale collectie van vectoren β1, …, βp een eigenvector basis voor ℝn 5.4 Eigenvectoren en lineaire transformaties lOMoARcPSD lOMoARcPSD Theorema 5.8 Diagonale matrix representatie Stel dat A = PDP-1 waarbij D een diagonale n x n matrix is. Als B een basis is voor ℝn gevormd vanuit de kollommen van P, dan is D de B-matrix voor de transformatie xAx lOMoARcPSD 5.5 Complexe Eigenwaarden lOMoARcPSD lOMoARcPSD - r>1 groter wordende spiraal met de klok mee r=1 cirkel/ellips met de klok mee 0<r<1 kleiner wordende spiraal met de klok mee 5.6 Discrete Dynamische Systemen lOMoARcPSD lOMoARcPSD Als alle groter zijn dan 1, dan heb je een repellor Als alle kleiner zijn dan 1, dan heb je een attractor En als éé > |1|éé < |1| dan heb je een zadelpunt lOMoARcPSD Hoofdstuk 6, Orthogonaliteit en kleinste kwadraten 6.1 In product Theorema 6.1 u, v, en w zijn vectors in ℝn en c is een scalar a. u ● v = v ● u b. (u + v) ● w = u ● w + v ● w c. (cu) ● v = c(u ● v) = u ● (cv) d. u ● u ≥ 0 and u ● u = 0 alleen als u = 0 e. ||cv|| = |c|*||v|| = ● = ∗ ● = ∗ √● Definition De lengte van een vector v is gedefinieerd door ||v|| = √● = + ⋯ + ! |||| = ● Definition De afstand tussen twee vectoren , geschreven als dist(u,v) is de lengte van de vector u – v. "#$%&, = ||& − || Definition Twee vectoren zijn orthogonaal als het inproduct van de vectoren 0 is (● = Theorema 6.2 Pythagoras regel Twee vectors u en v zijn orthogonaal als ||& + || = ||&|| + |||| Een vector x is in ) * alleen als x orthogonaal is met elke vector uit een set die W spant, ) * is een subspace van ℝn. Zie ook de afbeelding: L = ) * . Theorema 6.3 Als A een m x n matrix is, en het orthogonale complement van de rij ruimte van A is de nul ruimte van A , en het orthogonale complement van de kolomruimte van A is de nul ruimte getransponeerd. +,-. = /01.2"3,1. * = /01.* lOMoARcPSD 6.2 Orthogonale sets Theorema 6.4 een verzameling van vectoren {v1,…,vk} is een orthogonale verzameling als elk tweetal vectoren loodrecht op elkaar staat, en er geen nul-vector in zit. Definitie een orthogonale basis voor een deelruimte W van ℝn is een basis voor W en is ook een orthogonale verzameling. Theorema 6.5 Een set {u1,…,up} is een orthogonale basis voor een deelruimte W van ℝn. voor elke y in W zijn de gewichten in de lineaire combinatie 4 = & + ⋯ + 5 &5 Zijn gegeven door 4●&6 6 = 7 = 1, … , 9 &6 ●&6 lOMoARcPSD Definitie Een orthonormale verzameling is een orthogonale verzameling waarin de vectoren allemaal lengte 1 hebben. Theorema 6.6 Een m x n matrix U heeft orthonormale kolommen als : ; : = < Theorema 6.7 U is een m x n matrix met orthonormale kolommen en x en y zijn in ℝn dan: a. =|:>|= = ||x|| b. :> ●:4 = >●4 c. Als U een vierkante matrix is met orthonormale kolommen dan is U inverteerbaar en is U-1 = UT. zon matrix heet een orthogonale matrix 6.3 Orthogonale projecties Theorema 6.8 Als W is een deelruimte is van ℝn. dan kan elke dan kan elke y in ℝn geschreven worden in de vorm ?+@ 4=4 ? is in W en z is in ) * . In feite als {u1, … , up} een orthogonale basis is Waar 4 voor W dan: ? = 9A,7B 4 = 4 ? En @ = 4 − 4 4●&D 4●&C &C + ⋯ + & &C ●&C &D ●&D D Er zijn 3 interpretaties: ? + @ met 4 ? in W en @ ⊥ ) 1. y ontbinden in 4 ? is een orthogonale projectie van y op W 2. 4 3. De afstand van y tot W is ||z|| lOMoARcPSD Theorema 6.9 ? is de Als W een deelruimte is van ℝn, en y is een willekeurige vector in ℝn en 4 ? het dichtstbijzijnde punt in W vanaf orthogonale projectie van y op W, Dan is 4 y. dat houd in dat: ?|| < ||4 − || ||4 − 4 ? Voor elke v in W niet gelijk aan 4 Theorema 6.10 Als de span{u1, … , up} een orthonormale basis is voor deelruimte W in ℝn dan: 9A,7F 4 = 4●& & + ⋯ + G4●&5 H&5 Als U = [u1 u2 … up] dan: 9A,7F 4 = :: ; 4, ,,A2114#ℝ! lOMoARcPSD 6.4 Gram Schmidt Theorema 6.11 lOMoARcPSD Theorema 6.12 lOMoARcPSD 6.5 Kleinste Kwadraten methode lOMoARcPSD 6.6 Toepassingen lOMoARcPSD Hoofdstuk 7, Symmetrische matrices en kwadratische vormen 7.1 Diagonalisatie van symmetrische matrices Theorema 7.1 Als A een symmetrische matrix is, dan geldt voor elke verschillende eigenwaarde van A dat de bijbehorende eigenvectoren loodrecht op elkaar staan Theorema 7.2 Een n x n matrix A is orthogonaal diagonaliseerbaar alleen als A een symmetrische matrix is lOMoARcPSD lOMoARcPSD Theorema 7.3 7.2 Kwadratische vormen lOMoARcPSD lOMoARcPSD Theorema 7.4 lOMoARcPSD Theorema 7.5