Hemelvaart Conferentie 2017 programma

advertisement
Conferentie over kwantumfysica
Rond Hemelvaart vindt een internationale conferentie plaats over de kwantumfysica, van 25 tot en
met 28 mei 2017 in het Cultuur- en Congrescentrum Antropia (Hoofdstraat 8) in DriebergenRijsenburg. Het gaat om het ontstaan van deze beroemde theorie met de verschillende interpretaties
en hoe er tegenwoordig mee wordt omgegaan. Tevens zal vanuit filosofische, projectief
geometrische en antroposofische gezichtspunten naar aspecten van deze theorie worden gekeken.
Het is een eerste verkenning, georganiseerd vanuit een samenwerking tussen de MathematischAstronomische en de Natuurwetenschappelijke Sectie van de Hogeschool voor Geesteswetenschap
in Nederland.
De voertaal is in principe Duits. De kosten inclusief koffie, thee, middag- en avondeten zijn €185,-.
Aanmelding is mogelijk via een email, gaarne vóór 15 mei, naar Jan Steenbruggen
[email protected]. Nadere informatie kan bij Jan Steenbruggen (+31306922962) of Mario
Matthijsen ([email protected] +31703546090 +31651435885) worden verkregen.
De voorbereidingsgroep bestaat uit Jan Steenbruggen en Mario Matthijsen.
Tijdsindeling
Donderdag 25 mei
9:00 – 10:00
10:00 – 10:30
Pauze
11:00 – 12:00
Jan Steenbruggen:
over imaginaire
getallen en de
kwantumfysica4
Oliver Conradt: wiskundige aspecten
van de kwantumfysuca vanuit het
gezichtspunt van de projectieve
geometrie en de antroposofie – het
hyperimaginaire5
Gesprek
Gesprek
Terugblik en
vooruitblik10
Lunchpakket
Matthias Rang: hoe tegenwoordig
Vertrek
gewerkt wordt met de kwantumfysica6
12:00 – 12:30
Middageten
15:30 – 16:30
Pauze
17:00 – 18:00
Aankomst
Ben van Tilborg:
inleiding en
overzicht1
18:00 – 18:30
Avondeten
19:30 – 21:00
Gesprek
21:00 – 21:30
Vrijdag 26 mei
Zaterdag 27 mei
Zondag 28 mei
Matthias Rang: historische wordingsgang van de
kwantumfysica (met experimenten en presentaties) ook
vanuit het gezichtspunt van de antroposofie3
Gesprek
Gesprek
Gesprek
Gezamenlijke
studie van delen
uit GA 1a-e , GA 1
en GA 2 onder
begeleiding van
Mario Matthijsen2
Albert Vlug: over twee belangrijke
discussies in de historische
wordingsgang van de kwantumfysica –
Erwin Schrödinger en de empirie /
Albert Einstein en Niels Bohr7
Gesprek
Gesprek
Adriaan Raap: over
kwantumfysica en
Karl Schwarzschild8
Renatus Ziegler:
over fysica en
filosofie9
Gesprek
Gesprek
1
«Titel» en samenvatting van de bijdragen.
1
Ben van Tilborg «Faust in Kopenhagen» : De kwantumfysica wordt over het algemeen beschouwd
als een van de grootste verworvenheden van de 20e eeuw, zeer bewonderd en gepresenteerd in
verschillende filosofische en populariserende bewoordingen. Toch hebben in de 60er jaren enkele
natuurkundigen die nauw bij de ontwikkeling van deze fysica waren betrokken, zoals De Broglie en
Heisenberg, duidelijk aangegeven, dat ze eigenlijk nog steeds niet weten “welke substantie”
berekend wordt met Schrödingers complexe Psi-functie. Ook nu nog is dit onbekend. Feynman had al
een uitspraak van Bohr op de spits gedreven door te stellen, dat wie zou menen de kwantumfysica te
begrijpen die heeft het zeker niet begrepen. En een meer fenomenologische beschouwing van het
gehele gebied van de kwantumfysische verschijnselen is er tot nu toe niet. In deze voordracht
worden sprekende anekdotes van de personen die de kwantumfysica ontwikkelden aangehaald als
symptomen. Het gaat om biografische situaties, het tijdsgewricht, de inspiratiebronnen (zoals de
projectieve geometrie bij Dirac) bij het wetenschappelijke tasten en uitproberen. Ook worden
uitspraken van Steiner genoemd, die, hoewel uitgesproken in het “pre-kwanticum”, zeer relevant zijn
voor een geesteswetenschappelijke beschouwing van deze moderne atoomtheorie.
2
Mario Matthijsen «Denken en kennen» : Er zal dan meer seminaristisch worden gewerkt aan het
filosofische thema van denken en kennen in het algemeen en dan ook in relatie tot de
kwantumfysica. Bepaalde passages uit de eerste filosofische werken van Steiner worden besproken,
alwaar het om het denken en het kennen in het algemeen gaat (zoals in GA 1 hoofdstuk IX en X.1-X.3
en GA 2 hoofdstuk 13). Dan wordt ook het kennen van de anorganische natuur beschouwd (GA 2
hoofdstuk 15 en deels 16) evenals bepaalde problemen rondom de vorming van hypothesen (GA 1
hoofdstuk X.4) en het toepassen van wiskunde in het kennen (GA 1e pagina 241 en GA 1d pagina
335; zie ook R. Ziegler “Goethes Ideen zur Mathematik“ pagina 62-63). De vraag komt dan naar
voren, in hoeverre we in de kwantumfysica te maken hebben met een kennen in het gebied van de
anorganische natuur als deel van de fysieke natuur of zou veel meer gesproken moeten worden van
een nog onvolkomen kennen van een onder-fysiek gebied als deel van de zogeheten ondernatuur.
Een kopie van de te bespreken passages wordt ter beschikking gesteld.
3
Matthias Rang «Fenomenen van de kwantumfysica» : Het is opvallend dat vele experimenten die
ongeveer honderd jaar geleden tot de ontwikkeling van de kwantumfysica voerden, geen
indrukwekkende verschijnselen aan de toeschouwer tonen. Ze zijn eerder niet spectaculair. Daarom
kan je af en toe de vraag horen, of voor de kwantumfysica überhaupt een fenomenologische
toegang, bijvoorbeeld voor de scholen, ontwikkeld kan worden. In deze bijdrage zal op deze vraag
worden ingegaan aan de hand van experimenten en de historische ontwikkeling van de
kwantumfysica. Er zal geprobeerd worden aan te tonen, dat een fenomenologische toegang goed
mogelijk is wanneer men naast de meetbare en observeerbare fysische fenomenen ook de daaraan
opduikende gedachten zelf als fenomenen opvat. Zo beschouwd staan ideële en zintuiglijke
elementen van de kwantumfysica in een geheel andere verhouding tot elkaar, wanneer het ene niet
meer als gevolg van het andere wordt gezien (in welke richting dan ook). Steiner heeft in zijn boek
“Grundlinien einer Erkenntnistheorie der Goetheschen Weltanschauung“ (GA 2) aangegeven, dat ons
denken zelf een vorm van ervaring is. Dit proberen we voor een begrijpen van de kwantumfysica
vruchtbaar te maken.
4
Jan Steenbruggen «Complexe getallen» : Jan Steenbruggen zal spreken over complexe getallen in
relatie tot de kwantumfysica. Daarbij komen algebraïsche en geometrisch aspecten aan bod zowel in
de toepassing alsook meer kwalitatief.
5
Oliver Conradt – nog geen titel en samenvatting beschikbaar.
2
6
Matthias Rang «Een voorbeeld van een studie van twee actuele onderzoeken met de
kwantumfysica» : Twee actuele onderzoeksresultaten uit de kwantumfysica worden besproken,
waaraan een beeld van actuele vraagstellingen en de huidige werkwijze kan worden verkregen. De
experimenten worden in detail besproken en de meetprincipes worden praktisch gedemonstreerd.
Geprobeerd wordt om ons in de logica van de argumentatie te verdiepen evenals in de praktische
uitdagingen van de experimenten, om daaraan in het begrijpen een stap boven het spreken over de
kwantumfysica uit te kunnen komen.
7
Albert Vlug «Wie dobbelt er, God, de natuur of de wetenschapper?» : Gedurende een lange periode
was theologie de moeder van alle kennis. God schiep de aarde, de sterren en daarvoor het licht.
Kennis begon vanuit de openbaringen en de observeerbare natuur werd daar vanuit begrepen. Vanaf
de 17e eeuw werd de natuurwetenschap de moeder van alle wetenschappen. De ontdekkingen van
de natuurwetten verklaarden de observaties en God was nog slechts de starter van dit wondere
wereldwijde mechanisme. In de 20e eeuw werd wiskunde de basis voor alle wetenschappelijke
kennis. De formuleringen van de kennis tot in formules betekent tevens een toepasbaarheid in
technologie, waarbij weer nieuwe experimentele observaties mogelijk worden. De rol van de
wiskunde werd steeds belangrijker, bijvoorbeeld toen Schrödinger en Heisenberg besloten om hun
formules verder te ontwikkelen ook al konden ze nog geen verband leggen tot de fenomenen van de
natuurwetenschap. Aan deze stap zal de nodige aandacht worden gegeven. Welk gezichtspunt is
dominant in dit besluit? Met welke vorm van kennis hebben we hier te maken als het tot statistiek
wordt? Is het een formulering van uiterlijke of innerlijke signatuur? Worden hiermee theorieën
gegenereerd die de essentie van de natuur nabij brengen, zoals leven en dood, of is het inderdaad
alleen een mechanica? Toen de wetenschappers de waarschijnlijkheid in de kwantumfysica
introduceerden om te formuleren wat onkenbaar zou zijn in de natuur, wat deden ze dan eigenlijk?
Accepteer dat er geen relatie is tussen waarschijnlijkheid en natuur, maar is dat dan puur een
nominalistische visie? Of accepteer dat de natuur in essentie uit waarschijnlijkheden bestaat, is dat
dan een naïef realistische visie? Of accepteer dat er nog steeds iets in de natuur is verborgen, dat
voor de mens onkenbaar blijft, ook als de wetenschappers of hun opvattingen uitgaan van
waarschijnlijkheden, en zelfs als wetenschappers of hun opvattingen stellen dat God geen
waarschijnlijkheden accepteert? Einstein dacht, dat wetenschappelijke modellen niet uit de natuur
worden geëxtraheerd, maar vrij door de mens worden gecreëerd. Einstein liet een puur mechanische
en materialistische aanpak varen en introduceerde een relativistische ruimte en tijd. Een andere
geometrie was daarbij nodig, los van onze zintuiglijke indrukken van een driedimensionale ruimte
met lineaire tijd. Volgens Einstein moeten deze vrij gedachte creaties duidelijk zijn voor ons denken,
want “de God van Spinoza dobbelt niet”. We zullen de vraag nagaan welk soort van spiritualiteit
hiermee wordt geïntroduceerd. Volgens Einstein is het “niet de God van Abraham, Isaac en Jacob”
die aan het leven leiding gaven, maar betreft het een mentale spiritualiteit. Welke ruimte is dan
geïntroduceerd met tijd als vierde dimensie en gravitatie als een gekromde ruimte? Hoe leeg zijn
deze gedachten? Hoe kunnen we komen tot een kennis die zowel logisch is alsook inzicht kan geven
in het reële leven?
8
Adriaan Raap «De Schwarzschield-Epsteinse kwantumtheoretische verklaring van het Stark-effect in
waterstofatomen» : Hoewel Schwarzschield zich ‘in het veld’ bevond, was hij in 1916 toch door zijn
correspondentie met de ‘Kepler van de atoomfysica’, de natuurkundige Sommerfeld, goed
geïnformeerd over de nieuwste ontwikkelingen van het atoommodel van Bohr en over datgene wat
men thans over het algemeen de ‘oude kwantummechanica’ noemt. Sommerfeld had net de
cirkelbanen van de elektronen in het atoommodel van Bohr vervangen door ellipsbanen.
Schwarzschield en Epstein (een leerling van Sommerfeld) zagen in de grote overeenkomst tussen de
elektronenbanen in het atoommodel van Bohr en Sommerfeld en de planetenbanen van Kepler
onder toepassing van de wetten van de hemelmechanica een mogelijkheid om splitsing van de
spectrale lijnen van het waterstofatoom door toedoen van een elektrisch veld, het zogeheten Starkeffect, te berekenen. Deze laatste bijdrage van Schwarzschield voor zijn vroege dood hielp Bohr iets
3
later om een formulering te vinden van zijn correspondentie-principe tussen de klassieke mechanica
en de nieuwe kwantummechanica.
9
Renatus Ziegler «Fysico-filosofische beschouwingen over licht en denken» : Enkele parallellen
tussen wezen en verschijningen van licht aan de ene kant en wezen en verschijningen van denken
aan de andere kant zullen worden besproken. Door de wederzijdse belichting van deze samenhangen
kunnen belangrijke inzichten in de structuur van deze wereldomvattende fenomenen worden
gevonden.
10
Oliver Conradt zal tenslotte op de conferentie terugblikken de afronding verzorgen.
4
Download