ADR oefentoets Vraag 1 : Wat wordt er geregeld in een ICAO

advertisement
ADR oefentoets
Vraag 1 : Wat wordt er geregeld in een ICAO-Ti?
a. Vervoer door de lucht van gevaarlijke stoffen
b. Vervoer over land van gevaarlijke stoffen
c. Grensoverschrijdend vervoer over land van gevaarlijke stoffen
Vraag 2: Wat staat beschreven in bijlage 4 van het VLG?
a. Aanvullende bepalingen op NL grondgebied
b. Instanties
c. Rijkskeuringsvoorschriften
Vraag 3: Waar is geregeld dat het ADR ook van toepassing is bij een binnenlandse rit in NL?
a. Dat is niet zo, want ADR is slechts grensoverschrijdend
b. Dat staat bij de aanvullende bepalingen op Nederlands grondgebied
c. Dat staat in het VLG, Bijlage 1
Vraag 4: Waarin is in Nederland het binnenlands vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor geregeld?
a. Het RID
b. Het VSG
c. Het IMDG
Vraag 5: Met dampspanning wordt bedoeld :
a. De manometer
b. De druk die ontstaat boven een vloeistof bij verwarming
c. De barstdruk van een MEGC
Vraag 6 : het gescheiden houden van gevaarlijke stoffen en levensmiddelen voor mensen is o.a. van
toepassing bij :
a. ADR Klasse 6.1, 6.2 en sommige stoffen uit klasse 9
b. Alle stoffen uit ADR klasse 9
c. ADR klasse 4.1, 5.2 voorzien van een dubbel etiket
Vraag 7 : Het grensoverschrijdend vervoer per spoor van gevaarlijke stoffen is geregeld in :
a. het ICAO-ti
b. het IMDG
c. het RID
Vraag 8 : Waarom moet een chauffeurs eerst documenten ontvangen en daarna pas gaan laden?
a. Dan kan hij de vrachtbrieven faxen naar de baas
b. Dat moet niet, hij mag ook eerst gaan laden en daarna documenten in ontvangst nemen
c. Hij moet weten welke lading hij gaat ontvangen, o.a. om zich op mogelijke gevaren tijdens
de laadprocedure voor te bereiden.
Vraag 9 : Tot welk bedrag kan de riscio-aansprakelijkheid oplopen indien een transporteur per
ongeluk nalatig is geweest?
a. € 45.000,==
b. € 13,5 miljoen
c. € 34 miljoen
Vraag 10: Een ADR chauffeur twijfelt of hij wel of niet door een tunnel mag rijden. Wat kan hij doen?
a. Borden inklappen en er gewoon doorheen rijden
b. Niet door de tunnel gaan, maar dwars door de stad heen
c. Bellen met het VIC
Vraag 11: Wanneer is een stof nog brandbaar?
a. Bij een vlampunt tussen 0 en 23 graden Celsius
b. Als het vlampunt tussen de 23 en de 61 graden Celsius ligt
c. Als het vlampunt tussen 0 en de 23 graden Celsius ligt
Vraag 12: Welke stoffen zijn ingedeeld in ADR klasse 4.1?
a. vaste brandbare stoffen en explosieve stoffen in niet ontplofbare toestand
b. infectueuze stoffen
c. organische peroxyden
Vraag 13: Klasse 2 gebruiken we letters om de gevaars eigenschap van een gas aan te geven. Geef bij
alle letters de juiste gevaarseigenschap aan:
F:
A;
C:
T:
O:
Vraag 14: Op welke3 manieren kan een gas vloeibaar worden gemaakt?
1.
2.
3.
Vraag 15 : Welke stoffen zijn ingedeeld in ADR klasse 3, verpakkingsgroep III?
a. Brandbare vloeistoffen
b. Vaste brandbare stoffen
c. Zeer brandbare vloeistoffen, die tevens zeer giftig kunnen zijn
Vraag 16 : Wanneer spreken we over sublimeren?
a. Bij de overgang van vast naar gas
b. Bij de overgang van gas naar vast
c. Bij de overgang van vast naar vloeibaar
Vraag 17 : sommige stoffen zijn ontledingsgevoelig, wat wordt hiermee bedoeld?
a. Deze stoffen zijn niet toegestaan tot vervoer over de weg
b. Deze stoffen kunnen snel uiteenvallen en dan andere of meerdere gevaars eigenschappen
hebben
c. Deze stoffen zijn niet gevaarlijk en vallen niet onder het ADR
Vraag 18: Welke verpakkingsgroepen kent ADR klasse 8 ?
a. Verpakkingsgroepen I,II, en III
b. Verpakkingsgroep I en II
c. Verpakkingsgroep II en III
Vraag 19 : Een collo uit klasse 4.1 is tevens voorzien van een oranje etiket. Wat weet je nu?
a. Deze colli mag je niet samen laden met andere gevaarlijke stoffen
b. Deze colli moet je gescheiden houden van levens- en genotsmiddelen en diervoeders
c. Deze is in staat om CD’s en DVD’s te wissen.
Vraag 20 : In een magazijn waar vloeistoffen uit klasse 8 staan opgeslagen,ontstaat een lekkage
.Welk risico is zeer sterk aanwezig?
a. De lekkende vloeistof is bijtend en mogelijk ook giftig
b. De vloeistof zal in combinatie met zuurstof brandbare dampen afgeven
c. De vloeistof is slechts gevaarlijk in grote hoeveelheden
Vraag 21: wat is het verschil tussen ADR klasse 5.1 en ADR klasse 5.2 ?
a. 5.1 is niet brandbaar en 5.2 wel
b. 5.2 is niet brandbaar en 5.1 wel
c. 5.2 is infecteus en 5.1 is dat niet
Vraag 25: Een stof uit klasse 4.3 is verpakt in een doos. Welke kleur heeft het etiket?
a. Oranje
b. Rood-wit met verticale strepen
c. Blauw met een zwart of wit vlamteken
26: Vroeger kregen schilders dagelijks loodhoudende dampen binnen tijdens het schilderen. Hoe
noemen we deze vergiftiging?
a. Acuut
b. Chronisch
c. Beide antwoorden zijn van toepassing.
27. De mate van vergiftiging is afhankelijk van een divers aantal factoren. Omschrijf deze factoren
aan de hand van de volgende afkorting:
S
T
C
E
H
L
O
Vraag 28 : In klasse 6.2 , I1 zitten de volgende stoffen:
a. Infectueuze stoffen , gevaarlijk voor mensen
b. Infectueuze stoffen, gevaarlijk voor dieren
c. Ziekenhuis afval
Vraag 29 :Welke stoffen zijn ingedeeld in ADR klasse 4.2?
a. Overige gevaarlijke stoffen en voorwerpen
b. Bijtende gassen
c. Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Vraag 30: Hoe lang is een ADR vakbekwaamheidscertificaat geldig?
a. 5 jaar
b. 10 jaar
c. onbeperkt
Vraag 31: Op een vrachtbrief staat “lege verpakking 3(6.1)” Welk gevaar heeft deze verpakking?
a. Deze is niet gevaarlijk, want de lading is al gelost
b. Deze kan zeer brandbare en giftige dampen bevatten
c. Deze is ongevaarlijk, want deze zit zeker onder de onderste explosiegrens
Vraag 32 : Bij welke instantie wordt een MEGC gekeurd?
a. BIJ TNO
b. Bij de RDW
c. Bij de dienst voor het stoomwezen
Vraag 33: Wat is de maximale inhoud van een IBC voor een vloeistof met verpakkingsgroep I of II
a. 1m3
b. 2 m3
c. 3m3
Vraag 34: Wat is de maximale inhoud van een IBC, in geval dat deze beladen is met een vaste stof uit
verpakkingsgroep 1 ?
a. 1,5 kuub
b. 2,5 kuub
c. 3,0 kuub
Vraag 35: welke stoffen zijn ingedeeld in ADR klasse 5.1?
a. Giftige stoffen
b. Oxyderende stoffen
c. Vaste brandbare stoffen
Vraag 36 : In welke taal of talen moet een CMR zijn opgemaakt bij een transport van Nederland naar
Polen?
a. Nederlands , Duits en Pools
b. In een voor de chauffeur begrijpelijke taal
c. In het Nederlands + of Duits of Engels of Frans
Vraag 37 : Welke gegevens moeten zijn ingeslagen op een drukhouder ?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Vraag 38: Beschrijf tenminste 5 gevaarsetiketten naar keuze
Vraag 39 : Beschrijf de gevaarsetiketten die horen bij gevarenklasse : ( kleur en belijning)
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
ADR klasse 1
ADR klasse 4.1
ADR klasse 5.2
ADR klasse 5.1
ADR klasse 4.3
ADR klasse 6.1
ADR klasse 8
ADR klasse 9
Vraag 40
Welke instantie geeft de volgende documenten af en hoe lang zijn deze geldig?
a.
b.
c.
d.
e.
ADR vakbekwaamheids certificaat
Keuringsdocumenten van het voertuig
Individuele ontheffing
Laad- en lostoestemming
Route ontheffing
Vraag 41 :
Wanneer moet een Multi Modal Dangerous Goods Formular worden gebruikt?
a. Bij het beladen en transporteren van een binnenlands transport
b. Bij het uitvoeren van een gecombineerd weg/ spoor transport
c. Bij het vervoer van lege, maar ongereinigde verpakkingen
Vraag 42 ;
Een verpakkingskenmerk : UN/4G/Y12/S04/NL BAY 911
Verklaar de genoemde code
Vraag 43 : Wat wordt er bedoeld met de omschrijving “marine pollutant “
a. Dit zijn gevaarlijke stoffen die slechts bij de marine in omloop zijn
b. Dit zijn milieu gevaarlijke stoffen
c. Dit zijn stoffen uit klasse 4.3 en slechts in combinatie met water brandbaar
Vraag 44: welke stoffen zitten er in de volgende gevarenklasse :
a.
b.
c.
d.
e.
Klasse 4.1
Klasse 5.2
Klasse 6.2
Klasse 4.2
Klasse 2 letter A
Vraag 45: Airbags en lithium batterijen horen thuis in :
a. Klasse 2
b. Klasse 6.2
c. Klasse 9
Download