Europees Parlement 2014-2019 Commissie industrie, onderzoek en energie 2016/2147(INI) 4.4.2017 AMENDEMENTEN 1 - 200 Ontwerpverslag Soledad Cabezón Ruiz (PE600.940v01-00) Beoordeling van de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 met het oog op de tussentijdse beoordeling en het voorstel voor het negende kaderprogramma (2016/2147(INI)) AM\1121542NL.docx NL PE602.762v01-00 In verscheidenheid verenigd NL AM_Com_NonLegReport PE602.762v01-00 NL 2/119 AM\1121542NL.docx Amendement 1 Edouard Martin Ontwerpresolutie Visum 16 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement – gezien de verslagen van 2014 en 2015 van de Europese Commissie aan de Commissie getiteld "Integration of Social Sciences and the Humanities in Horizon 2020: participants, budgets and disciplines", Or. en Amendement 2 Clare Moody Ontwerpresolutie Visum 24 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement – gezien zijn verslag over EUmiddelen voor gendergelijkheid (2016/2144(INI)), Or. en Amendement 3 Clare Moody Ontwerpresolutie Visum 25 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement – gezien het ontwerpverslag van zijn Commissie begrotingscontrole over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie voor het begrotingsjaar 2015 AM\1121542NL.docx 3/119 PE602.762v01-00 NL (2016/2191(DEC)), Or. en Amendement 4 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Overweging A Ontwerpresolutie Amendement A. overwegende dat Horizon 2020 (H2020) het grootste centraal beheerde O&O-programma van de EU is; A. overwegende dat Horizon 2020 (H2020) het grootste centraal beheerde O&I-programma van de EU en 's werelds grootste met overheidsgeld gefinancierde O&I-programma is; Or. en Amendement 5 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Overweging B Ontwerpresolutie Amendement B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken; Schrappen Or. en Amendement 6 Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana PE602.762v01-00 NL 4/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Overweging B Ontwerpresolutie Amendement B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken; B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd; Or. fr Amendement 7 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Overweging B Ontwerpresolutie Amendement B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken; B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken en moet inspelen op maatschappelijke uitdagingen waarmee de samenleving in Europa en de rest van de wereld momenteel wordt geconfronteerd; Or. en Amendement 8 AM\1121542NL.docx 5/119 PE602.762v01-00 NL Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Overweging B Ontwerpresolutie Amendement B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken; B. overwegende dat het Parlement bij de onderhandelingen over H2020 en over het huidige meerjarig financieel kader (MFK) gevraagd heeft om 100 miljard EUR, en niet om 80 miljard EUR zoals aanvankelijk overeengekomen werd, en dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020 het excellentiepotentieel grondig moet onderzoeken en op gepaste wijze moet reageren op maatschappelijke uitdagingen waarmee de samenleving in Europa momenteel wordt geconfronteerd; Or. en Amendement 9 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Overweging C Ontwerpresolutie Amendement C. overwegende dat de tussentijdse evaluatie, die gepland is voor het derde kwartaal van 2017, het fundament zal vormen voor de structuur en de inhoud van KP9, waarover een voorstel gepubliceerd zal worden in de eerste helft van 2018; C. overwegende dat het verslag van de groep op hoog niveau over het maximaliseren van de impact van onderzoeks- en innovatieprogramma's van de EU en de tussentijdse evaluatie, die gepland is voor het derde kwartaal van 2017, het fundament zal vormen voor de structuur en de inhoud van KP9, waarover een voorstel gepubliceerd zal worden in de eerste helft van 2018; Or. en Amendement 10 PE602.762v01-00 NL 6/119 AM\1121542NL.docx Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Overweging D Ontwerpresolutie Amendement D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; Schrappen Or. en Amendement 11 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Overweging D Ontwerpresolutie Amendement D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals nationalistisch populisme, xenofobie, ongelijkheid, migratiestromen en internationaal terrorisme, technologische vooruitgang, sociaal-medische uitdagingen, klimaatverandering of duurzaamheid van natuurlijke hulpbronnen) en de nieuwe politieke en economische paradigma's waarop antwoorden nodig zijn die rekening houden met het standpunt van de samenleving en haar belangen en die verzekeren dat de EU haar kernwaarden en -beginselen behoudt, het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; AM\1121542NL.docx 7/119 PE602.762v01-00 NL Or. en Amendement 12 Martina Werner Ontwerpresolutie Overweging D Ontwerpresolutie Amendement D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie, terrorisme en de toenemende technologische wedloop met andere regio's in de wereld), de nieuwe politieke en economische paradigma's, alsook verdere megatrends zoals digitalisering, klimaatverandering en de overgang naar duurzame mobiliteit, het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; Or. de Amendement 13 Nicolas Bay Ontwerpresolutie Overweging D Ontwerpresolutie Amendement D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals het groeiende verzet van de bevolking tegen de Europese Unie, de overspoeling van Europese landen door migranten en het islamitisch terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen PE602.762v01-00 NL 8/119 AM\1121542NL.docx bepalen; Or. fr Amendement 14 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Overweging D Ontwerpresolutie Amendement D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (zoals populisme, ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; D. overwegende dat de economische en financiële crises bepalende factoren waren voor het ontwerp van H2020, en dat de nieuwe uitdagingen (de creatie van werkgelegenheid, veiligheid en migratie) en de nieuwe politieke en economische paradigma's het volgende onderzoeksprogramma zullen bepalen; Or. en Amendement 15 Nicolas Bay Ontwerpresolutie Overweging E Ontwerpresolutie Amendement E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op Europese waarden, wetenschappelijke onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit, hoge Europese ethische normen, sociale cohesie en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op wetenschappelijke onafhankelijkheid, hoge Europese ethische normen, sociale cohesie en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; Or. fr AM\1121542NL.docx 9/119 PE602.762v01-00 NL Amendement 16 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Overweging E Ontwerpresolutie Amendement E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op Europese waarden, wetenschappelijke onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit, hoge Europese ethische normen, sociale cohesie en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op Europese waarden, wetenschappelijke onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit, hoge Europese ethische normen en normen inzake integriteit van onderzoek, sociale cohesie en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; Or. en Amendement 17 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Overweging E Ontwerpresolutie Amendement E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op Europese waarden, wetenschappelijke onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit, hoge Europese ethische normen, sociale cohesie en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; E. overwegende dat het kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn op Europese waarden, wetenschappelijke onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit, de hoogste wetenschappelijke normen en gelijke toegang voor burgers tot de oplossingen en antwoorden waarin het voorziet; Or. en Amendement 18 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández Ontwerpresolutie Overweging E bis (nieuw) PE602.762v01-00 NL 10/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Amendement E bis. overwegende dat we in de toekomst een oplossing zullen moeten vinden voor de vele veranderingen en uitdagingen om de Europese gezondheidszorg te bevorderen en in stand te houden; overwegende dat deze veranderingen en uitdagingen voortvloeien uit een integrale visie op gezondheidszorg, een nieuwe demografische, epidemiologische, sociologische, economische en competitieve context, alsook uit aanzienlijke technologische veranderingen en sterk gewijzigde zorgmodellen; Or. es Amendement 19 Gunnar Hökmark Ontwerpresolutie Overweging E bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E bis. overwegende dat investeringen in O&O van essentieel belang zijn voor de Europese economische en sociale ontwikkeling en het wereldwijde concurrentievermogen, en overwegende dat het belang van uitstekende wetenschap voor het stimuleren van innovatie en concurrentievoordeel op de lange termijn moeten worden weerspiegeld in de financiering van KP9; Or. en Amendement 20 Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández AM\1121542NL.docx 11/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Overweging E bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E bis. overwegende dat de Horizon 2020onderzoeksprogramma's slecht gekend en moeilijk toegankelijk zijn; Or. es Amendement 21 Gunnar Hökmark Ontwerpresolutie Overweging E ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E ter. overwegende dat het Verenigd Koninkrijk en de EU van elkaar afhankelijk zijn om hun wereldwijde concurrentievermogen en excellentie op het gebied van O&O te behouden, en overwegende dat deze wederzijdse afhankelijkheid tot uiting moet komen in de nakende onderhandelingen na de inroeping van artikel 50 door het Verenigd Koninkrijk; Or. en Amendement 22 Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández Ontwerpresolutie Overweging E ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E ter. overwegende dat onderzoek naar en publicaties over ziektepreventie en tussenkomsten die gericht zijn op de behoeften van de bevolking dezelfde prioriteit moeten krijgen als onderzoek PE602.762v01-00 NL 12/119 AM\1121542NL.docx naar en publicaties over behandelingen met geneesmiddelen en gezondheidsproducten; Or. es Amendement 23 Gunnar Hökmark Ontwerpresolutie Overweging E quater (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E quater. overwegende dat de trend in citeerimpact hoger is in landen buiten de EU, met name Singapore, Zwitserland en de Verenigde Staten, wat de noodzaak benadrukt van grotere Europese inspanningen en investeringen in O&O, uitmuntende wetenschap en een wereldwijd concurrerend KP9 met als doel Europa om te vormen tot een wereldwijd toonaangevend centrum voor onderzoek; Or. en Amendement 24 Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández Ontwerpresolutie Overweging E quater (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement E quater. overwegende dat het onderzoek naar en de ontwikkeling van geneesmiddelen soms niet inspelen op de echte gezondheidsbehoeften en dat ze tot de verantwoordelijkheid van artsen, met name om goede praktijken te waarborgen door alle beïnvloeding uit te sluiten, en van de regelgever behoren; AM\1121542NL.docx 13/119 PE602.762v01-00 NL Or. es Amendement 25 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 2 Ontwerpresolutie Amendement 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; moedigt relevante lidstaten aan gepaste bijdragen te leveren om de doelstelling van 3 % van het bbp van de EU te halen; merkt op dat een algemene toename met 3 % meer dan 100 miljard EUR extra per jaar zou opleveren voor onderzoek en innovatie in Europa; herinnert eraan dat twee derde van de O&O-financiering van de industrie moet komen; _________________ _________________ 1 1 "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Or. en Amendement 26 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho PE602.762v01-00 NL 14/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Paragraaf 2 Ontwerpresolutie Amendement 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; herinnert eraan dat de Europese Onderzoeksruimte (EOR) rechtstreekse concurrentie ondervindt van 's werelds best presterende onderzoeksregio's en dat de versterking van de EOR dan ook een collectieve taak van Europa is; _________________ _________________ 1 1 "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Or. en Amendement 27 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 2 Ontwerpresolutie Amendement 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering AM\1121542NL.docx 2. wijst erop dat Horizon 2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private 15/119 PE602.762v01-00 NL voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %, terwijl grote concurrenten wereldwijd het beter doen dan de EU op het gebied van uitgaven voor O&O1; _________________ _________________ 1 1 "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Or. en Amendement 28 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 2 Ontwerpresolutie Amendement 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; 2. wijst erop dat H2020 tot doel heeft bij te dragen aan het opbouwen van een samenleving en een economie gebaseerd op kennis en innovatie door bijkomende nationale publieke en private financiering voor O&O aan te trekken en te helpen om tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het bbp voor O&O te halen; benadrukt de noodzaak om gelijke tred te houden met onze concurrenten wereldwijd en betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1; _________________ _________________ 1 1 "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. PE602.762v01-00 NL "Horizon 2020, het Kaderprogramma van de EU voor Onderzoek en Innovatie. 16/119 AM\1121542NL.docx Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Europese uitvoeringsbeoordeling" Onderzoeksdienst van het Europees Parlement Or. en Amendement 29 Angelika Niebler, Herbert Reul Ontwerpresolutie Paragraaf 3 Ontwerpresolutie Amendement 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; wijst op de mededeling van Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Europese normen voor de 21e eeuw (SWD(2016)186 final), waarin de belangrijke rol van normalisatie in samenhang met innovatie wordt benadrukt; erkent dat normen innovatiebevorderend en niet innovatiebelemmerend moeten zijn; _________________ _________________ 2 2 Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Or. de Amendement 30 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 3 AM\1121542NL.docx 17/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek en innovatie van de EU een groot succes is2 en een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU creëert met een hoog niveau van additionaliteit; _________________ _________________ 2 2 Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Or. en Amendement 31 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 3 Ontwerpresolutie Amendement 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een succes is2; benadrukt dat er nog vele mogelijkheden zijn om het kaderprogramma en de opvolger ervan te verbeteren; _________________ _________________ 2 2 Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Or. en Amendement 32 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas PE602.762v01-00 NL 18/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Paragraaf 3 Ontwerpresolutie Amendement 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek en innovatie van de EU een groot succes is2 en een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU heeft; _________________ _________________ 2 2 Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Or. en Amendement 33 Nicolas Bay Ontwerpresolutie Paragraaf 3 Ontwerpresolutie Amendement 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een groot succes is2; 3. benadrukt dat uit de evaluatie van KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat het KP voor onderzoek van de EU een relatief succes is2; _________________ _________________ 2 2 Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Met meer dan 130 000 ontvangen voorstellen, 9 000 toegekende subsidies, 50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR EU-financiering. Or. fr Amendement 34 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 4 AM\1121542NL.docx 19/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 4. is van oordeel dat de multidisciplinaire setting, de aanpak gebaseerd op samenwerking en de vereisten qua deskundigheid en effect de redenen zijn voor dit succes; 4. is van oordeel dat onder meer de multidisciplinaire setting, de aanpak gebaseerd op samenwerking en de vereisten qua deskundigheid en effect redenen zijn voor dit succes; Or. en Amendement 35 Herbert Reul, Angelika Niebler Ontwerpresolutie Paragraaf 4 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 4 bis. erkent dat het Europese concurrentievermogen en de creatie van groei en werkgelegenheid de belangrijkste doelstellingen van Europese O&Iprogramma's zijn en roept daarom op de deelname van belangrijke industriële sectoren en bedrijven verder te bevorderen; is van mening dat naast de kmo-instrumenten ook betrokkenheid van kmo's in samenwerkingsverband moet worden bevorderd; Or. en Amendement 36 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de PE602.762v01-00 NL Schrappen 20/119 AM\1121542NL.docx industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020-begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 5 Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. de Amendement 37 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; merkt evenwel op dat de participatie van de industrie, met AM\1121542NL.docx 21/119 PE602.762v01-00 NL waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; inbegrip van kmo's, aanzienlijk hoger is dan bij KP7; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; benadrukt dat het erg belangrijk is te waarborgen dat het openbaar belang bij dergelijke initiatieven voldoende wordt beschermd, door een eerlijke maatschappelijke impact te verzekeren en te zorgen voor meer inspraak van het publiek in het besluitvormingsproces van de onderzoeksprioriteiten; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 38 Martina Werner Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel PE602.762v01-00 NL 22/119 AM\1121542NL.docx de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; erkent de waarde van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), in het bijzonder voor de belangrijke O&O-samenwerking ten aanzien van de algehele waardeketen; roept de Commissie op om gelet op het feit dat GTI een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, te waarborgen dat deze middelen efficiënt worden ingezet en de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. de Amendement 39 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te AM\1121542NL.docx 23/119 PE602.762v01-00 NL verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; merkt op dat de hogere maximale terugbetalingspercentages die in Horizon 2020 aan grote bedrijven werden toegekend in vergelijking met KP7 moeten worden verminderd in KP9; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologie-initiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie, inclusiviteit en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 40 Herbert Reul, Angelika Niebler Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; is verheugd over het feit dat de PE602.762v01-00 NL 24/119 AM\1121542NL.docx aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; industrie al twee derde van de totale uitgaven voor O&O financiert maar betreurt evenwel dat sommige industrieën hun aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet hebben opgetrokken; vraagt de Commissie om de toegevoegde waarde van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, verder te bevorderen en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven verder te benadrukken5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 41 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Gesine Meissner, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; merkt op dat de industrie al goed is voor twee derde van de uitgaven voor O&O; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is AM\1121542NL.docx 25/119 PE602.762v01-00 NL waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; van door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologie-initiatieven (GTI), die een aandeel van 10 % van de begroting van Horizon 2020 uitmaken4; vraagt de Commissie om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven verder uit te breiden5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 42 Françoise Grossetête, Anne Sander Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; is verheugd dat de industrie al twee derde van de totale uitgaven voor O&O voor haar rekening neemt; vraagt de Commissie om de toegevoegde waarde van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, verder te bevorderen, en vraagt om de coherentie en PE602.762v01-00 NL 26/119 AM\1121542NL.docx gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven verder te benadrukken5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 4 5 5 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 43 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologie-initiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken, te beoordelen en te verbeteren4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken; _________________ _________________ 3 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. AM\1121542NL.docx Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 27/119 PE602.762v01-00 NL 4 4 In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7 jaar). 5 Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. en Amendement 44 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 5 Ontwerpresolutie Amendement 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat de industrie haar aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet heeft opgetrokken; vraagt de Commissie om te beoordelen wat de toegevoegde waarde is van financiering voor door de industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; 5. begrijpt dat het KP de participatie van de industrie zal stimuleren met als doel de uitgaven voor O&O door de industrie te verhogen3; betreurt dat sommige industriële sectoren hun aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet hebben opgetrokken; vraagt de Commissie om mogelijkheden tot verbetering bij industrie gestuurde instrumenten, zoals de gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI) te onderzoeken, die een aanzienlijk deel van de begroting uitmaken4, en vraagt om de coherentie en transparantie van alle gemeenschappelijke initiatieven te onderzoeken5; _________________ _________________ 3 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. 3 4 4 Twee derde van de 3 % van het bbp voor O&O moet van de industrie komen. In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 PE602.762v01-00 NL In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen, ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de daadwerkelijk beschikbare financiering voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8 28/119 AM\1121542NL.docx miljard EUR per jaar over 7 jaar). miljard EUR per jaar over 7 jaar). 5 5 Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Zie de conclusies van de Raad van 29 mei 2015. Or. de Amendement 45 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 5 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 5 bis. herhaalt het positieve resultaat van het gebruik van satellietgegevens die rechtstreeks ten goede kwamen van de maatschappij en de economie als gevolg van de vooruitgang die werd geboekt in ruimtevaarttechnologieën bij onderzoek dat door de EU in het kader van Horizon 2020 werd gefinancierd; Or. en Amendement 46 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 5 ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 5 ter. roept de Commissie op, rekening houdend met de verwezenlijkingen van gemeenschappelijke ondernemingen zoals Clean Sky en Sesar en van gemeenschappelijke technologische initiatieven zoals Ecsel, Shift2Rail en biogebaseerde industrieën, de governanceregelingen voor gemeenschappelijke technologieinitiatieven uit te breiden naar nieuwe industriële sectoren zoals AM\1121542NL.docx 29/119 PE602.762v01-00 NL ruimtetechnologieën; Or. en Amendement 47 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 6 Ontwerpresolutie Amendement 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen en dubbel werk; verzoekt de Commissie om na te denken over hoe dit vereenvoudigd kan worden; 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen en dubbel werk; verzoekt de Commissie om na te denken over hoe dit vereenvoudigd kan worden; benadrukt de noodzaak van een duidelijke voorstelling van het takenpakket en de verantwoordelijkheden van de nieuwe Europese Innovatieraad; Or. en Amendement 48 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 6 Ontwerpresolutie Amendement 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen en dubbel werk; verzoekt de Commissie om 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen en dubbel werk; verzoekt de Commissie om PE602.762v01-00 NL 30/119 AM\1121542NL.docx na te denken over hoe dit vereenvoudigd kan worden; een plan voor te stellen om het mechanisme verder te stroomlijnen en de procedures voor aanvragers te vereenvoudigen; Or. en Amendement 49 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 6 Ontwerpresolutie Amendement 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen en dubbel werk; verzoekt de Commissie om na te denken over hoe dit vereenvoudigd kan worden; 6. merkt op dat de programmabegroting, het programmabeheer en de tenuitvoerlegging verspreid zijn over 20 verschillende organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot buitensporige coördinatie-inspanningen, administratieve complexiteit en dubbel werk; roept de Commissie op toe te werken naar vereenvoudiging van deze procedure; Or. en Amendement 50 Algirdas Saudargas Ontwerpresolutie Paragraaf 6 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 6 bis. maakt zich zorgen over de ongelijkheden die tussen de lidstaten blijven bestaan inzake de verdeling van de financiering in het kader van Horizon 2020, waarbij het grootste deel van de EU-financiering, te weten 86,7 %, wordt toegewezen aan de EU-15 en slechts 4,7 % aan de EU-13; AM\1121542NL.docx 31/119 PE602.762v01-00 NL Or. en Amendement 51 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 7 Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; Schrappen Or. de Amendement 52 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 7 Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en PE602.762v01-00 NL 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; 32/119 AM\1121542NL.docx geesteswetenschappen, uitsluiten; benadrukt dat het voor een geslaagd innovatieproces ook nodig is dat de projectpartners bij het onderzoek in samenwerkingsverband de mogelijkheid behouden het gehele bereik aan TRL's te dekken; verwacht daarom dat binnen de aanbestedingen ook bij de lagere TRL's dan wel bij niveaus die meer gericht zijn op het genereren van kennis door middel van relevante onderdelen, onderzoek in samenwerkingsverband in alle onderdelen van de programma's behouden blijft; Or. de Amendement 53 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 7 Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek uitsluiten; Or. en Amendement 54 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 7 AM\1121542NL.docx 33/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 meer gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's); erkent dat de TRL's niet-technologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; Or. en Amendement 55 Herbert Reul, Angelika Niebler Ontwerpresolutie Paragraaf 7 Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's en roept daarom op tot een zorgvuldig evenwicht van TRL's om de volledige waardeketen te bevorderen; is van oordeel dat de TRL's niet-technologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek uitsluiten; Or. en Amendement 56 Massimiliano Salini PE602.762v01-00 NL 34/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Paragraaf 7 Ontwerpresolutie Amendement 7. merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat verhindert dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek, vooral op het vlak van sociale en geesteswetenschappen, uitsluiten; 7. is van mening dat pijlers 2 en 3 mogelijk te sterk gericht zijn op hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's), wat zou kunnen verhinderen dat in de toekomst baanbrekende innovaties geabsorbeerd worden van momenteel geplande onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit fundamenteel of toegepast onderzoek uitsluiten; Or. en Amendement 57 Herbert Reul, Angelika Niebler Ontwerpresolutie Paragraaf 7 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 7 bis. merkt op dat Horizon 2020 als kaderprogramma voor onderzoek en innovatie in de eerste plaats gebaseerd moet blijven op subsidies, aangezien het in verschillende lidstaten wettelijk niet is toegestaan dat openbare onderzoeksinstellingen leningen aangaan; Or. en Amendement 58 Christian Ehler Ontwerpresolutie AM\1121542NL.docx 35/119 PE602.762v01-00 NL Paragraaf 7 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 7 bis. dringt er bij de Commissie op aan in de pijlers 2 en 3 het zwaartepunt te blijven leggen op de hogere niveaus van technologische paraatheid (TRL's) teneinde te zorgen voor voldoende marktnabije innovatie, aangezien binnen pijler 1 de nadruk ligt op fundamenteel onderzoek; Or. de Amendement 59 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; Schrappen Or. de Amendement 60 Christian Ehler PE602.762v01-00 NL 36/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; Or. de Amendement 61 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtig geheel van kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met meer ervaring met de projecten van de kaderprogramma's bevoordeeld worden, wat bepaalde hindernissen vormt voor nieuwkomers; AM\1121542NL.docx 37/119 PE602.762v01-00 NL Or. en Amendement 62 Massimiliano Salini Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met meer ervaring met de projecten van de kaderprogramma's bevoordeeld worden, wat bepaalde hindernissen vormt voor nieuwkomers; Or. en Amendement 63 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld PE602.762v01-00 NL 38/119 AM\1121542NL.docx worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; verzoekt de Commissie, teneinde een bredere en gelijkere verdeling van de middelen te bevorderen, de mogelijkheid te onderzoeken maximumdrempels voor de totale financiering in te voeren, die naar sector en omvang van de onderneming verschillen en die iedere aanvrager tijdens de looptijd van een kaderprogramma kan verkrijgen; Or. it Amendement 64 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten die momenteel deze laatsten bevoordeelt; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; wijst op het succes van het kmoinstrument en roept op dit in de toekomst uit te breiden; Or. en AM\1121542NL.docx 39/119 PE602.762v01-00 NL Amendement 65 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is; benadrukt dat projecten met veel deelnemers een groter projectbeheer vereisen en dat hiervoor deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op dat de indruk leeft dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; roept de Commissie op te beoordelen of dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar toonaangevende instellingen gaat; Or. en Amendement 66 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 8 Ontwerpresolutie Amendement 8. roept de Commissie op om te streven naar een evenwichtige verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op PE602.762v01-00 NL 8. roept de Commissie op om te streven naar een verdeling tussen kleine, middelgrote en grote projecten; merkt op dat de gemiddelde begroting voor projecten onder H2020 gestegen is en dat voor grote projecten een groter projectbeheer vereist is en deelnemers met een grote financiële en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt 40/119 AM\1121542NL.docx dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar elite-instellingen gaat; op dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld worden en dat dit problematisch is voor kleinere lidstaten en kleine organisaties in grotere lidstaten; betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en de financiering daardoor vooral naar eliteinstellingen gaat; Or. en Amendement 67 Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana Ontwerpresolutie Paragraaf 8 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 8 bis. benadrukt het belang van fundamenteel onderzoek, dat niet mag worden verwaarloosd louter ten gunste van toegepaste wetenschappen; herinnert eraan dat wetenschap iedereen ten goede moet komen, dat fundamenteel onderzoek een onontbeerlijk fase is die de weg effent voor toekomstige ontdekkingen die mogelijk kunnen worden toegepast; benadrukt dat een al te economische visie op onderzoek de creativiteit beknot omdat projecten die achteraf van onschatbare waarde kunnen blijken, niet worden opgestart of gefinancierd; Or. fr Amendement 68 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 8 bis (nieuw) Ontwerpresolutie AM\1121542NL.docx Amendement 41/119 PE602.762v01-00 NL 8 bis. erkent de inspanning van de Commissie om de administratie te stroomlijnen en de tijd tussen de bekendmaking van een oproep en de toewijzing van een subsidie te verkorten; roept de Commissie op haar inspanningen om administratieve rompslomp weg te werken en de zaken te vereenvoudigen voort te zetten; is verheugd over het voorstel van de Commissie om de betaling van vaste bedragen in te voeren om administratie en controle te vereenvoudigen; Or. en Amendement 69 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; 9. benadrukt dat het huidige onacceptabel lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; onderstreept dat op grond van de ontoereikende begroting ook een groot aantal kwalitatief zeer hoogwaardige voorstellen niet kan worden ondersteund, hetgeen tot grote frustratie leidt onder de afgewezen inschrijvers van dergelijke projecten en uitermate contraproductief werkt voor de bevordering van de Europese onderzoeksruimte; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; Or. de Amendement 70 Jakop Dalunde PE602.762v01-00 NL 42/119 AM\1121542NL.docx namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt ten zeerste dat meer dan 25 000 voorstellen van hoge kwaliteit in de eerste twee jaar van Horizon 2020 niet werden gefinancierd; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; merkt op dat de lage succespercentages gedeeltelijk te verklaren zijn doordat bepaalde lidstaten niet in staat zijn om hun nationale doelstellingen voor O&O te halen; Or. en Amendement 71 Krystyna Łybacka Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; roept de Commissie op een versnippering van de begroting van H2020 te vermijden; Or. en Amendement 72 AM\1121542NL.docx 43/119 PE602.762v01-00 NL Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van minder dan 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; Or. en Amendement 73 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van minder dan 14 % een neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; Or. en Amendement 74 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 9 Ontwerpresolutie Amendement 9. benadrukt dat het huidige lage succespercentage van 14 % een PE602.762v01-00 NL 9. benadrukt dat de huidige alarmerend lage succespercentages een 44/119 AM\1121542NL.docx neerwaartse trend is in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; neerwaartse trend laten zien in vergelijking met KP7; betreurt dat de besparingen veroorzaakt door het EFSI dit probleem nog hebben verergerd; Or. en Amendement 75 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 9 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 9 bis. verzoekt de Commissie om bij de tussentijdse evaluatie van Horizon 2020 de gegevens te analyseren met betrekking tot de gevallen waarin de projecten die de beoordelingsdrempel overschrijden geen financiële bijdrage ontvangen wegens uitputting van de specifieke middelen voor de aanbestedingen; verzoekt tevens passende financiële middelen te garanderen voor het kmo-instrument; Or. it Amendement 76 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 9 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 9 bis. is van mening dat in het kader van de herziening van het MFK de begrotingslijnen van Horizon 2020, die voor de periode 2015-2020 werden verminderd om het EFSI te financieren, moeten worden hersteld en dat het EFSI moet worden gefinancierd met middelen die losstaan van reeds goedgekeurde EU- AM\1121542NL.docx 45/119 PE602.762v01-00 NL programma's; Or. en Amendement 77 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; benadrukt dat met name onderzoek in samenwerkingsverband ook in de toekomst alleen kan worden gerealiseerd aan de hand van financiering met subsidies en niet aan de hand van financiering met kredieten, omdat risicovol onderzoek, technologische ontwikkelingen of demonstratieprojecten op laboratoriumschaal zich bijvoorbeeld niet lenen voor kredietfinanciering; onderstreept in dit verband dat overheidsinstanties hoe dan ook wettelijk vaak niet in de gelegenheid zijn leningen aan te gaan; Or. de Amendement 78 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 10 PE602.762v01-00 NL 46/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; herinnert eraan dat subsidies en leningen niet dezelfde soort activiteiten financieren en verschillende soorten begunstigden en projecten ondersteunen; benadrukt de noodzaak om te blijven werken met subsidies voor de financiering van fundamenteel onderzoek en onderzoek in samenwerkingsverband, in het bijzonder onderzoek in de academische wereld; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies, in het bijzonder wanneer in veel lidstaten onderzoeksbegrotingen van universiteiten te lijden hebben onder bezuinigingen; is van mening dat deze trend zal leiden tot het verlies van de onderzoeksbasis, wat op zijn beurt het innovatiepotentieel van de Europese Unie in de toekomst aanzienlijk zal verlagen; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; Or. en Amendement 79 Clare Moody Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de AM\1121542NL.docx 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de 47/119 PE602.762v01-00 NL financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; benadrukt dat financiering via subsidies vaak zeer verschillende doelen heeft vergeleken met financiering via leningen en dat dit moet worden weerspiegeld in toekomstige financieringsmodellen, overeenkomstig de belofte van Horizon 2020 voor wetenschappelijke excellentie; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; Or. en Amendement 80 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; benadrukt dat kaderprogramma's nooit meer mogen worden gebruikt voor de financiering van het Europees Fonds voor strategische investeringen of andere lievelingsprojecten van de Europese PE602.762v01-00 NL 48/119 AM\1121542NL.docx Commissie; Or. en Amendement 81 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is, in het bijzonder op gebieden met slechts beperkte marktstimulansen voor de privésector en vooral voor kmo's; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; Or. en Amendement 82 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via AM\1121542NL.docx 49/119 PE602.762v01-00 NL subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; subsidies een noodzaak is, in het bijzonder op gebieden met slechts beperkte marktstimulansen voor de privésector; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; Or. en Amendement 83 Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoek via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat financieringsinstrumenten (leningen, waarborgen, eigenvermogensinstrumenten) beschikbaar zouden moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, als onderdeel van InnovFinfinancieringsinstrumenten, en buiten het KP om (bijvoorbeeld EIB- en EIFregelingen); Or. en PE602.762v01-00 NL 50/119 AM\1121542NL.docx Amendement 84 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 10 Ontwerpresolutie Amendement 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoeksactiviteiten via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat leningen beschikbaar moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's die zich dichtbij implementatiefase bevinden, binnen andere soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten het KP om; 10. onderstreept dat onderzoek een risicovolle investering voor particuliere investeerders kan zijn en dat de financiering van onderzoek via subsidies een noodzaak is; betreurt dat in sommige gevallen steeds meer de voorkeur gegeven wordt aan het gebruik van leningen in plaats van subsidies; erkent dat financieringsinstrumenten beschikbaar zouden moeten zijn voor activiteiten met hoge TRL's en die zich dichtbij implementatiefase bevinden, als onderdeel van het kaderprogramma (InnovFin) of daarbuiten (EIB-regelingen); Or. en Amendement 85 Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; 11. roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; AM\1121542NL.docx 51/119 PE602.762v01-00 NL Or. fr Amendement 86 Barbara Kudrycka, Jerzy Buzek, Herbert Reul, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen en benadrukt dat de doelstelling van 3 % van het bbp moet worden gehaald; roept op tot het mogelijk grote gebruik van structuurfondsmiddelen voor O&O-activiteiten en -programma's, investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en voor de ondersteuning van activiteiten voor de voorbereiding van voorstellen en projectbeheer; Or. en Amendement 87 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt; PE602.762v01-00 NL 52/119 AM\1121542NL.docx worden; Or. en Amendement 88 Lieve Wierinck, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw en infrastructuur; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot het niveau van onze grootste concurrenten wereldwijd kan opgetrokken worden; Or. en Amendement 89 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; AM\1121542NL.docx 53/119 PE602.762v01-00 NL vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; roept de Commissie en de lidstaten op nationale strategieën uit te werken om die doelstelling te halen (bijvoorbeeld dat investeringen in O&O niet worden aangemerkt als investeringen naar aanleiding van begrotingstekorten); Or. en Amendement 90 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie Amendement 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; 11. benadrukt dat verschillende lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en stelt voor te overwegen dit tegen 2030 op te trekken tot 4 %; Or. en Amendement 91 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 11 Ontwerpresolutie 11. benadrukt dat verschillende PE602.762v01-00 NL Amendement 11. 54/119 benadrukt dat verschillende AM\1121542NL.docx lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken worden; lidstaten hun beloften met betrekking tot nationale investeringen in O&O niet nakomen; roept op om structuurfondsmiddelen te oormerken voor O&O-activiteiten, vooral investeringen in capaciteitsopbouw, technologische infrastructuur en lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 % van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije toekomst tot 4 % kan worden opgetrokken; Or. de Amendement 92 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 11 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 11 bis. verzoekt de Commissie om het deelnemersportaal gebruikersvriendelijker te maken en om het netwerk van nationale contactpunten uit te breiden en te voorzien van meer middelen om ervoor te zorgen dat, met name de microondernemingen en de kleine ondernemingen, over een efficiënte bijstandsdienst beschikken bij de indiening en beoordeling van projectvoorstellen; Or. it Amendement 93 Gunnar Hökmark Ontwerpresolutie Paragraaf 11 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 11 bis. benadrukt dat een mogelijke AM\1121542NL.docx 55/119 PE602.762v01-00 NL "harde brexit" niet mag overslaan op Europese onderzoeksinspanningen; erkent in dit verband de wederzijdse afhankelijkheid van de EU en het Verenigd Koninkrijk wat wereldwijd concurrentievermogen en aantrekkelijkheid voor internationale deskundigheid betreft ten opzichte van internationale deskundigheid, benadrukt de noodzaak om een ambitieus financieringsniveau voor Europees onderzoek te behouden, met name via KP9; Or. en Amendement 94 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven; Or. de Amendement 95 Christian Ehler Ontwerpresolutie PE602.762v01-00 NL 56/119 AM\1121542NL.docx Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven; Or. de Amendement 96 Clare Moody Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven; Or. en AM\1121542NL.docx 57/119 PE602.762v01-00 NL Amendement 97 Nicolas Bay Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. fr Amendement 98 Massimiliano Salini Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; PE602.762v01-00 NL 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste en onbetwiste beoordelingscriterium voor alle drie de pijlers van het KP moet blijven, maar vestigt ook de aandacht op de bestaande criteria "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; 58/119 AM\1121542NL.docx Or. en Amendement 99 Jeppe Kofod Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. en Amendement 100 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria waarbij voorrang wordt gegeven aan "excellentie" en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen AM\1121542NL.docx 59/119 PE602.762v01-00 NL geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; door "projectgrootte" toe te voegen aan "doeltreffendheid van de uitvoering" en "integratie van sociale en geesteswetenschappen" toe te voegen aan "effect"; roept daarnaast op te analyseren hoe excellentiecentra in de hele EU kunnen worden geleid en opgericht; roept de Europese Commissie op om in de evaluatiefase rekening te houden met de excellentie van het centrum en iets te doen aan de hindernis die lagere lonen hiervoor kunnen vormen, ten behoeve van meer excellentie en meer excellentiecentra in Europa; Or. en Amendement 101 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. en Amendement 102 Olle Ludvigsson PE602.762v01-00 NL 60/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. en Amendement 103 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; verzoekt de Commissie altijd en tijdig te voorzien in een rechtstreekse vergelijking tussen de beoordelaars in de fase van de AM\1121542NL.docx 61/119 PE602.762v01-00 NL consensusvergadering om de transparantie van de evaluatieprocedure te verhogen; Or. it Amendement 104 Françoise Grossetête, Anne Sander Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; waarschuwt voor een herweging van deze criteria; Or. en Amendement 105 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; nodigt PE602.762v01-00 NL 62/119 AM\1121542NL.docx de Commissie uit om gelijkheidscriteria vast te leggen zoals integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht; op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. en Amendement 106 Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" ook in de toekomst het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven; herinnert eraan dat "excellentie" een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; benadrukt dat "excellentie" een hoofddoelstelling van het KP moet worden, zodat de EU een antwoord kan bieden op toekomstige uitdagingen en concurrerend kan blijven; Or. fi Amendement 107 Patrizia Toia Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de AM\1121542NL.docx 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de 63/119 PE602.762v01-00 NL pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect", een essentieel onderdeel van idee en doelstellingen van het voorstel, en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. it Amendement 108 Gunnar Hökmark Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. benadrukt dat het criterium "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept de Commissie op om terughoudend te zijn bij het toevoegen van bijkomende criteria en in plaats daarvan "excellentie" als belangrijkste beginsel te behouden; Or. en Amendement 109 Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa Ontwerpresolutie PE602.762v01-00 NL 64/119 AM\1121542NL.docx Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; nodigt de Commissie ook uit om op themaniveau een afzonderlijke doelstelling voor integratie van sociale en geesteswetenschappen te overwegen; Or. en Amendement 110 Lieve Wierinck, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot het aanhouden van deze criteria en nodigt de Commissie uit om alternatieve manieren te vinden om te zorgen voor integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht, bijvoorbeeld door capaciteitsopbouw en betere synergieën met andere EUfinancieringsprogramma's; Or. en AM\1121542NL.docx 65/119 PE602.762v01-00 NL Amendement 111 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek, Lara Comi Ontwerpresolutie Paragraaf 12 Ontwerpresolutie Amendement 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste criterium voor alle drie de pijlers moet blijven, maar merkt op dat het slechts een van de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept op tot een herweging van deze criteria en nodigt de Commissie uit om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en "projectgrootte" aan "doeltreffendheid van de uitvoering; 12. bevestigt dat "excellentie" het belangrijkste en onbetwiste beoordelingscriterium voor alle drie de pijlers van het KP moet blijven, maar benadrukt ook de bestaande criteria "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering" en nodigt de Commissie dan ook uit om het probleem van "betrokkenheid van ondervertegenwoordigde EU-regio's" en "de exploitatie van de door ESIF gefinancierde onderzoeksinfrastructuur" toe te voegen aan "effect"; Or. en Amendement 112 Clare Moody Ontwerpresolutie Paragraaf 12 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 12 bis. neemt kennis van de twee andere evaluatiecriteria, "effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid van de uitvoering"; roept de Commissie op om na te denken over hoe andere EU-fondsen (zoals structuurfondsen) kunnen worden gecombineerd met de kaderprogramma's om bijkomende subcriteria vast te leggen door "integratie van sociale en geesteswetenschappen en geografisch evenwicht" toe te voegen aan "effect" en PE602.762v01-00 NL 66/119 AM\1121542NL.docx "projectgrootte" toe te voegen aan "doeltreffendheid van de uitvoering"; Or. en Amendement 113 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 13 Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars, door procedures en criteria in te voeren voor een gerichtere selectie van de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; verzoekt de Commissie, teneinde de transparantie te verhogen, om de in punten uitgedrukte beoordeling naar behoren te motiveren en de kandidaat anoniem toegang te verlenen tot het besluit van elke beoordelaar, en hem de daadwerkelijke mogelijkheid te geven van herziening van het voorstel; Or. it Amendement 114 Angelika Niebler, Herbert Reul Ontwerpresolutie Paragraaf 13 Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietAM\1121542NL.docx 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat niet67/119 PE602.762v01-00 NL succesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; succesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; vraagt de Europese Commissie om haar aanbestedingen dusdanig concreet te maken dat deze niet kunnen leiden tot onevenredige hoeveelheden overinschrijvingen; stelt vast dat de motivatie afneemt al naargelang er meer onderzoeksvoorstellen worden afgewezen; Or. de Amendement 115 Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 13 Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en transparanter te maken en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat niet-succesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; verzoekt de Commissie de criteria voor de beoordeling van projecten samen met de oproep tot inschrijving te publiceren en de afwijzing van een voorstel gedetailleerd met redenen te omkleden; Or. it Amendement 116 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 13 PE602.762v01-00 NL 68/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars, teneinde onnodige frustratie te vermijden en de reputatie van het programma niet te schaden; verneemt dat niet-succesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn en vraagt in dit opzicht met klem om onverwijlde verbeteringen; Or. de Amendement 117 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 13 Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en de transparantie te verhogen, en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; benadrukt dat het nodig is rekening te houden met het feit dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; Or. en Amendement 118 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 13 AM\1121542NL.docx 69/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; dringt erop aan rekening te houden met het feit dat niet-succesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; Or. en Amendement 119 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 13 Ontwerpresolutie Amendement 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat anders moet om succesvol te kunnen zijn; 13. vraagt de evaluaties te verbeteren en verzoekt om kwaliteitsborging van en door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het gebrek aan diepgang en verduidelijking in de samenvattende beoordelingsverslagen over wat niet goed was in het voorstel; Or. en Amendement 120 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 13 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 13 bis. verzoekt de Commissie, rekening houdend met de heterogeniteit op Europees niveau en de verschillen in de PE602.762v01-00 NL 70/119 AM\1121542NL.docx lidstaten, een concrete waarde aan de Excellentiekeur toe te kennen; verzoekt de Commissie tevens de mogelijkheid te onderzoeken om daar een concrete waarde aan toe te kennen in de fase van de herindiening van het projectvoorstel in de daaropvolgende sluitingstermijn van dezelfde aanbesteding; Or. it Amendement 121 Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 13 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 13 bis. benadrukt dat de transparantie en geloofwaardigheid van het evaluatieproces van cruciaal belang zijn voor de doeltreffendheid van het programma; benadrukt in dit verband de noodzaak om de feedback en de scores aan deelnemers tijdens het hele selectieproces te verbeteren en om hen meer gedetailleerde samenvattende beoordelingsverslagen met meer informatie te verstrekken; Or. en Amendement 122 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van AM\1121542NL.docx 71/119 PE602.762v01-00 NL fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren; Or. en Amendement 123 Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" ruimer te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. fi Amendement 124 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie 14. verzoekt de Commissie om "effect" PE602.762v01-00 NL Amendement 14. 72/119 verzoekt de Commissie om "effect" AM\1121542NL.docx beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. en Amendement 125 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Massimiliano Salini, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. en Amendement 126 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 14 AM\1121542NL.docx 73/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. de Amendement 127 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren en niet alleen rekening te houden met economisch maar ook met maatschappelijk effect; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. en Amendement 128 PE602.762v01-00 NL 74/119 AM\1121542NL.docx Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden en tot succesvol onderzoek te komen; Or. en Amendement 129 Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten en projecten inzake sociale en geesteswetenschappen flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; AM\1121542NL.docx 75/119 PE602.762v01-00 NL Or. en Amendement 130 Krystyna Łybacka Ontwerpresolutie Paragraaf 14 Ontwerpresolutie Amendement 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te verzekeren en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; 14. verzoekt de Commissie om "effect" beter te definiëren; benadrukt dat de beoordeling van het effect van fundamentele onderzoeksprojecten flexibel moet blijven en dat dit criterium minder relatief gewicht moet krijgen in de evaluatieprocedure; vraagt de Commissie om bij aanbestedingen het evenwicht tussen bottom-up en top-down te behouden en te onderzoeken welke procedure (één of twee fasen) nuttiger is om overinschrijving te vermijden; Or. en Amendement 131 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. roept de Commissie op een stelsel in te voeren dat de aanvragers in staat stelt de beoordelaars te evalueren en aldus de cirkel van feedback, de communicatie tussen beoordelaars en aanvragers en de kwaliteit van de aanvragen te verbeteren; Or. en PE602.762v01-00 NL 76/119 AM\1121542NL.docx Amendement 132 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. is van mening dat de Europese Onderzoeksraad zich moet bezighouden met meer samenwerkingsprojecten in heel Europa, en daarbij in het bijzonder regio's en instellingen met weinig capaciteiten te betrekken om het beleid en de knowhow inzake O&I in de hele EU te verspreiden; Or. en Amendement 133 David Borrelli Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. verzoekt de Commissie meer aandacht besteden aan het criterium "effect", overwegende dat het vermogen van het project om de reële economie te beïnvloeden door investeringen en arbeidsplaatsen te genereren, een bepalende factor moet blijven voor innovatie; Or. it Amendement 134 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) AM\1121542NL.docx 77/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. roept de Commissie op te evalueren in hoeverre een grotere thematische doelgerichtheid zinvol is in het licht van de daarmee samenhangende duurzaamheidseffecten; Or. de Amendement 135 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. roept de Commissie op om na het eerste van de twee evaluatiestadia strenger te selecteren om het succespercentage in het tweede stadium te verhogen; Or. en Amendement 136 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 14 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 14 bis. benadrukt het belang van wetenschap, technologie en innovatie bij de tenuitvoerlegging van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen; roept de Commissie en de lidstaten op hun voortrekkersrol bij de bevordering van wetenschap, technologie en innovatie voor duurzame ontwikkeling te versterken; roept de Commissie op onderzoeksagenda's in verband met PE602.762v01-00 NL 78/119 AM\1121542NL.docx duurzaamheid onder Horizon 2020 te versterken en een doeltreffend systeem voor controle daarvan in te voeren; Or. en Amendement 137 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; Or. de Amendement 138 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en AM\1121542NL.docx 15. stelt vast dat de belanghebbenden erg verheugd zijn over de H2020structuur in het algemeen en de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen in het bijzonder; roept de Commissie op door te gaan met de uitbreiding van de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen en benadrukt het belang van onderzoek in 79/119 PE602.762v01-00 NL samenwerkingsverband; gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 139 Marisa Matias Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; Or. en Amendement 140 Anneleen Van Bossuyt Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en PE602.762v01-00 NL 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; 80/119 AM\1121542NL.docx gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 141 Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; verzoekt om maatschappelijke uitdaging 6, "Europa in een veranderende wereld – inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen", van het financieringsprogramma voor sociale verandering te behouden; Or. fi Amendement 142 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Massimiliano Salini, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals AM\1121542NL.docx 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt het belang van een regelmatige heroverweging van de geschiktheid van de 81/119 PE602.762v01-00 NL lijst van maatschappelijke uitdagingen en van flexibiliteit van de begroting die aan elk van de uitdagingen is toegekend; innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 143 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; PE602.762v01-00 NL 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken, het belang van onderzoek in samenwerkingsverband te benadrukken en voorrang te geven aan maatschappelijke uitdagingen waarvoor er geen winstgevende markt is om wetenschap, technologie en innovatie te sturen; roept de Commissie ook op om toekomstige maatschappelijke uitdagingen binnen de nieuwe economische, maatschappelijke en politieke context te identificeren; benadrukt evenwel de behoefte aan versterking van ten minste de volgende vier maatschappelijke uitdagingen: innovatie op het vlak van duurzame, gezonde en concurrerende landbouw, milieu en klimaatverandering, sociale en geesteswetenschappen in verband met onder meer democratie, sociale inclusie en rechtvaardigheid. en gezondheid vanuit een globaal perspectief dat de uitdagingen zoals duurzaamheid, de noodzaak van onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie, zeldzame ziekten, ouderdomsgerelateerde chronische ziekten, neurologische en psychiatrische aandoeningen en armoedegerelateerde en verwaarloosde 82/119 AM\1121542NL.docx ziekten; Or. en Amendement 144 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband tussen universiteiten, onderzoeksinstellingen, bedrijven en overige actoren; Or. de Amendement 145 Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en AM\1121542NL.docx 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, in het bijzonder de strijd tegen antimicrobiële resistentie, en uitdagingen die een belangrijke rol spelen bij de strijd tegen 83/119 PE602.762v01-00 NL antimicrobiële resistentie; klimaatverandering, zoals innovatie op het vlak van duurzame landbouw en bosbouw, maritiem onderzoek, bio-economie, schone energie, groen vervoer, efficiënt gebruik van hulpmiddelen, grondstoffen en industriële processen met lage koolstofuitstoot; Or. en Amendement 146 Elena Gentile, Patrizia Toia Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en kanker bij kinderen, wat de belangrijkste doodsoorzaak door ziekte is onder kinderen ouder dan een jaar in de EU, en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 147 Patrizia Toia Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie 15. roept de Commissie op om de PE602.762v01-00 NL Amendement 15. 84/119 roept de Commissie op om de AM\1121542NL.docx aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals de vergrijzing van de Europese bevolking, innovatie op het vlak van cultuur, landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. it Amendement 148 Rolandas Paksas Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en de kloof tussen wetenschap en maatschappij te dichten, en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. lt Amendement 149 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie AM\1121542NL.docx Amendement 85/119 PE602.762v01-00 NL 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw, migratie en integratie en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 150 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie Amendement 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals migratie en integratie, innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; Or. en Amendement 151 Aldo Patriciello Ontwerpresolutie Paragraaf 15 Ontwerpresolutie PE602.762v01-00 NL Amendement 86/119 AM\1121542NL.docx 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker en antimicrobiële resistentie; 15. roept de Commissie op om de aanpak op basis van maatschappelijke uitdagingen te blijven versterken en benadrukt het belang van onderzoek in samenwerkingsverband; benadrukt de behoefte aan versterking van bepaalde maatschappelijke uitdagingen, zoals innovatie op het vlak van landbouw en gezondheid, met name onderzoeksprojecten inzake kanker, zeldzame ziekten en antimicrobiële resistentie; Or. it Amendement 152 Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández Ontwerpresolutie Paragraaf 15 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 15 bis. verzoekt de Europese Commissie het multidisciplinaire onderzoek en de multidisciplinaire innovatie waarbij meerdere gezondheidswetenschappen worden gecombineerd, te versterken, en hierbij rekening te houden met sociaaleconomische en andere aspecten, zodat rendabele, eenvoudige oplossingen worden gevonden die ouderen en personen met een handicap toelaten een zo actief en zelfstandig mogelijk leven te leiden; Or. es Amendement 153 Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 15 bis (nieuw) Ontwerpresolutie AM\1121542NL.docx Amendement 87/119 PE602.762v01-00 NL 15 bis. verzoekt de Commissie acties voor onderzoek en innovatie te bevorderen in de jaarlijkse programmering van Horizon 2020, die erop gericht zijn duidelijke en specifieke doelstellingen te verwezenlijken om de werkgelegenheid, het concurrentievermogen, de milieuduurzaamheid en de gezondheid van de burgers te verhogen; Or. it Amendement 154 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 15 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 15 bis. dringt er bij de Commissie op aan te evalueren of de voor Horizon 2020 nieuw ingevoerde, vereenvoudigde financieringsregeling zoals gepland tot een hogere deelname van de industrie heeft geleid; is van oordeel dat de doelmatigheid van de financieringsregeling in deze context moet worden onderzocht; Or. de Amendement 155 Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis Ontwerpresolutie Paragraaf 15 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 15 bis. dringt er bij de Commissie op aan maatregelen te nemen om het risico dat de resultaten van een onderzoeksproject kunnen worden misbruikt of kwaadwillig PE602.762v01-00 NL 88/119 AM\1121542NL.docx worden gebruikt tot een minimum te beperken; Or. en Amendement 156 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 15 ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 15 ter. vraagt de Commissie te onderzoeken in hoeverre het gebruik van nationale dan wel eigen afwikkelingssystemen in plaats van de in de regels voor deelneming vastgelegde systemen tot een duidelijk vereenvoudigde onderzoeksprocedure kan leiden en derhalve tot een vermindering van het foutenpercentage bij de afwikkeling van Europese steunprojecten; pleit in dit verband voor een hechtere samenwerking met de Europese Rekenkamer en voor een mogelijke "one stop audit"; Or. de Amendement 157 Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 15 ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 15 ter. verzoekt de Commissie om de vorming van netwerken tussen instellingen die actief zijn op het gebied van gezondheidsonderzoek te bevorderen, onder andere door het testen van innovatieve processen met betrekking tot de zorg van en bijstand aan mensen in AM\1121542NL.docx 89/119 PE602.762v01-00 NL een kwetsbare situatie; Or. it Amendement 158 Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; roept de Commissie op een deel van het ESIF te oormerken voor RIS3-synergieën met Horizon 2020; roept de Commissie op om lidstaten te verbieden strengere eisen voor de besteding van ESIF-begrotingen op te leggen dan de Europese regels zelf; roept de lidstaten op om af te zien van de invoering van strengere eisen voor besteding van ESIF-begrotingen dan de Europese regels; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP terwijl tegelijkertijd transparante procedures worden gewaarborgd; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe PE602.762v01-00 NL Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe 90/119 AM\1121542NL.docx onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. en Amendement 159 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1 zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP, en om RIS en Europese en nationale O&O-prioriteiten op elkaar af te stemmen; roept de Europese Commissie en de lidstaten ook op om het beginsel van additionaliteit correct toe te passen; benadrukt dat volgens dit beginsel de bijdragen van Europese financieringen geen vervanging mogen zijn van de overeenstemmende overheids- of structurele uitgaven van een lidstaat in de betreffende regio's. _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet AM\1121542NL.docx Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet 91/119 PE602.762v01-00 NL gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. en Amendement 160 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; benadrukt dat het belangrijk is de landspecifieke verslagen op te volgen om de synergieën tussen het EFRO en het KP te identificeren; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. PE602.762v01-00 NL Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. 92/119 AM\1121542NL.docx Or. en Amendement 161 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te zorgen dat er een betere koppeling tussen de ESIfondsen en de O&O&I-investeringen mogelijk wordt; roept de Commissie op tevens te onderzoeken hoe er in de toekomst voor meer synergieën kan worden gezorgd; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. de Amendement 162 AM\1121542NL.docx 93/119 PE602.762v01-00 NL Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn; streeft ernaar regels en procedures voor O&O&I-projecten onder het EFRO en het KP met elkaar in overeenstemming te brengen; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. en Amendement 163 Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa Ontwerpresolutie Paragraaf 16 PE602.762v01-00 NL 94/119 AM\1121542NL.docx Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten en daarom moet worden bevorderd en versterkt; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. en Amendement 164 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor AM\1121542NL.docx 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen en tussen fondsen en EUprogramma's cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te 95/119 PE602.762v01-00 NL investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het reglement van het KP; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. en Amendement 165 Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 16 Ontwerpresolutie Amendement 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te herzien en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het 16. merkt op dat synergieën tussen fondsen cruciaal zijn om investeringen doeltreffender te maken; benadrukt dat RIS3 een belangrijk instrument is om synergieën op gang te brengen door nationale en regionale kaders voor investeringen in O&O&I op te zetten; betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen voor de volledige operationalisering van synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de Commissie op om de staatssteunregels te beoordelen en te voorzien in de mogelijkheid van structuurfondsprojecten voor O&O in het PE602.762v01-00 NL 96/119 AM\1121542NL.docx reglement van het KP; reglement van het KP; _________________ _________________ 1 1 Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Grote onderzoeksinfrastructuur past in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, maar de EFRO-fondsen die nationaal toegekend worden kunnen niet gebruikt worden voor cofinanciering; kosten voor het bouwen van nieuwe onderzoeksinfrastuctruur komen in aanmerking voor het EFRO, maar werkings- en personeelskosten niet. Or. fi Amendement 166 Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 16 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 16 bis. onderstreept dat de huidige financiering voor Horizon 2020 de ongelijkheden en verschillen tussen Europese regio's en macro-regio’s kan versterken, door het voortrekken van gebieden die gekenmerkt worden door een hoog niveau van overheidssteun voor O&O en de aanwezigheid van georganiseerde en dynamische industriële ecosystemen, en verzoekt de Commissie zodoende om nauwere integratie tussen Horizon 2020 en het regionaal beleid te bevorderen om te zorgen voor de goede ontwikkeling in de onderontwikkelde regio's en in de sterk geïndustrialiseerde gebieden en de deelname van kmo's aan regionale innovatieclusters te stimuleren; Or. it Amendement 167 AM\1121542NL.docx 97/119 PE602.762v01-00 NL Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 16 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 16 bis. roept de Commissie op om effectieve synergiemechanismen tussen het KP en het EFRO op te zetten, met inbegrip van de gelijkschakeling van staatssteunregels voor O&O&I-projecten onder H2020 en het EFRO; stelt vast dat effectief gebruik van de Excellentiekeurregeling alleen mogelijk is als aan bovenstaande voorwaarde is voldaan; Or. en Amendement 168 Hermann Winkler Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wil benutten en de Europese onderzoeksruimte werkelijk blijvend wil profileren; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te PE602.762v01-00 NL 98/119 AM\1121542NL.docx staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; beklemtoont echter wel dat verder bij alle nieuwe maatregelen het beginsel van excellentie doorslaggevend moet zijn en dat er geen verwarring met de doelstellingen van het cohesiebeleid mag ontstaan; Or. de Amendement 169 Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; AM\1121542NL.docx 99/119 PE602.762v01-00 NL Or. fi Amendement 170 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de succesvolle tenuitvoerlegging van de Europese Onderzoeksruimte de volle inzet vereist van het O&O&I-potentieel van alle lidstaten en erkent de problematische participatiekloof in het Horizon 2020programma; verwelkomt in dit verband het beleid "Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden" en verzoekt de Commissie het budget hiervan aanzienlijk te verhogen; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald en het evenwichtige en goedgekeurde geheel van instrumenten te verstrekken dat beantwoordt aan de bestaande ongelijkheden op het gebied van onderzoek en innovatie binnen de EU; roept de Commissie en de lidstaten op om duidelijke regels op te stellen om de Excellentiekeur-regeling volledig uit te voeren; roept op om de indicatoren die worden gebruikt ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien en de lijst met deze landen regelmatig te controleren tijdens de uitvoering van het kaderprogramma; Or. en Amendement 171 PE602.762v01-00 NL 100/119 AM\1121542NL.docx Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname, dat een mechanisme moet zijn om deelname van begunstigde landen te vergroten; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit en na te gaan of de doelstelling om O&O-mogelijkheden te vergroten en te verbeteren is gehaald; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; Or. en Amendement 172 Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 17 AM\1121542NL.docx 101/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die zowel op EU- als op nationaal niveau, alsook via het EFRO, aangepakt moet worden, als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie en de lidstaten op om maatregelen met het EFRO in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; Or. en Amendement 173 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die zowel op EU- als op nationaal niveau, alsook via het EFRO, aangepakt moet worden als de EU het volle PE602.762v01-00 NL 102/119 AM\1121542NL.docx verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie en de lidstaten op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; Or. en Amendement 174 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te AM\1121542NL.docx 103/119 PE602.762v01-00 NL houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om de huidige maatregelen aan te passen om de participatiekloof te dichten; Or. en Amendement 175 Jakop Dalunde namens de Verts/ALE-Fractie Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om de huidige instrumenten aan te passen om de participatiekloof te dichten; Or. en Amendement 176 PE602.762v01-00 NL 104/119 AM\1121542NL.docx Victor Negrescu Ontwerpresolutie Paragraaf 17 Ontwerpresolutie Amendement 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten; 17. merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen noordelijke en zuidelijke, en westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de Europese dimensie van de problematische participatiekloof, die door het KP aangepakt moet worden als de EU het volle potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit verband het programma ter verbreding van de deelname; verzoekt de Commissie te beoordelen of de drie verbredingsinstrumenten hun specifieke doelstellingen hebben gehaald, te verduidelijken wat de objectieve en algemene doelstelling van het programma is, de indicatoren ter definiëring van "ondervertegenwoordigde" landen te herzien, en een dynamische lijst bij te houden waar landen al dan niet op kunnen staan naargelang de evolutie van hun capaciteit; roept de Commissie op om maatregelen in te voeren of aan te passen om de participatiekloof te dichten, zoals voorzien in voldoende netwerkinstrumenten voor onderzoekers die ertoe bijdragen de innovatiekloof in Europa te dichten; Or. en Amendement 177 Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 17 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 17 bis. stelt voor dat projecten die AM\1121542NL.docx 105/119 PE602.762v01-00 NL overheidsfinanciering hebben gekregen gedeeltelijk zouden kunnen worden uitgevoerd op andere locaties waar het bijvoorbeeld meer efficiënt zou zijn om een aantal bevindingen en innovaties commercieel te exploiteren, om op die manier samenwerking te stimuleren, de capaciteit voor excellentie in heel Europa te vergroten en regio's en instellingen met minder capaciteiten te ondersteunen; Or. en Amendement 178 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 17 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 17 bis. merkt op dat volgens de jaarverslagen van de Commissie over de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 voor 2014 en 2015 de EU-15 samen 88,6 % van de financiering kregen, terwijl de totale EU-financiering voor de EU-13 4,5 % bedroeg, wat minder is dan de financiering voor geassocieerde landen die 6,4 % bedroeg; Or. en Amendement 179 Clare Moody Ontwerpresolutie Paragraaf 17 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 17 bis. roept de Commissie op financieringssynergieën met andere EUprogramma's te onderzoeken om de PE602.762v01-00 NL 106/119 AM\1121542NL.docx voortgang van het programma ter verbreding van de deelname uit te breiden en om minimale impact op het belangrijkste criterium van wetenschappelijke excellentie binnen de kaderprogramma's te verzekeren; Or. en Amendement 180 Marian-Jean Marinescu Ontwerpresolutie Paragraaf 17 ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 17 ter. roept de Commissie en in het bijzonder de agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de prioriteit van excellente wetenschap op om samenwerkingen en coördinatieactiviteiten te bevorderen om de deelname van regio's met minder capaciteiten aan te moedigen door capaciteitsopbouw en ondersteuning van mobiliteit en loopbaanontwikkeling in die regio's; Or. en Amendement 181 Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de 18. erkent het belang van het integreren van STEM, onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de AM\1121542NL.docx 107/119 PE602.762v01-00 NL opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen en hoger onderwijs in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; Or. en Amendement 182 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het 18. is verheugd over de inspanningen om te zorgen voor betere verbanden tussen de Europese Onderzoeksruimte en de Europese ruimte voor hoger onderwijs, wat het gemakkelijker maakt om de volgende generatie onderzoekers op te leiden; erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge PE602.762v01-00 NL 108/119 AM\1121542NL.docx behalen van hun PhD; onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, en om financieringsschema's te versterken voor jonge onderzoekers met minder dan twee jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. en Amendement 183 Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor onderzoekers en om alle vormen van onzekere arbeidsomstandigheden in door H2020 gefinancierde projecten te verwerpen; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. en Amendement 184 Henna Virkkunen AM\1121542NL.docx 109/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om loopbanen voor jonge onderzoekers in de onderzoekssector te bevorderen; roept de Commissie op om te voorzien in nieuwe financieringsinstrumenten voor getalenteerde jonge onderzoekers, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. fi Amendement 185 Nicolas Bay Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de PE602.762v01-00 NL 110/119 AM\1121542NL.docx lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; lidstaten op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de lidstaten op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. fr Amendement 186 Victor Negrescu Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door pan-Europese netwerkinstrumenten voor jonge onderzoekers en een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. en Amendement 187 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler AM\1121542NL.docx 111/119 PE602.762v01-00 NL Ontwerpresolutie Paragraaf 18 Ontwerpresolutie Amendement 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; 18. erkent het belang van het integreren van onderzoeks- en ondernemerschapsvaardigheden in de opleidingsstelsels van lagere en middelbare scholen in de lidstaten, teneinde jonge mensen aan te moedigen deze vaardigheden te verwerven, aangezien O&O vanuit structureel oogpunt benaderd moet worden, eerder dan als een cyclisch of in tijd begrensd gegeven; roept de lidstaten en de Commissie op om te zorgen voor stabielere en meer aantrekkelijke banen voor jonge onderzoekers; roept de Commissie op om het niveau van ondersteuning voor jonge onderzoekers te verhogen, onder meer door een nieuw financieringsschema in te voeren voor jonge onderzoekers met minder dan drie jaar ervaring na het behalen van hun PhD; Or. en Amendement 188 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Patrizia Toia, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 18 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 18 bis. is verheugd over de inspanningen om te zorgen voor betere banden tussen de Europese Onderzoeksruimte en de Europese ruimte voor hoger onderwijs, wat het gemakkelijker maakt om de volgende generatie onderzoekers op te leiden; roept de Commissie op te blijven werken aan de complementariteit van het Erasmus+-programma en KP9 door de PE602.762v01-00 NL 112/119 AM\1121542NL.docx ondersteuning van initiatieven, zoals zomerscholen en het testen van de meest recente op onderzoek gebaseerde didactische methoden en door een bijkomende ERC-regeling, die lijkt op de "Proof of Concept"-regeling van de ERC, waardoor begunstigden van ERCsubsidies innovatieve onderwijsmethoden en onderwijsleerplannen kunnen onderzoeken. Or. en Amendement 189 Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 18 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 18 bis. benadrukt de noodzaak om samenwerking tussen onderzoek en hoger onderwijs te verbeteren en de banden tussen de Europese Onderzoeksruimte en de Europese ruimte voor hoger onderwijs te versterken door internationale onderzoeksmobiliteit voor studenten en jonge onderzoekers te stimuleren en de innovatievaardigheden van studenten te ontwikkelen door hen te betrekken bij onderzoekswerk; Or. en Amendement 190 Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 18 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 18 bis. onderstreept het belang van AM\1121542NL.docx 113/119 PE602.762v01-00 NL nauwere samenwerking tussen producenten en universitaire en wetenschappelijke instellingen om binnen universiteiten en wetenschappelijke centra de creatie van structuren te bevorderen om de band met het productiesysteem te versterken; Or. it Amendement 191 Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 18 bis (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 18 bis. verwelkomt de bevordering van vlaggenschip-projecten zoals het project inzake kwantumtechnologie, omdat het hier om echte radicale veranderingen in Europa gaat; Or. de Amendement 192 Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz Ontwerpresolutie Paragraaf 18 ter (nieuw) Ontwerpresolutie Amendement 18 ter. benadrukt de vitale rol van de Marie Curie-actie bij de versterking van de Europese Onderzoeksruimte; moedigt verdere ondersteuning aan van mobiliteit van onderzoekers via de Marie Curieactie, en de stimulering van intersectorale mobiliteit tussen de academische wereld en de industrie; Or. en Amendement 193 PE602.762v01-00 NL 114/119 AM\1121542NL.docx Henna Virkkunen Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Bonusinitiatief en het Prima-initiatief; Or. fi Amendement 194 Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. bevestigt dat de internationale deelname gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; Or. en Amendement 195 AM\1121542NL.docx 115/119 PE602.762v01-00 NL Victor Negrescu Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Primainitiatief) en de Europese samenwerking inzake wetenschap en technologie (COST) als netwerkinstrument; Or. en Amendement 196 Olle Ludvigsson Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. benadrukt dat wereldwijde samenwerking een belangrijk middel is om Europees onderzoek te versterken; bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020, wat zorgwekkend is; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en PE602.762v01-00 NL 116/119 AM\1121542NL.docx verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; Or. en Amendement 197 Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi, Christian Ehler Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; roept de Commissie op om de voorwaarden van internationale samenwerking te herzien, wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschapsdiplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt alle initiatieven waarbij derde landen betrokken zijn zoals het Primainitiatief; Or. en Amendement 198 Clare Moody Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler AM\1121542NL.docx 117/119 PE602.762v01-00 NL blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals de agenda "Open to the World" van de Commissie en het Prima-initiatief; Or. en Amendement 199 Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Carlos Zorrinho Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot concrete, onmiddellijke maatregelen en een strategische visie en structuur op de lange termijn ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Prima-initiatief; Or. en Amendement 200 Miapetra Kumpula-Natri Ontwerpresolutie Paragraaf 19 Ontwerpresolutie Amendement 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat 19. bevestigt dat de internationale samenwerking gedaald is van 5 % in KP7 naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het KP er mee voor moet zorgen dat PE602.762v01-00 NL 118/119 AM\1121542NL.docx Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief; Europa een belangrijke mondiale speler blijft, en herinnert aan het belang van wetenschappelijke diplomatie; roept op tot een strategische visie en structuur ter ondersteuning van deze doelstelling, en verwelkomt initiatieven zoals het Bonusinitiatief en het Prima-initiatief; Or. fi AM\1121542NL.docx 119/119 PE602.762v01-00 NL