AM_Com_NonLegReport

advertisement
Europees Parlement
2014-2019
Commissie industrie, onderzoek en energie
2016/2147(INI)
4.4.2017
AMENDEMENTEN
1 - 200
Ontwerpverslag
Soledad Cabezón Ruiz
(PE600.940v01-00)
Beoordeling van de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 met het oog op de
tussentijdse beoordeling en het voorstel voor het negende kaderprogramma
(2016/2147(INI))
AM\1121542NL.docx
NL
PE602.762v01-00
In verscheidenheid verenigd
NL
AM_Com_NonLegReport
PE602.762v01-00
NL
2/119
AM\1121542NL.docx
Amendement 1
Edouard Martin
Ontwerpresolutie
Visum 16 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
–
gezien de verslagen van 2014 en
2015 van de Europese Commissie aan de
Commissie getiteld "Integration of Social
Sciences and the Humanities in Horizon
2020: participants, budgets and
disciplines",
Or. en
Amendement 2
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Visum 24 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
–
gezien zijn verslag over EUmiddelen voor gendergelijkheid
(2016/2144(INI)),
Or. en
Amendement 3
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Visum 25 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
–
gezien het ontwerpverslag van zijn
Commissie begrotingscontrole over het
verlenen van kwijting voor de uitvoering
van de algemene begroting van het
Europees Instituut voor innovatie en
technologie voor het begrotingsjaar 2015
AM\1121542NL.docx
3/119
PE602.762v01-00
NL
(2016/2191(DEC)),
Or. en
Amendement 4
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Overweging A
Ontwerpresolutie
Amendement
A.
overwegende dat Horizon 2020
(H2020) het grootste centraal beheerde
O&O-programma van de EU is;
A.
overwegende dat Horizon 2020
(H2020) het grootste centraal beheerde
O&I-programma van de EU en 's werelds
grootste met overheidsgeld gefinancierde
O&I-programma is;
Or. en
Amendement 5
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Overweging B
Ontwerpresolutie
Amendement
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd, en dat de
begroting erg beperkt lijkt als H2020 het
excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken;
Schrappen
Or. en
Amendement 6
Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana
PE602.762v01-00
NL
4/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Overweging B
Ontwerpresolutie
Amendement
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd, en dat de
begroting erg beperkt lijkt als H2020 het
excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken;
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd;
Or. fr
Amendement 7
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Patrizia Toia, Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Overweging B
Ontwerpresolutie
Amendement
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd, en dat de begroting
erg beperkt lijkt als H2020 het
excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken;
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd, en dat de begroting
erg beperkt lijkt als H2020 het
excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken en moet inspelen op
maatschappelijke uitdagingen waarmee
de samenleving in Europa en de rest van
de wereld momenteel wordt
geconfronteerd;
Or. en
Amendement 8
AM\1121542NL.docx
5/119
PE602.762v01-00
NL
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Overweging B
Ontwerpresolutie
Amendement
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 77 miljard EUR zoals
overeengekomen werd, en dat de begroting
erg beperkt lijkt als H2020 het
excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken;
B.
overwegende dat het Parlement bij
de onderhandelingen over H2020 en over
het huidige meerjarig financieel kader
(MFK) gevraagd heeft om 100 miljard
EUR, en niet om 80 miljard EUR zoals
aanvankelijk overeengekomen werd, en
dat de begroting erg beperkt lijkt als H2020
het excellentiepotentieel grondig moet
onderzoeken en op gepaste wijze moet
reageren op maatschappelijke
uitdagingen waarmee de samenleving in
Europa momenteel wordt geconfronteerd;
Or. en
Amendement 9
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Overweging C
Ontwerpresolutie
Amendement
C.
overwegende dat de tussentijdse
evaluatie, die gepland is voor het derde
kwartaal van 2017, het fundament zal
vormen voor de structuur en de inhoud van
KP9, waarover een voorstel gepubliceerd
zal worden in de eerste helft van 2018;
C.
overwegende dat het verslag van de
groep op hoog niveau over het
maximaliseren van de impact van
onderzoeks- en innovatieprogramma's
van de EU en de tussentijdse evaluatie, die
gepland is voor het derde kwartaal van
2017, het fundament zal vormen voor de
structuur en de inhoud van KP9, waarover
een voorstel gepubliceerd zal worden in de
eerste helft van 2018;
Or. en
Amendement 10
PE602.762v01-00
NL
6/119
AM\1121542NL.docx
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Overweging D
Ontwerpresolutie
Amendement
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en
dat de nieuwe uitdagingen (zoals
populisme, ongelijkheid, migratie en
terrorisme) en de nieuwe politieke en
economische paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
Schrappen
Or. en
Amendement 11
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Overweging D
Ontwerpresolutie
Amendement
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals populisme,
ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de
nieuwe politieke en economische
paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals
nationalistisch populisme, xenofobie,
ongelijkheid, migratiestromen en
internationaal terrorisme, technologische
vooruitgang, sociaal-medische
uitdagingen, klimaatverandering of
duurzaamheid van natuurlijke
hulpbronnen) en de nieuwe politieke en
economische paradigma's waarop
antwoorden nodig zijn die rekening
houden met het standpunt van de
samenleving en haar belangen en die
verzekeren dat de EU haar kernwaarden
en -beginselen behoudt, het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
AM\1121542NL.docx
7/119
PE602.762v01-00
NL
Or. en
Amendement 12
Martina Werner
Ontwerpresolutie
Overweging D
Ontwerpresolutie
Amendement
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals populisme,
ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de
nieuwe politieke en economische
paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals populisme,
ongelijkheid, migratie, terrorisme en de
toenemende technologische wedloop met
andere regio's in de wereld), de nieuwe
politieke en economische paradigma's,
alsook verdere megatrends zoals
digitalisering, klimaatverandering en de
overgang naar duurzame mobiliteit, het
volgende onderzoeksprogramma zullen
bepalen;
Or. de
Amendement 13
Nicolas Bay
Ontwerpresolutie
Overweging D
Ontwerpresolutie
Amendement
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals populisme,
ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de
nieuwe politieke en economische
paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals het
groeiende verzet van de bevolking tegen
de Europese Unie, de overspoeling van
Europese landen door migranten en het
islamitisch terrorisme) en de nieuwe
politieke en economische paradigma's het
volgende onderzoeksprogramma zullen
PE602.762v01-00
NL
8/119
AM\1121542NL.docx
bepalen;
Or. fr
Amendement 14
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Overweging D
Ontwerpresolutie
Amendement
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (zoals populisme,
ongelijkheid, migratie en terrorisme) en de
nieuwe politieke en economische
paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
D.
overwegende dat de economische
en financiële crises bepalende factoren
waren voor het ontwerp van H2020, en dat
de nieuwe uitdagingen (de creatie van
werkgelegenheid, veiligheid en migratie)
en de nieuwe politieke en economische
paradigma's het volgende
onderzoeksprogramma zullen bepalen;
Or. en
Amendement 15
Nicolas Bay
Ontwerpresolutie
Overweging E
Ontwerpresolutie
Amendement
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op Europese waarden, wetenschappelijke
onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit,
hoge Europese ethische normen, sociale
cohesie en gelijke toegang voor burgers tot
de oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op wetenschappelijke onafhankelijkheid,
hoge Europese ethische normen, sociale
cohesie en gelijke toegang voor burgers tot
de oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
Or. fr
AM\1121542NL.docx
9/119
PE602.762v01-00
NL
Amendement 16
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Overweging E
Ontwerpresolutie
Amendement
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op Europese waarden, wetenschappelijke
onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit,
hoge Europese ethische normen, sociale
cohesie en gelijke toegang voor burgers tot
de oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op Europese waarden, wetenschappelijke
onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit,
hoge Europese ethische normen en normen
inzake integriteit van onderzoek, sociale
cohesie en gelijke toegang voor burgers tot
de oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
Or. en
Amendement 17
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Overweging E
Ontwerpresolutie
Amendement
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op Europese waarden, wetenschappelijke
onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit,
hoge Europese ethische normen, sociale
cohesie en gelijke toegang voor burgers tot
de oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
E.
overwegende dat het
kaderprogramma (KP) gebaseerd moet zijn
op Europese waarden, wetenschappelijke
onafhankelijkheid, neutraliteit, diversiteit,
de hoogste wetenschappelijke normen en
gelijke toegang voor burgers tot de
oplossingen en antwoorden waarin het
voorziet;
Or. en
Amendement 18
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández
Ontwerpresolutie
Overweging E bis (nieuw)
PE602.762v01-00
NL
10/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Amendement
E bis. overwegende dat we in de toekomst
een oplossing zullen moeten vinden voor
de vele veranderingen en uitdagingen om
de Europese gezondheidszorg te
bevorderen en in stand te houden;
overwegende dat deze veranderingen en
uitdagingen voortvloeien uit een integrale
visie op gezondheidszorg, een nieuwe
demografische, epidemiologische,
sociologische, economische en
competitieve context, alsook uit
aanzienlijke technologische
veranderingen en sterk gewijzigde
zorgmodellen;
Or. es
Amendement 19
Gunnar Hökmark
Ontwerpresolutie
Overweging E bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E bis. overwegende dat investeringen in
O&O van essentieel belang zijn voor de
Europese economische en sociale
ontwikkeling en het wereldwijde
concurrentievermogen, en overwegende
dat het belang van uitstekende
wetenschap voor het stimuleren van
innovatie en concurrentievoordeel op de
lange termijn moeten worden
weerspiegeld in de financiering van KP9;
Or. en
Amendement 20
Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández
AM\1121542NL.docx
11/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Overweging E bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E bis. overwegende dat de Horizon 2020onderzoeksprogramma's slecht gekend en
moeilijk toegankelijk zijn;
Or. es
Amendement 21
Gunnar Hökmark
Ontwerpresolutie
Overweging E ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E ter. overwegende dat het Verenigd
Koninkrijk en de EU van elkaar
afhankelijk zijn om hun wereldwijde
concurrentievermogen en excellentie op
het gebied van O&O te behouden, en
overwegende dat deze wederzijdse
afhankelijkheid tot uiting moet komen in
de nakende onderhandelingen na de
inroeping van artikel 50 door het
Verenigd Koninkrijk;
Or. en
Amendement 22
Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández
Ontwerpresolutie
Overweging E ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E ter. overwegende dat onderzoek naar
en publicaties over ziektepreventie en
tussenkomsten die gericht zijn op de
behoeften van de bevolking dezelfde
prioriteit moeten krijgen als onderzoek
PE602.762v01-00
NL
12/119
AM\1121542NL.docx
naar en publicaties over behandelingen
met geneesmiddelen en
gezondheidsproducten;
Or. es
Amendement 23
Gunnar Hökmark
Ontwerpresolutie
Overweging E quater (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E quater.
overwegende dat de trend
in citeerimpact hoger is in landen buiten
de EU, met name Singapore, Zwitserland
en de Verenigde Staten, wat de noodzaak
benadrukt van grotere Europese
inspanningen en investeringen in O&O,
uitmuntende wetenschap en een
wereldwijd concurrerend KP9 met als doel
Europa om te vormen tot een wereldwijd
toonaangevend centrum voor onderzoek;
Or. en
Amendement 24
Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández
Ontwerpresolutie
Overweging E quater (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
E quater.
overwegende dat het
onderzoek naar en de ontwikkeling van
geneesmiddelen soms niet inspelen op de
echte gezondheidsbehoeften en dat ze tot
de verantwoordelijkheid van artsen, met
name om goede praktijken te waarborgen
door alle beïnvloeding uit te sluiten, en
van de regelgever behoren;
AM\1121542NL.docx
13/119
PE602.762v01-00
NL
Or. es
Amendement 25
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 2
Ontwerpresolutie
Amendement
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
moedigt relevante lidstaten aan gepaste
bijdragen te leveren om de doelstelling
van 3 % van het bbp van de EU te halen;
merkt op dat een algemene toename met
3 % meer dan 100 miljard EUR extra per
jaar zou opleveren voor onderzoek en
innovatie in Europa; herinnert eraan dat
twee derde van de O&O-financiering van
de industrie moet komen;
_________________
_________________
1
1
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
Or. en
Amendement 26
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Patrizia Toia, Carlos Zorrinho
PE602.762v01-00
NL
14/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Paragraaf 2
Ontwerpresolutie
Amendement
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
herinnert eraan dat de Europese
Onderzoeksruimte (EOR) rechtstreekse
concurrentie ondervindt van 's werelds
best presterende onderzoeksregio's en dat
de versterking van de EOR dan ook een
collectieve taak van Europa is;
_________________
_________________
1
1
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
Or. en
Amendement 27
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 2
Ontwerpresolutie
Amendement
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
AM\1121542NL.docx
2.
wijst erop dat Horizon 2020 tot
doel heeft bij te dragen aan het opbouwen
van een samenleving en een economie
gebaseerd op kennis en innovatie door
bijkomende nationale publieke en private
15/119
PE602.762v01-00
NL
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
financiering voor O&O aan te trekken en te
helpen om tegen 2020 de doelstelling van
3 % van het bbp voor O&O te halen;
betreurt dat de EU in 2015 slechts 2,03 %
van het bbp in O&O geïnvesteerd heeft,
met verschillen tussen de landen van
0,46 % tot 3,26 %, terwijl grote
concurrenten wereldwijd het beter doen
dan de EU op het gebied van uitgaven
voor O&O1;
_________________
_________________
1
1
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
Or. en
Amendement 28
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 2
Ontwerpresolutie
Amendement
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; betreurt dat de EU
in 2015 slechts 2,03 % van het bbp in
O&O geïnvesteerd heeft, met verschillen
tussen de landen van 0,46 % tot 3,26 %1;
2.
wijst erop dat H2020 tot doel heeft
bij te dragen aan het opbouwen van een
samenleving en een economie gebaseerd
op kennis en innovatie door bijkomende
nationale publieke en private financiering
voor O&O aan te trekken en te helpen om
tegen 2020 de doelstelling van 3 % van het
bbp voor O&O te halen; benadrukt de
noodzaak om gelijke tred te houden met
onze concurrenten wereldwijd en betreurt
dat de EU in 2015 slechts 2,03 % van het
bbp in O&O geïnvesteerd heeft, met
verschillen tussen de landen van 0,46 % tot
3,26 %1;
_________________
_________________
1
1
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
PE602.762v01-00
NL
"Horizon 2020, het Kaderprogramma van
de EU voor Onderzoek en Innovatie.
16/119
AM\1121542NL.docx
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
Europese uitvoeringsbeoordeling"
Onderzoeksdienst van het Europees
Parlement
Or. en
Amendement 29
Angelika Niebler, Herbert Reul
Ontwerpresolutie
Paragraaf 3
Ontwerpresolutie
Amendement
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2;
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2; wijst op de mededeling
van Commissie aan het Europees
Parlement, de Raad, het Europees
Economisch en Sociaal Comité en het
Comité van de Regio’s – Europese
normen voor de 21e eeuw (SWD(2016)186
final), waarin de belangrijke rol van
normalisatie in samenhang met innovatie
wordt benadrukt; erkent dat normen
innovatiebevorderend en niet
innovatiebelemmerend moeten zijn;
_________________
_________________
2
2
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Or. de
Amendement 30
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 3
AM\1121542NL.docx
17/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2;
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek en innovatie van de
EU een groot succes is2 en een duidelijke
toegevoegde waarde voor de EU creëert
met een hoog niveau van additionaliteit;
_________________
_________________
2
2
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Or. en
Amendement 31
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 3
Ontwerpresolutie
Amendement
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2;
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
succes is2; benadrukt dat er nog vele
mogelijkheden zijn om het
kaderprogramma en de opvolger ervan te
verbeteren;
_________________
_________________
2
2
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Or. en
Amendement 32
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
PE602.762v01-00
NL
18/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Paragraaf 3
Ontwerpresolutie
Amendement
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2;
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek en innovatie van de
EU een groot succes is2 en een duidelijke
toegevoegde waarde voor de EU heeft;
_________________
_________________
2
2
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Or. en
Amendement 33
Nicolas Bay
Ontwerpresolutie
Paragraaf 3
Ontwerpresolutie
Amendement
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
groot succes is2;
3.
benadrukt dat uit de evaluatie van
KP7 en uit het toezicht op H2020 blijkt dat
het KP voor onderzoek van de EU een
relatief succes is2;
_________________
_________________
2
2
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Met meer dan 130 000 ontvangen
voorstellen, 9 000 toegekende subsidies,
50 000 deelnames en 15,9 miljard EUR
EU-financiering.
Or. fr
Amendement 34
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 4
AM\1121542NL.docx
19/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
4.
is van oordeel dat de
multidisciplinaire setting, de aanpak
gebaseerd op samenwerking en de
vereisten qua deskundigheid en effect de
redenen zijn voor dit succes;
4.
is van oordeel dat onder meer de
multidisciplinaire setting, de aanpak
gebaseerd op samenwerking en de
vereisten qua deskundigheid en effect
redenen zijn voor dit succes;
Or. en
Amendement 35
Herbert Reul, Angelika Niebler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 4 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
4 bis. erkent dat het Europese
concurrentievermogen en de creatie van
groei en werkgelegenheid de belangrijkste
doelstellingen van Europese O&Iprogramma's zijn en roept daarom op de
deelname van belangrijke industriële
sectoren en bedrijven verder te
bevorderen; is van mening dat naast de
kmo-instrumenten ook betrokkenheid van
kmo's in samenwerkingsverband moet
worden bevorderd;
Or. en
Amendement 36
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als
doel de uitgaven voor O&O door de
industrie te verhogen3; betreurt dat de
PE602.762v01-00
NL
Schrappen
20/119
AM\1121542NL.docx
industrie haar aandeel in de uitgaven
voor O&O nog niet heeft opgetrokken;
vraagt de Commissie om te beoordelen
wat de toegevoegde waarde is van
financiering voor door de industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020fondsen, ongeveer 10 % van de volledige
H2020-begroting en meer dan 13 % van
de daadwerkelijk beschikbare
financiering voor H2020-aanbestedingen
(ongeveer 8 miljard EUR per jaar over 7
jaar).
5
Zie de conclusies van de Raad van 29
mei 2015.
Or. de
Amendement 37
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; merkt evenwel op dat
de participatie van de industrie, met
AM\1121542NL.docx
21/119
PE602.762v01-00
NL
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
inbegrip van kmo's, aanzienlijk hoger is
dan bij KP7; vraagt de Commissie om te
beoordelen wat de toegevoegde waarde is
van financiering voor door de industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5; benadrukt dat het erg
belangrijk is te waarborgen dat het
openbaar belang bij dergelijke initiatieven
voldoende wordt beschermd, door een
eerlijke maatschappelijke impact te
verzekeren en te zorgen voor meer
inspraak van het publiek in het
besluitvormingsproces van de
onderzoeksprioriteiten;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. en
Amendement 38
Martina Werner
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
PE602.762v01-00
NL
22/119
AM\1121542NL.docx
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; erkent de waarde van
financiering voor door de industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), in het bijzonder voor de
belangrijke O&O-samenwerking ten
aanzien van de algehele waardeketen;
roept de Commissie op om gelet op het feit
dat GTI een aanzienlijk deel van de
begroting uitmaken4, te waarborgen dat
deze middelen efficiënt worden ingezet en
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8
miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8
miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. de
Amendement 39
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
AM\1121542NL.docx
23/119
PE602.762v01-00
NL
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; merkt op dat de hogere
maximale terugbetalingspercentages die
in Horizon 2020 aan grote bedrijven
werden toegekend in vergelijking met KP7
moeten worden verminderd in KP9; vraagt
de Commissie om te beoordelen wat de
toegevoegde waarde is van financiering
voor door de industrie gestuurde
instrumenten, zoals de gemeenschappelijke
technologie-initiatieven (GTI), die een
aanzienlijk deel van de begroting
uitmaken4, en vraagt om de coherentie,
inclusiviteit en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. en
Amendement 40
Herbert Reul, Angelika Niebler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; is verheugd over het feit dat de
PE602.762v01-00
NL
24/119
AM\1121542NL.docx
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
industrie al twee derde van de totale
uitgaven voor O&O financiert maar
betreurt evenwel dat sommige industrieën
hun aandeel in de uitgaven voor O&O nog
niet hebben opgetrokken; vraagt de
Commissie om de toegevoegde waarde van
financiering voor door de industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, verder te
bevorderen en vraagt om de coherentie en
transparantie van alle gemeenschappelijke
initiatieven verder te benadrukken5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. en
Amendement 41
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Gesine Meissner, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; merkt op dat de industrie al
goed is voor twee derde van de uitgaven
voor O&O; vraagt de Commissie om te
beoordelen wat de toegevoegde waarde is
AM\1121542NL.docx
25/119
PE602.762v01-00
NL
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
van door de industrie gestuurde
instrumenten, zoals de gemeenschappelijke
technologie-initiatieven (GTI), die een
aandeel van 10 % van de begroting van
Horizon 2020 uitmaken4; vraagt de
Commissie om de coherentie en
transparantie van alle gemeenschappelijke
initiatieven verder uit te breiden5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. en
Amendement 42
Françoise Grossetête, Anne Sander
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; is verheugd dat de industrie al
twee derde van de totale uitgaven voor
O&O voor haar rekening neemt; vraagt de
Commissie om de toegevoegde waarde van
financiering voor door de industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, verder te
bevorderen, en vraagt om de coherentie en
PE602.762v01-00
NL
26/119
AM\1121542NL.docx
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
transparantie van alle gemeenschappelijke
initiatieven verder te benadrukken5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
4
5
5
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. en
Amendement 43
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om door de industrie gestuurde
instrumenten, zoals de gemeenschappelijke
technologie-initiatieven (GTI), die een
aanzienlijk deel van de begroting
uitmaken, te beoordelen en te verbeteren4,
en vraagt om de coherentie en transparantie
van alle gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken;
_________________
_________________
3
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
AM\1121542NL.docx
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
27/119
PE602.762v01-00
NL
4
4
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer
8 miljard EUR per jaar over 7 jaar).
5
Zie de conclusies van de Raad van 29
mei 2015.
Or. en
Amendement 44
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5
Ontwerpresolutie
Amendement
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat de industrie haar
aandeel in de uitgaven voor O&O nog niet
heeft opgetrokken; vraagt de Commissie
om te beoordelen wat de toegevoegde
waarde is van financiering voor door de
industrie gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI), die een aanzienlijk deel
van de begroting uitmaken4, en vraagt om
de coherentie en transparantie van alle
gemeenschappelijke initiatieven te
onderzoeken5;
5.
begrijpt dat het KP de participatie
van de industrie zal stimuleren met als doel
de uitgaven voor O&O door de industrie te
verhogen3; betreurt dat sommige
industriële sectoren hun aandeel in de
uitgaven voor O&O nog niet hebben
opgetrokken; vraagt de Commissie om
mogelijkheden tot verbetering bij industrie
gestuurde instrumenten, zoals de
gemeenschappelijke technologieinitiatieven (GTI) te onderzoeken, die een
aanzienlijk deel van de begroting
uitmaken4, en vraagt om de coherentie en
transparantie van alle gemeenschappelijke
initiatieven te onderzoeken5;
_________________
_________________
3
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
3
4
4
Twee derde van de 3 % van het bbp voor
O&O moet van de industrie komen.
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8
PE602.762v01-00
NL
In totaal zijn de 7 GTI's goed voor meer
dan 7 miljard EUR van de H2020-fondsen,
ongeveer 10 % van de volledige H2020begroting en meer dan 13 % van de
daadwerkelijk beschikbare financiering
voor H2020-aanbestedingen (ongeveer 8
28/119
AM\1121542NL.docx
miljard EUR per jaar over 7 jaar).
miljard EUR per jaar over 7 jaar).
5
5
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Zie de conclusies van de Raad van 29 mei
2015.
Or. de
Amendement 45
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
5 bis. herhaalt het positieve resultaat van
het gebruik van satellietgegevens die
rechtstreeks ten goede kwamen van de
maatschappij en de economie als gevolg
van de vooruitgang die werd geboekt in
ruimtevaarttechnologieën bij onderzoek
dat door de EU in het kader van
Horizon 2020 werd gefinancierd;
Or. en
Amendement 46
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 5 ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
5 ter. roept de Commissie op, rekening
houdend met de verwezenlijkingen van
gemeenschappelijke ondernemingen zoals
Clean Sky en Sesar en van
gemeenschappelijke technologische
initiatieven zoals Ecsel, Shift2Rail en
biogebaseerde industrieën, de
governanceregelingen voor
gemeenschappelijke technologieinitiatieven uit te breiden naar nieuwe
industriële sectoren zoals
AM\1121542NL.docx
29/119
PE602.762v01-00
NL
ruimtetechnologieën;
Or. en
Amendement 47
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 6
Ontwerpresolutie
Amendement
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen en
dubbel werk; verzoekt de Commissie om
na te denken over hoe dit vereenvoudigd
kan worden;
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen en
dubbel werk; verzoekt de Commissie om
na te denken over hoe dit vereenvoudigd
kan worden; benadrukt de noodzaak van
een duidelijke voorstelling van het
takenpakket en de verantwoordelijkheden
van de nieuwe Europese Innovatieraad;
Or. en
Amendement 48
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 6
Ontwerpresolutie
Amendement
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen en
dubbel werk; verzoekt de Commissie om
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen en
dubbel werk; verzoekt de Commissie om
PE602.762v01-00
NL
30/119
AM\1121542NL.docx
na te denken over hoe dit vereenvoudigd
kan worden;
een plan voor te stellen om het
mechanisme verder te stroomlijnen en de
procedures voor aanvragers te
vereenvoudigen;
Or. en
Amendement 49
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 6
Ontwerpresolutie
Amendement
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen en
dubbel werk; verzoekt de Commissie om
na te denken over hoe dit vereenvoudigd
kan worden;
6.
merkt op dat de
programmabegroting, het
programmabeheer en de tenuitvoerlegging
verspreid zijn over 20 verschillende
organen; vraagt zich af of dit niet leidt tot
buitensporige coördinatie-inspanningen,
administratieve complexiteit en dubbel
werk; roept de Commissie op toe te
werken naar vereenvoudiging van deze
procedure;
Or. en
Amendement 50
Algirdas Saudargas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 6 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
6 bis. maakt zich zorgen over de
ongelijkheden die tussen de lidstaten
blijven bestaan inzake de verdeling van de
financiering in het kader van
Horizon 2020, waarbij het grootste deel
van de EU-financiering, te weten 86,7 %,
wordt toegewezen aan de EU-15 en
slechts 4,7 % aan de EU-13;
AM\1121542NL.docx
31/119
PE602.762v01-00
NL
Or. en
Amendement 51
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
Schrappen
Or. de
Amendement 52
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
PE602.762v01-00
NL
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
32/119
AM\1121542NL.docx
geesteswetenschappen, uitsluiten;
benadrukt dat het voor een geslaagd
innovatieproces ook nodig is dat de
projectpartners bij het onderzoek in
samenwerkingsverband de mogelijkheid
behouden het gehele bereik aan TRL's te
dekken; verwacht daarom dat binnen de
aanbestedingen ook bij de lagere TRL's
dan wel bij niveaus die meer gericht zijn
op het genereren van kennis door middel
van relevante onderdelen, onderzoek in
samenwerkingsverband in alle onderdelen
van de programma's behouden blijft;
Or. de
Amendement 53
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek
uitsluiten;
Or. en
Amendement 54
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
AM\1121542NL.docx
33/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 meer
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's); erkent
dat de TRL's niet-technologische vormen
van innovatie uit fundamenteel of
toegepast onderzoek, vooral op het vlak
van sociale en geesteswetenschappen,
uitsluiten;
Or. en
Amendement 55
Herbert Reul, Angelika Niebler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's en
roept daarom op tot een zorgvuldig
evenwicht van TRL's om de volledige
waardeketen te bevorderen; is van oordeel
dat de TRL's niet-technologische vormen
van innovatie uit fundamenteel of
toegepast onderzoek uitsluiten;
Or. en
Amendement 56
Massimiliano Salini
PE602.762v01-00
NL
34/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7
Ontwerpresolutie
Amendement
7.
merkt op dat pijlers 2 en 3 te sterk
gericht zijn op hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's), wat
verhindert dat in de toekomst
baanbrekende innovaties geabsorbeerd
worden van momenteel geplande
onderzoeksprojecten met lagere TRL's; is
van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek,
vooral op het vlak van sociale en
geesteswetenschappen, uitsluiten;
7.
is van mening dat pijlers 2 en 3
mogelijk te sterk gericht zijn op hogere
niveaus van technologische paraatheid
(TRL's), wat zou kunnen verhinderen dat
in de toekomst baanbrekende innovaties
geabsorbeerd worden van momenteel
geplande onderzoeksprojecten met lagere
TRL's; is van oordeel dat de TRL's niettechnologische vormen van innovatie uit
fundamenteel of toegepast onderzoek
uitsluiten;
Or. en
Amendement 57
Herbert Reul, Angelika Niebler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 7 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
7 bis. merkt op dat Horizon 2020 als
kaderprogramma voor onderzoek en
innovatie in de eerste plaats gebaseerd
moet blijven op subsidies, aangezien het
in verschillende lidstaten wettelijk niet is
toegestaan dat openbare
onderzoeksinstellingen leningen
aangaan;
Or. en
Amendement 58
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
AM\1121542NL.docx
35/119
PE602.762v01-00
NL
Paragraaf 7 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
7 bis. dringt er bij de Commissie op aan
in de pijlers 2 en 3 het zwaartepunt te
blijven leggen op de hogere niveaus van
technologische paraatheid (TRL's)
teneinde te zorgen voor voldoende
marktnabije innovatie, aangezien binnen
pijler 1 de nadruk ligt op fundamenteel
onderzoek;
Or. de
Amendement 59
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor
bevoordeeld worden en dat dit
problematisch is voor kleinere lidstaten en
kleine organisaties in grotere lidstaten;
betreurt dat dit nieuwkomers belemmert
en de financiering daardoor vooral naar
elite-instellingen gaat;
Schrappen
Or. de
Amendement 60
Christian Ehler
PE602.762v01-00
NL
36/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor
bevoordeeld worden en dat dit
problematisch is voor kleinere lidstaten en
kleine organisaties in grotere lidstaten;
betreurt dat dit nieuwkomers belemmert
en de financiering daardoor vooral naar
elite-instellingen gaat;
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn;
Or. de
Amendement 61
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor
bevoordeeld worden en dat dit
problematisch is voor kleinere lidstaten en
kleine organisaties in grotere lidstaten;
betreurt dat dit nieuwkomers belemmert
en de financiering daardoor vooral naar
elite-instellingen gaat;
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtig geheel van
kleine, middelgrote en grote projecten;
merkt op dat de gemiddelde begroting voor
projecten onder H2020 gestegen is en dat
voor grote projecten deelnemers met meer
ervaring met de projecten van de
kaderprogramma's bevoordeeld worden,
wat bepaalde hindernissen vormt voor
nieuwkomers;
AM\1121542NL.docx
37/119
PE602.762v01-00
NL
Or. en
Amendement 62
Massimiliano Salini
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor
bevoordeeld worden en dat dit
problematisch is voor kleinere lidstaten en
kleine organisaties in grotere lidstaten;
betreurt dat dit nieuwkomers belemmert
en de financiering daardoor vooral naar
elite-instellingen gaat;
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met meer ervaring met de
projecten van de kaderprogramma's
bevoordeeld worden, wat bepaalde
hindernissen vormt voor nieuwkomers;
Or. en
Amendement 63
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
PE602.762v01-00
NL
38/119
AM\1121542NL.docx
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat;
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat; verzoekt de Commissie, teneinde een
bredere en gelijkere verdeling van de
middelen te bevorderen, de mogelijkheid
te onderzoeken maximumdrempels voor
de totale financiering in te voeren, die
naar sector en omvang van de
onderneming verschillen en die iedere
aanvrager tijdens de looptijd van een
kaderprogramma kan verkrijgen;
Or. it
Amendement 64
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat;
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten die momenteel deze laatsten
bevoordeelt; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat; wijst op het succes van het kmoinstrument en roept op dit in de toekomst
uit te breiden;
Or. en
AM\1121542NL.docx
39/119
PE602.762v01-00
NL
Amendement 65
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat;
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is; benadrukt dat projecten met
veel deelnemers een groter projectbeheer
vereisen en dat hiervoor deelnemers met
een grote financiële en personeelscapaciteit
vereist zijn; merkt op dat de indruk leeft
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; roept de Commissie op te
beoordelen of dit nieuwkomers belemmert
en de financiering daardoor vooral naar
toonaangevende instellingen gaat;
Or. en
Amendement 66
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8
Ontwerpresolutie
Amendement
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een evenwichtige verdeling
tussen kleine, middelgrote en grote
projecten; merkt op dat de gemiddelde
begroting voor projecten onder H2020
gestegen is en dat voor grote projecten
deelnemers met een grote financiële en
personeelscapaciteit vereist zijn; merkt op
PE602.762v01-00
NL
8.
roept de Commissie op om te
streven naar een verdeling tussen kleine,
middelgrote en grote projecten; merkt op
dat de gemiddelde begroting voor projecten
onder H2020 gestegen is en dat voor grote
projecten een groter projectbeheer vereist
is en deelnemers met een grote financiële
en personeelscapaciteit vereist zijn; merkt
40/119
AM\1121542NL.docx
dat grote instellingen hierdoor bevoordeeld
worden en dat dit problematisch is voor
kleinere lidstaten en kleine organisaties in
grotere lidstaten; betreurt dat dit
nieuwkomers belemmert en de financiering
daardoor vooral naar elite-instellingen
gaat;
op dat grote instellingen hierdoor
bevoordeeld worden en dat dit
problematisch is voor kleinere lidstaten en
kleine organisaties in grotere lidstaten;
betreurt dat dit nieuwkomers belemmert en
de financiering daardoor vooral naar eliteinstellingen gaat;
Or. en
Amendement 67
Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
8 bis. benadrukt het belang van
fundamenteel onderzoek, dat niet mag
worden verwaarloosd louter ten gunste
van toegepaste wetenschappen; herinnert
eraan dat wetenschap iedereen ten goede
moet komen, dat fundamenteel onderzoek
een onontbeerlijk fase is die de weg effent
voor toekomstige ontdekkingen die
mogelijk kunnen worden toegepast;
benadrukt dat een al te economische visie
op onderzoek de creativiteit beknot omdat
projecten die achteraf van onschatbare
waarde kunnen blijken, niet worden
opgestart of gefinancierd;
Or. fr
Amendement 68
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 8 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
AM\1121542NL.docx
Amendement
41/119
PE602.762v01-00
NL
8 bis. erkent de inspanning van de
Commissie om de administratie te
stroomlijnen en de tijd tussen de
bekendmaking van een oproep en de
toewijzing van een subsidie te verkorten;
roept de Commissie op haar inspanningen
om administratieve rompslomp weg te
werken en de zaken te vereenvoudigen
voort te zetten; is verheugd over het
voorstel van de Commissie om de betaling
van vaste bedragen in te voeren om
administratie en controle te
vereenvoudigen;
Or. en
Amendement 69
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
9.
benadrukt dat het huidige
onacceptabel lage succespercentage van
14 % een neerwaartse trend is in
vergelijking met KP7; onderstreept dat op
grond van de ontoereikende begroting ook
een groot aantal kwalitatief zeer
hoogwaardige voorstellen niet kan
worden ondersteund, hetgeen tot grote
frustratie leidt onder de afgewezen
inschrijvers van dergelijke projecten en
uitermate contraproductief werkt voor de
bevordering van de Europese
onderzoeksruimte; betreurt dat de
besparingen veroorzaakt door het EFSI dit
probleem nog hebben verergerd;
Or. de
Amendement 70
Jakop Dalunde
PE602.762v01-00
NL
42/119
AM\1121542NL.docx
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt ten zeerste dat meer dan
25 000 voorstellen van hoge kwaliteit in
de eerste twee jaar van Horizon 2020 niet
werden gefinancierd; betreurt dat de
besparingen veroorzaakt door het EFSI dit
probleem nog hebben verergerd; merkt op
dat de lage succespercentages gedeeltelijk
te verklaren zijn doordat bepaalde
lidstaten niet in staat zijn om hun
nationale doelstellingen voor O&O te
halen;
Or. en
Amendement 71
Krystyna Łybacka
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd; roept de Commissie
op een versnippering van de begroting
van H2020 te vermijden;
Or. en
Amendement 72
AM\1121542NL.docx
43/119
PE602.762v01-00
NL
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van minder dan 14 %
een neerwaartse trend is in vergelijking
met KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
Or. en
Amendement 73
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van minder dan 14 %
een neerwaartse trend is in vergelijking
met KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
Or. en
Amendement 74
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9
Ontwerpresolutie
Amendement
9.
benadrukt dat het huidige lage
succespercentage van 14 % een
PE602.762v01-00
NL
9.
benadrukt dat de huidige
alarmerend lage succespercentages een
44/119
AM\1121542NL.docx
neerwaartse trend is in vergelijking met
KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
neerwaartse trend laten zien in vergelijking
met KP7; betreurt dat de besparingen
veroorzaakt door het EFSI dit probleem
nog hebben verergerd;
Or. en
Amendement 75
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
9 bis. verzoekt de Commissie om bij de
tussentijdse evaluatie van Horizon 2020
de gegevens te analyseren met betrekking
tot de gevallen waarin de projecten die de
beoordelingsdrempel overschrijden geen
financiële bijdrage ontvangen wegens
uitputting van de specifieke middelen voor
de aanbestedingen; verzoekt tevens
passende financiële middelen te
garanderen voor het kmo-instrument;
Or. it
Amendement 76
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 9 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
9 bis. is van mening dat in het kader van
de herziening van het MFK de
begrotingslijnen van Horizon 2020, die
voor de periode 2015-2020 werden
verminderd om het EFSI te financieren,
moeten worden hersteld en dat het EFSI
moet worden gefinancierd met middelen
die losstaan van reeds goedgekeurde EU-
AM\1121542NL.docx
45/119
PE602.762v01-00
NL
programma's;
Or. en
Amendement 77
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; benadrukt
dat met name onderzoek in
samenwerkingsverband ook in de
toekomst alleen kan worden gerealiseerd
aan de hand van financiering met
subsidies en niet aan de hand van
financiering met kredieten, omdat
risicovol onderzoek, technologische
ontwikkelingen of demonstratieprojecten
op laboratoriumschaal zich bijvoorbeeld
niet lenen voor kredietfinanciering;
onderstreept in dit verband dat
overheidsinstanties hoe dan ook wettelijk
vaak niet in de gelegenheid zijn leningen
aan te gaan;
Or. de
Amendement 78
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
PE602.762v01-00
NL
46/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; herinnert eraan
dat subsidies en leningen niet dezelfde
soort activiteiten financieren en
verschillende soorten begunstigden en
projecten ondersteunen; benadrukt de
noodzaak om te blijven werken met
subsidies voor de financiering van
fundamenteel onderzoek en onderzoek in
samenwerkingsverband, in het bijzonder
onderzoek in de academische wereld;
betreurt dat in sommige gevallen steeds
meer de voorkeur gegeven wordt aan het
gebruik van leningen in plaats van
subsidies, in het bijzonder wanneer in veel
lidstaten onderzoeksbegrotingen van
universiteiten te lijden hebben onder
bezuinigingen; is van mening dat deze
trend zal leiden tot het verlies van de
onderzoeksbasis, wat op zijn beurt het
innovatiepotentieel van de Europese Unie
in de toekomst aanzienlijk zal verlagen;
erkent dat leningen beschikbaar moeten
zijn voor activiteiten met hoge TRL's die
zich dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
Or. en
Amendement 79
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
AM\1121542NL.docx
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
47/119
PE602.762v01-00
NL
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; benadrukt
dat financiering via subsidies vaak zeer
verschillende doelen heeft vergeleken met
financiering via leningen en dat dit moet
worden weerspiegeld in toekomstige
financieringsmodellen, overeenkomstig de
belofte van Horizon 2020 voor
wetenschappelijke excellentie; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
Or. en
Amendement 80
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
benadrukt dat kaderprogramma's nooit
meer mogen worden gebruikt voor de
financiering van het Europees Fonds voor
strategische investeringen of andere
lievelingsprojecten van de Europese
PE602.762v01-00
NL
48/119
AM\1121542NL.docx
Commissie;
Or. en
Amendement 81
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Patrizia Toia, Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is, in het bijzonder
op gebieden met slechts beperkte
marktstimulansen voor de privésector en
vooral voor kmo's; betreurt dat in sommige
gevallen steeds meer de voorkeur gegeven
wordt aan het gebruik van leningen in
plaats van subsidies; erkent dat leningen
beschikbaar moeten zijn voor activiteiten
met hoge TRL's die zich dichtbij
implementatiefase bevinden, binnen andere
soorten instrumenten (bv. EIB-regelingen)
buiten het KP om;
Or. en
Amendement 82
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
AM\1121542NL.docx
49/119
PE602.762v01-00
NL
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
subsidies een noodzaak is, in het bijzonder
op gebieden met slechts beperkte
marktstimulansen voor de privésector;
betreurt dat in sommige gevallen steeds
meer de voorkeur gegeven wordt aan het
gebruik van leningen in plaats van
subsidies; erkent dat leningen beschikbaar
moeten zijn voor activiteiten met hoge
TRL's die zich dichtbij implementatiefase
bevinden, binnen andere soorten
instrumenten (bv. EIB-regelingen) buiten
het KP om;
Or. en
Amendement 83
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoek via subsidies
een noodzaak is; betreurt dat in sommige
gevallen steeds meer de voorkeur gegeven
wordt aan het gebruik van leningen in
plaats van subsidies; erkent dat
financieringsinstrumenten (leningen,
waarborgen,
eigenvermogensinstrumenten)
beschikbaar zouden moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden, als
onderdeel van InnovFinfinancieringsinstrumenten, en buiten het
KP om (bijvoorbeeld EIB- en EIFregelingen);
Or. en
PE602.762v01-00
NL
50/119
AM\1121542NL.docx
Amendement 84
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 10
Ontwerpresolutie
Amendement
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoeksactiviteiten via
subsidies een noodzaak is; betreurt dat in
sommige gevallen steeds meer de voorkeur
gegeven wordt aan het gebruik van
leningen in plaats van subsidies; erkent dat
leningen beschikbaar moeten zijn voor
activiteiten met hoge TRL's die zich
dichtbij implementatiefase bevinden,
binnen andere soorten instrumenten (bv.
EIB-regelingen) buiten het KP om;
10.
onderstreept dat onderzoek een
risicovolle investering voor particuliere
investeerders kan zijn en dat de
financiering van onderzoek via subsidies
een noodzaak is; betreurt dat in sommige
gevallen steeds meer de voorkeur gegeven
wordt aan het gebruik van leningen in
plaats van subsidies; erkent dat
financieringsinstrumenten beschikbaar
zouden moeten zijn voor activiteiten met
hoge TRL's en die zich dichtbij
implementatiefase bevinden, als onderdeel
van het kaderprogramma (InnovFin) of
daarbuiten (EIB-regelingen);
Or. en
Amendement 85
Nicolas Bay, Angelo Ciocca, Lorenzo Fontana
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
worden;
11.
roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
AM\1121542NL.docx
51/119
PE602.762v01-00
NL
Or. fr
Amendement 86
Barbara Kudrycka, Jerzy Buzek, Herbert Reul, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou,
Lara Comi, Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en
lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 %
van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat
dit in de nabije toekomst tot 4 % kan
opgetrokken worden;
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen en benadrukt dat de doelstelling
van 3 % van het bbp moet worden
gehaald; roept op tot het mogelijk grote
gebruik van structuurfondsmiddelen voor
O&O-activiteiten en -programma's,
investeringen in capaciteitsopbouw,
infrastructuur en voor de ondersteuning
van activiteiten voor de voorbereiding van
voorstellen en projectbeheer;
Or. en
Amendement 87
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt;
PE602.762v01-00
NL
52/119
AM\1121542NL.docx
worden;
Or. en
Amendement 88
Lieve Wierinck, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja
Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en
lonen; vraagt dat de doelstelling van 3 %
van het bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit
in de nabije toekomst tot 4 % kan
opgetrokken worden;
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw en infrastructuur; vraagt
dat de doelstelling van 3 % van het bbp
gehaald wordt, en hoopt dat dit in de nabije
toekomst tot het niveau van onze grootste
concurrenten wereldwijd kan opgetrokken
worden;
Or. en
Amendement 89
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Patrizia Toia, Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
AM\1121542NL.docx
53/119
PE602.762v01-00
NL
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
worden;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
worden; roept de Commissie en de
lidstaten op nationale strategieën uit te
werken om die doelstelling te halen
(bijvoorbeeld dat investeringen in O&O
niet worden aangemerkt als investeringen
naar aanleiding van begrotingstekorten);
Or. en
Amendement 90
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
Amendement
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
worden;
11.
benadrukt dat verschillende
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en stelt voor te
overwegen dit tegen 2030 op te trekken tot
4 %;
Or. en
Amendement 91
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11
Ontwerpresolutie
11.
benadrukt dat verschillende
PE602.762v01-00
NL
Amendement
11.
54/119
benadrukt dat verschillende
AM\1121542NL.docx
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, infrastructuur en lonen;
vraagt dat de doelstelling van 3 % van het
bbp gehaald wordt, en hoopt dat dit in de
nabije toekomst tot 4 % kan opgetrokken
worden;
lidstaten hun beloften met betrekking tot
nationale investeringen in O&O niet
nakomen; roept op om
structuurfondsmiddelen te oormerken voor
O&O-activiteiten, vooral investeringen in
capaciteitsopbouw, technologische
infrastructuur en lonen; vraagt dat de
doelstelling van 3 % van het bbp gehaald
wordt, en hoopt dat dit in de nabije
toekomst tot 4 % kan worden opgetrokken;
Or. de
Amendement 92
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
11 bis. verzoekt de Commissie om het
deelnemersportaal gebruikersvriendelijker
te maken en om het netwerk van nationale
contactpunten uit te breiden en te
voorzien van meer middelen om ervoor te
zorgen dat, met name de microondernemingen en de kleine
ondernemingen, over een efficiënte
bijstandsdienst beschikken bij de
indiening en beoordeling van
projectvoorstellen;
Or. it
Amendement 93
Gunnar Hökmark
Ontwerpresolutie
Paragraaf 11 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
11 bis. benadrukt dat een mogelijke
AM\1121542NL.docx
55/119
PE602.762v01-00
NL
"harde brexit" niet mag overslaan op
Europese onderzoeksinspanningen;
erkent in dit verband de wederzijdse
afhankelijkheid van de EU en het
Verenigd Koninkrijk wat wereldwijd
concurrentievermogen en
aantrekkelijkheid voor internationale
deskundigheid betreft ten opzichte van
internationale deskundigheid, benadrukt
de noodzaak om een ambitieus
financieringsniveau voor Europees
onderzoek te behouden, met name via
KP9;
Or. en
Amendement 94
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven;
Or. de
Amendement 95
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
PE602.762v01-00
NL
56/119
AM\1121542NL.docx
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven;
Or. de
Amendement 96
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven;
Or. en
AM\1121542NL.docx
57/119
PE602.762v01-00
NL
Amendement 97
Nicolas Bay
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. fr
Amendement 98
Massimiliano Salini
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
PE602.762v01-00
NL
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste en onbetwiste
beoordelingscriterium voor alle drie de
pijlers van het KP moet blijven, maar
vestigt ook de aandacht op de bestaande
criteria "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
58/119
AM\1121542NL.docx
Or. en
Amendement 99
Jeppe Kofod
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. en
Amendement 100
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria
waarbij voorrang wordt gegeven aan
"excellentie" en nodigt de Commissie uit
om bijkomende subcriteria vast te leggen
AM\1121542NL.docx
59/119
PE602.762v01-00
NL
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
door "projectgrootte" toe te voegen aan
"doeltreffendheid van de uitvoering" en
"integratie van sociale en
geesteswetenschappen" toe te voegen aan
"effect"; roept daarnaast op te analyseren
hoe excellentiecentra in de hele EU
kunnen worden geleid en opgericht; roept
de Europese Commissie op om in de
evaluatiefase rekening te houden met de
excellentie van het centrum en iets te doen
aan de hindernis die lagere lonen
hiervoor kunnen vormen, ten behoeve van
meer excellentie en meer
excellentiecentra in Europa;
Or. en
Amendement 101
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. en
Amendement 102
Olle Ludvigsson
PE602.762v01-00
NL
60/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. en
Amendement 103
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
verzoekt de Commissie altijd en tijdig te
voorzien in een rechtstreekse vergelijking
tussen de beoordelaars in de fase van de
AM\1121542NL.docx
61/119
PE602.762v01-00
NL
consensusvergadering om de
transparantie van de evaluatieprocedure
te verhogen;
Or. it
Amendement 104
Françoise Grossetête, Anne Sander
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering";
waarschuwt voor een herweging van deze
criteria;
Or. en
Amendement 105
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; nodigt
PE602.762v01-00
NL
62/119
AM\1121542NL.docx
de Commissie uit om gelijkheidscriteria
vast te leggen zoals integratie van sociale
en geesteswetenschappen en geografisch
evenwicht;
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. en
Amendement 106
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" ook in
de toekomst het belangrijkste criterium
voor alle drie de pijlers moet blijven;
herinnert eraan dat "excellentie" een van
de drie evaluatiecriteria is, naast "effect" en
"kwaliteit en doeltreffendheid van de
uitvoering"; benadrukt dat "excellentie"
een hoofddoelstelling van het KP moet
worden, zodat de EU een antwoord kan
bieden op toekomstige uitdagingen en
concurrerend kan blijven;
Or. fi
Amendement 107
Patrizia Toia
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
AM\1121542NL.docx
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
63/119
PE602.762v01-00
NL
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect", een essentieel onderdeel
van idee en doelstellingen van het
voorstel, en "kwaliteit en doeltreffendheid
van de uitvoering"; roept op tot een
herweging van deze criteria en nodigt de
Commissie uit om bijkomende subcriteria
vast te leggen door "integratie van sociale
en geesteswetenschappen en geografisch
evenwicht" toe te voegen aan "effect" en
"projectgrootte" aan "doeltreffendheid van
de uitvoering";
Or. it
Amendement 108
Gunnar Hökmark
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
benadrukt dat het criterium
"excellentie" het belangrijkste criterium
voor alle drie de pijlers moet blijven, maar
merkt op dat het slechts een van de drie
evaluatiecriteria is, naast "effect" en
"kwaliteit en doeltreffendheid van de
uitvoering"; roept de Commissie op om
terughoudend te zijn bij het toevoegen van
bijkomende criteria en in plaats daarvan
"excellentie" als belangrijkste beginsel te
behouden;
Or. en
Amendement 109
Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa
Ontwerpresolutie
PE602.762v01-00
NL
64/119
AM\1121542NL.docx
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; nodigt
de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "geografisch
evenwicht" toe te voegen aan "effect" en
"projectgrootte" aan "doeltreffendheid van
de uitvoering"; nodigt de Commissie ook
uit om op themaniveau een afzonderlijke
doelstelling voor integratie van sociale en
geesteswetenschappen te overwegen;
Or. en
Amendement 110
Lieve Wierinck, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot het aanhouden van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om alternatieve
manieren te vinden om te zorgen voor
integratie van sociale en
geesteswetenschappen en geografisch
evenwicht, bijvoorbeeld door
capaciteitsopbouw en betere synergieën
met andere EUfinancieringsprogramma's;
Or. en
AM\1121542NL.docx
65/119
PE602.762v01-00
NL
Amendement 111
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek,
Lara Comi
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12
Ontwerpresolutie
Amendement
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste criterium voor alle drie de
pijlers moet blijven, maar merkt op dat het
slechts een van de drie evaluatiecriteria is,
naast "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
op tot een herweging van deze criteria en
nodigt de Commissie uit om bijkomende
subcriteria vast te leggen door "integratie
van sociale en geesteswetenschappen en
geografisch evenwicht" toe te voegen aan
"effect" en "projectgrootte" aan
"doeltreffendheid van de uitvoering;
12.
bevestigt dat "excellentie" het
belangrijkste en onbetwiste
beoordelingscriterium voor alle drie de
pijlers van het KP moet blijven, maar
benadrukt ook de bestaande criteria
"effect" en "kwaliteit en doeltreffendheid
van de uitvoering" en nodigt de Commissie
dan ook uit om het probleem van
"betrokkenheid van
ondervertegenwoordigde EU-regio's" en
"de exploitatie van de door ESIF
gefinancierde onderzoeksinfrastructuur"
toe te voegen aan "effect";
Or. en
Amendement 112
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Paragraaf 12 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
12 bis. neemt kennis van de twee andere
evaluatiecriteria, "effect" en "kwaliteit en
doeltreffendheid van de uitvoering"; roept
de Commissie op om na te denken over
hoe andere EU-fondsen (zoals
structuurfondsen) kunnen worden
gecombineerd met de kaderprogramma's
om bijkomende subcriteria vast te leggen
door "integratie van sociale en
geesteswetenschappen en geografisch
evenwicht" toe te voegen aan "effect" en
PE602.762v01-00
NL
66/119
AM\1121542NL.docx
"projectgrootte" toe te voegen aan
"doeltreffendheid van de uitvoering";
Or. en
Amendement 113
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars, door procedures en criteria
in te voeren voor een gerichtere selectie
van de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn; verzoekt de Commissie,
teneinde de transparantie te verhogen, om
de in punten uitgedrukte beoordeling naar
behoren te motiveren en de kandidaat
anoniem toegang te verlenen tot het
besluit van elke beoordelaar, en hem de
daadwerkelijke mogelijkheid te geven van
herziening van het voorstel;
Or. it
Amendement 114
Angelika Niebler, Herbert Reul
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietAM\1121542NL.docx
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat niet67/119
PE602.762v01-00
NL
succesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
succesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn; vraagt de Europese
Commissie om haar aanbestedingen
dusdanig concreet te maken dat deze niet
kunnen leiden tot onevenredige
hoeveelheden overinschrijvingen; stelt
vast dat de motivatie afneemt al
naargelang er meer onderzoeksvoorstellen
worden afgewezen;
Or. de
Amendement 115
Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en transparanter te maken en verzoekt om
kwaliteitsborging door de beoordelaars;
verneemt dat niet-succesvolle aanvragers
klagen over het gebrek aan diepgang en
verduidelijking in de samenvattende
beoordelingsverslagen over wat anders
moet om succesvol te kunnen zijn;
verzoekt de Commissie de criteria voor de
beoordeling van projecten samen met de
oproep tot inschrijving te publiceren en de
afwijzing van een voorstel gedetailleerd
met redenen te omkleden;
Or. it
Amendement 116
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
PE602.762v01-00
NL
68/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars, teneinde onnodige frustratie
te vermijden en de reputatie van het
programma niet te schaden; verneemt dat
niet-succesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn en vraagt in dit opzicht met
klem om onverwijlde verbeteringen;
Or. de
Amendement 117
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en de transparantie te verhogen, en
verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; benadrukt dat het nodig is
rekening te houden met het feit dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
Or. en
Amendement 118
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
AM\1121542NL.docx
69/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; dringt erop aan rekening te
houden met het feit dat niet-succesvolle
aanvragers klagen over het gebrek aan
diepgang en verduidelijking in de
samenvattende beoordelingsverslagen over
wat anders moet om succesvol te kunnen
zijn;
Or. en
Amendement 119
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13
Ontwerpresolutie
Amendement
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging door de
beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat anders moet om succesvol te
kunnen zijn;
13.
vraagt de evaluaties te verbeteren
en verzoekt om kwaliteitsborging van en
door de beoordelaars; verneemt dat nietsuccesvolle aanvragers klagen over het
gebrek aan diepgang en verduidelijking in
de samenvattende beoordelingsverslagen
over wat niet goed was in het voorstel;
Or. en
Amendement 120
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
13 bis. verzoekt de Commissie, rekening
houdend met de heterogeniteit op
Europees niveau en de verschillen in de
PE602.762v01-00
NL
70/119
AM\1121542NL.docx
lidstaten, een concrete waarde aan de
Excellentiekeur toe te kennen; verzoekt de
Commissie tevens de mogelijkheid te
onderzoeken om daar een concrete
waarde aan toe te kennen in de fase van
de herindiening van het projectvoorstel in
de daaropvolgende sluitingstermijn van
dezelfde aanbesteding;
Or. it
Amendement 121
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 13 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
13 bis. benadrukt dat de transparantie en
geloofwaardigheid van het
evaluatieproces van cruciaal belang zijn
voor de doeltreffendheid van het
programma; benadrukt in dit verband de
noodzaak om de feedback en de scores
aan deelnemers tijdens het hele
selectieproces te verbeteren en om hen
meer gedetailleerde samenvattende
beoordelingsverslagen met meer
informatie te verstrekken;
Or. en
Amendement 122
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
AM\1121542NL.docx
71/119
PE602.762v01-00
NL
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren;
Or. en
Amendement 123
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
ruimer te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven; vraagt de Commissie om bij
aanbestedingen het evenwicht tussen
bottom-up en top-down te verzekeren en te
onderzoeken welke procedure (één of twee
fasen) nuttiger is om overinschrijving te
vermijden;
Or. fi
Amendement 124
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
PE602.762v01-00
NL
Amendement
14.
72/119
verzoekt de Commissie om "effect"
AM\1121542NL.docx
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven; vraagt de Commissie om bij
aanbestedingen het evenwicht tussen
bottom-up en top-down te verzekeren en te
onderzoeken welke procedure (één of twee
fasen) nuttiger is om overinschrijving te
vermijden;
Or. en
Amendement 125
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Massimiliano
Salini, Lara Comi, Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven; vraagt de Commissie om bij
aanbestedingen het evenwicht tussen
bottom-up en top-down te verzekeren en te
onderzoeken welke procedure (één of twee
fasen) nuttiger is om overinschrijving te
vermijden;
Or. en
Amendement 126
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
AM\1121542NL.docx
73/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven; vraagt de Commissie om bij
aanbestedingen het evenwicht tussen
bottom-up en top-down te verzekeren en te
onderzoeken welke procedure (één of twee
fasen) nuttiger is om overinschrijving te
vermijden;
Or. de
Amendement 127
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren en niet alleen rekening
te houden met economisch maar ook met
maatschappelijk effect; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
Or. en
Amendement 128
PE602.762v01-00
NL
74/119
AM\1121542NL.docx
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden en tot
succesvol onderzoek te komen;
Or. en
Amendement 129
Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten en
projecten inzake sociale en
geesteswetenschappen flexibel moet
blijven en dat dit criterium minder relatief
gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
AM\1121542NL.docx
75/119
PE602.762v01-00
NL
Or. en
Amendement 130
Krystyna Łybacka
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14
Ontwerpresolutie
Amendement
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te
verzekeren en te onderzoeken welke
procedure (één of twee fasen) nuttiger is
om overinschrijving te vermijden;
14.
verzoekt de Commissie om "effect"
beter te definiëren; benadrukt dat de
beoordeling van het effect van
fundamentele onderzoeksprojecten flexibel
moet blijven en dat dit criterium minder
relatief gewicht moet krijgen in de
evaluatieprocedure; vraagt de Commissie
om bij aanbestedingen het evenwicht
tussen bottom-up en top-down te behouden
en te onderzoeken welke procedure (één of
twee fasen) nuttiger is om overinschrijving
te vermijden;
Or. en
Amendement 131
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. roept de Commissie op een stelsel
in te voeren dat de aanvragers in staat
stelt de beoordelaars te evalueren en aldus
de cirkel van feedback, de communicatie
tussen beoordelaars en aanvragers en de
kwaliteit van de aanvragen te verbeteren;
Or. en
PE602.762v01-00
NL
76/119
AM\1121542NL.docx
Amendement 132
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. is van mening dat de Europese
Onderzoeksraad zich moet bezighouden
met meer samenwerkingsprojecten in heel
Europa, en daarbij in het bijzonder
regio's en instellingen met weinig
capaciteiten te betrekken om het beleid en
de knowhow inzake O&I in de hele EU te
verspreiden;
Or. en
Amendement 133
David Borrelli
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. verzoekt de Commissie meer
aandacht besteden aan het criterium
"effect", overwegende dat het vermogen
van het project om de reële economie te
beïnvloeden door investeringen en
arbeidsplaatsen te genereren, een
bepalende factor moet blijven voor
innovatie;
Or. it
Amendement 134
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
AM\1121542NL.docx
77/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. roept de Commissie op te
evalueren in hoeverre een grotere
thematische doelgerichtheid zinvol is in
het licht van de daarmee samenhangende
duurzaamheidseffecten;
Or. de
Amendement 135
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. roept de Commissie op om na het
eerste van de twee evaluatiestadia strenger
te selecteren om het succespercentage in
het tweede stadium te verhogen;
Or. en
Amendement 136
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 14 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
14 bis. benadrukt het belang van
wetenschap, technologie en innovatie bij
de tenuitvoerlegging van de
duurzameontwikkelingsdoelstellingen;
roept de Commissie en de lidstaten op hun
voortrekkersrol bij de bevordering van
wetenschap, technologie en innovatie voor
duurzame ontwikkeling te versterken;
roept de Commissie op
onderzoeksagenda's in verband met
PE602.762v01-00
NL
78/119
AM\1121542NL.docx
duurzaamheid onder Horizon 2020 te
versterken en een doeltreffend systeem
voor controle daarvan in te voeren;
Or. en
Amendement 137
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband;
Or. de
Amendement 138
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
AM\1121542NL.docx
15.
stelt vast dat de belanghebbenden
erg verheugd zijn over de H2020structuur in het algemeen en de aanpak op
basis van maatschappelijke uitdagingen in
het bijzonder; roept de Commissie op door
te gaan met de uitbreiding van de aanpak
op basis van maatschappelijke uitdagingen
en benadrukt het belang van onderzoek in
79/119
PE602.762v01-00
NL
samenwerkingsverband;
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 139
Marisa Matias
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband;
Or. en
Amendement 140
Anneleen Van Bossuyt
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
PE602.762v01-00
NL
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband;
80/119
AM\1121542NL.docx
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 141
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; verzoekt om
maatschappelijke uitdaging 6, "Europa in
een veranderende wereld – inclusieve,
innovatieve en reflexieve samenlevingen",
van het financieringsprogramma voor
sociale verandering te behouden;
Or. fi
Amendement 142
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Massimiliano
Salini, Lara Comi, Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
AM\1121542NL.docx
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt het
belang van een regelmatige
heroverweging van de geschiktheid van de
81/119
PE602.762v01-00
NL
lijst van maatschappelijke uitdagingen en
van flexibiliteit van de begroting die aan
elk van de uitdagingen is toegekend;
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 143
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
PE602.762v01-00
NL
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken, het
belang van onderzoek in
samenwerkingsverband te benadrukken en
voorrang te geven aan maatschappelijke
uitdagingen waarvoor er geen
winstgevende markt is om wetenschap,
technologie en innovatie te sturen; roept
de Commissie ook op om toekomstige
maatschappelijke uitdagingen binnen de
nieuwe economische, maatschappelijke en
politieke context te identificeren;
benadrukt evenwel de behoefte aan
versterking van ten minste de volgende
vier maatschappelijke uitdagingen:
innovatie op het vlak van duurzame,
gezonde en concurrerende landbouw,
milieu en klimaatverandering, sociale en
geesteswetenschappen in verband met
onder meer democratie, sociale inclusie
en rechtvaardigheid. en gezondheid vanuit
een globaal perspectief dat de uitdagingen
zoals duurzaamheid, de noodzaak van
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie, zeldzame
ziekten, ouderdomsgerelateerde
chronische ziekten, neurologische en
psychiatrische aandoeningen en
armoedegerelateerde en verwaarloosde
82/119
AM\1121542NL.docx
ziekten;
Or. en
Amendement 144
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband tussen
universiteiten, onderzoeksinstellingen,
bedrijven en overige actoren;
Or. de
Amendement 145
Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
AM\1121542NL.docx
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, in het
bijzonder de strijd tegen antimicrobiële
resistentie, en uitdagingen die een
belangrijke rol spelen bij de strijd tegen
83/119
PE602.762v01-00
NL
antimicrobiële resistentie;
klimaatverandering, zoals innovatie op het
vlak van duurzame landbouw en bosbouw,
maritiem onderzoek, bio-economie,
schone energie, groen vervoer, efficiënt
gebruik van hulpmiddelen, grondstoffen
en industriële processen met lage
koolstofuitstoot;
Or. en
Amendement 146
Elena Gentile, Patrizia Toia
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
kanker bij kinderen, wat de belangrijkste
doodsoorzaak door ziekte is onder
kinderen ouder dan een jaar in de EU, en
antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 147
Patrizia Toia
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
15.
roept de Commissie op om de
PE602.762v01-00
NL
Amendement
15.
84/119
roept de Commissie op om de
AM\1121542NL.docx
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals de
vergrijzing van de Europese bevolking,
innovatie op het vlak van cultuur,
landbouw en gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
Or. it
Amendement 148
Rolandas Paksas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en de
kloof tussen wetenschap en maatschappij
te dichten, en benadrukt het belang van
onderzoek in samenwerkingsverband;
benadrukt de behoefte aan versterking van
bepaalde maatschappelijke uitdagingen,
zoals innovatie op het vlak van landbouw
en gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
Or. lt
Amendement 149
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
AM\1121542NL.docx
Amendement
85/119
PE602.762v01-00
NL
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw,
migratie en integratie en gezondheid, met
name onderzoeksprojecten inzake kanker
en antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 150
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
Amendement
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
migratie en integratie, innovatie op het
vlak van landbouw en gezondheid, met
name onderzoeksprojecten inzake kanker
en antimicrobiële resistentie;
Or. en
Amendement 151
Aldo Patriciello
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15
Ontwerpresolutie
PE602.762v01-00
NL
Amendement
86/119
AM\1121542NL.docx
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker en
antimicrobiële resistentie;
15.
roept de Commissie op om de
aanpak op basis van maatschappelijke
uitdagingen te blijven versterken en
benadrukt het belang van onderzoek in
samenwerkingsverband; benadrukt de
behoefte aan versterking van bepaalde
maatschappelijke uitdagingen, zoals
innovatie op het vlak van landbouw en
gezondheid, met name
onderzoeksprojecten inzake kanker,
zeldzame ziekten en antimicrobiële
resistentie;
Or. it
Amendement 152
Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
15 bis. verzoekt de Europese Commissie
het multidisciplinaire onderzoek en de
multidisciplinaire innovatie waarbij
meerdere gezondheidswetenschappen
worden gecombineerd, te versterken, en
hierbij rekening te houden met sociaaleconomische en andere aspecten, zodat
rendabele, eenvoudige oplossingen
worden gevonden die ouderen en
personen met een handicap toelaten een
zo actief en zelfstandig mogelijk leven te
leiden;
Or. es
Amendement 153
Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
AM\1121542NL.docx
Amendement
87/119
PE602.762v01-00
NL
15 bis. verzoekt de Commissie acties voor
onderzoek en innovatie te bevorderen in
de jaarlijkse programmering van Horizon
2020, die erop gericht zijn duidelijke en
specifieke doelstellingen te verwezenlijken
om de werkgelegenheid, het
concurrentievermogen, de
milieuduurzaamheid en de gezondheid
van de burgers te verhogen;
Or. it
Amendement 154
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
15 bis. dringt er bij de Commissie op aan
te evalueren of de voor Horizon 2020
nieuw ingevoerde, vereenvoudigde
financieringsregeling zoals gepland tot
een hogere deelname van de industrie
heeft geleid; is van oordeel dat de
doelmatigheid van de
financieringsregeling in deze context
moet worden onderzocht;
Or. de
Amendement 155
Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
15 bis. dringt er bij de Commissie op aan
maatregelen te nemen om het risico dat de
resultaten van een onderzoeksproject
kunnen worden misbruikt of kwaadwillig
PE602.762v01-00
NL
88/119
AM\1121542NL.docx
worden gebruikt tot een minimum te
beperken;
Or. en
Amendement 156
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
15 ter. vraagt de Commissie te
onderzoeken in hoeverre het gebruik van
nationale dan wel eigen
afwikkelingssystemen in plaats van de in
de regels voor deelneming vastgelegde
systemen tot een duidelijk vereenvoudigde
onderzoeksprocedure kan leiden en
derhalve tot een vermindering van het
foutenpercentage bij de afwikkeling van
Europese steunprojecten; pleit in dit
verband voor een hechtere samenwerking
met de Europese Rekenkamer en voor een
mogelijke "one stop audit";
Or. de
Amendement 157
Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 15 ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
15 ter. verzoekt de Commissie om de
vorming van netwerken tussen
instellingen die actief zijn op het gebied
van gezondheidsonderzoek te bevorderen,
onder andere door het testen van
innovatieve processen met betrekking tot
de zorg van en bijstand aan mensen in
AM\1121542NL.docx
89/119
PE602.762v01-00
NL
een kwetsbare situatie;
Or. it
Amendement 158
Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
roept de Commissie op een deel van het
ESIF te oormerken voor RIS3-synergieën
met Horizon 2020; roept de Commissie op
om lidstaten te verbieden strengere eisen
voor de besteding van ESIF-begrotingen
op te leggen dan de Europese regels zelf;
roept de lidstaten op om af te zien van de
invoering van strengere eisen voor
besteding van ESIF-begrotingen dan de
Europese regels; betreurt dat er
aanzienlijke belemmeringen voor de
volledige operationalisering van synergieën
zijn1, zoals de staatssteunregels; roept de
Commissie op om de staatssteunregels te
herzien en te voorzien in de mogelijkheid
van structuurfondsprojecten voor O&O in
het reglement van het KP terwijl
tegelijkertijd transparante procedures
worden gewaarborgd;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
PE602.762v01-00
NL
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
90/119
AM\1121542NL.docx
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. en
Amendement 159
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1 zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP, en om RIS en
Europese en nationale O&O-prioriteiten
op elkaar af te stemmen; roept de
Europese Commissie en de lidstaten ook
op om het beginsel van additionaliteit
correct toe te passen; benadrukt dat
volgens dit beginsel de bijdragen van
Europese financieringen geen vervanging
mogen zijn van de overeenstemmende
overheids- of structurele uitgaven van een
lidstaat in de betreffende regio's.
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
AM\1121542NL.docx
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
91/119
PE602.762v01-00
NL
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. en
Amendement 160
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP; benadrukt dat het
belangrijk is de landspecifieke verslagen
op te volgen om de synergieën tussen het
EFRO en het KP te identificeren;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
PE602.762v01-00
NL
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
92/119
AM\1121542NL.docx
Or. en
Amendement 161
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te zorgen
dat er een betere koppeling tussen de ESIfondsen en de O&O&I-investeringen
mogelijk wordt; roept de Commissie op
tevens te onderzoeken hoe er in de
toekomst voor meer synergieën kan
worden gezorgd;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. de
Amendement 162
AM\1121542NL.docx
93/119
PE602.762v01-00
NL
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek,
Lara Comi, Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de
staatssteunregels; roept de Commissie op
om de staatssteunregels te herzien en te
voorzien in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn; streeft ernaar regels en
procedures voor O&O&I-projecten onder
het EFRO en het KP met elkaar in
overeenstemming te brengen; roept de
Commissie op om de staatssteunregels te
herzien en te voorzien in de mogelijkheid
van structuurfondsprojecten voor O&O in
het reglement van het KP;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. en
Amendement 163
Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
PE602.762v01-00
NL
94/119
AM\1121542NL.docx
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten en
daarom moet worden bevorderd en
versterkt; betreurt dat er aanzienlijke
belemmeringen voor de volledige
operationalisering van synergieën zijn1,
zoals de staatssteunregels; roept de
Commissie op om de staatssteunregels te
herzien en te voorzien in de mogelijkheid
van structuurfondsprojecten voor O&O in
het reglement van het KP;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. en
Amendement 164
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
AM\1121542NL.docx
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen en tussen fondsen en EUprogramma's cruciaal zijn om
investeringen doeltreffender te maken;
benadrukt dat RIS3 een belangrijk
instrument is om synergieën op gang te
95/119
PE602.762v01-00
NL
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
brengen door nationale en regionale kaders
voor investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
reglement van het KP;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. en
Amendement 165
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16
Ontwerpresolutie
Amendement
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te herzien en te voorzien
in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
16.
merkt op dat synergieën tussen
fondsen cruciaal zijn om investeringen
doeltreffender te maken; benadrukt dat
RIS3 een belangrijk instrument is om
synergieën op gang te brengen door
nationale en regionale kaders voor
investeringen in O&O&I op te zetten;
betreurt dat er aanzienlijke belemmeringen
voor de volledige operationalisering van
synergieën zijn1, zoals de staatssteunregels;
roept de Commissie op om de
staatssteunregels te beoordelen en te
voorzien in de mogelijkheid van
structuurfondsprojecten voor O&O in het
PE602.762v01-00
NL
96/119
AM\1121542NL.docx
reglement van het KP;
reglement van het KP;
_________________
_________________
1
1
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Grote onderzoeksinfrastructuur past in het
toepassingsgebied en de doelstellingen van
het EFRO, maar de EFRO-fondsen die
nationaal toegekend worden kunnen niet
gebruikt worden voor cofinanciering;
kosten voor het bouwen van nieuwe
onderzoeksinfrastuctruur komen in
aanmerking voor het EFRO, maar
werkings- en personeelskosten niet.
Or. fi
Amendement 166
Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
16 bis. onderstreept dat de huidige
financiering voor Horizon 2020 de
ongelijkheden en verschillen tussen
Europese regio's en macro-regio’s kan
versterken, door het voortrekken van
gebieden die gekenmerkt worden door een
hoog niveau van overheidssteun voor
O&O en de aanwezigheid van
georganiseerde en dynamische industriële
ecosystemen, en verzoekt de Commissie
zodoende om nauwere integratie tussen
Horizon 2020 en het regionaal beleid te
bevorderen om te zorgen voor de goede
ontwikkeling in de onderontwikkelde
regio's en in de sterk geïndustrialiseerde
gebieden en de deelname van kmo's aan
regionale innovatieclusters te stimuleren;
Or. it
Amendement 167
AM\1121542NL.docx
97/119
PE602.762v01-00
NL
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 16 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
16 bis. roept de Commissie op om
effectieve synergiemechanismen tussen
het KP en het EFRO op te zetten, met
inbegrip van de gelijkschakeling van
staatssteunregels voor O&O&I-projecten
onder H2020 en het EFRO; stelt vast dat
effectief gebruik van de Excellentiekeurregeling alleen mogelijk is als aan
bovenstaande voorwaarde is voldaan;
Or. en
Amendement 168
Hermann Winkler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wil benutten en de Europese
onderzoeksruimte werkelijk blijvend wil
profileren; verwelkomt in dit verband het
programma ter verbreding van de
deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
PE602.762v01-00
NL
98/119
AM\1121542NL.docx
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
beklemtoont echter wel dat verder bij alle
nieuwe maatregelen het beginsel van
excellentie doorslaggevend moet zijn en
dat er geen verwarring met de
doelstellingen van het cohesiebeleid mag
ontstaan;
Or. de
Amendement 169
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het
volle potentieel wilt benutten; verwelkomt
in dit verband het programma ter
verbreding van de deelname; verzoekt de
Commissie te beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; verzoekt de Commissie
te beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
AM\1121542NL.docx
99/119
PE602.762v01-00
NL
Or. fi
Amendement 170
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Jerzy Buzek,
Lara Comi, Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn
tussen noordelijke en zuidelijke, en
westelijke en oostelijke lidstaten; erkent de
Europese dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het
volle potentieel wilt benutten; verwelkomt
in dit verband het programma ter
verbreding van de deelname; verzoekt de
Commissie te beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op
kunnen staan naargelang de evolutie van
hun capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de succesvolle
tenuitvoerlegging van de Europese
Onderzoeksruimte de volle inzet vereist
van het O&O&I-potentieel van alle
lidstaten en erkent de problematische
participatiekloof in het Horizon 2020programma; verwelkomt in dit verband het
beleid "Topkwaliteit verspreiden en
deelname verbreden" en verzoekt de
Commissie het budget hiervan aanzienlijk
te verhogen; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald en het
evenwichtige en goedgekeurde geheel van
instrumenten te verstrekken dat
beantwoordt aan de bestaande
ongelijkheden op het gebied van
onderzoek en innovatie binnen de EU;
roept de Commissie en de lidstaten op om
duidelijke regels op te stellen om de
Excellentiekeur-regeling volledig uit te
voeren; roept op om de indicatoren die
worden gebruikt ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien en de lijst met deze landen
regelmatig te controleren tijdens de
uitvoering van het kaderprogramma;
Or. en
Amendement 171
PE602.762v01-00
NL
100/119
AM\1121542NL.docx
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname, dat een mechanisme moet
zijn om deelname van begunstigde landen
te vergroten; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit en na te gaan of de doelstelling
om O&O-mogelijkheden te vergroten en
te verbeteren is gehaald; roept de
Commissie op om maatregelen in te voeren
of aan te passen om de participatiekloof te
dichten;
Or. en
Amendement 172
Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Matthijs van Miltenburg, Angelika Mlinar,
Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
AM\1121542NL.docx
101/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die zowel op EU- als op
nationaal niveau, alsook via het EFRO,
aangepakt moet worden, als de EU het
volle potentieel wilt benutten; verwelkomt
in dit verband het programma ter
verbreding van de deelname; verzoekt de
Commissie te beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie en de
lidstaten op om maatregelen met het
EFRO in te voeren of aan te passen om de
participatiekloof te dichten;
Or. en
Amendement 173
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die zowel op EU- als op
nationaal niveau, alsook via het EFRO,
aangepakt moet worden als de EU het volle
PE602.762v01-00
NL
102/119
AM\1121542NL.docx
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie en de
lidstaten op om maatregelen in te voeren of
aan te passen om de participatiekloof te
dichten;
Or. en
Amendement 174
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
AM\1121542NL.docx
103/119
PE602.762v01-00
NL
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om de
huidige maatregelen aan te passen om de
participatiekloof te dichten;
Or. en
Amendement 175
Jakop Dalunde
namens de Verts/ALE-Fractie
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om de
huidige instrumenten aan te passen om de
participatiekloof te dichten;
Or. en
Amendement 176
PE602.762v01-00
NL
104/119
AM\1121542NL.docx
Victor Negrescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17
Ontwerpresolutie
Amendement
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten;
17.
merkt op dat de O&Imogelijkheden erg verschillend zijn tussen
noordelijke en zuidelijke, en westelijke en
oostelijke lidstaten; erkent de Europese
dimensie van de problematische
participatiekloof, die door het KP
aangepakt moet worden als de EU het volle
potentieel wilt benutten; verwelkomt in dit
verband het programma ter verbreding van
de deelname; verzoekt de Commissie te
beoordelen of de drie
verbredingsinstrumenten hun specifieke
doelstellingen hebben gehaald, te
verduidelijken wat de objectieve en
algemene doelstelling van het programma
is, de indicatoren ter definiëring van
"ondervertegenwoordigde" landen te
herzien, en een dynamische lijst bij te
houden waar landen al dan niet op kunnen
staan naargelang de evolutie van hun
capaciteit; roept de Commissie op om
maatregelen in te voeren of aan te passen
om de participatiekloof te dichten, zoals
voorzien in voldoende
netwerkinstrumenten voor onderzoekers
die ertoe bijdragen de innovatiekloof in
Europa te dichten;
Or. en
Amendement 177
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
17 bis. stelt voor dat projecten die
AM\1121542NL.docx
105/119
PE602.762v01-00
NL
overheidsfinanciering hebben gekregen
gedeeltelijk zouden kunnen worden
uitgevoerd op andere locaties waar het
bijvoorbeeld meer efficiënt zou zijn om
een aantal bevindingen en innovaties
commercieel te exploiteren, om op die
manier samenwerking te stimuleren, de
capaciteit voor excellentie in heel Europa
te vergroten en regio's en instellingen met
minder capaciteiten te ondersteunen;
Or. en
Amendement 178
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
17 bis. merkt op dat volgens de
jaarverslagen van de Commissie over de
tenuitvoerlegging van Horizon 2020 voor
2014 en 2015 de EU-15 samen 88,6 % van
de financiering kregen, terwijl de totale
EU-financiering voor de EU-13 4,5 %
bedroeg, wat minder is dan de
financiering voor geassocieerde landen
die 6,4 % bedroeg;
Or. en
Amendement 179
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
17 bis. roept de Commissie op
financieringssynergieën met andere EUprogramma's te onderzoeken om de
PE602.762v01-00
NL
106/119
AM\1121542NL.docx
voortgang van het programma ter
verbreding van de deelname uit te breiden
en om minimale impact op het
belangrijkste criterium van
wetenschappelijke excellentie binnen de
kaderprogramma's te verzekeren;
Or. en
Amendement 180
Marian-Jean Marinescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 17 ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
17 ter. roept de Commissie en in het
bijzonder de agentschappen die
verantwoordelijk zijn voor de
tenuitvoerlegging van de prioriteit van
excellente wetenschap op om
samenwerkingen en
coördinatieactiviteiten te bevorderen om
de deelname van regio's met minder
capaciteiten aan te moedigen door
capaciteitsopbouw en ondersteuning van
mobiliteit en loopbaanontwikkeling in die
regio's;
Or. en
Amendement 181
Lieve Wierinck, Anneleen Van Bossuyt, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja
Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
18.
erkent het belang van het integreren
van STEM, onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
AM\1121542NL.docx
107/119
PE602.762v01-00
NL
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer
door een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen en hoger onderwijs in de lidstaten,
teneinde jonge mensen aan te moedigen
deze vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers;
Or. en
Amendement 182
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer
door een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
18.
is verheugd over de inspanningen
om te zorgen voor betere verbanden
tussen de Europese Onderzoeksruimte en
de Europese ruimte voor hoger onderwijs,
wat het gemakkelijker maakt om de
volgende generatie onderzoekers op te
leiden; erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
PE602.762v01-00
NL
108/119
AM\1121542NL.docx
behalen van hun PhD;
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, en om
financieringsschema's te versterken voor
jonge onderzoekers met minder dan twee
jaar ervaring na het behalen van hun PhD;
Or. en
Amendement 183
Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Sofia Sakorafa, Neoklis Sylikiotis
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer door
een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor onderzoekers en
om alle vormen van onzekere
arbeidsomstandigheden in door H2020
gefinancierde projecten te verwerpen;
roept de Commissie op om het niveau van
ondersteuning voor jonge onderzoekers te
verhogen, onder meer door een nieuw
financieringsschema in te voeren voor
jonge onderzoekers met minder dan drie
jaar ervaring na het behalen van hun PhD;
Or. en
Amendement 184
Henna Virkkunen
AM\1121542NL.docx
109/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer
door een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om
loopbanen voor jonge onderzoekers in de
onderzoekssector te bevorderen; roept de
Commissie op om te voorzien in nieuwe
financieringsinstrumenten voor
getalenteerde jonge onderzoekers, onder
meer door een nieuw financieringsschema
in te voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
Or. fi
Amendement 185
Nicolas Bay
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
PE602.762v01-00
NL
110/119
AM\1121542NL.docx
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer door
een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
lidstaten op om te zorgen voor stabielere
banen voor jonge onderzoekers; roept de
lidstaten op om het niveau van
ondersteuning voor jonge onderzoekers te
verhogen, onder meer door een nieuw
financieringsschema in te voeren voor
jonge onderzoekers met minder dan drie
jaar ervaring na het behalen van hun PhD;
Or. fr
Amendement 186
Victor Negrescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer door
een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer door
pan-Europese netwerkinstrumenten voor
jonge onderzoekers en een nieuw
financieringsschema in te voeren voor
jonge onderzoekers met minder dan drie
jaar ervaring na het behalen van hun PhD;
Or. en
Amendement 187
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
AM\1121542NL.docx
111/119
PE602.762v01-00
NL
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18
Ontwerpresolutie
Amendement
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere banen voor jonge
onderzoekers; roept de Commissie op om
het niveau van ondersteuning voor jonge
onderzoekers te verhogen, onder meer door
een nieuw financieringsschema in te
voeren voor jonge onderzoekers met
minder dan drie jaar ervaring na het
behalen van hun PhD;
18.
erkent het belang van het integreren
van onderzoeks- en
ondernemerschapsvaardigheden in de
opleidingsstelsels van lagere en middelbare
scholen in de lidstaten, teneinde jonge
mensen aan te moedigen deze
vaardigheden te verwerven, aangezien
O&O vanuit structureel oogpunt benaderd
moet worden, eerder dan als een cyclisch
of in tijd begrensd gegeven; roept de
lidstaten en de Commissie op om te zorgen
voor stabielere en meer aantrekkelijke
banen voor jonge onderzoekers; roept de
Commissie op om het niveau van
ondersteuning voor jonge onderzoekers te
verhogen, onder meer door een nieuw
financieringsschema in te voeren voor
jonge onderzoekers met minder dan drie
jaar ervaring na het behalen van hun PhD;
Or. en
Amendement 188
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Patrizia Toia, Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
18 bis. is verheugd over de inspanningen
om te zorgen voor betere banden tussen de
Europese Onderzoeksruimte en de
Europese ruimte voor hoger onderwijs,
wat het gemakkelijker maakt om de
volgende generatie onderzoekers op te
leiden; roept de Commissie op te blijven
werken aan de complementariteit van het
Erasmus+-programma en KP9 door de
PE602.762v01-00
NL
112/119
AM\1121542NL.docx
ondersteuning van initiatieven, zoals
zomerscholen en het testen van de meest
recente op onderzoek gebaseerde
didactische methoden en door een
bijkomende ERC-regeling, die lijkt op de
"Proof of Concept"-regeling van de ERC,
waardoor begunstigden van ERCsubsidies innovatieve onderwijsmethoden
en onderwijsleerplannen kunnen
onderzoeken.
Or. en
Amendement 189
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
18 bis. benadrukt de noodzaak om
samenwerking tussen onderzoek en hoger
onderwijs te verbeteren en de banden
tussen de Europese Onderzoeksruimte en
de Europese ruimte voor hoger onderwijs
te versterken door internationale
onderzoeksmobiliteit voor studenten en
jonge onderzoekers te stimuleren en de
innovatievaardigheden van studenten te
ontwikkelen door hen te betrekken bij
onderzoekswerk;
Or. en
Amendement 190
Patrizia Toia, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
18 bis. onderstreept het belang van
AM\1121542NL.docx
113/119
PE602.762v01-00
NL
nauwere samenwerking tussen
producenten en universitaire en
wetenschappelijke instellingen om binnen
universiteiten en wetenschappelijke centra
de creatie van structuren te bevorderen
om de band met het productiesysteem te
versterken;
Or. it
Amendement 191
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18 bis (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
18 bis. verwelkomt de bevordering van
vlaggenschip-projecten zoals het project
inzake kwantumtechnologie, omdat het
hier om echte radicale veranderingen in
Europa gaat;
Or. de
Amendement 192
Krystyna Łybacka, Soledad Cabezón Ruiz
Ontwerpresolutie
Paragraaf 18 ter (nieuw)
Ontwerpresolutie
Amendement
18 ter. benadrukt de vitale rol van de
Marie Curie-actie bij de versterking van
de Europese Onderzoeksruimte; moedigt
verdere ondersteuning aan van mobiliteit
van onderzoekers via de Marie Curieactie, en de stimulering van intersectorale
mobiliteit tussen de academische wereld
en de industrie;
Or. en
Amendement 193
PE602.762v01-00
NL
114/119
AM\1121542NL.docx
Henna Virkkunen
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Bonusinitiatief en het Prima-initiatief;
Or. fi
Amendement 194
Lieve Wierinck, Angelika Mlinar, Fredrick Federley, Kaja Kallas
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
bevestigt dat de internationale
deelname gedaald is van 5 % in KP7 naar
2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat het
KP er mee voor moet zorgen dat Europa
een belangrijke mondiale speler blijft, en
herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
Or. en
Amendement 195
AM\1121542NL.docx
115/119
PE602.762v01-00
NL
Victor Negrescu
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het
partnerschap voor onderzoek en innovatie
in het Middellandse Zeegebied (het Primainitiatief) en de Europese samenwerking
inzake wetenschap en technologie (COST)
als netwerkinstrument;
Or. en
Amendement 196
Olle Ludvigsson
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
benadrukt dat wereldwijde
samenwerking een belangrijk middel is
om Europees onderzoek te versterken;
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020, wat
zorgwekkend is; wijst erop dat het KP er
mee voor moet zorgen dat Europa een
belangrijke mondiale speler blijft, en
herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
PE602.762v01-00
NL
116/119
AM\1121542NL.docx
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
Or. en
Amendement 197
Barbara Kudrycka, Aldo Patriciello, Lefteris Christoforou, Herbert Reul, Lara Comi,
Christian Ehler
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; roept de
Commissie op om de voorwaarden van
internationale samenwerking te herzien,
wijst erop dat het KP er mee voor moet
zorgen dat Europa een belangrijke
mondiale speler blijft, en herinnert aan het
belang van wetenschapsdiplomatie; roept
op tot een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt alle initiatieven waarbij derde
landen betrokken zijn zoals het Primainitiatief;
Or. en
Amendement 198
Clare Moody
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
AM\1121542NL.docx
117/119
PE602.762v01-00
NL
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals de agenda
"Open to the World" van de Commissie
en het Prima-initiatief;
Or. en
Amendement 199
Soledad Cabezón Ruiz, José Blanco López, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández,
Carlos Zorrinho
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
concrete, onmiddellijke maatregelen en
een strategische visie en structuur op de
lange termijn ter ondersteuning van deze
doelstelling, en verwelkomt initiatieven
zoals het Prima-initiatief;
Or. en
Amendement 200
Miapetra Kumpula-Natri
Ontwerpresolutie
Paragraaf 19
Ontwerpresolutie
Amendement
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
19.
bevestigt dat de internationale
samenwerking gedaald is van 5 % in KP7
naar 2,8 % in Horizon 2020; wijst erop dat
het KP er mee voor moet zorgen dat
PE602.762v01-00
NL
118/119
AM\1121542NL.docx
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Primainitiatief;
Europa een belangrijke mondiale speler
blijft, en herinnert aan het belang van
wetenschappelijke diplomatie; roept op tot
een strategische visie en structuur ter
ondersteuning van deze doelstelling, en
verwelkomt initiatieven zoals het Bonusinitiatief en het Prima-initiatief;
Or. fi
AM\1121542NL.docx
119/119
PE602.762v01-00
NL
Download