Instructie hoofdstuk 8 Bestand - SG Zuid

advertisement
Instructie hoofdstuk 8
Internationale ontwikkelingen
Import/export
Import  kost geld
 Export  levert geld op

in evenwicht

Overzicht import/exportwaarde goederen
handelsbalans (saldo op handelsbalans)

Ontvangsten/betalingen aan het buitenland van
goederen én diensten  betalingsbalans
Import/export
Import/exportwaarde= hoeveelheid x prijs
Importquote= waarde import/nationaal
inkomen x100%
Exportquote = waarde export/nationaal
inkomen x100%
Hoe hoger het % hoe opener de
economie
Betalingsbalans
Tekort: import groter dan export
 Overschot: import kleiner dan export


Gevolg tekort  buitenlands geld kopen NL biedt
eigen munt aan  aanbod stijgt koers daalt

Gevolg overschot  buitenland koopt Nederlandse
munten vraag stijgt  koerst stijgt.
Invloed koers

1 euro=1$

Voor een Amerikaans product
van $20 betaal je 20 euro

Een Amerikaan betaalt voor
van product van 10 euro dan $10
 1 euro = 2$
 Voor een Amerikaans product
van $20 betaal je 10 euro 
import stijgt.
 Een Amerikaan betaalt voor een
product van 10 euro $20 
export daalt
! Als de koers stijgt, wordt de export duurder en import goedkoper.
Gevolg: export daalt, import stijgt
! Als de koers daalt, wordt de export goedkoper en import duurder.
Gevolg: export stijgt, import daalt
Invloed koers

1 euro=1$

Voor een Amerikaans product
van $20 betaal je 20 euro

Een Amerikaan betaalt voor
van product van 10 euro dan $10
 1 euro = 0,75$
 Voor een Amerikaans product
van $20 betaal je 27 euro 
import daalt.
 Een Amerikaan betaalt voor een
product van 10 euro 7,50 
export stijgt.
! Als de koers stijgt, wordt de export duurder en import goedkoper.
Gevolg: export daalt, import stijgt
! Als de koers daalt, wordt de export goedkoper en import duurder.
Gevolg: export stijgt, import daalt
De Europese Unie
Vrij verkeer van goederen
 Vrij verkeer van diensten
 Vrij verkeer van personen
 Vrij verkeer van kapitaal

INTERNE MARKT
Verschillen lidstaten
BTW en vennootschapsbelasting
 Milieuregels


Europese Commissie  harmonisatie
Protectiemaatregelen
Maatregelen om eigen productie en werkgelegenheid
te beschermen.
Waartegen beschermen?
Concurrentie uit het buitenland
Protectiemaatregelen
Belastingen die betaald moeten worden als een product wordt
ingevoerd
Invoerrechten
Contingentering
Er mag een beperkte hoeveelheid
worden ingevoerd.
Exportsubsidies
Overheid geeft geld aan bedrijven, zodat
zij hun producten voor een lagere prijs
kunnen exporteren.
Protectiemaatregelen

Zijn er protectiemaatregelen binnen de EUlanden?
Waarom wel/niet?
Nadelen protectiemaatregelen:
►Buitenlands product wordt duurder
►Product niet voldoende beschikbaar
Internationale arbeidsverdeling
Vrijhandel
Geen belemmeringen in de
handel tussen landen
Landen specialiseren zich in producten waarin zij het best
zijn of die ze het goedkoopst kunnen maken.
Welvaart
Europese Monetaire Unie (EMU)
Eisen:
- Lage inflatie
- Klein begrotingstekort
- Niet te hoge staatsschuld
Voordeel euro handel wordt goedkoper(niet
meer wisselen) dus de handel neemt toe
Europese Centrale Bank (ECB)
Prijsstabiliteit eurowaarde bewaken
 Rente vaststellen
 Omloop bankbiljetten

Welvaart
Vergelijking welvaart door:
 1-inkomen per hoofd
 2- gezondheidszorg
 3- levensverwachting/bevolkingsgroei
 4- infrastructuur
 5- werkloosheid
 6- analfebitshe
Nadeel inkomen per hoofd zegt niets over
verdeling arm en rijk+ je koopkracht (hoogte
prijzen)
WTO (World Trade Organization)

Wereld Handelsorganisatie
Globalisering
 Internationale arbeidsverdeling

Nadelen globalisering
(groeiende wereldeconomie)
Productie naar lagelonenland 
laaggeschoolden verliezen baan
 Ongelijke welvaart  landen met slechte
concurrentiepositie verder achterop
 Milieu  bronnen, oerbossen verdwijnen

Monocultuur
Export afhankelijk van 1 of enkele producten
Nadelen:
 1- bij mislukte oogst geen inkomen
 2- veel concurrentie dus vaak lage prijzen
 3- geen noodzakelijk product

Oplossingen
 1- meerdere producten
 2- samenwerken en dan prijsafspraken maken
zoals de olielanden
Vicieuze
cirkel
Hulp
Noodhulp
Directe hulp op korte termijn
voedsel, tenten, medicijnen of
schoon drinkwater
Structurele hulp
Hulp op lange termijn gericht
op het zelfstandig worden van ontwikkelingslanden
Onderwijs en technische ontwikkelingen
Hulp
Rechtstreeks hulp aan een land
Bilatere hulp
Gebonden hulp
Voorwaarden aan de hulp
Ongebonden hulp
Land is vrij in geldbesteding
Wat kunnen wij doen?
Fairtrade
Download