Effectiviteit van voeding gerelateerde interventies op valongevallen FACTSHEET Factsheet: 36 Projectnummer 100.391.002 Auteurs: Marloes Martens (ResCon), Arlette Hesselink (ResCon) en Judith Kuiper (VeiligheidNL) Mei 2014 Effectiviteit van voeding gerelateerde interventies op valongevallen Inleiding ondervoede ouderen vast te stellen. Ook Vallen is de meest voorkomende oorzaak van overgewicht komt steeds vaker voor bij ouderen. letsel door een ongeval bij ouderen. In 2012 zijn In 2012 had ongeveer één op de vijf ouderen in Nederland 110.000 55-plussers na een val ernstig overgewicht (BMI ≥ 35) . 5 behandeld op een afdeling voor Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis: ofwel elke 5 minuten is Voedingsstoffen en valongevallen één 55-plusser gevallen waarvoor er een Er is geen directe relatie tussen voedingsstoffen 1 behandeling noodzakelijk is . Door veroudering en het risico op valongevallen bekend. Wel vermindert de botkwaliteit, neemt de spiermassa bestaat er een relatie tussen een tekort aan af en verliezen gewrichten hun soepelheid. Een bepaalde voedingsstoffen en de afname van optimale voeding kan bij ouderen van positieve botkwaliteit, spiermassa en slechtere invloed zijn op het bevorderen van een goede bloedtoevoer naar het zenuwstelsel. Dit kan een gezondheid en het behouden van functionaliteit. negatieve invloed hebben op spierkracht, In deze factsheet wordt op basis van de literatuur mobiliteit en balans en zou daardoor de kans op inzicht gegeven in de stand van zaken over een valongeval kunnen vergroten. Daarnaast is voeding en het risico op valongevallen, letsels een slechte botkwaliteit gerelateerd aan een door valongevallen en de effectiviteit van grotere kans op botbreuken . 6 voedingsinterventies ter preventie van Bepaalde voedingsstoffen zijn dus van belang om valongevallen. een slechte botkwaliteit, afname van spiermassa, Voeding en ouderen verminderde soepelheid van gewrichten en een Uit de Nederlandse Voedselconsumptiepeiling verslechterd zenuwstelsel tegen te gaan. Zo ouderen 2010-2012 blijkt dat zelfstandig- kunnen voedingsmiddelen die rijk zijn aan wonende 70-plussers meer ongezonde vitamine D, calcium, B12, foliumzuur en eiwitten verzadigde vetzuren en zout en minder volkoren ondersteunend zijn voor een goede gezondheid producten, fruit en vis eten dan de richtlijnen en het behouden van functionaliteit. Vitamine D is 2,3 goede voeding voorschrijven . Verder blijkt dat samen met calcium van belang voor de opbouw drie van de vier 70-plussers het advies van de en het onderhoud van botten. Zowel verminderde gezondheidsraad om extra vitamine D te slikken calcium als vitamine-D-insufficiëntie hebben een niet opvolgt. Daarnaast is er de afgelopen jaren negatief effect op de botkwaliteit . Calcium is veel aandacht voor ondervoeding bij ouderen. Uit verder van belang voor een goede prevalentie schattingen blijkt dat 7% tot 33% van werking van de zenuwen en er is een positieve 4 6 de ouderen ondervoed is . Omdat er nog geen relatie gevonden tussen calciuminname en een betrouwbare methode is om ondervoeding te lagere BMI, spiermassa en knijpkracht . Vitamine bepalen is het lastig het exacte aantal B12 en foliumzuur zijn nodig voor het aanmaken 7 en herstellen van cellen en weefsel. Daarnaast is voedingssupplementen, zoals melkpoeder, vitamine B12 van belang om het zenuwstelsel in calcium, energie en eiwitrijke een goede conditie te houden. Onderzoek heeft voedingssupplementen, is niet aangetoond dat bij kwetsbare ouderen een relatie aangetoond het valrisico door gebruik ervan vermindert tussen een lage vitamine B12 waarde en een 17,t/m19 7, . lagere botmassa en een hogere kans op 8 botbreukrisico . Er is echter op dit moment nog Voedingssupplementen en letsel geen duidelijk mechanisme gedefinieerd dat het Vitamine D suppletie in combinatie met calcium mogelijke verband tussen B12 en de kwaliteit van leidt, bij bewoners van zorginstellingen en 9 het bot kan uitleggen . Tenslotte levert eiwit ziekenhuizen, tot een afname van het aantal calorieën en aminozuren. Aminozuren zijn (heup)botbreuken bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen. voedingssupplementen bekend waarvan is 15,16 . Verder zijn er geen aangetoond dat ze de kans op letsel bij een val Over- en ondergewicht en valongevallen verkleinen. Wel wordt er dit moment een Er is geen relatie aangetoond tussen Body Mass onderzoek uitgevoerd door een consortium van Index (BMI) en valincidentie en de relatie tussen het ErasmusMC, VUmc en de Wageningen BMI en fractuurrisico is lastig aan te tonen 10,11 . Universiteit naar het effect van vitamine B12 en Dit heeft onder andere te maken met de relaties foliumzuur suppletie op het voorkomen van die er zijn tussen BMI, de botdichtheid en het botbreuken . 8 fractuurrisico en type fractuur. Een lage BMI is bij ouderen bijvoorbeeld een risicofactor voor heup- Voedingssupplementen en gezondheid en osteoporose gerelateerde fracturen terwijl een De Gezondheidsraad heeft in 2011 hoge BMI een risicofactor is voor geconcludeerd dat er te weinig kwalitatief goed bovenarmfracturen. Ernstig ondergewicht onderzoek beschikbaar is om te kunnen verhoogt de kans op botontkalking en daarmee concluderen of interventies gericht op bijvoeden het risico op botbreuken. Zo hebben studies effectief zijn in het aanpakken van aangetoond dat een laag lichaamsgewicht (BMI < ondervoeding . Ook is er geen, in Nederland 20 of gewicht < 60 kg) bij vrouwen het risico op uitgevoerde, interventie bekend gericht op de 12,13 een fractuur verhoogt . Door overgewicht neemt het risico op botontkalking juist af, maar 20 aanpak van overgewicht bij ouderen in het 21 algemeen . kan het kraakbeen worden aangetast. In diverse onderzoeken wordt de relatie tussen een extreem Conclusie en aanbevelingen hoge of lage BMI met mobiliteit en balans Hoewel er relaties zijn tussen een tekort aan genoemd, maar deze wordt niet in relatie bepaalde voedingsstoffen en de afname van gebracht met het val- en / of fractuurrisico. botkwaliteit, spiermassa en zenuwstelsel, zijn er Voedingsinterventies geen voedingsinterventies waarvan is Voedingssupplementen en valongevallen aangetoond dat ze het valrisico bij ouderen in het Onderzoek heeft aangetoond dat vitamine D algemeen verminderen. Het aanvullend gebruik suppletie, bij ouderen (zowel thuiswonend als in van vitamine D heeft vooral zin voor zorginstellingen en ziekenhuizen) met lage risicogroepen, waarbij vitamine D tekort vitamine D waarden, leidt tot een afname van het voorkomt. Vitamine D suppletie leidt binnen deze 14t/m16 aantal valincidenten . Van andere 2 groepen tot minder vallen en bij niet-zelfstandig door de Gezondheidsraad in 2006 uitgebrachte wonende ouderen leidt vitamine D richtlijnen goede voeding voor de algemene in combinatie met calcium tot minder (heup-) bevolking. fracturen. Aandacht voor een goede voedingsstatus van ouderen is belangrijk, maar er is vooralsnog geen aanleiding om ouderen aanvullende voedingsadviezen te verstrekken bovenop de Geraadpleegde bronnen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 VeiligheidNL. Letsel Informatie Systeem 2012. Amsterdam: VeiligheidNL. Ocke MC, Buurma-Rethans EJM, Boer EJ de, Wilson-van den Hooven C, Etemad-Ghameslou Z, Drijvers JJMM en Rossum CTM van. Diet of community-dwelling older adults: Dutch National Food Consumption Survey Older adults 2010-2012 [De voeding van zelfstandig-wonende ouderen: Nederlandse Voedselconsumptiepeiling Ouderen 2010-2012]. 2013. Bilthoven: RIVM. Gezondheidsraad. Richtlijnen Goede Voeding 2006. 2006. Den Haag: Gezondheidsraad. Gezondheidsraad. Ondervoeding bij ouderen. November 2011. Den Haag: Gezondheidsraad. CBS. Statline. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/PrintView.aspx?DM=SLNL&PA=81177NED&D1=14,26,3943&D2=0-12,3338&D3=0&D4=l&HDR=G3,G2,T&STB=G1&P=T&PF=A4&ORN=Landscape&PCOL=Off&CMTP=Off&C MTI=Off. Geraadpleegd in april 2014. CBO. Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie. 2011 (3e herziening). Utrecht: CBO. Radavelli-Bagatini S, Zhu K, Lewis JR, Dhaliwal SS en Prince PL. Association of Dairy Intake with Body Composition and Physical Function in Older Community-Dwelling Women. Journal of the academy of nutrition of nutrition and dietetics. 2013; 113(12): 1669-1674. Wijngaarden JP van, Dhonukshe-Rutten RAM, Schoor NM van, Velde N van der, Swart KMA, Enneman AW, Dijk SC van, Brouwer-Brolsma EM, Zillikens MC, Meurs JBJ van, Brug J, Uitterlinden AG, Lips P en Groot LCPGM de. Rationale and design of the B-PROOF study, a randomized controlled trial on the effect of supplemental intake of vitamin B12 and folic acid on fracture incidence. BMC Geriatrics. 2011; 11:80. http://www.biomedcentral.com/1471-2318/11/80. Clarke M, Ward M, Strain JJ, Hoey L, Dickey W, McNulty H. B-vitamins and bone in health and disease: the current evidence. Roc Nutr Soc. February 2014; 26:1-10. Ong T, Sahota O, Tan W, Marshall L. A United Kingdom perspective in the relationship between body mass index (BMI) and bone health: A cross sectional analysis of data from the Nottingham Fracture Liaison Service. Bone 2013. February 2014; 59: 207-210. Johansson H, Kanis JA, et al. A Meta-Analysis of the Association of Fracture Risk and Body Mass Index in Women. Journal of Bone and Mineral Research. January 2014; 29(1):223-33. Laet C de, Kanis JA, Oden A, Johanson H, Johnell O, Delmas P, et al. Body mass index as a predictor of fracture risk: a meta-analysis. Osteoporos Int. 2005;16:1330-8. Pluijm SM, Koes B, Laet C de, Schoor NM van, Kuchuk NO, Rivadeneira F, et al. A simple risk score for the assessment of absolute fracture risk in general practice based on two longitudinal studies. J Bone Miner Res. 2009;24:768-74. Gillespie LD, Robertson MC, Gillespie WJ, Sherrington C, Gates S, Clemson LM en Lamb SE. Interventions for preventing falls in older people living in the community. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 9. Art. NO: CD007146. DOI:10.1002/14651858.CD007146.pub3. Cameron ID, Gillespie LD, Robertson MC, Murray GR, Hill KD, Cumming R en Kerse N. Interventions for preventing falls in older people in care facilities and hospitals. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 12. Art. No.: CD005465. DOI: 10.1002/14651858.CD005465.pub3. VeiligheidNL. Effectiviteit van vitamine D op valongevallen. Juni 2010. Amsterdam: VeiligheidNL. 3 17 18 19 20 21 Gray-Donald K, Payette H, Boutier V. Randomized clinical trial of nutritional supplementation shows little effect on functional status among free-living frail elderly. Journal of Nutrition. 1995;125(12):2965– 71. McMurdo ME, Price RJ, Shields M, Potter J en Stott DJ. Should oral nutritional supplementation be given to undernourished older people upon hospital discharge? A controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society. 2009;57(12):2239–45. Dangour AD, Albala C, Allen A, Grundy E, Walker DG, Aedo C, Sanchez H, Fletcher O, Elbourne D en Uauy R. Effect of a nutrition supplement and physical activity program on pneumonia and walking capacity in Chilean older people: a factorial cluster randomizes trial. PLoS Med. 2011; 8(4):e10011023. Gezondheidsraad. Ondervoeding bij ouderen. November 2011. Den Haag: Gezondheidsraad. RIVM. http://www.loketgezondleven.nl/interventies/i-database/. Geraadpleegd in april 2014. VeiligheidNL wil Dr. Lisette de Groot en Dr. Janneke van Wijngaarden bedanken voor het verstrekken van inhoudelijke input bij het opstellen van deze factsheet. Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn. Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn. 4