1322 Aderlating (flebotomie) U behandelend arts adviseerde aan u aderlatingen. Deze nogal ouderwets lijkende behandelmethode is nog steeds eerste keuze bij twee aandoeningen: ijzerstapelingsziekte (hemochromatose), waarbij het lichaam te veel ijzer opneemt en vasthoudt, met op de lange termijn mogelijke orgaanschade tot gevolg zoals in hart, lever, alvleesklier of gewrichten. Tijdig en voldoende aderlaten kan al deze problemen voorkomen, met een normale levensloop en levensverwachting tot gevolg. Verworven aandoening van ‘te dik bloed’ (polycythemia vera, PCV), waarbij het bloed te sterk wordt aangemaakt, mee een te hoge bloedconcentratie en ‘stroperigheid’ tot gevolg, waardoor sneller trombose kan ontstaan. Tijdig en voldoende aderlaten kan het welbevinden en bepaalde symptomen van PCV sterk verbeteren en het vermindert ook de kans op trombose. Wat is aderlaten? De beste manier m een overschot aan ijzer of een overschot aan rode bloedcellen te verwijderen is door bloed af te geven, door middel van een aderlating. Hierbij wordt een bloedvat in de arm (meestal de elleboog) met een holle naald aangeprikt. Per keer wordt 300 tot 500 ml bloed afgenomen, in 20-40 minuten tijd. Daarna wordt de naald verwijderd. Het gaatje in het bloedvat sluit zichzelf in een paar minuten. Hoe vaak vindt aderlating plaats? Dit hang af van de hoeveelheid ijzer die zich bij u heeft opgehoopt (ingeval u ijzerstapelingsziekte heeft) of van het rode bloedcelgehalte (ingeval u PCV heeft). Verder hangt het af van de urgentie om de gehaltes te verlagen, uw lichaamsgewicht en tenslotte: hoe u het aderlaten zelf verdraagt. Nadat eerst een paar maal vrij kort achter elkaar aderlating is gedaan, komt er een stabiele fase, waarbij in de veel lagere frequentie aderlating moet worden verricht om het ijzer- of rode bloedcelgehalte op het gewenste lage peil te houden. Bij hemochromatose varieert dat van 2-6 maal per jaar, bij polycythemia vera doorgaans iets vaker. Zeker als de stabiele fase is bereikt, hoeft niet telkens weer alles in het bloed gecontroleerd te worden. Eén keer per jaar is dan vaak genoeg. Hoe gaat aderlaten is zijn werk? Nadat de specialist u heeft uitgelegd waarom aderlaten bij u wenselijk of nodig is, wordt via de balie van de polikliniek Interne geneeskunde een afspraak met u gemaakt op de verpleegafdeling Cardiologie (1e verdieping, G-vleugel). U mag plaatsnemen bij de koffiecorner. Voorbereiding Zorg dat u vooraf goed gedronken heeft en relatief warm bent aangekleed (dan bent gemakkelijker aan te prikken). Het is handig als u iets te eten meeneemt (boterham of koek). 13-4-2017 1-2 1322 De ingreep Behalve de prik geeft aderlaten bij de meeste mensen geheel geen klachten, de bloedsomloop is zeer elastisch en past zich direct aan. Bovendien vult het lichaam zelf het afgenomen volume snel aan met plasma (eiwitrijk water). Soms worden mensen wat duizelig of zweterig bij het opstaan na het aderlaten. Het is ongevaarlijk. Dan blijft u wat langer liggen, u krijgt wat te drinken en komt daarna langzaam weer overeind. Naar huis Bij vertrek moet duidelijk zijn wanneer u weer wordt verwacht voor de volgende aderlating of bezoek aan de polikliniek. Tot slot Heeft u nog vragen, neemt u dan contact op met polikliniek Interne geneeskunde, (036) 868 8717. 2-2