InfoPlus Uitgave voor leden van het Verbond van Verzekeraars Maart 2015 2012 03 Trendavond Kunstmatige Intelligentie InfoPlus bevat actuele informatie voor leden van het Verbond van Verzekeraars. InfoPlus is een speciale uitgave die wordt gebruikt om bepaalde informatie extra onder uw aandacht te brengen en verschijnt als de actualiteit daartoe aanleiding geeft. Robotica Een robot van nog geen meter lang speelde een hoofdrol tijdens de achtste trendavond die het Verbond onlangs organiseerde. Na een tweetal boeiende inleidingen (van Pim Haselager en Maurits Kaptein) had Naomi een ‘date’ met een van de deelnemers aan de trendavond Kunstmatige Intelligentie, die zich voor een deel in het spiksplinternieuwe Innovatielab van het Verbond afspeelde. Mike Ligthart studeert Kunstmatige Intelligentie aan de Radboud Universi­ teit. Aan hem de eer om Naomi voor te stellen aan de ongeveer zestig deel­ nemers. Naomi is een robot, die er min of meer uitziet als een mens: met een hoofd, benen en armen. “Dat is de grootste kracht”, meent Ligthart. “Doordat een robot er mensachtig uitziet, kunnen we er natuurlijker mee communiceren. Robots kunnen bijvoorbeeld ook lichaamstaal gebruiken. Er is echter ook een keerzijde: we verwachten vaak een menselijke reactie en dat gebeurt in veel gevallen nog niet.” Nice to meet you Hij kijkt de zaal in, op zoek naar een date voor Naomi. Grote hilariteit, maar gelukkig steekt een van de deelnemers zijn vinger op. Hij geeft Naomi, op instructie van Ligthart, een hand en een vriendelijke begroeting is zijn beloning: “Hello, nice to meet you.” Naomi stelt de vragen: “Doe je aan sport? Houd je van muziek?” De man antwoordt, kort maar krachtig, en als de date voorbij is, wordt hij hartelijk bedankt door Naomi: “Thank you and goodbye.” Naomi blijkt een ‘simpele’ robot te zijn, die onder meer kan worden ingezet bij de behandeling van autistische kinderen. “Een kind met autisme heeft snel last van prikkels”, legt Ligthart uit. “Naomi kan simpel reageren en steeds dezelfde prikkels geven, zodat een kind langzaam kan wennen aan prikkels. Net zo lang totdat het klaar is om met andere kinderen om te gaan.” Robots als Naomi kunnen ook met verzekeraars meedenken. “Het werkt heel simpel”, vertelt Ligthart. “Naomi kan wat je erin stopt. In die zin kan ze prima worden ingezet om uitleg te geven aan mensen. Bijvoorbeeld hoe je moet omgaan met geld als het gaat om hypotheekadvies. Of het principe van verzekeren uitleggen aan kinderen tijdens een gastles in de Week van het geld.” Naomi is specifiek bedoeld voor sociale interactie, maar met robotisering kan veel meer. Pim Haselager vertelt op de volgende pagina’s meer over de (on)mogelijkheden voor de toekomst, terwijl Maurits Kaptein uitlegt dat artificiële intelligentie allang wordt toegepast, vaak zelfs zonder dat we er erg in hebben. InfoPlus 03 Dr. Pim Haselager, associate professor en principal investigator Theoretical Cognitive Science: “Ze komen eraan” Pim Haselager weet het zeker: de robots komen eraan. Bijvoorbeeld bij onze banken, in ons huishouden (voor het bijhouden van onze agenda of om te kijken wat er in de koelkast staat), maar ook ‘gewoon’ als commercieel product. “Tweeënhalf jaar geleden kostte een NAO robot 15.000 euro, nu 5.000 en als je er nog een nulletje afhaalt, heb je er al één voor de prijs van een iPad.” Pim Haselager: “Robots hebben geen gezond verstand” Haselager is Universitair Hoofddocent aan de Radboud Universiteit. Hij benadrukt dat we robots in de toekomst meer gaan zien, maar hij waarschuwt ook voor de andere kant. “Robots zijn vreemde wezens. Cognitief lijken ze namelijk nergens op. Ze zijn geen apparaat, zoals een koelkast. Ze zijn ook niet dierlijk, geen hond of kat, want ze hebben geen gevoel. En ze zijn niet menselijk, want ze hebben geen gezond verstand. Wat ze wel zijn? Een unieke combi van intelligentie en domheid.” Drie redenen Haselager noemt een paar belangrijke redenen waarom we meer met robots te maken zullen krijgen. “Hun denkvermo­ gen neemt toe. Ze kunnen steeds sneller rekenen. En ze worden naast beter ook goedkoper.” Hij trekt een vergelijking met de ontwikkeling van de pc in de 2 jaren tachtig. “Binnen tien jaar had iedereen er ineens één.” Nadat hij heeft verteld over de achter­ grond van de robot, onder meer over de simple reflex agent (een simpel model dat nog maar weinig van de wereld weet), laat hij een plaatje zien van een zeer realistische robot die naast zijn maker staat. “Kunt u mij vertellen wie de mens is en wie de robot? Nauwelijks te zien hè? Toch zijn er wel belangrijke verschillen, maar die zijn niet per se zichtbaar aan de buitenkant. Het heeft te maken met gezond verstand.” Hij trekt weer een vergelijking. “Dat heeft te maken met gezond verstand. U lijkt stil te zitten, maar dat is niet zo. Ongemerkt beweegt u. Is dat relevant voor mijn verhaal? Nee, hooguit als u een hand opsteekt, maar anders niet. Dus ik negeer uw irrelevante, maar reageer op uw relevante bewegingen.” Juist dat begrijpen van relevantie is een groot probleem voor Kunstmatige Intelligentie. Mensen kunnen veel dingen tegelijk (“Ik vertel u een verhaal en haal tegelijkertijd adem”) en sommige handelingen doen er meer toe dan andere. Dat is lastig voor een robot. Helemaal als je daarbij optelt dat een omgeving niet statisch is, maar juist voortdurend verandert. “Ook dat is voor robotica een uitdaging.” Kansen Zijn boodschap is al snel helder: robotica biedt volop kansen, maar er kleven ook gevaren aan. “Neem als voor­ beeld een robot in de zorg. Hij is sterk genoeg om iemand uit bed te halen, kan de koelkast openmaken, kan zelfs een rietje buigen zonder het te breken, maar hij is wel 1,80 meter lang en 120 kilo zwaar. Het is fantastisch als mensen daardoor langer thuis kunnen wonen, maar is het veilig? Hoe gedraagt hij zich bijvoorbeeld tijdens een kinderfeestje?” Een mens is cognitief heel slim en kan uitsluiten wat niet relevant is. Een robot niet. Haselager: “Als ik een robot wil leren de dop van een fles te halen en daarbij iets te veel met mijn hoofd beweeg, weet hij niet welke beweging hij moet nadoen. Dat moet hem specifiek worden uitgelegd, want uit zichzelf snapt hij dat gewoon niet.” Het grote gevaar volgens Haselager is dat wij aan robots gezond verstand toeschrijven, terwijl ze dat niet hebben en ook nooit zullen krijgen. “Waarom pakken wij een glas goed beet, zonder na te denken, en een robot niet? Hij kan dat niet. Common sense zit er gewoon niet in. Honda heeft een robot als museum­ gids. Werkt prima, als iemand zijn hand opsteekt, reageert hij. Maar als iemand een foto wil maken met zijn iPhone, denkt hij ook dat iemand een vraag wil stellen.” Rekenwonder Wat een robot wel goed kan, is rekenen. Heel goed rekenen. Het is niet voor niks dat Deep Blue in 1997 wereldkampioen Kasparov versloeg. “Het rekenvermogen is in twintig jaar verdubbeld”, weet Haselager, die op dat terrein wel kansen voor verzekeraars ziet. “Ik ben geen verzekeraar, maar kan me voorstellen dat het relevant is om te weten wat de kansberekening allemaal kan beïnvloeden. IBM Watson is een computersysteem dat als een soort superassistent kan fungeren in de oncologie. Hij kan in recordtempo allerlei publicaties en handboeken doorlopen en is wat dat betreft een ideale sparringpartner voor een arts.” Slotconclusie van Haselager is dan ook dat robotica vooral handig is bij het inschatten van hypotheses, maar dan wel bij voorspelbare situaties. “Door de aard van de robot weten wij gewoonweg niet wat er gebeurt als hij in een dynamische wereld terechtkomt. Kijk naar de zelfrijdende auto. Op snelwegen voorzie ik geen problemen. Dat is Terminator? De zaal hangt werkelijk aan Haselager’s lippen als de vraag wordt gesteld of hij bang is voor een Terminator-effect. “Nee, ik ben daar niet zo bang voor. Een robot heeft geen eigen wil. Je kunt een robot ook niet straffen. Je kunt ‘m vernietigen, dat wel, maar dat interesseert hem geen bal.” De aanwezigen lijken het bijna jammer te vinden. Geen Terminator? “Natuurlijk is het fascinerend om zo machtig te zijn en iets te maken dat zich tegen je keert, maar wat mij betreft liggen daar niet onze uitdagingen voor de toekomst. Bovendien, een robot begint toch niet voor zichzelf? Zie je het voor je: ik ben het zat als koelkast te fungeren, vanaf nu ben ik broodrooster.” allemaal redelijk voorspelbaar, maar in de stad wordt het toch echt een ander verhaal. Als wij een kind op de stoep met een bal zien, gaan er allerlei alarmbellen rinkelen. Wij snappen dan dat je goed op moet letten. Een robot niet. Grote bedrijven in Duitsland (Mercedes en Volkswagen) zijn met het ministerie in gesprek, omdat zij auto’s hebben ontwikkeld waarmee je goed file kunt rijden. Sterker nog, je kunt gewoon achterin de krant gaan zitten lezen. Autofabrikanten zijn daar wel klaar voor, maar de regelgeving niet. Robots vallen volgens de wet nog onder produc­ ten, met alle (aansprakelijkheids)gevolgen van dien. Door de aard van de robot hebben we namelijk geen idee wat er gebeurt als hij in een dynamische wereld terechtkomt. De complexiteit van een omgeving terugbrengen tot relevante factoren is en blijft een van de belang­ rijkste uitdagingen voor robotica. Ik zeg wel eens dat kunstmatige intelligentie gevangen zit in een paradox: hoe slimmer wij de robots maken, hoe onvoorspelbaarder hij wordt in zijn gedrag.” Maurits Kaptein, assistant professor in Artificial Intelligence “Mensen doen wat andere mensen doen” Hij is veel bezig met kunstmatige technologie en weet als assistant professor sowieso veel van Kunstmatige Intelligentie. “Wie van u is met de auto? En wie heeft er te hard gereden? Kunstmatige intelligentie is er namelijk allang. Het leest uw kenteken en checkt dan of u te hard heeft gereden. Het resultaat merkt u vanzelf, als er wel of geen acceptgiro in de bus valt.” Maurits Kaptein, assistant professor Kunstmatige Intelligentie aan de Radboud Universiteit verstaat de kunst om met simpele voorbeelden duidelijk te maken wat hij in het dagelijks leven doet. “Ik werk veel met artificiële intelligentie (AI) op internet en dat klinkt ingewikkelder dan het is. Kent u de bibliothecaris nog? Dat was vroeger een beroep, maar die is redelijk vervangen door computers. AI heeft soms een grote impact op wat mensen doen, maar vaak is er simpelweg sprake van applicaties die er al zijn. Wat ik zelf eng vind? Een platform als Facebook dat voor mij bepaalt wie mijn vrienden zouden kunnen zijn of welke berichten ik leuk vind.” Het irriteert hem zichtbaar: het algoritme op Facebook dat bepaalt wat hij ziet. “Stel dat iemand twee hobby’s heeft: ballet en spelen in een rockband. Als ik de eerste keer klik op een bericht over ballet, krijg ik die berichten over de rockband nooit meer door, omdat Facebook voor mij heeft bepaald dat ik alleen dat leuk vind. Mijn wereld wordt 3 InfoPlus 03 dus gefilterd. Ik krijg een ander beeld en dat kan een grote impact hebben.” Tips en trucs Kaptein heeft in zijn werk veel te maken met e-commerce en kent de meeste tips en trucs wel. “Als Amazon een boek wil verkopen, helpt het om er een extra boodschap bij te doen. Als ik nu de linkerhelft van deze zaal het boek laat zien en de andere helft niet alleen het boek laat zien, maar erbij vertel dat het een populair boek is, mogen jullie raden aan wie ik meer verkoop. Precies, de rechterhelft koopt dan vaker het boek. Het is een beproefde beïnvloedingsstra­ tegie, die vooral social proof is: mensen doen graag wat andere mensen doen.” Een andere, bekende strategie is die van schaarste, die onder meer door Booking. com wordt gebruikt: er zijn nog maar twee kamers vrij. Naast dergelijke beïnvloedingsstrategieën die groepsge­ wijs plaatsvinden, kunnen de verkoop­ argumenten ook op de persoon worden ingezet. “In plaats van het zogenoemde recommender-principe spelen persoon­ lijke voorkeuren dan een grote rol”, benadrukt Kaptein. “Als het populairste boek bij jou niet werkt, dan probeer ik een ander argument, bijvoorbeeld ‘dit boek wordt aanbevolen door’. Net zolang totdat je wel hapt en hét argu­ ment is gevonden. We noemen dat ook wel de persuasive profiles: afhankelijk van jouw reactie worden de argumenten aangepast.” Beïnvloedingsprofielen Op eenzelfde soort manier kunnen argumenten worden gebruikt om gedrag te beïnvoeden en niet zozeer iets te verkopen. Kaptein noemt dat de beïnvloedingsprofielen en hoewel het een totaal andere tak van sport betreft, werkt de technologie min of meer gelijk. “Argumenten worden bijvoorbeeld ingezet om ervoor te zorgen dat je je medicijnen inneemt. Of dat je gezonder gaat leven, meer gaat sporten, vaker de trap gebruikt.” Hij geeft een mooi voorbeeld waarbij een bedrijf simpelweg gebruikmaakt van een televisie bij de ingang om mensen te stimuleren de trap te nemen. De beelden zijn dusdanig positief dat het merendeel ook daadwer­ kelijk de trap neemt. “Technologie is soms niet meer dan een trucje om met Samenstelling en productie: afdeling Dienstverlening & Informatie Fotografie Pim Haselager: Bert Beelen Voor meer informatie over de inhoud van deze InfoPlus: Ton de Bruin, telefoon: 070-3338688, e-mail: [email protected] 4 Maurits Kaptein mensen om te gaan”, aldus Kaptein, die aan het einde van zijn betoog nog een waarschuwing in petto heeft. “Veel mensen denken bij AI aan robots en aan zelfrijdende auto’s, maar dat zijn peanuts in vergelijking tot wat er in uw broekzak zit. Via uw telefoon of compu­ ter wordt alles gefilterd, wordt zelfs uw psyche doorgrond. Een bedrijf als Facebook gaat zelfs zo ver dat ze proberen u te beïnvoeden op basis van wat u schrijft, hoe u het schrijft, de woord­ keuze, e.d. Dat kan wellicht ook interes­ sant zijn voor verzekeraars. De beïnvloe­ ding wordt steeds (inter)actiever. Wat u vandaag doet (of juist niet doet) leidt tot een reactie morgen. Kortom, input leidt tot actie en nieuwe input tot nog meer actie. De systemen worden steeds interactiever en kunnen ook steeds beter omgaan met veranderende omstandig­ heden. Misschien leidt dat zelfs wel tot een antwoord op de vragen van Pim bij de zelfrijdende auto en de spelende kinderen. Ik zie het wel gebeuren!”