AFP g.05: De huid

advertisement
AFP g.05: De huid
A. Toetsdoelstellingen
Je kunt
1. de opbouw van de huid vertellen van buiten naar binnen: de lagen, je kunt de lagen aanwijzen
2. vertellen wat de hoornlaag is en wat de moederlaag is
3. uitleggen waar de hoornlaag allemaal tegen beschermt en hoe dat gebeurt
4. vertellen welke onderdelen er in de lederhuid te vinden zijn en wat daar de functie van is
5. vertellen welke zintuigen in de huid te vinden zijn
6. vertellen wat zorgt voor de stevigheid van de huid
7. vertellen wat de huid elastisch maakt
8. vertellen hoe de huid in staat is om micro-organismen buiten de deur te houden (meer
onderdelen!)
9. vertellen op welke plekken de huid gevoelig is voor infecties en waarom dat is
10. vertellen wat de functie is van de manier waarop opperhuid en lederhuid aan elkaar verbonden
zijn
11. vertellen hoe de huid meehelpt bij het regelen van de temperatuur
12. vertellen wat je merkt aan iemand die warmte kwijt moet raken
13. vertellen wat je merkt aan iemand die warmte moet vasthouden
14. vertellen hoe de opperhuid aan zuurstof komt
15. uitleggen wat je rapporteert als iemand een afwijking heeft aan de huid
B. Reader
Neem de reader hoofdstuk 4. Onderstreep de belangrijkste termen, die ook in de toetsdoelstellingen staan.
C. Opgaven
1. Geef de volgende onderdelen zelf in deze afbeelding op de volgende pagina met een cijfer en lijntjes aan:
1. bevat vezels die de huid stevig maken
2. bron van zuurstof voor de opperhuid
3. de bescherming tegen ultraviolet licht
4. de plaats in de huid waar zintuigen zitten
5. laag die voor elasticiteit zorgt
6. laag met de meeste bloedvaten
7. ondoordringbare laag met hoornstof
8. produceert talg
9. regeling van de temperatuur door wijder te worden of nauwer
10. snelste celdeling van de huid
11. zorgen samen voor kippenvel
12. zorgt voor afkoeling via verdamping
2. Wat zijn de enige
normale openingen in het huidoppervlak? Wat kan daar dus het gemakkelijkste gebeuren?
3. Welke rol speelt de huid bij de uitscheiding van afval? Vermeld de bron waar je je antwoord vandaan hebt.
4. Als er iets mis is met de huid, wat observeer je dan en wat schrijf je dan op?
D. Casus met vragen
1. Jan heeft psoriasis. Er gaat iets helemaal mis met de opperhuid. Wat gaat er mis en hoe merkt hij
dat? Zoek de ziekte op via het trefwoordenregister van het ziekteleerboek en zoek op internet
afbeeldingen erbij.
2. Mevr. D. heeft een moedervlek die van vorm verandert. De kleur verspreidt zich uit de vlek naar
de omgeving. De huisarts is erg ongerust en is bang dat het een melanoom is. Wijs op een
afbeelding aan waar in de huid een melanoom ontstaat.
3. Mevr. de H. heeft decubitus graad 1. Er is een rode plek die niet weg te drukken is. Wijs op de
afbeelding aan waar de afwijking zit en schrijf op wat er mis is.
4. Even later is er decubitus graad 2. Zoek op wat een blaar is en wijs op de afbeelding aan wat er dan mis is.
Download