Karaktertrekken van een Beardie: Bearded Collies zijn een zeer

advertisement
1. Karaktertrekken van een Beardie:
Bearded Collies zijn een zeer vreugdevol ras maar kunnen wild worden, indien ze niet juist zijn opgevoed
vanaf vroege leeftijd. Ze werken graag voor hun baas en leren vlug iets aan (ook de komedie spelen).
Wat verlangt hij van zijn baas?
-
een deel van het gezin te mogen zijn
de bereidheid om te wandelen en te spelen
een wekelijkse borstelbeurt
voldoende aandacht zonder een “extra kind” van hem te maken
een goede consequente opvoeding (eenmaal neen is altijd neen)
Beloning en een standje op zijn tijd samen met een goede begeleiding zijn voldoende
om hem tot een aangename huisgenoot op te voeden.
Een Beardie is:
-
vriendelijk tegen mens en dier
zeer intelligent
speels tot op hoge leeftijd
energiek en onvermoeibaar
gevoelig voor harde geluiden (schrikt hij ergens van begin hem dan niet te troosten, troosten is angst
bevestigend).
De Bearded Collie is een vrolijke gezinshond met een bruisend temperament.
Hij past zich aan, aan zijn gezin.
Verder raden we ook aan met uw pupje (na de herhalingsinenting) naar een goede hondenschool te gaan en
daar minstens de puppyklas te volgen. Dit is goed voor hond en baas.
2. Beweging en huisvesting:
Waar u ook woont, in de stad of op het platteland.
Hoe u woont, op een flatje of in een riante villa met een enorme tuin.
Dit alles is, voor uw Beardie, van geen enkel belang. Wat hij wel nodig heeft is, zijn baasje minstens een uur
per dag voor hem alleen. Dat hij gedurende die tijd 100% de aandacht krijgt. Dat hij kan aantonen hoe
aanhankelijk, uitgelaten, speels, onvermoeibaar, uitbundig, levendig en trouw een Beardie wel is. Dat heeft
een Beardie nodig, daar wacht hij de ganse dag op. Het moment dat baasje naar hem toekomt in zijn ietwat
vuile speelkledij. Het is natuurlijk aangenamer wanneer de Beardie met een andere speelse hond samenleeft,
doch die tijd met zijn baasje, daar gaat alles om.
Waar een Beardie zich ook goed bij voelt, is meelopen aan de fiets. Doe dit dan op veilige plaatsen, bv. langs
een kanaal. Overdrijf hier niet in, zeker bij warm weer. Begin hiermee ook niet op jonge leeftijd.
Wat zijn huisvesting betreft: een droge, tochtvrije rustplaats, en daarbij, indien mogelijk, een uitkijkje op de
omgeving, wat knabbeltuigjes en hij is al tevreden.
3. Verzorging:
Oren:
Bekijk iedere week de oren en trek regelmatig het zachte haar uit de gehoorgang om ontstekingen te
voorkomen. Dit doet geen pijn. De binnenkant van de oorschelp reinigt u met een oorreinigingsmiddel
(apotheker) of met amandelolie. Ruiken de oren, schudt hij ermee of krabt hij, ga dan naar de dierenarts, dit
kan wijzen op een oorontsteking.
Ogen:
Iedere dag kijkt u de ogen na en verwijdert u het opgedroogde traanvocht met een vochtig watje of gewoon
met de vingers, anders kan dit tot oogontsteking leiden.
Baard:
Best kunt u de baard na iedere maaltijd schoon wrijven. Om de baard wit te houden kunt u deze regelmatig
even bevochtigen en inwrijven met maïzena. Laten drogen en dan uitborstelen.
Voeten en nagels:
Bij een Bearded Collie mag het haar tussen de tenen en aan de voeten nooit geknipt worden. Controleer dus
na iedere wandeling of er iets tussen de haren is blijven zitten. Zijn de poten vuil na een wandeling, spoel
deze dan in een emmer water. Maak hem dit gewend vanaf pup.
Loopt uw hond regelmatig op een ruw hard oppervlak, dan slijten de nagels vanzelf. Hoort u een getik op een
harde vloer dan zijn de nagels te lang en dienen ze geknipt te worden met een speciale nageltang. De nagel
aan de binnenkant van de voorpoten dient regelmatig geknipt te worden daar deze niet kan slijten, knip tot
vóór de zenuw (het leven).
Gebit:
Wanneer uw hond regelmatig een knaagbeen krijgt blijven de tanden normaal schoon. U kunt ook dagelijks
de tanden poetsen met een hondentandpasta.
Bad:
Was uw hond zo weinig mogelijk. Teveel baden verwijdert de natuurlijke beschermlaag. Wij wassen wel onze
teven na de loopsheid omdat de geur in het lange haar blijft hangen, wat aantrekkelijk blijft voor een reu.
Doet u aan tentoonstelling dan kunt u wel het wit vooraf wassen met een speciale wit-shampoo.
Voortplantingsorgaan en anus:
Controleer deze regelmatig en houd ze proper.
Borstelen:
Benodigdheden:
- borstel (geen ijzeren borstel, maar een met echt haar. De ‘Mason Pearson’ is volgens ons het best
geschikt. Hij is duur in aankoop, maar gaat jarenlang mee).
- kam met ronde, stompe, ver uit elkaar staande punten.
- plantensproeier (voor statisch haar) en aardappelmeel (voor een witte baard).
Leer uw pupje vanaf het begin te blijven liggen op tafel. Doe dit door eventjes zachtjes te borstelen en beloon
hem uitbundig wanneer het goed gaat, dit zal het u later, wanneer hij volwassen is, gemakkelijk maken
waarbij u en uw Beardie de borstelbeurt als een gezellig samenzijn beschouwen.
De beurt hangt af van de vacht van uw hond, die bij elke Beardie verschillend is, maar reken op ongeveer
twee uur per week wanneer de volwassen vacht bereikt is. Teveel borstelen is ook niet goed, dan verdwijnt
er teveel ondervacht. Een klit trekt u voorzichtig met de vingers uit elkaar en dan uitborstelen.
Klitgevoelige plaatsen zijn:
- achter de oren
- op de oor flappen
- onder de kin en rond de mond
- hals
- ellebogen
- okselholten.
4. Voeding pup en volwassen hond:
Wanneer de pup bij ons weggaat krijgt hij drie voedingen per dag. Wilt u een andere voeding geven. Doe dit
dan geleidelijk aan, door de nieuwe voeding met de oude te vermengen. Vanaf 10 maand tot 14 maand (of
vroeger, hangt af van pup tot pup) geeft u hem twee voedingen. U hoeft niets bij te voegen, dus zeker geen
beendermeel bijvoederen (teveel kan schaden). Let er op dat er steeds, dag en nacht, vers drinkwater ter
beschikking staat.
5. Inenting en ontwormen:
De herhalingsinenting dient te gebeuren rond 12 weken (zie boekje dierenarts). Tot dan is het aan te raden
dat uw pupje niet in contact komt met andere honden of met hun uitwerpselen. Laat hem niet lopen op
terreinen waar andere honden komen. Gaat u naar de hondenschool (na de herhalingsinenting) laat hem dan
inenten tegen kennelhoest. Gaat u met uw hond naar de Ardennen of naar het buitenland laat hem dan
inenten tegen rabiës, vraag hierover steeds raad bij uw dierenarts.
De laatste ontworming gebeurde bij de fokker. Tot de leeftijd van zes maand dient u iedere maand te
ontwormen, bij voorkeur afwisselend met een ander product zoals: Telmin KH, Lopatol, Flubenol, Dogminth,
Dolthene. Daarna ontwormt u om de zes maand. Kijk de ontlasting van de pup regelmatig na op wormpjes,
het is mogelijk dat u tussendoor een ontworming moet geven (raadpleeg dan wel uw dierenarts).
6. Tips voor de pup:
-
-
Het lapje dat uw pup meekrijgt uit het nest, heeft alle geuren die uw hondje vertrouwd zijn. Dus
zeker niet wassen omdat het stinkt. Dit lapje is als het ware uw pup zijn teddybeertje.
Wanneer uw pupje thuiskomt, laat u het dan liefst direct in de omgeving waar zijn nest (kamerkennel,
bak, mand) is. Laat het rustig de omgeving verkennen en maak het a.u.b. niet te druk, door nog eens
extra bezoek erbij te halen of de pup het hele huis te tonen. Dit is een bewogen dag voor uw Beardie,
maak het dus niet nodeloos zwaarder. Het meest wat uw hondje nu nodig heeft is rust en slaap, gun
hem dit door zijn plaats te tonen met zijn lapje erbij. Wanneer hij dan later wakker wordt, laat hem
uit en geef hem te eten (drinken staat er steeds). Is hij na een tijdje aan zijn directe omgeving gewend,
laat hem dan zoveel mogelijk nieuwe indrukken opdoen. Ga ermee op straat, naar de markt, overal
waar het druk is. Doe dit alles zonder hem te bemoederen wanneer hij van iets schrikt. Het is van
groot belang dat uw pup de dingen beleeft die in de toekomst tot zijn normale leven zullen behoren.
Om uw pup zindelijk te maken zijn er meerdere methodes, die u zeker kunt combineren naar uw
persoonlijke mogelijkheden.
Uitlaten:
Gebeurt steeds op hetzelfde plaatsje, hier zijn de geuren aanwezig en wordt uw pup extra geprikkeld om zijn
behoeftes te doen. Let er wel op dat hier geen vreemde dieren (honden, katten,..) komen vanwege het
besmettingsgevaar.
Hier twee methodes:
- Uitlaten na ieder dutje, eten of drinken. Deze methode is natuurlijk de meest doeltreffendste, daar
de pup bijna de kans niet krijgt om het binnenhuis te doen. Deze werkwijze vraagt echter constante
(dag en nacht) waakzaamheid van de baasjes.
- U kunt ook krantenpapier gebruiken waar de pup zijn behoeftes op doet. Dit krantenpapier kunt u
stilaan in oppervlak verkleinen en ook steeds dichter bij de uitgangsdeur leggen. Ook indien mogelijk
stilaan buiten leggen, tot bij de uitlaatplaats. Wij hebben geprobeerd uw pup aan krantenpapier te
laten wennen.
- Nog een tip voor de nacht. Een hond is geen nestbevuiler, dus zorg dat hij niet uit zijn nest kan
wanneer u dat wil, deze zal proper blijven.
- Vergeet echter nooit dat het nog een klein wezentje is, dat niet altijd alles kan ophouden, en ook
door emoties kan plassen of een lichte diarree hebben, en NOOIT MET DE NEUS IN ZIJN KAKJES OF
PISJES DUWEN.
Laat uw pup, tot minstens de leeftijd van 9 maand, nooit trappen lopen, noch van iets af te springen. Dit kan
zeer erge gevolgen hebben voor zijn voorpootjes, daar een hond geen sleutelbeenderen heeft om schokken
op te vangen.
De Kamerkennel (een uitstekend hulpmiddel)
Sommige mensen vinden een hond in een kamerkennel een dieronvriendelijke situatie. Het tegendeel is
echter waar, want juist een bench, of kamerkennel is eigenlijk een onmisbaar hulpmiddel bij het opvoeden
van een pup in de huissituatie. Het is ideaal om de hond zijn rust te gunnen en helpt bij de
zindelijkheidstraining. Daarnaast voorkomt een kamerkennel dat een pup eventueel schade kan aanbrengen
aan het meubilair. Tenslotte kunnen honden hiermee veel gemakkelijker alleen leren blijven. Kortom een
kamerkennel voor een pup is niets anders dan een box voor een kind. Ook is het een fantastisch hulpmiddel
om mee te nemen op vakantie. Het enige nadeel van een bench kan zijn dat hij een beetje plek inneemt en
niet zo decoratief is. Het feit dat sommige mensen geen bench willen ligt meer in de beleving van de mensen
zelf dan dat een hond het onplezierig zou vinden.
Overeenkomst met het nest.
In de natuur hebben honden een nest. Zeker pups maken hier heel veel gebruik van om te slapen en om zich
terug te trekken als het ze allemaal een beetje teveel wordt. Zo een nest is veilig en hier worden ze niet
gestoord. Bovendien zijn de pups in het nest in principe zindelijk en hebben ze er geen problemen mee als
de moeder even weg is.
Een bench imiteert eigenlijk zo een nest. Pups kunnen er in slapen en voelen zich veilig, het helpt bij het
zindelijk maken en bovendien is het vaak zo snel vertrouwd dat ze er ook eventjes alleen gelaten kunnen
worden. Natuurlijk moeten ze er wel eerst aan wennen. De bench moet dus echt de functie van het nest
krijgen en wellicht nog wel net ietsje meer. Het is in het begin mogelijk om de zijkanten wat af te sluiten met
een laken of een handdoek om nog meer het beschermde gevoel te geven. (Natuurlijk niet de voorkant.)
Training.
De bench training moet al plaatsvinden vanaf de eerste dag dat de pup in huis is. Zet de bench op een rustige,
maar wel overzichtelijke plaats en leg onderin een hondendeken. Leg er ook het nestlapje in dat meegegeven
is door de fokker, zodat al heel snel de lucht van het nest in de bench hangt. Nu moet de pup iedere keer als
hij gaat slapen naar die bench gebracht worden. Het deurtje mag nog best even openblijven. Blijf er eventjes
bij en kriebel eventueel het puppy in slaap. Wil hij nog niet gaan slapen, geef hem dan iets om te kluiven.
Instinctief willen pups met hun buit naar een rustig plekje. Geef hem ook zijn eten in de bench. Ook nu krijgt
hij weer een positieve associatie met die bench. Allemaal prachtig natuurlijk en dat allemaal op die eerste
dag! Al heel snel zult u nu merken dat als u de pup wat lekkers geeft, hij zelf al naar zijn bench gaat. Als hij
dat doet, loop dan mee, doe nu de bench dicht en loop weer weg. Ga vervolgens even de kamer uit en laat
hem nu voor de eerste keer alleen. Kom snel weer terug, want dan leert u hem dat u altijd bij hem terugkomt.
Als hij nog ligt te kluiven en blijft kluiven als u binnenkomt, ga dan niet naar hem toe maar laat hem met rust.
Hiermee voorkomt u dat hij zijn kluif gaat verdedigen. Heeft hij de kluif op dan moet u snel zijn. Ga voordat
hij begint te piepen of te morren naar de bench en laat hem eruit. Natuurlijk beloont u de hond zeer uitbundig
met uw stem. Neem hem nu meteen mee naar buiten en laat hem daar zijn behoefte doen. U was hem nu
voor: hij heeft niet gepiept en is zindelijk geweest. Hij leert nu dus dat u hem eruit haalt zonder dat hij erom
hoeft te zeuren. Als u toegeeft aan wat de hond wil dat u doet, commandeert hij eigenlijk zijn baas. En dat
kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Download